Maart 2019

Print this page

IEPT20190329, HR, De Vier Jaargetijden

Wijziging van een werk die moet worden aangemerkt als een aantasting van dat werk die tot reputatieschade kan leiden valt onder beschermingsbereik artikel 25(1)(d) Aw. Artikel 25(1)(c) Aw ziet op wijzigingen die geen afbreuk doen aan auteursrechtelijk beschermde trekken van een werk en voor wijzigingen in een werk die wel een aantasting opleveren maar niet tot reputatieschade kunnen leiden. Aan beoordeling van redelijkheid van verzet tegen een wijziging ex artikel 25(1)(c) Aw wordt pas toegekomen als van reputatieschade geen sprake kan zijn. Maker kan zich ex artikel 25(1)(d) Aw slechts tegen een aantasting van zijn werk verzetten, indien deze aantasting tot reputatieschade kan leiden, ook wanneer aantasting bestaat in een misvorming of verminking van dat werk. Geen ruimte voor nadere belangenafweging bij beroep op artikel 25(1)(d) Aw: in reputatieschadetoets ligt reeds een afweging tussen belangen maker en belangen van degene die werk willen wijzigen. Oordeel hof over aantasting Zuidgevel en Noordgevel bevat geen onjuiste rechtsopvatting, is niet onbegrijpelijk en niet onvoldoende gemotiveerd.

 

IEPT20190327, Rb Gelderland, Frito-Lay v Intersnack

Enkele verwijzing naar Wikipedia onvoldoende onderbouwing voor stelling dat teken TIJGERNOOTJES soortnaam is geworden. Hetgeen merkinschrijvingen 733871 en 733827 beogen te beschermen, noot met geschakeerd kleurpatroon in tinten oranje, bruin en geel blijkt voldoende uit de inschrijving: samengesteld merk dat zowel kleur- als vormelementen kent hoeft niet te voldoen aan zowel vereisten voor zuivere kleurmerken als vereisten voor zuivere vormmerken, evenmin relevant dat uit afbeeldingen als zodanig niet direct kan worden afgeleid dat het gaat om driedimensionaal merk gaat, dat patroon niet in de inschrijving precies kan worden vastgelegd, staat er niet aan in de weg dat karakteristieke elementen van het patroon voldoende duidelijk blijken uit gedeponeerde afbeeldingen. Zwart-wit merk nietig verklaard: bescherming van kleurpatroon in tinten oranje, bruin en geel volgt niet uit inschrijving. Weigeringsgrond “uitsluitend bestaan uit een vorm” niet van toepassing: merkinschrijvingen beogen niet de vorm te beschermen maar enkel de toepassing van het betreffende patroon op een specifieke plaats van de waar. Merken niet verworden tot soortaanduiding voor dubbel gecoate noot: niet aannemelijk gemaakt dat consument dubbel gecoate noot als soort onderscheidt van andere soorten borrelnoten. Teken GIRAFNOOTJES maakt geen inbreuk op woordmerk TIJGERNOOTJES: zeer beperkte mate van begripsmatige overeenstemming gecompenseerd door auditieve en visuele verschillen tussen TIJGER en GIRAF. Merken m.b.t. uiterlijk Tijgernootjes en Girafnootjes zijn identiek (“sub a”) ondanks dat iedere noot iets ander uiterlijk heeft: patroon bevat voldoende karakteristieke, terugkerende elementen om herkenbaar te zijn voor publiek dat hetzelfde patroon zal herkennen, terwijl verschillen aan consument zullen ontsnappen. Geen inbreuk op merk voor opengebroken noot: in oog springend element (openbarsten buitenste laag) informeert over eigenschappen product en niet zozeer de herkomst ervan, wijkt wezenlijk af van Intersnack teken. Verpakking Girafnootjes maakt geen inbreuk op Tijgernootjes verpakkingsmerk: overeenstemmende bestanddelen zijn dermate gebruikelijk, ondergeschikt en/of weinig onderscheidend dat geen sprake is van verwarringsgevaar. Sprake van slaafse nabootsing ten aanzien van nodeloze verwarring tussen Girafnootjes en Tijgernootjes, niet ten aanzien van de verpakking.

 

IEPT20190327, HvJEU, Hartwall

Door aanvrager bij inschrijving aan een teken gegeven kwalificatie als “kleurmerk” of “beeldmerk” is een van de relevante elementen voor de beoordeling of dit teken een merk kan vormen in de zin van artikel 2 van deze richtlijn en of dit teken onderscheidend vermogen heeft in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van deze richtlijn. Merkenrechtelijke autoriteit verplicht om over te gaan tot een concrete en globale analyse van het onderscheidend vermogen van het betrokken merk: autoriteit kan inschrijving van teken als merk niet weigeren op loutere grond dat dit teken geen onderscheidend vermogen heeft verkregen door het gebruik dat ervan is gemaakt voor de geclaimde waren of diensten, bij combinatie van abstract en contourloos aangeduide kleuren dient te worden onderzocht of – en in welke mate – de kleurencombinatie die een systematische schikking bevat in staat is om het betrokken teken intrinsiek onderscheidend vermogen te verlenen. Inschrijving als kleurmerk van teken dat wordt weergegeven door tekening in kleur met afgebakende omtreklijnen, maar wordt omschreven als kleurmerk dient te worden geweigerd wegens tegenstrijdigheid in de inschrijvingsaanvraag.

 

IEPT20190327, Rb Den Haag, McCain v Simplot

Rechtbank zowel in conventie als reconventie internationaal bevoegd kennis te nemen van geschil over gestelde inbreuk op model voor Rustic Twist-friet: rechtbank in conventie bevoegd ex artikel 82 lid 4 onder b GModVo omdat Simplot is verschenen en bevoegdheid niet heeft bestreden, GModVo kent geen bijzondere regeling van bevoegdheid voor reconventionele vorderingen zodat de rechtbank in een geschil over inbreuk op een Gemeenschapsmodel internationale bevoegdheid kan ontlenen aan artikel 8 lid 3 Brussel I bis-Vo. Procedure in reconventie ambtshalve geschorst in afwachting van beslissing door McCain ingestelde nietigheidsprocedure bij het EUIPO. Beoordeling geschil in conventie aangehouden.

