April 2020
Print this pageIEPT20200430, Rb Den Haag, Dish Network v WorldStream
Voldoende spoedeisend belang ondanks dat pas 1,5 jaar na “cease and desist” verzoeken kort geding is gestart: gevraagde voorziening ziet niet op een (voor gedaagde) potentieel ingrijpende verbodsvordering, maar op het verkrijgen van identificerende gegevens van vermeende inbreukmakers, vermeende inbreuken vonden volgens Dish Network tot kort voor de dagvaarding nog plaats. Rechtsbetrekking en rechtmatig belang bij inzage in (deel van) gevorderde gegevens: redelijk vermoeden van (faciliteren van) inbreuk door klanten van WorldStream voldoende onderbouwd, onvoldoende weersproken dat Dish Network als licentiehouder over rechten op de beschermde content beschikt. Geen voor WorldStream ingrijpende exhibitie: slechts klein deel van gevraagde (identificerende) informatie wordt toegewezen. Belang Dish Network is groot: zij heeft geen andere effectieve middelen om inbreuken aan te pakken. Niet in te zien waarom andere gegevens dan NAW-gegevens en e-mailadres noodzakelijk zijn. Enkel gegevens van personen / ondernemingen waarvan op bepaald moment met redelijke zekerheid is vastgesteld dat die met gebruikmaking van door Dish Network genoemde IP-adressen beschermde content openbaar hebben gemaakt en inbreuk maken zijn relevant. Aannemelijk dat vermeend inbreukmakende streams op gestelde data via [IP-adres 1] t/m [IP-adres 4] verliepen. Verstrekking gegevens aan Dish Network niet in strijd met AVG: gerechtvaardigd belang, verwerking noodzakelijk en belangenafweging in voordeel van Dish Network. Beroep Dish Network op uitzondering artikel 49(1) AVG (gegevens nodig voor instellen, uitoefenen of onderbouwen rechtsvordering) slaagt: gegevens noodzakelijk om überhaupt een zaak tegen de inbreukmakers te kunnen beginnen, Dish Network heeft niet of nauwelijks andere mogelijkheden om inbreukmakers in rechte te betrekken.
IEPT20200430, HvJEU, Royalty Pharma v DPMA
Aanvullend Beschermingscertificaat. Een product wordt beschermd door een van kracht zijnd basisoctrooi wanneer het voldoet aan een algemene functionele definitie die door een van de conclusies van het basisoctrooi wordt gebruikt en het noodzakelijkerwijs betrekking heeft op de uitvinding waarvoor dit octrooi geldt, zonder evenwel geïndividualiseerd als concrete uitvoeringsvorm uit de in het basisoctrooi vervatte kennis te kunnen worden afgeleid, voor zover het, in het licht van alle in dat octrooi geopenbaarde gegevens, door de vakman op basis van zijn algemene kennis op het betrokken gebied op de indienings- of voorrangsdatum van het basisoctrooi en de stand van de techniek op die datum, specifiek identificeerbaar is. Een product wordt niet beschermd door een van kracht zijnd basisoctrooi wanneer het, hoewel het valt onder de in de conclusies van dat octrooi gegeven functionele definitie, na de datum van indiening van de aanvraag voor het basisoctrooi is ontwikkeld op grond van een zelfstandige uitvinderswerkzaamheid.
Een particulier die 710 kg aan kogellagers die zonder toestemming van de merkhouder van een merk zijn voorzien en die vanuit een derde land naar zijn adres zijn verzonden, in ontvangst neemt, in een lidstaat in het vrije verkeer brengt en bewaart tegen vergoeding van een slof sigaretten en een fles cognac moet worden geacht het merk in het economische verkeer te gebruiken: gelet op hun aard en hun volume zijn de waren kennelijk niet bestemd voor particulier gebruik zodat de handelingen die betrekking hebben op die waren moeten worden geacht verband te houden met een handelsactiviteit, dat een persoon dergelijke waren heeft ingevoerd en in het vrije verkeer heeft gebracht, volstaat voor de vaststelling dat hij aan het economische verkeer heeft deelgenomen, er komt geen relevantie toe aan de omvang van de vergoeding die de importeur heeft ontvangen als tegenprestatie voor zijn activiteiten.
