Het octrooiprioriteitsrecht en de overdracht ervan zijn zaken van autonoom Europees Octrooiverdragsrecht (“EOV”).

23-10-2023 Print this page
IPPT20231010, EBA-EPO, Entitlement to priority

In zijn beslissing van 10 oktober 2023 in de zaken G1/22 en G2/22 heeft de Enlarged Board of Appeal van het EOB geoordeeld dat bevoegd te zijn om te oordelen of een partij aanspraak kan maken op een prioriteitsrecht op grond van artikel 87, lid 1, EOV.

 

De Enlarged Board maakt een onderscheid moet worden gemaakt tussen (a) de titel op een Europese octrooiaanvraag (die onderworpen is aan het nationale eigendomsrecht) en (b) het recht om aanspraak te maken op voorrang, dat in het leven is geroepen door het autonome recht van het EOV en het Verdrag van Parijs, waarvan de overdracht ook moet worden beoordeeld op grond van het autonome recht van het EOV.

 

Verder oordeelde de Board dat er een weerlegbaar vermoeden bestaat onder het autonome recht van het EOV dat de aanvrager die een beroep doet op voorrang daar recht op heeft. Het weerlegbare vermoeden is ook van toepassing in situaties waarin de Europese octrooiaanvraag voortvloeit uit een PCT-aanvraag en/of waarin de aanvragers met voorrang niet identiek zijn aan de latere aanvragers.

 

IPPT20231010, EBA-EPO, Entitlement to priority