 

IEPT20190327, Rb Rotterdam, 2NG v Curator

Curator heeft niet onrechtmatig gehandeld door niet op schrift te stellen dat het 2NG - de bestuurder en enig aandeelhouder van de gefailleerde rechtspersoon - vrij stond om de op haar naam staande merkrechten en domeinnamen zelf aan een derde te verkopen: 2NG heeft aangegeven er medewerking aan te willen verlenen om die merkrechten in een combinatiedeal met de goodwill die aan de boedel toekwam te verkopen, door gelijktijdig te trachten geheel buiten de curator om een overeenkomst met een derde tot stand te brengen waardoor de belangen van de boedel zouden worden geschaad, handelde 2NG onbehoorlijk jegens de curator. Dat de curator zich onder die omstandigheden niet bereidwillig jegens 2NG heeft opgesteld, is een logisch gevolg van de eigen handelwijze van 2NG. Ook geen sprake van onrechtmatig handelen door “forceren” combinatiedeal buiten de advocaat van 2NG om: het stond de curator vrij om rechtstreeks contact te onderhouden met de bestuurder van de failliet niet gebleken van een relevante informatieachterstand aan de zijde van de advocaat van 2NG omdat de curator niet alle communicatie via die advocaat liet verlopen, niet gebleken dat sprake is van forceren.

 

IEPT20190327, Rb Den Haag, SkyGeo v De Staat

Voorwaarde in aanbesteding dat de IE-rechten op een product voor de analyse van radardata worden overgedragen aan Rijkswaterstaat en EZK is niet disproportioneel: overdracht van IE-rechten in markt van overheidsdiensten gebruikelijk en evenredig, belang SkyGeo - dat stelt een belangrijk deel van haar marktaandeel te verliezen nu de staat de verzamelde gegevens vervolgens gratis of tegen een lage prijs wil aanbieden - wordt niet beschermd door het proportionaliteitsbeginsel.

 

IEPT20190326, Hof Den Haag, ArcelorMittal v Tata Steel

Oordeel Rb over nietigheid EP 863 gelet op oordeel Technische Kamer van Beroep juist. Rb heeft terecht geoordeeld dat artikel 1019h Rv niet van toepassing is op deze zaak, omdat geen sprake is van ‘handhaving’ van een IE-recht: sprake van nietigheidsprocedure zonder dreigend handhavend optreden van de rechthebbende.

 

IEPT20190326, Hof Amsterdam, CVmaker v Resumedia

Geen verwarringsgevaar handelsnamen Cvwizard en CV.nl en handelsnaam CVmaker: nadruk ligt op kenmerkende bestanddelen ‘wizard’ en ‘nl’ enerzijds en ‘maker’ anderzijds die niet identiek en geen synoniemen van elkaar zijn. Geheimhoudingsbeding omvat mede een non-concurrentiebeding: appelanten hebben zich verplicht de informatie op geen enkele wijze in exploitatie te nemen.

 

IEPT20190325, Rb Gelderland, De Groene Zuster

Franchiseovereenkomst niet beëindigd met wederzijds goedvinden: geen overeenstemming over voorwaarden waarop samenwerking zou worden verbroken. Franchiseovereenkomst niet rechtsgeldig ontbonden: geen tekortkoming gedaagde met betrekking tot betaling instapfee, gedaagde heeft de gestelde omzet gehaald, e-mailbericht waarin gedaagde haar cliënten bericht over beëindiging relatie met De Groene Zuster doet geen afbreuk aan naam De Groene Zuster en gedaagde heeft niet in strijd met franchiseovereenkomst gehandeld door eigen logo naast logo Groene Zuster te gebruiken. Overeenkomst loopt tot 1 juni 2019: tot die datum mag gedaagde naam, logo en cliëntenbestand gebruiken en handelt niet in strijd met concurrentiebeding.

 

IEPT20190322, Rb Amsterdam, Kaasfoto

Auteursrechtinbreuk door openbaarmaking foto van een Franse Morbier-kaas op website zonder toestemming. Eiseres in de gelegenheid gesteld te reageren op vermoeden van schending artikel 21 Rv: eiseres lijkt informatie van tarievenlijst te hebben weggelaten die tot de conclusie leidt dat lagere tarieven van toepassing zijn dan geëist.

 

IEPT20190322, Rb Den Haag, Solatube

Gedaagde dient verhandeling Solatube daglichtsystemen te staken: niet aannemelijk gemaakt dat het uitgeputte waar betreft. Domeinnaam solatube-shop.nl maakt ‘sub b-inbreuk’ op Solatube-merken: domeinnaam wordt gebruikt als merk, zodanige mate van overeenstemming dat consument kan menen dat onder solatube-shop.nl aangeboden diensten afkomstig zijn van een met Solatube economisch verbonden onderneming.

 

IEPT20190321, Rb Overijssel, Droomvallei Uitgeverij

Voldoende aannemelijk dat sprake is van publicatie: exemplaren van het boek zijn uitgereikt op het lanceringsfeest en niet weersproken dat het boek op internet besteld kan worden. Onvoldoende aannemelijk dat in het boek beschuldigende passages staan die onrechtmatig zijn jegens eiser: boek geschreven vanuit ervaringen van gedaagde waardoor eiser het eenzijdige beeld dient te accepteren en exacte inhoud niet bekend bij eiser noch voorzieningenrechter.

 

IEPT20190321, HvJEU, Abraxis Bioscience

Vergunning voor het in de handel brengen waarop een aanvraag voor een ABC wordt gebaseerd die betrekking heeft op een nieuwe formulering van een bestaande werkzame stof, kan niet worden beschouwd als de eerste vergunning voor het in de handel brengen van het betrokken product als geneesmiddel wanneer voor deze werkzame stof als zodanig al eerder een dergelijke vergunning is afgegeven.

 

IEPT20190321, Rb Amsterdam, AMC

Voormalig co-promotor AMC moet e-mails waarin zij co-auteurschap op artikelen uit proefschrift van promovenda claimt rectificeren: door International Committee of Medical Journal Editors opgestelde norm is  ook in rechte van belang, de bijdrage van de voormalige co-promotor is volgens deze norm niet voldoende om als co-auteur te kunnen worden aangemerkt, onvoldoende aanleiding om van deze norm af te wijken en de bijdrage aan de onderzoeksopzet voldoende te achten om als co-auteur van de publicaties te worden erkend.