IEPT20200429, Rb Rotterdam, Executiegeschil dwangsommen
Vraag of sprake is van auteursrechtschending niet relevant nu dit niet kan leiden tot door [eiser 2] beoogde rechtsgevolg: arrest kan gezien gesloten stelsel van rechtsmiddelen niet meer ter discussie worden gesteld, niet gebleken dat verband bestaat tussen verschillen in rapport en de (dwangsom)veroordelingen, verschillen niet van invloed geweest op oordeel dat rapport onrechtmatig is jegens [gedaagde]. Dwangsommen zijn verbeurd nu [eiser 2] en de stichting niet hebben voldaan aan de veroordelingen: [eiser 2] en stichting hadden genoemde rapport moeten laten verwijderen bij de Koninklijke Bibliotheek, [eiser 2] en stichting hadden publicaties op het internet moeten verwijderen, [eiser 2] en stichting hebben geen opgave gedaan van websites waarop de naam van [gedaagde] is vermeld. Dwangsommen gemaximeerd tot € 30.000,00 in totaal waardoor dwangsommen al ruimschoots door [eiser 2] zijn voldaan: gebezigde taal in arrest is verwarringwekkend maar laat zich niet anders lezen dan dat maximaal voor € 30.000,00 aan dwangsommen verbeurd kan worden.
IEPT20200428, Hof Amsterdam, Rodi Media
Grief tegen afwijzen verbodsvordering inzake het gebruik van een met een mobiele telefoon gemaakte foto van een musical faalt: ook in hoger beroep geen concrete stellingen ingenomen waaruit afgeleid kan worden dat Rodi Media de foto nog gebruikt. Ook grief tegen het oordeel dat een proceskostenveroordeling van nagenoeg € 13.000 niet redelijk en evenredig is in een procedure inzake een foto waarvoor een vergoeding van € 426 werd gevraagd faalt: bedrag buitensporig in het licht van het betrokken belang.
IEPT20200424, HR, het Bureau v UvA
Cassatie BBIE tegen oordeel hof Amsterdam dat het woordmerk AMSTERDAM UNIVERSITY ten onrechte is geweigerd voor niet aan onderwijs gerelateerde waren en diensten verworpen: nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen behoeft dit oordeel ex artikel 81 RO geen nadere motivering.
IEPT20200424, Rb Amsterdam, Holy Boat
Aannemelijk dat eiser naast handelsnaam “Holyboot” handelsnaam “Holyboat” gebruikt: onvoldoende betwist dat eiser op Facebookpagina/website gebruik maakt van tweetalige presentatie, waarbij haar naam op Engelstalige versie “Holyboat” is en brochures neerlegt bij hotels, restaurants, fietsverhuur en VVV in Amsterdam. Grote mate van overeenstemming tussen handelsnaam “(The) Holy Boat” en “Holyboot” en “Holyboat”: afgezien van spatie zijn handelsnamen identiek, toevoeging “The” verwaarloosbaar, woord Boot/Boat een algemene aanduiding die niet onderscheidend is voor een aanbieder van boottochtjes, meest onderscheidend in beide handelsnamen is het woord ‘holy’,visuele weergave van de benamingen doet niet af aan grote mate van overeenstemming. Verwarringsgevaar: ondernemingen werkzaam in zelfde branche, aanbieden van recreatieve bezigheden op het water, gering verschil in geografische vestiging, beide partijen gevestigd in Amsterdam op 9,9 km afstand, diensten beide partijen aangeboden vanuit de binnenstad, doelgroepen beide ondernemingen hebben substantiële overlap, beide partijen bieden diensten aan op internet via hun websites.
