Moet ten minste één natuurlijk persoon van elke partij lid zijn van een "confidentiality club"?

17-03-2024 Print this page
IPPT20240223, UPC CFI, LD Düsseldorf, 10x Genomics v Curio Bioscience en IPPT20240304, UPC CFI, LD The Hague, Plant-e v Arkyne

De vraag of in een procedure waarin bedrijfsgeheimen en vertrouwelijke informatie aan de orde zijn, de toegang daartoe beperkt kan worden tot enkel advocaten of octrooigemachtigden, of dat ten minste één natuurlijke persoon van iedere partij onderdeel van de "confidentiality club" moet zijn houdt de gemoederen bezig bij het Unified Patent Court..

 

In een beschikking van de Local Division Düsseldorf van 23 februari 2023 zit de judge-rapporteur op het spoor dat op grond van artikel 9 van de Bedrijfsgeheimenrichtlijn en Regel 262A van de Rules of Procedure tenminste één natuurlijk persoon van een procespartij onderdeel van dit selecte gezelschap moet uitmaken, ondanks dat artikel 58 van de UPC Agreement dat niet voorschrijft. 

Zie: IPPT20240223, UPC CFI, LD Düsseldorf, 10x Genomics v Curio Bioscience

 

In een beschikking van 4 maart 2024 liet de judge-rapporteur van de Haagse Local Division van de UPC het antwoord op die vraag deels in het midden, maar oordeelde dat het partijen vrijstond om overeen te komen dat toegang tot de vertrouwelijke informatie beperkt werd to advocaten. Daarbij speelde wel een rol dat de het enkel commerciële informatie betrof, die relevant was voor de vraag of al dan niet financiële zekerheid op zijn plaats was. 

zie: IPPT20240304, UPC CFI, LD The Hague, Plant-e v Arkyne