 

IEPT20190320, Rb Amsterdam, Bylima v Sedef

Sjaals van rechthoekige lappen stof met sierranden (goud of strass-steentjes) niet auteursrechtelijk beschermd: sierranden zeer gangbaar en geen vrije en creatieve keuzes van de maker. Merkdepot van woordmerk “BYLIMA” door Sedef te kwader trouw: aannemelijk dat Sedef bekend was met gebruik door eiseres en dat depot doel had merkinschrijving door  eiseres te verhinderen. Sedef maakt inbreuk op woordmerk “BYLIMA” van eiseres: sjaals verkocht met etiketten “BYLIMA” die identiek zijn aan de etiketten op de door [T] vervaardigde sjaals. Gezien kwade trouw bij Sedef voldoende grond voor verplichting tot afgifte sjaals, ook indien die zonder etiket niet langer inbreuk maken op rechten eiseres: etiketten kunnen immers weer worden aangebracht.

 

IEPT20190320, Gerecht Aruba, Tax Solutions v DC Tax Legal

Vordering DC Tax Solutions op basis merkenrecht afgewezen: gebruik van de namen DC Tax Solutions en DC Tax&Legal voldoet aan definitie van het handelsnaamrecht. Gedaagde handelt door gebruik handelsnaam in Caribisch deel van koninkrijk van handelsnaam DC Tax Legal en de variaties daarop, onrechtmatig jegens eiseres: eerste twee woorden van handelsnamen, de aard van de ondernemingen en de regio waarin ondernemingen opereren, zijn identiek en verwarring heeft inmiddels daadwerkelijk plaatsgevonden.

 

IEPT20190320, Rb Den Haag, Van Caem Sports v EN-S Sports

Verklaringen van Business Controller en CFO Van Caem Sports onvoldoende om aan te tonen dat inbreukmakende schoenen bij EN-S Sports zijn gekocht: verzuimd om verifieerbare gegevens uit administratie over te leggen. Rb gaat voorbij aan aanbod Van Caem Sports om alsnog bewijs te leveren met deskundigenbericht als in strijd met goede procesorde: bewijs had eerder kunnen worden geleverd.

 

IEPT20190320, Rb Den Haag, Future Crops v Certhon

Richtlijn en Wet bescherming bedrijfsgeheimen betrokken in beoordeling van gesteld onrechtmatig handelen daterend van vóór inwerkingtreding Wet bescherming bedrijfsgeheimen en omzettingstermijn richtlijn: beide hebben weliswaar geen terugwerkende kracht maar de normen die erin ten uitdrukking zijn gebracht zijn wel onderdeel van het commune aansprakelijkheidsrecht. Stelplicht genuanceerd: Future Crops moet in beginsel voldoende concreet onderbouwen dat sprake is van een bedrijfsgeheim, maar niet zodanig dat zij daarmee inzicht geeft in de werking van de techniek. Knowhow met betrekking tot de irrigatiesystemen voor verticale kruidenteelt kwalificeert als bedrijfsgeheim: voldoende onderbouwd dat de knowhow uniek is, voldoende maatregelen getroffen die redelijkerwijs mochten worden verwacht om het bedrijfsgeheim geheim te houden, voldoende onderbouwd dat de knowhow handelswaarde bezit. Verklaring voor recht dat Certhon onrechtmatig heeft gehandeld door foto’s te nemen van de bedrijfsgeheimen toegewezen: aangemerkt als bewuste poging om de knowhow te verkrijgen. Vorderingen die zien op het verhinderen dat het bedrijfsgeheim door Certhon wordt gebruikt of gedeeld met anderen afgewezen: concrete dreiging niet vast komen te staan.

 

IEPT20190320, Rb Rotterdam, Erasmus MC

Partijen in de gelegenheid gesteld zich nader uit te laten over royalty’s op door eiser als hoogleraar bij EMC (mede) ontwikkelde octrooien: volgens regeling krijgen uitvinders pas een aanspraak op EMC als winst is gemaakt, onvoldoende onderbouwd dat EMC winst heeft gemaakt nu zij afstand heeft gedaan van haar rechten, onvoldoende debat gevoerd over vraag of EMC in redelijkheid de beslissing heeft kunnen nemen om afstand van haar recht op royalty’s te doen.

 

IEPT20190319, Rb Overijssel, ANP v Step

Schadevergoeding van € 322,50 toegewezen wegens inbreuk op auteursrecht: zonder toestemming van ANP foto op website geplaatst, schade vastgesteld op 1,5 maal de minimale gemiddelde licentievergoeding uit de tarievenlijst Stichting Foto Anoniem. Ex artikel 1019h Rv gevorderde proceskostenvergoeding van € 629 komt te hoog voor: liquidatietarief van € 144 toegewezen nu sprake is van eenvoudige niet bewerkelijke bodemzaak en ANP bovendien vaker op dezelfde gronden haar auteursrecht handhaaft.

 

IEPT20190319, Rb Overijssel, ANP

Schadevergoeding van € 967,50 toegewezen wegens inbreuk op auteursrecht: zonder toestemming van ANP 3 foto’s op website geplaatst, schade vastgesteld op 1.5 maal de minimale gemiddelde licentievergoeding uit de tarievenlijst Stichting Foto Anoniem. Ex artikel 1019h Rv gevorderde proceskostenvergoeding van € 689 komt te hoog voor: liquidatietarief van € 144 toegewezen nu sprake is van eenvoudige niet bewerkelijke bodemzaak en ANP bovendien vaker op dezelfde gronden haar auteursrecht handhaaft.