Onderzoek of een teken uitsluitend bestaat uit de vorm van de waar die noodzakelijk is om een technische uitkomst te verkrijgen hoeft niet te worden beperkt tot de grafische voorstelling van dit teken: ook andere gegevens zoals informatie over de perceptie van het betrokken teken door het doelpubliek kunnen worden gebruikt om de wezenlijke kenmerken ervan vast te stellen, bij het onderzoek of deze kenmerken beantwoorden aan een technische functie kunnen gegevens die niet uit de grafische voorstelling van het teken blijken slechts in aanmerking worden genomen voor zover die gegevens voortkomen uit objectieve en betrouwbare bronnen en niet uit de perceptie van het teken door het doelpubliek. De weigeringsgrond voor tekens die uitsluitend bestaan uit de vorm die een wezenlijke waarde aan de waar geeft, is niet beperkt tot de vorm van waren die uitsluitend een artistieke of sierwaarde hebben: de perceptie of de kennis die het doelpubliek heeft van de waar - in casu is de vorm het symbool geworden van een wiskundige ontdekking - kan in aanmerking worden genomen om een wezenlijk kenmerk van die vorm vast te stellen. De weigeringsgrond voor tekens die uitsluitend bestaan uit de vorm die een wezenlijke waarde aan de waar geeft, moet niet systematisch worden toegepast op tekens die worden beschermd door het modelrecht: dat de verschijningsvorm van een waar wordt beschermd als model sluit inschrijving als merk niet uit. Hetzelfde geldt voor tekens die uitsluitend bestaan uit de vorm van een siervoorwerp: geenszins uitgesloten dat de wezenlijke waarde van dergelijke artikelen voortvloeit uit andere factoren dan de vorm zoals met name de ontstaansgeschiedenis, de wijze van vervaardiging, de gebruikte materialen en de identiteit van de ontwerper.
IPPT20200423, CJEU, Gugler France v Gugler
The General Court did not err in law in finding that on the date on which the application for registration of the contested Gugler Community trade mark was filed, an economic link existed between Gugler France and Gugler GmbH (which precluded the finding of a likelihood of confusion): in CJEU Schweppes (IPPT20171220), it has not been held that the existence of an economic link presupposes a particular order between the undertakings concerned.
IEPT20200422, Rb Rotterdam, Johnson & Johnson v Fengh
Fengh maakt zich schuldig aan slaafse nabootsing van hulpmiddelen van Johnson & Johnson voor wondhechting bij chirurgische ingrepen: vrijwel identiek nabootsen en eigen gezicht op de markt niet betwist, omstandigheid dat bij medische hulpmiddelen het relevante publiek bestaat uit hoog opgeleide, gespecialiseerde medici en deskundige inkoopteams neemt gevaar voor verwarring niet weg gelet op onder meer de vrijwel volkomen gelijkenis, de inzet van voormalig werknemers van Johnson & Johnson en het overnemen van de gebruikshandleidingen. Cartrigdes voor een nietapparaat voor het aanbrengen van hechtingen niet slaafs nagebootst: niet betwist dat afwijking qua vorm en kleurstelling gelet op standaardisering niet mogelijk is zonder aan de deugdelijkheid en bruikbaarheid af te doen. Fengh heeft gehandeld in strijd met de wetgeving over medische hulpmiddelen en daarmee onrechtmatig gehandeld jegens Johnson & Johnson: Fengh heeft als bestemming van haar cartridges onder meer het gebruik in combinatie met de staplers van Johnson & Johnson opgegeven zonder een verplichte klinische evaluatie te verrichten waaruit blijkt dat dit combinatiegebruik veilig is, hierdoor is het publiek mogelijk misleid en is voor Johndon & Johnson bovendien een risico op claims en reputatieschade ontstaan.
IEPT20200422, Rb Amsterdam, Mimex v PIP
Pip mag depotbedrag van € 150.000 in mindering brengen op afkoopsom van € 600.000 uit vaststellingsovereenkomst: in vaststellingsovereenkomst ontbreekt verwijzing naar depotbedrag, wel uitdrukkelijk bepaald dat partijen elkaar algehele kwijting verlenen voor zover zij hebben voldaan aan hun verplichtingen uit de overeenkomst, gelet op e-mail 7 juli 2014 lijkt overeenstemming over aanwending depotbedrag voor betaling afkoopsom en hoogte afkoopsom te zijn bereikt, e-mail 22 juli 2014 waarin wordt medegedeeld dat depotbedrag niet wordt aangewend voor voldoening aankoopsom betreft gelet op context e-mail een verschrijving en dat moet Mimex duidelijk zijn geweest, overeenstemming over gebruik depot bedrag voor betaling afkoopsom ook af te leiden uit hoe partijen zich na sluiten vaststellingsovereenkomst hebben gedragen.
