Vermelding namen ambtenaren en advocaat Gemeente toegestaan vanwege hun publieke functie
05-11-2024 Print this page
De gedaagden en de Gemeente Amsterdam hebben verschillende conflicten over het gebruik en de exploitatie van een terrein in het havengebied van Amsterdam. In de vele lopende procedures tussen beide partijen wordt de Gemeente telkens vertegenwoordigd door dezelfde interne advocaat. Gedaagden stuurden een brief van 18 pagina’s aan de Gemeente, waarin zij beschuldigingen en klachten richten tegen individuele ambtenaren en de interne advocaat, waarbij zij hen bij naam noemen. Gedaagden hebben deze brief ook op hun website gepubliceerd en vermelden de namen van de betreffende ambtenaren op LinkedIn. Deze zaak gaat niet over de publicaties zelf, maar enkel over de vraag of gedaagden onrechtmatig handelen jegens de Gemeente door op de website de namen van twee ambtenaren en de interne advocaat te vermelden. De rechtbank oordeelt dat het noemen van de namen is toegestaan, omdat de twee ambtenaren en de advocaat tot op zekere hoogte als "public figures" beschouwd kunnen worden.
Gedaagde wijst erop dat de betrokken personen geen gewone, anonieme medewerkers zijn, maar twee hoge ambtenaren en een advocaat die de media opzoeken en eerder in de publieke belangstelling stonden. De advocaat werkt al jaren aan dit dossier, verschijnt in (live) gemeenteraadsuitzendingen, en wordt door de wethouder ingezet om vanwege zijn kennis vragen te beantwoorden over het terrein. Ambtenaar I is Senior Projectleider en lid van het onderhandelings- en mediationteam van het ADM-terrein, en actief in vastgoedmarketing voor de Metropoolregio Amsterdam. Ambtenaar II is Strategisch Adviseur, betrokken bij het bouwrijp maken van gemeentegrond en grote projecten zoals het Marineterrein en de Bijlmermeer. Zij komen regelmatig in de openbaarheid door interviews, publicaties en openbare bijeenkomsten. Gedaagde stelt terecht dat de ambtenaren ervoor gekozen hebben een zichtbare en soms politieke rol te vervullen, wat betekent dat ze meer kritiek moeten verdragen. Dit geldt ook voor de Advocaat, die als gemeentemedewerker ook meer moet kunnen accepteren en als ‘public figure’ geldt.
Hoewel de betrokken ambtenaren en Advocaat de uitingen van gedaagde wellicht als onprettig ervaren, moeten ze hiertegen bestand zijn binnen hun professionele context. Belangrijk is dat het om hun werk gaat en niet om privézaken. Bovendien heeft gedaagde hun namen slechts eenmaal in de brief genoemd en de naam van de advocaat in het LinkedIn-bericht niet volledig. Verder zijn geen andere gegevens, zoals adressen, vermeld.