 

IEPT20190313, Rb Oost-Brabant, Allgeier v GAC

Naar welk recht de vraag beantwoord moet worden of het Duitse Allgeier rechthebbende is van software waarop beweerdelijk inbreuk wordt gemaakt kan in het midden blijven: Allgeier is ofwel rechthebbende van de auteursrechten op de software (Nederlands recht) dan wel rechthebbende van de exclusieve en volledige exploitatierechten op de software (Duits recht). GAC maakt geen inbreuk op het auteursrecht of exploitatierecht van Allgeier nu zij een geldig gebruiksrecht heeft op grond van een niet beëindigde overeenkomst met een failliete vennootschap: faillissement raakt overeenkomst naar Duits recht niet rechtstreeks maar geeft curator een keuzerecht om de overeenkomst niet na te komen, curator heeft hiervan geen gebruik gemaakt, omstandigheid auteursrechten of exploitatierechten op de software ná het faillissement zijn overgegaan op Axol en daarna Allgeier maakt dit niet anders.

 

IEPT20190313, Rb Den Haag, Hyundai

Dealer- en reparateurovereenkomsten tussen voormalig importeur Hyundai GNC en [BV I c.s.] geëindigd per 31 maart 2016: [BV I c.s.] kon niet verwachten dat contracten door contractsoverneming door Hyundai na einde van importeurschap GNC voor onbepaalde tijd zouden worden voortgezet, aangezien contractsoverneming enkel de per 31 maart 2016 eindigende overeenkomsten kon betreffen. Geen rechtmatig belang bij inzage in (gedeelten) overnameovereenkomst (APA): inzage kan niet meebrengen dat de contractsoverneming door HMNL ander gevolg zou hebben. Belettering, vlaggen en borden [BV I c.s.] maken inbreuk op Hyundai-merken: telkens gebruik gemaakt van woordmerk HYUNDAI in (nagenoeg) gelijk lettertype, woord HYUNDAI groot en opvallend weergegeven, indien HYUNDAI met andere aanduidingen is gecombineerd zijn die kleiner en minder opvallend weergegeven, belettering, vlaggen en borden lijken op die van Hyundai-dealers. (Door BV I c.s.] gemaakte) Hyundai Winterinspectie-brochure maakt inbreuk op auteursrecht HMNL en is overtreding artikel L 4.5 dealer- en reparateurovereenkomst: openbaarmaking van deel van werk HMNL, brochure wekt indruk dat [BV I c.s.] deel uitmaakt van Hyundai dealer- en reparateurnetwerk. Aanwezigheid Hyundai-Garantiesticker op raam van bedrijfspand [BV1] na 31 maart 2016 is inbreuk auteursrecht Hyundai. Uitstallen officiële verkoopbrochures Hyundai maakt inbreuk op merkrechten Hyundai en overtreedt artikel L 4.5. Plaatsen stempel in onderhoudsboekje behorende bij Hyundai voertuig waaraan op 1 augustus 2016 onderhoud is verricht is merkinbreuk en overtreding artikel L 4.5. Verkoop nieuwe auto die vóór einde overeenkomst bij HMNL is gekocht is overtreding artikel L 4.5: verkoop op zichzelf niet in strijd met overeenkomst,    sprake van bijkomende omstandigheden die verkoop in strijd met artikel L 4.5 maken, nu aanbieden van auto met omvangrijke en opvallende belettering met gebruik van de Hyundai-merken de indruk van een commerciële band met Hyundai c.s. wekt. Redelijke uitleg overeenkomst is dat [BV I c.s.] verbeurde boete éénmaal verschuldigd is (€ 60.000 voor BV I, € 54.000 voor BV II):betreft door Hyundai opgestelde eenzijdige (standaard)overeenkomst, niet over de inhoud onderhandeld, beding ten voordele van partij die contract heeft opgesteld, geen tijdbepaling opgenomen, boetebedrag niet gemaximeerd. Geen matiging boete.

 

IEPT20190319, Hof Arnhem-Leeuwarden, Nachtwacht

Kopie van de Nachtwacht inclusief verwijderde delen is geen nieuw werk: bedoeling was om een natuurgetrouwe kopie te maken van de Nachtwacht, geen persoonlijk stempel van de maker te herkennen in de kopie.

 

IEPT20190319, Hof Den Haag, De Poortere v By-Boo

Patchwork-dessin 2 tapijten van By-Boo maken geen inbreuk op ongeregistreerde modelrechten en auteursrechten op Vintage Multi tapijten van De Poortere: tapijten in patchworkstijl bestonden al, totaalbeeld van de tapijten wordt bepaald door de wijze waarop de diverse onderdelen zijn samengevoegd, juist op deze punten vertonen de tapijten verschillen. Geen sprake van slaafse nabootsing: er was reeds een grote verscheidenheid aan patchwork tapijten op de markt zodat een eigen gezicht op de markt niet kan worden aangenomen.

 

IEPT20190319, Rb Den Haag, Staatsloterij

Schadevergoeding ten bedrage van het totale aankoopbedrag van loten die deelnemer Staatsloterij heeft gekocht in de periode 2000 tot en met 2007 waarin misleidende mededelingen zijn gedaan over winstkansen afgewezen nu geen causaal verband bestaat tussen deze misleidende mededelingen en de schade: vast moet komen te staan dat deelnemer door de mededelingen die neerkwamen op de ene fictieve minuscule kans wel heeft meegedaan, waar hij dat bij mededelingen die neerkwamen op de werkelijke, kleinere minuscule kans dat niet zou hebben gedaan, geen reden om deelnemer in het bewijs van het causaal verband tegemoet te komen,  nu speelgedrag deelnemer in de jaren dat de misleidende mededelingen zijn gedaan niet afwijkend was van de periode daarvoor of daarna is niet bewezen dat hij als gevolg van de misleidende uitingen is overgegaan tot aankoop van de loten.

 

IEPT20190318, Gerecht Curaçao, Building Depot

BDT heeft foto’s waarvan eiseres auteursrechthebbende is gebruikt. Geen overeenkomst tot stand gekomen m.b.t. gebruik foto’s: geen definitieve wilsovereenstemming.