IEPT20200421, Hof Den Haag, ITT v Karl Dungs
Karl Dungs handelt niet onrechtmatig door de domeinnaam dungs.nl aan zich te laten overdragen en wordt door die overdracht ook niet ongerechtvaardigd verrijkt nu met de website inbreuk wordt gemaakt op het uniemerkrecht van Karl Dungs. Hof dient de vraag of [appellant 1] inbreuk maakt op het merkrecht van Karl Dungs te beoordelen naar de huidige inhoud van de website. Tekst op website wekt de indruk dat er tussen ITT Controls en Karl Dungs een bijzondere samenwerkingsband bestaat terwijl ITT Controls geen officiële wederverkoper is. Indruk wordt in huidige versie van de website versterkt door veelvuldig gebruik logo Karl Dungs. Disclaimer onvoldoende om die indruk weg te nemen.
IEPT20200421, Hof Den Haag, Digital Revolution v Samsung
Samsung, die onderhavige octrooien en modelrechten aan HP heeft overgedragen, ontvankelijk in hoger beroep: Samsung treedt op grond van lastgeving op voor HP. Dat EP 537 meerdere los van elkaar staande uitvindingen bevat strookt niet met artikel 82 EOV, maar is geen nietigheidsgrond en doet niet af aan duidelijkheid EP 537. Plausibiliteit. Uit omstandigheid dat EP 211 - dat DR c.s. stelt toe te passen - ophopingsprobleem niet openbaart zal vakman niet afleiden dat dit probleem zich niet zal voordoen, maar dat probleem niet is onderkend. Standpunt dat ophopingsprobleem en weglekken afvaltoner niet zou bestaan is inventiviteitsverweer: bewijslast rust op degene die nietigheid inroept. Dat probleem niet is onderkend in stand van de techniek maakt het bestaan daarvan niet onaannemelijk. Dat EP 537 en EP 538 overlappende conclusies hebben maakt niet dat EP 537 ongeldig zou zijn door dubbele octrooiering: conclusies 1 en 2 EP 537 hebben ruimere beschermingsomvang, omdat transportorgaan daar geen deel van uitmaakt. EP 537 nieuw ten opzichte van US 608: openbaart niet locatie fotogeleidend medium en dat dieper gelegen deel naar beneden naar de fotogeleider toe is verdiept. EP 537 inventief: objectieve technische probleem is het tegengaan van afvaltonerlekkage, uitgaande van dat probleem onvoldoende aangetoond waarom door DR c.s. aangedragen documenten gelden als meest nabije stand van de techniek, indien van door DR aangedragen documenten wordt uitgegaan zou vakman niet stuiten op en kennis nemen van een van de andere aangedragen documenten, waarin geen lekkageprobleem wordt opgelost of zelfs genoemd, beroep op algemene vakkennis faalt. EP 744 niet inventief ten opzichte van Samsungs CLP-600 cartridge. In CLP-600 niet voorkomende deelkenmerk 1.11, het ter voorkoming van expansieve deformatie bevestigen van reeds aanwezige draageenheden aan bovenste en onderste behuizing, is algemene vakkennis, geen partial problems benadering, nu geen sprake is van een combinatie-uitvinding. Modellen GM 687 en GM 551 nietig: alle door Samsung onderscheiden kenmerken die model eigen karakter zouden geven hebben technisch effect, deze kenmerken zijn conform Doceram/Ceramtec-arrest (IEPT20180308) uitsluitend technisch bepaald, niet voor de hand liggend dat andere factoren dan de met de vormgeving te vervullen technische functie een rol spelen. Beroep op slaafse nabootsing onvoldoende onderbouwd.