 

IEPT20190315, Rb Amsterdam, Rodi Media

Met mobiel gemaakte foto tijdens Musical The Bodyguard auteursrechtelijk beschermd: creatieve keuzes door situering [naam 1] in het centrum met op achtergrond de acteurs en de daarmee gepaarde houding, moment van de lichtinval, de spots van bovenaf en rode lichten die uit de vloer oplichten en drie hoofden op de voorgrond. Schadevergoeding van € 426 toegewezen voor publicatie in Almere Deze Week: foto in eerste instantie voor vergoeding van twee kaartjes aan [naam 2] ter beschikking gesteld, niet aannemelijk dat eiser professionele fotograaf is, waardoor tarieven Foto Anoniem onvoldoende aanknopingspunten vormen, door eiser in eerste instantie gevraagde vergoeding van € 426 biedt schattenderwijs afdoende recht aan geleden schade. Advocaatkosten gecompenseerd. Ten overvloede: door eiseres ingediende proceskosten van € 12.920,51 en door gedaagde ingediende proceskosten € 5.801,96 onevenredig: auteursrecht is bedoeld om aan auteurs gerechtvaardigde vergoeding te geven voor vervaardigde werk, niet om vergoeding van de gemachtigde op te drijven.

 

IEPT20190314, HvJEU, Textilis v Svenskt Tenn

Artikel 7(1)e)iii) UMeV (Vo 207/2009 zoals gewijzigd bij Vo 2015/2424) niet van toepassing op merken die vóór de inwerkingtreding van de wijziging van die verordening (23 maart 2016) zijn ingeschreven. Teken bestaande uit tweedimensionale decoratieve patronen dat op waren zoals stoffen of papier is aangebracht bestaat niet “uitsluitend uit de vorm” in de zin van artikel 7(1)e)iii) GMeV (Vo 207/2009 van vóór de wijziging bij Vo 2015/2524). Ofschoon het betrokken teken in het hoofdgeding vormen weergeeft die bestaan uit de externe omtrekken van tekeningen die op gestileerde wijze delen van geografische kaarten afbeelden, bevat dit teken – naast deze vormen – decoratieve bestanddelen die zich zowel binnen als buiten deze omtrekken bevinden. Dat teken tevens auteursrechtelijk beschermd is, is irrelevant voor vraag of het al dan niet uitsluitend bestaat uit een “vorm”.

 

IEPT20190313, Rb Overijssel, Smadelijke Aftocht

Advertenties in de Stentor en de Stadskoerier, niet onrechtmatig: anders dan eiseres stelt heeft gedaagde niet aangekondigd dat eiseres volledig verdwijnt uit [plaats 1], gedaagde heeft niet doen voorkomen dat het slecht gaat met eiseres, geen directe beschuldiging, maar slechts opinie gegeven over gedeeltelijke verhuizing uit [plaats 1], niet onnodig grievend. Aanhalen citaat uit consumentenonderzoek uit 2012 van televisieprogramma Kassa “ ’s chocolademelk: Soort water dat smaakt naar oud papier” niet onrechtmatig: gelet op de context van de advertenties en het feit dat het slechts een citaat is uit een onafhankelijk consumentenonderzoek en niet eigen bewoordingen gedaagde.

 

IEPT20190313, Rb Amsterdam, LS Advocaten

LS Advocaten (een marketing bedrijf dat geen advocatenkantoor is) is buiten overeenkomst getreden door telefoonnummer van LS Advocaten te koppelen aan kantoor [maatschap], waardoor bellers niet bij dat kantoor, maar bij LS terechtkomen. Inbreuk op handelsnaam [maatschap] (verwarringsgevaar):   bezoekers kwamen bij invoeren zoektermen [eiseres sub 1] en/of [eiseres sub 2] recent nog steeds bij LS uit en LS werd geruime tijd nadat [maatschap] ondubbelzinnig aan LS had meegedeeld daarvan niet gediend te zijn met [maatschap] geassocieerd. Geen belang meer bij vorderingen m.b.t. telefoonnummer en website LS: geen reden te twijfelen aan toezegging LS dat zij telefoonnummer zal overdragen en het staat onvoldoende vast dat LS tekort is geschoten inzake offline halen contactgegevens [maatschap]. Verstrekking van alle ontvangen oproepen op 010-nummer toegewezen: nodig voor vaststelling schade, geen inbreuk op privacy bellers, aangezien het gaat om bellers die al met [maatschap] in contact wilden komen.

 

IEPT20190313, Rb Midden-Nederland, Foodfoto II

Auteursrechtinbreuk en inbreuk op persoonlijkheidsrechten door zonder toestemming in gewijzigde vorm en zonder naamsvermelding openbaar maken van foto op website: gedaagde is aansprakelijk door het exploiteren eenmanszaak  welke opdracht heeft gegeven voor de content op de website. € 248,44 (€ 198,75 schadevergoeding met 25% opslag) en € 26,25 voor gemaakte kosten: aansluitend bij tarievenlijst 2015 van Stichting Foto Anoniem en opslag wegens geleden schade voor ontbreken naamsvermelding en gebruik in bewerkte vorm. Proceskosten volgens liquidatietarief: eenvoudige inbreukkwestie, met een beperkt feitencomplex zonder uitgebreid inhoudelijk verweer.

 

IEPT20190313, Rb Midden-Nederland, Foodfoto

Auteursrechtinbreuk en inbreuk op persoonlijkheidsrechten door zonder toestemming plaatsen van Food & Lifestyle foto in gewijzigde vorm op website: gebruik van de foto zonder daartoe strekkende licentie. € 149,06 schadevergoeding en € 26,25 voor gemaakte onderzoeks/opsporingskosten: aansluitend bij tarievenlijst 2015 van Stichting Foto Anoniem met een korting van 25% nu de foto op een subpagina heeft gestaan. Proceskosten volgens liquidatietarief: eenvoudige inbreukkwestie, met beperkt feitencomplex zonder uitgebreid inhoudelijk verweer.

 

IEPT20190313, Rb Oost-Brabant, Philips v Lidl

Rechtbank niet ex artikel 4 lid 1 EEX-Vo II bevoegd ten aanzien van Lidl Stiftung in hoofdzaak over gestelde inbreuk op auteursrecht scheerapparaat: Lidl Stiftung heeft geen woonplaats in Nederland in de zin van artikel 63 lid 1 EEX-Vo II ondanks distributiecentrum in Breda. Rechtbank wel bevoegd kennis te nemen van de vorderingen tegen Lidl Stiftung en Hoyer ex artikel 7 lid 2 EEX-Vo II: of zij daadwerkelijk onrechtmatig hebben gehandeld is een vraag die moet worden beantwoord in de hoofdzaak, stelling dat het gestelde schadebrengende feit zich in heel Nederland - met inbegrip van ’s‑Hertogenbosch - voordoet of dreigt voor te doen voldoende onderbouwd.