IEPT20200417, HR, Spinmaster v High5
In het belang der wet ingesteld cassatieberoep tegen een vonnis waarin de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam zich bevoegd achtte kennis te nemen van op een gemeenschapsmodel gebaseerde vorderingen, verworpen: het HvJEU heeft geoordeeld (IEPT20191121) dat artikel 90 lid 1 van de Gemeenschapsmodellenverordening bepaalt dat de rechtbanken van de lidstaten die bevoegd zijn voorlopige of beschermende maatregelen te bevelen voor een nationaal model, tevens bevoegd zijn dergelijke maatregelen te bevelen voor een Gemeenschapsmodel. Hetzelfde geldt voor de bevoegdheid van rechtbanken in kort geding inzake Uniemerken: hierover kan gelet op de gelijkluidende artikelen redelijkerwijs geen twijfel meer bestaan.
Charly-stoel van Montis komt geen auteursrechtelijke bescherming meer toe: uit de beantwoording van de in het tussenarrest gestelde prejudiciële vragen volgt dat het auteursrecht - dat vóór 1 december 2003 is vervallen wegens het niet tijdig afleggen van een instandhoudingsverklaring als bedoeld in art. 21 lid 3 (oud) BTMW - niet is herleefd als gevolg van het vervallen van dat vereiste per 1 december 2003.
IEPT20200417, Rb Amsterdam, NOS
NOS heeft inbreuk gemaakt op auteursrecht eiser (piloot en fotograaf) door zonder toestemming gebruik te maken van een van zijn foto’s bij een artikel over een dronken copiloot: inbreuk niet betwist. Schadevergoeding begroot op € 4.000: aannemelijk dat de publicatie door NOS afbreuk doet aan de exploitatiemogelijkheden van de foto als limited edition print. Geen inbreuk op persoonlijkheidsrecht eiser ex artikel 25 lid 1 sub d Aw: gestelde plaatsing in negatieve context betreft eiser niet in zijn hoedanigheid als maker van het werk, maar als piloot. Immateriële schadevergoeding van € 500 nu de eer en goede naam van eiser in zijn hoedanigheid als piloot is aangetast: gevaar bestaat dat eiser met een dronken co-piloot wordt geassocieerd.
IEPT20200415, Rb Den Haag, Biolitec v Tobrix
Biolitec handhaaft alleen hulpverzoeken 6 en 7. Hulpverzoek 6 niet inventief: in tussenvonnis (IEPT20191023) reeds geoordeeld dat laserstraling van 1470 nm niet inventief is ten opzichte van US 400, kap met afgerond distaal gedeelte reeds geopenbaard in US 400. Hulpverzoek 7 niet inventief op gelijke gronden als hulpverzoek 6. Afhankelijke conclusies 2 en 3 niet inventief ten opzichte van Heinze 1990: inventiviteitsaanval niet bestreden. Conclusie 7 niet inventief: vakman zal uitgaande van US 400 in combinatie met Heinze 1990 routinematig tot een optimale spreidingshoek van de ringvormige straal komen, niet gebleken dat spreidingshoek conclusie 7 onverwachtse voordelen biedt. Conclusie 12 is niet inventief alternatief voor in US 400 beschreven methoden. Conclusie 13 en 14 niet inventief ten opzichte van US 400. Conclusie 15 niet inventief: vakman zou vanuit US 400 routinematig uitkomen bij in conclusie 15 beschreven waarden. Afhankelijke conclusie 4-6 en 8-11 niet nieuw en inventief: niet onderbouwd, dat conclusies “non-searched” zijn betreft geen nietigheidsgrond.
IEPT20200415, Rb Den Haag, Fossil v ITG
ITG maakt inbreuk op Michael Kors-merken ex artikel 9 lid 2 sub a UMVo en 2.20 lid 2 sub a BVIE nu voldoende aannemelijk is dat voor haar bestemde op Schiphol onderschepte horloges namaak betreffen: tegenover de door licentienemer Fossil concreet aangewezen verschillen tussen horloges uit de zendingen aan ITG en originele horloges heeft ITG onvoldoende aangevoerd, door de weigering van groothandels om papieren af te geven moet ITG alle reden hebben gehad aan de aan de authenticiteit van de door haar geïmporteerde horloges te twijfelen. Gevorderde winstafdracht toegewezen: nu ITG zich bewust moest zijn van het risico dat de door haar ingekochte horloges namaak zijn, heeft zij te kwader trouw inbreuk gemaakt op de Michael Kors-merken.
IEPT20200415, Rb Noord-Nederland, Auteursrecht ontwerp huis
Auteursrechtinbreuk door het ontwerp van een woning na het vervallen van de aannemingsovereenkomst te laten bouwen door een derde partij: het enkele feit dat gedaagde aan de ontwerper heeft gevraagd om aan de hand van zijn aanpassingen een gewijzigd ontwerp te maken, maakt niet dat gedaagde als maker van het gewijzigde ontwerp kan worden beschouwd, niet kan worden aangenomen dat eiser aan gedaagde een licentie heeft gegeven om het gewijzigde ontwerp te verveelvoudigen. Schadevergoeding vastgesteld op € 1.000: aansluiting gezocht bij het bedrag dat in rekening is gebracht voor 'ontwerpkosten contracttekening'. Enkel voor wat betreft legeskosten sprake van ongerechtvaardigde verrijking: overeenkomst bevatte regeling voor de vergoeding van de kosten die door eiser zijn gemaakt in geval van ontbinding of verval van de overeenkomst, legeskosten betreffen geen kosten die eiser heeft gemaakt in het kader van de uitoefening van haar werkzaamheden, maar kosten die de gemeente in rekening heeft gebracht voor de vergunning die noodzakelijk was voor de bouw van de woning en die hoe dan ook verschuldigd waren.
IEPT20200415, Rb Den Haag, Armani v ITG
ITG maakt inbreuk op Uniemerken Armani ex artikel 9 lid 2 sub a UMVo: betwisting dat sprake is van namaak kan onbesproken blijven nu niet gemotiveerd is weersproken dat de geschorste goederen zonder toestemming van Armani vanuit China de EER binnen zijn gebracht. In het kader van de Anti-piraterijverordening verkregen informatie mag in deze procedure gebruikt worden: weliswaar valt illegale parallelhandel als zodanig buiten het toepassingsbereik van de APV, maar dat doet niet af aan het doel ervan, Armani heeft aan de onderhavige procedure bovendien (mede) ten grondslag gelegd dat sprake is van namaak.
IEPT20200410, Rb Rotterdam, Studio IDM v Je Zusje
StrandstoelXXL auteursrechtelijk beschermd: geen sprake van ontlening aan oudere uitvergrotingen van het archetype strandstoel nu daarin de oorspronkelijke verhoudingen in maatvoering zijn gehandhaafd terwijl deze bij de StrandstoelXXL juist zijn losgelaten, uitvergroting met de extreem uitgetrokken breedte en de toevoeging van een karakteristiek trappetje getuigt van creatieve keuzes. Strandstoel van Je Zusje maakt hierop inbreuk: met de absurd brede uittrekking van het zitgedeelte en de verhouding in de maatvoering zijn de meest kenmerkende elementen van de StrandstoelXXL overgenomen, verschil in houtsoort, bouten, constructiehoek en doek doet hier niet aan af.
IEPT20200410, Rb Rotterdam, Sinterklaasintocht
Niet toerekenbare auteursrechtinbreuk door gebruik van een aan hem toegezonden foto. Gedaagde mocht erop vertrouwen dat de mensen die hem foto’s toestuurden hem daarmee toestemming gaven voor het opnieuw openbaar maken
IEPT20200409, Rb Rotterdam, Marcan v Tak
Twitterbericht en Facebookbericht Rotterdams gemeenteraadslid Tak over handelen Marcan, waarin onder meer wordt gesteld dat Marcan een “boevenclub” is die “asociale huurverhogingen” doorvoert en “ondernemers in nood uitknijpt” niet onrechtmatig: bedrijfsvoering Marcan in Rotterdam onderwerp van publiek debat, als gevolg van coronacrisis heeft bedrijfsvoering Marcan opnieuw aandacht gekregen en mocht Tak zich via Twitter en Facebook uiten, Marcan moet gelet op zekere publieke rol die zij inneemt felle bewoordingen Tak zich laten welgevallen, aannemelijk dat volgers Tak bewoordingen niet zonder meer letterlijk zullen begrijpen, niet gebleken is dat Tak specifiek als belangenbehartiger van een of meer horecaondernemers acteert.