 

IEPT20190312, Hof Den Haag, Tolingo v KNR Technologies

Uniewoordmerk TOLINGO niet normaal gebruikt voor telecommunicatiediensten (klasse 38): dat Tolingo klanten via portal in gelegenheid stelt om ten behoeve van haar vertaaldiensten documenten in de cloud op te slaan betekent niet dat zij telecommunicatiediensten aanbiedt. Uniewoordmerk TOLINGO niet normaal gebruikt voor het ontwikkelen van software (klasse 42): niet aangetoond dat zij daadwerkelijk software aanpast, gebruik van software dat wellicht wordt aangepast wordt aan behoefte klant niet gelijk te stellen met ontwikkelen van software als dienst. Wel normaal gebruik voor vertaaldiensten (klasse 41). Geen verwarringsgevaar tussen Uniewoordmerk TOLINGO voor vertaaldiensten (klasse 41) en Beneluxwoordmerk TOLINGO voor telecommunicatie en het overbrengen van gegevens (klasse 38) en technische diensten met betrekking tot telecommunicatieapparatuur en computersoftware (klasse 42): diensten hebben andere aard, ander doelpubliek, vereisen andere know how en hebben andere wijze van levering.  

 

IEPT20190312, Hof Arnhem-Leeuwarden, RTL

Uitzending “Op de vlucht” niet onrechtmatig: betreft feitelijk een herhaling van uitzending 8 mei 2014 met toegevoegde korte epiloog over uitkomst hoger beroep, betreft ernstige zedendelicten, waardoor sprake is van misstand die de samenleving raakt, vanwege ernst van strafbare feiten moet appellant daarover herhaalde aandacht verwachten en dulden, steun in het feitenmateriaal, rekening gehouden met privacy appellant. Toegevoegde epiloog leidt niet tot ander oordeel. Dat RTL appellant niet om reactie heeft gevraagd rechtvaardigt geen beperking uitingsvrijheid RTL. Onvoldoende onderbouwd dat bedreigingen appellant in penitentiaire instelling gevolg zijn van herhaalde uitzending in 2015. 

 

IEPT20190312, Hof Den Haag, SENA v AMP

Partij kan zich voor het eerst in hoger beroep voegen en zelfstandig stellingen aanvoeren indien die niet strijdig zijn met de stellingen van de partij aan wiens zijde wordt gevoegd. Tussen AMP en Tell Sell was gelet op gesloten overeenkomst voor naburige rechten “Lolly” rechtsgeldig een billijke vergoeding van € 3.000 afgesproken die ook is betaald. Stelling dat ‘Lolly’-Opname door Tel Sell slechts gebruikt mocht worden onder de voorwaarde dat aan de rapportageverplichting werd voldaan en aan deze verplichting niet is voldaan faalt: recht om ‘Lolly’-Opname te gebruiken berust op de wet (artikel 7 WNR) en niet op toestemming rechthebbende, Tell Sell mocht op grond van artikel 7 WNR opname gebruiken, zeker nu daarvoor billijke vergoeding was betaald. Recht om op grond van artikel 7 WNR ‘Lolly’-Opname te gebruiken zonder additionele vergoeding overgedragen aan Suerte / LM Products: overgedragen bij overdracht activa Tell Sell op grond van artikel 3:94 BW en in ieder geval als kwalitatief recht ex artikel 6:251 BW.

 

IEPT20190312, Rb Oost-Brabant, Namaakkleding

Beroep op Aanwijzing Intellectuele Eigendomsfraude (waarin is bepaald dat IE-inbreuken in beginsel civielrechtelijk worden gehandhaafd) faalt: uitzondering grootschalige namaak en piraterij gepleegd in beroep of bedrijf en recidive zorgen dat OvJ in vervolging kan worden ontvangen. Gevangenisstraf van 9 maanden (6 maanden voorwaardelijk) voor medeplegen van opzettelijk handelen in vervalste merkartikelen als bedrijf.

 

IEPT20190307, Rb Amsterdam, Stichting Bosch

Vooralsnog geoordeeld dat website A een gemeenschappelijk goed is van eiser en andere leden BRCP team : voldoende aannemelijk dat website A een product is van gezamenlijke inspanningen van [eiser] en de andere leden van het BRCP team. Auteursrecht eiser op website A onvoldoende aannemelijk: m.b.t. ‘curtain viewer’, stitchen en registreren geldt dat meer gaat om hanteren bepaalde werkwijze dan om auteursrechtelijk beschermde werken, m.b.t. gestitchte beelden, codes en gebruikersinterface geldt dat daar foto’s van [naam 10] aan ten grondslag liggen, mogelijk sprake van gemeenschappelijk (auteurs-)recht. BRCP kan niet worden verboden voor  website B de onder de voormalige samenwerking tot stand gekomen onderdelen van website A, ook als deze werken bevat waarvan eiser maker is en zelfs als deze (deels) auteursrechtelijk beschermd zijn, te kunnen gebruiken: meegewogen dat BRCP noodgedwongen website B in de lucht heeft moeten brengen omdat op vooravond van tentoonstelling nog geen overeenstemming was over aanpassing website A, groot belang BRCP dat website tot 10 maart 2019 (einddatum tentoonstelling) voor publiek beschikbaar blijft en comparitie bodemprocedure op afzienbare termijn zal plaatsvinden.

 

IEPT20190307, Rb Rotterdam, Facebookpagina politieke partij

Facebookpagina [naam Facebookpagina 1] dient aan politieke partij [eiseres] te worden overgedragen: uitgangspunt dat degene die Facebook-pagina aanmaakt in beginsel aanspraak kan maken op beheer van die pagina, pagina in 2014 niet door gedaagde aangemaakt die pas in 2017 beheerder is geworden, voldoende aannemelijk dat werkzaamheden gedaagde in opdracht van c.q. ten behoeve van eiseres zijn uitgevoerd. Eiseres geen rechthebbende op Facebookgroep [naam Facebookgroep]: opgericht op eigen initiatief gedaagde, gedaagde heeft beheer groep nooit aan iemand anders toegewezen, naam van de groep verwijst niet (rechtstreeks) naar eiseres, berichten op eigen naam gedaagde geplaatst.