IEPT20200408, Rb Den Haag, Silk Cosmetics v White Sea International
Verbodsvordering inbreuk merken in verstekvonnis afgewezen: eiserers geen toestemming merkhouder om in een procedure een verbodsvordering ten aanzien van de merken in te stellen (art. 25 lid 3 UMVo).
IEPT20200408, Rb Den Haag, Wegter v Royal Boch
Royal Boch is tekortgeschoten in de nakoming van de licentieovereenkomst met Wegter door het overeenkomen van spaaracties met supermarkt: licentieovereenkomst heeft betrekking op gebruik van de Royal Boch-merken voor servies en andere non-food producten in Nederland, licentie was exclusief. Licentieovereenkomst niet rechtsgeldig ontbonden of opgezegd: Wegter is niet tekort geschoten in de nakoming van de licentieovereenkomst nu de opschorting van de betaling van betaling royalty’s gegrond en proportioneel was, onvoldoende onderbouwd dat sprake is van verstoorde verhoudingen die van dien aard zijn dat zij een onvoorziene omstandigheid vormen, waardoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst niet verwacht mag worden.
IEPT20200408, Rb Noord-Holland, Buma v Hotel Molengroet
Hotel Molengroet dient facturen aan Buma en Sena te voldoen: bij betaling van eerdere factuur is een overeenkomst tot stand gekomen waarop algemene voorwaarden van toepassing zijn, Buma en Sena mogen bij tijdige betaling kortingen op de tarieven toepassen en deze laten vervallen bij te late betaling, omstandigheid dat Hotel Molengroet een seizoensgebonden bedrijf is, maakt dit alles niet anders.
IEPT20200408, Rb Den Haag, Philipp Plein
Gedaagde geslaagd te bewijzen dat beslagen kleding van Philipp Plein uitgeputte originele waar betreft: niet in geschil dat de beslagen producten anti counterfeit labels hebben, Philipp Plein heeft producten met overeenkomende codes rechtstreeks geleverd aan [eenmanszaak], rechtbank gaat uit van echtheid van facturen waarin [eenmanszaak] de waren zou hebben verkocht aan gedaagde ondanks ontbreken naam koper en betaling in cash. Philipp Plein heeft geen gegronde reden zich tegen verdere verhandeling te verzetten ex artikel 15 lid 2 UMVo: gestelde aantastingen van de plastic verpakkingen van beslagen producten - voor zover al zichtbaar voor de beoogde eindgebruiker - vormen geen wijziging of verslechtering van de waar nu de herkomstfunctie en de reputatie van het merkproduct daarmee niet worden aangetast.
IEPT20200407, Hof Amsterdam, Rabobank
Rabobank heeft zich niet aan toerekenbare niet-nakoming van enige verplichting of onrechtmatige daad schuldig gemaakt door met een methode tegen skimmen te komen waarvan appellant stelt dat hij deze heeft bedacht: uit interne stukken volgt onmiskenbaar dat Rabobank voorafgaand aan het eerste contact met appellant reeds bezig was met de voorbereiding van soortgelijke maatregelen, onvoldoende onderbouwd dat tussen Rabobank en appellant op enig moment niettemin is overeengekomen dat Rabobank hetgeen appellant aan Rabobank heeft medegedeeld niet zonder toestemming van of vergoeding aan appellant in de praktijk zou brengen.
IEPT20200407, Rb Den Haag, De Spieghel v Decor Wonen
Modellen van serie Blackbone-kasten zijn nieuw en hebben eigen karakter: combinatie van de karakteristieke en specifieke kenmerken te weten de elegante delen gefineerd geborsteld zwart eikenhout, duidelijke houtstructuur, smallere houtplanken in een visgraatmotief, transparante uitstraling en stoer en strak roestvrijstalen onderstel waardoor het geheel lijkt te zweven, verschillen voldoende van het vormgevingserfgoed. Black Gold-kasten maken hierop inbreuk: wekken geen andere algemene indruk bij de geïnformeerde gebruiker. Pippa-stoel auteursrechtelijk beschermd: voldoende creativiteit en oorspronkelijkheid gelegen in de gebloemde rugleuning in een statige opwaartse houding, velvet bekleding en glimmende gouden stoelpoten, totaalindruk wijkt af van - beweerdelijk - oudere stoelen. Flower-stoel maakt hierop inbreuk: niet bestreden dat de totaalindruk overeenstemt.
IEPT20200407, Hof Den Bosch, Staatsloterij
Schade van € 5.423,03, te vermeerderen met wettelijke rente met ingang van 1 januari 2017, kan aan Staatsloterij worden toegerekend. Redelijkerwijs kan worden verwacht dat misleidende mededelingen van Staatsloterij tot de door [appellant] gevorderde schadepost (het aankoopbedrag van een staatslot) zou leiden. Condicio sine qua non verband tussen misleidende mededelingen van Staatsloterij en de koop van loten door [appellant] in de periode 2000 tot en met 2008. Vermoeden van aanwezigheid van causaal verband (afgeleid uit ECLI:NL:HR:2015:178) niet ontzenuwd door Staatsloterij.
IEPT20200406, Hof Arnhem-Leeuwarden, merk Fryslan
Hof vernietigt het vonnis van de kantonrechter voor zover dat zag op de indexering van de zaak als zeer eenvoudig en niet bewerkelijk in de zin van de regeling Indicatietarieven IE. Het hof beschouwt de zaak als een eenvoudige zaak in de van de regeling Indicatietarieven IE: een op zichzelf overzichtelijke claim heeft geleid tot een hoog oplopend conflict en een uitgebreide discussie, waarin diverse juridische verweren zijn gevoerd. Merk Fryslân worden veroordeeld tot betaling van die kosten ten bedrage van € 4.526,55.
IEPT20200403, HR, ING v Curator
Voor vraag of aan bepaaldheidsvereiste artikel 3:84 (2) BW in verbinding met artikel 3:98 BW is voldaan bij verpanding auteursrecht Complions moet worden onderzocht of de pandakte zodanige gegevens bevat dat, eventueel achteraf, kan worden vastgesteld dat auteursrecht tot de verpande goederen behoort: niet vereist dat bestaan en omvang van dit auteursrecht uit de administratie kan worden afgeleid of op de balans van Complions is vermeld, of auteursrecht tot “alle huidige en toekomstige Bedrijfsactiva” behoort kan ook worden vastgesteld aan de hand van andere objectieve gegevens dan de administratie en de balans van Complions.
IEPT20200402, HvJEU, Stim en SAMI
Verhuur van auto’s die zijn uitgerust met een radio vormt geen mededeling aan het publiek: bij beschikbaarstelling van een radio die is geïntegreerd in een huurauto en die het mogelijk maakt om zonder verdere tussenkomst van de verhuurmaatschappij de omroep te ontvangen die toegankelijk is in het gebied waarin de auto zich bevindt, is geen sprake van een interventie om klanten toegang te verlenen tot een beschermd werk, deze handeling onderscheidt zich van (rechtspraak over) handelingen bestaande in een mededeling waarbij dienstverrichters beschermde werken bewust doorgeven aan hun klanten door via ontvangers die zij in hun inrichting hebben geplaatst.
IEPT20200402, HvJEU, Coty v Amazon
Amazon maakt geen inbreuk op merken Coty door voor een derde parfums in opslag te hebben die inbreukmakend blijken te zijn: het hof heeft in haar rechtspraak reeds benadrukt dat “gebruik” een actieve gedraging in het kader van de eigen commerciële communicatie en een rechtstreekse of indirecte controle over de handeling waarin het gebruik bestaat vereist, alvorens de opslag van waren die zijn voorzien van aan merken gelijke of daarmee overeenstemmende tekens kan worden gekwalificeerd als “gebruik” van die tekens, is het noodzakelijk dat de marktdeelnemer die de opslag verricht zelf het voornemen heeft om de waren aan te bieden of in de handel te brengen.