 

IEPT20190307, Rb Rotterdam, ANP

€ 322,50 (1,5x economische waarde foto) voor zonder toestemming plaatsen foto ANP op website, gebaseerd op tarieven Foto Anoniem. € 177,50 voor vaststelling en invordering schade. Proceskosten ex artikel 1019h Rv van € 604 toegewezen.

 

IEPT20190306, Rb Midden-Nederland, ANP v SDNL

Schadevergoeding van € 608 (€ 111,00 + 25% opslag per foto) voor gebruik van vier foto’s op website www.sdnl.nl: zonder toestemming van ANP en zonder naamsvermelding openbaar gemaakt en aansluiting bij tarieven Stichting Foto Anoniem met opslag ter vergoeding voor misgelopen exposure door gebrek aan naamsvermelding. SDNL aansprakelijk voor gebruik foto op website www.het-klankbord.vuurwerk.nl: niet ingegaan op het feit dat contact gegevens SDNL op de webpagina staan.

 

IEPT20190306, Rb Noord-Holland, Fianen Holding

Vordering tot toewijzing volledige proceskosten afgewezen in verstekzaak: nu gedaagde geen verweer heeft gevoerd kan geen sprake zijn van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen in deze kort geding procedure. 

 

IEPT20190306, Rb Midden-Nederland, Logo

Geen schending artikel 5.2 algemene voorwaarden door [gedaagde sub 1] door geen bezwaar te maken toen derden voornemen uitten om logo te maken in lijn met  [handelsnaam van gedaagde sub 1] –logo:  geen sprake van “laten gebruiken” dat actieve handeling vereist. Geen verboden sublicentiëring door de stichting: actieve handeling vereist. Geen persoonlijke aansprakelijkheid bestuurders stichting: eiseres heeft niet met bestuurders in persoon gecontracteerd, geen ernstig persoonlijk verwijt. Tonen inbreukmakende [naam 1]-logo op website stichting is zelfstandige inbreuk op auteursrecht eiseres op [handelsnaam van  gedaagde sub 1]-logo: geen bagatel nu logo in ieder geval enkele weken op website heeft gestaan. Voor schadevergoeding uitgegaan van bedrag dat aan eiseres verschuldigd zou zijn geweest voor overdracht auteursrecht op het logo: € 925.

 

IEPT20190306, Rb Rotterdam, Heineken v De Laak

Onvoldoende bewijs dat aangetroffen fusten met vervalsingen van Amstel (THT-)stickers / bier afkomstig waren van De Laak. Vaststaand dat De Laak meerdere afnemers met vals bier hervulde Heinekenfusten heeft geleverd: uitgebreide onderbouwing, ondersteund met schriftelijke stukken, onvoldoende gemotiveerd betwist. Geen uitputting: fusten dienen slechts ter verpakking en blijven eigendom van Heineken. Merkinbreuk ex artikel 2.20 (1) aanhef en sub a BVIE door met vals bier (hervulde) Heinekenfusten op voorraad te hebben en te verhandelen en ‘valse’ THT-stickers te gebruiken: gebruik van andermans merkverpakking voor eigen waar één op één gelijk te stellen met aanbrengen andermans merk op eigen waar, stickers vrijwel identiek aan woordmerken Heineken. Gebruik van groene caps waarop merk ontbreekt doet afbreuk aan herkomstfunctie merk: zet afnemer extra op verkeerde been. Tappen van niet-Heineken bier uit Heineken tap doet afbreuk aan herkomstfunctie merk: aanzienlijke kans dat bij derden / consumenten de indruk is ontstaan dat het bier afkomstig was van Heineken. Rechtbank gaat er vanuit dat periode van 10 maanden niet-Heineken bier is getapt. Geen inbreuk op handelsnaam: in verkeer brengen fusten onder naam Heineken niet te kwalificeren als onder die naam drijven van onderneming. Leveren van met JWG-bier hervulde Heinekenfusten in strijd met contractuele verplichtingen De Laak. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] naast De Laak hoofdelijk aansprakelijk. Vorderingen jegens DSW afgewezen: Separate vennootschap die niet is gedagvaard. Zaak verwezen naar schadestaatprocedure. Voorschot schadevergoeding van € 200.000 toegewezen.

 

IEPT20190306, Rb Limburg, Foto kop-staart botsing

€ 270 schadevergoeding voor auteursrechtinbreuk door zonder toestemming foto kop-staart botsing te plaatsen op website: aangesloten bij eigen tarieven fotograaf, richtprijzen Nederlandse Vakfotografie en Tarievenlijst Stichting Foto Anoniem. Geen schadevergoeding voor inbreuk op persoonlijkheidsrechten: foto slechts door zeer select groepje mensen gezien, waardoor niet aannemelijk is dat eiser door publicatie inkomsten is misgelopen.

 

IEPT20190306, Rb Oost-Brabant, Roxal v WPS

IE-rechten ParkAdvance-systeem moesten bij overeenkomst van 22 januari 2016 aan WPS worden overgedragen: gelet op tekst overeenkomst in combinatie met brief van Roxal van 5 januari 2016 is door Roxal zelf niet de relatie tussen de overdracht van de IE-rechten en een nog finaal overeen te komen samenwerkingsovereenkomst gelegd, er is enkel gewezen op betaling van € 84.343,53. Roxal kan zich vanaf datum betaling € 84.343,54 (25 januari 2016) niet meer beroepen op inbreuk op haar IE-rechten: vanaf 25 januari 2016 is Roxal verplicht daadwerkelijke rechtsgeldige overdracht IE-rechten te bewerkstelligen. Geen inbreuk op IE-rechten Roxal: onvoldoende gemotiveerd dat IE-rechten vóór 25 januari 2016 zijn geschonden.

 

IEPT20190305, Hof Den Haag, Unilin v I4F

Geen toegevoegde materie ten opzichte van WO 834: niet in EP 341 overgenomen zinsnede “which are formed more particularly by the aforementioned locking means (6)” is optioneel en geldt niet als beperkend voor beschermingsomvang conclusie 1. Conclusie 1 EP 341 niet nieuw: geen openbaar voorgebruik door Unilin, wel openbaar voorgebruik door Tropica-panelen. Volgconclusies 2-11, 13, 15 en 20-22 volledig geopenbaard door Tropica-panelen. Niet-inventiviteit conclusie 12 niet weersproken. Conclusies 14, 18 en 19 niet-inventief: vakman zou vanuit Tropica-panelen via bijv. Batibouw-brochure komen tot maatregelen van deze conclusies. Volgconclusie 16 inventief ten opzichte van Batibouw-paneel: brochure bevat geen pointer in de richting van een blijvend verbogen lip die de panelen niet alleen dicht trekt, maar ook continu dicht houdt, onvoldoende onderbouwd dat dit algemene vakkennis gemiddelde vakman was, indien dat wel het geval zou zijn, zal vakman niet verwachten dat die oplossing geschikt zou zijn voor toepassing in panelen met kern van HDF of MDF. Conclusie 16 ook inventief ten opzichte van Batibouw-paneel gecombineerd met US 422: US 422 openbaart niet deelmaatregel (f). Deelmaatregel “voor de vervaardiging van vloerpanelen volgens een van de conclusies 1 t/m 20” moet worden uitgelegd dat de werkwijze daadwerkelijk wordt toegepast voor vervaardiging van vloerpanelen volgens een van deze conclusies. Werkwijzeconclusies 23-25 niet-inventief: zien op vervaardiging panelen volgens conclusies die niet nieuw zijn en JP 207 bevat alle werkwijzemaatregelen van conclusies 23-25. Werkwijze conclusie 26 niet-inventief: niet bestreden. Werkwijzeconclusies volgens tweede hulpverzoek dat maatregelen volgens conclusie 16 toevoegt geldig: aangezien conclusie 16 inventief is geacht niet voor de hand liggend om vloerpaneel volgens 2e hulpverzoek geclaimde werkwijze te vervaardigen.

 

 

IEPT20190305, Hof Amsterdam Essential Aesthetics v Amsterdam Aesthetics

Onvoldoende grondslag om vorderingen toe te wijzen op grond van schending contactverbod uit vaststellingsovereenkomst: niet onaannemelijk dat Amsterdam Aesthetics onbedoeld klanten van Essential Aesthetics heeft benaderd na kopen ‘leads’ bij extern bureau, stelling dat in strijd is gehandeld met het contactverbod door leads niet te controleren in strijd met goede procesorde nu deze pas bij MvA in incidenteel beroep aan de orde is gekomen, onvoldoende onderbouwd dat contactverbod is overtreden door aanwezigheid op society lunch. Onvoldoende aannemelijk dat de bodemrechter het handelen van Amsterdam Aesthetics, bestaande uit het gebruikmaken van dezelfde specialisten als onrechtmatig zal aanmerken. Incidentele vordering tot betaling boete op grond van vaststellingsovereenkomst afgewezen: onvoldoende onderbouwd dat sprake is van het in een negatief daglicht zetten in de zin van de overeenkomst.

 

IEPT20190304, Rb Gelderland, Binx Smartility v Bincx

Inbreuk BINCX maakt geen inbreuk op Benelux-woordmerk “BINX Smartility” “sub a”: teken en woordmerk niet exact gelijk, teken en woordmerk niet gebruikt voor dezelfde waren of diensten (utiliteitsbouw agrarische en industriële sector v utiliteitsbouw maatschappelijke projecten). Wel inbreuk “sub b”: auditieve overeenstemming door exact dezelfde uitspraak, visueel verschillen teken en woordmerk vrijwel niet, toevoeging “Smartility” maakt dit niet anders doordat consument meer aandacht voor begingedeelte van merk heeft dan einde en omdat dit element deels beschrijvend is voor de diensten door samenvoeging “Smart” en “utility”, sprake van overeenstemmende totaalindruk die leidt tot verwarringsgevaar. Handelsnaam “Bincx”  maakt inbreuk op handelsnaam “Binx Smartility”: Binx Smartility voerde handelsnaam eerder en slechts geringe afwijking handelsnamen, handelsnamen niet louter beschrijvend voor utiliteitsbouw, aard ondernemingen nauw verwant door aanbieden van zelfde soort diensten (bouw van projecten zonder woonbestemming in de maatschappelijke, agrarische en industriële sector, partijen gevestigd en actief in zelfde geografische gebied (midden Nederland) en via internet actief in heel Nederland, verwarringsgevaar, nu beide ondernemingen zijn gevestigd in Gelderland en zij beiden in vaktijdschrift Cobouw genoemd zijn als zijnde opdrachtgever van zelfde soort bouwprojecten, aanzienlijke gelijkenis logo’s en auditieve overeenstemming handelsnamen speelt ook een rol.

 

IEPT20190301, Rb Den Haag, Global Factories v Blisterpartner

Deskundige mag ICT-bedrijf inschakelen die door deurwaarder bij beslaglegging al was ingeschakeld: inschakelen van bedrijf dat nog geen bemoeienis heeft gehad met onderhavige digitale gegevens zou kosten nodeloos verhogen, door toezicht deskundige geen aanleiding te veronderstellen dat dit niet tot verzochte selectie zal leiden.

 

IEPT20190301, Rb Den Haag, De Bondt v Hobbii

Vzgr bevoegd op grond van artikel 131 UMeV 2017 (Voorlopige en beschermende maatregelen): bevoegdheid territoriaal beperkt tot Nederland. Spoedeisend belang bij vorderingen De Bondt: voldoende voortvarend gehandeld door nadat De Bondt via verkoopleider vragen van klanten kreeg Hobbii aan te schrijven. Teken “Twirl(s)” maakt geen inbreuk op Benelux/Uniewoordmerk “WHIRL”: aannemelijk dat Twirl als soortaanduiding wordt gezien voor specifiek soort garen en productieproces om dit garen te creëren door draden om elkaar heen te draaien, door stelling De Bondt dat WHIRL en Twirls synoniemen zijn is het de vraag of WHIRL niet ook beschrijvend is.