Juni 2020

Print this page

IEPT20200630, Hof Arnhem-Leeuwarden, DocMinded v SmartDocuments

Gebruik webclient, met algemene niet op een vergelijking van webclient en xential toegesneden vergelijking, en onttrekking software, zodat Smartdocuments daar niet meer over kon beschikken, onvoldoende onderbouwd. Boogaard/Vesta-criterium inzake onrechtmatige concurrentie door ex-werknemers. Geen onrechtmatig handelen, onbehoorlijk bestuur of strijd met goed werknemerschap bij opzetten concurrerende onderneming. Het voorbereiden van de oprichting van een nieuwe concurrerende onderneming tijdens het dienstverband bij SmartDocuments is niet onrechtmatig. Onvoldoende onderbouwd /gebleken: actieve werving van personeel van SmartDocuments; stelselmatig benaderen van klanten om over te stappen, duurzaam aantasten bedrijfsdebiet en gebruik maken kennis en gegevens die vertrouwelijk is verkregen; aanbiedingen aan klanten afgestemd op de condities van SmartDocuments met die klanten; geven van misleidende of verwarrende voorstelling van zaken; gebruik van vertrouwelijke bedrijfsinformatie; verwijzen naar het vroegere dienstverband bij SmartDocuments: niet onderbouwd dat zij dienstverlening slechts konden leveren dankzij bij SmartDocuments opgedane vertrouwelijke kennis en/of gegevens.

 

IEPT20200630, Hoge Raad, Spookfacturen

Geen herziening IEPT20170330, Hof Arnhem-Leeuwarden, Spookfacturen: dat medeverdachte in 2019 is vrijgesproken van inbreuk op het auteursrecht levert geen novum op in de zin van artikel 457 lid aanhef en onder c.

 

IEPT20200629, Rb Oost-Brabant, Basarsoft v Here International

Niet aangenomen dat geografische kaarten van het Turkse Basarsoft auteursrechtelijk beschermd zijn naar Turks recht: onvoldoende onderbouwd dat de kaarten voldoen aan de eisen die in Turkije gesteld worden om voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking te komen, fictieve straatnamen die zijn bedoeld als ‘traps’ om te achterhalen of de kaarten ongeoorloofd worden gebruikt, zorgen niet voor voldoende originaliteit.

 

IEPT20200624, Rb Midden-Nederland, Auteursrecht foto

Schadevergoeding van € 746 toegewezen wegens inbreuk op auteursrecht fotograaf: gedaagde heeft foto zonder toestemming openbaar gemaakt op twee websites zonder naamsvermelding, voldoende onderbouwd dat eiser een basistarief rekent van € 350 per foto, onvoldoende onderbouwd dat dit tarief niet marktconform is, € 46 toegewezen voor opsporing auteursrechtinbreuk.

 

IEPT20200624, Rb Amsterdam, Lecluyse v Louverdrape NL

Handelsnaam en domeinnaam Louverdrape-Nederland maakt inbreuk op woord-/beeldmerk Louverdrape ex artikel 2.20 lid 2 sub b BVIE: teken Louverdrape-Nederland wordt in het economisch verkeer gebruikt voor dezelfde waren, merk en teken vormen grote gelijkenis, het element Nederland heeft weinig onderscheidend vermogen omdat dit slechts een algemene, geografische aanduiding betreft waardoor verwarringsgevaar aannemelijk is. Louverdrape Nederland kan geen rechten ontlenen aan het gebruik van haar handelsnaam daterende van voor de merkinschrijving artikel 2.23 lid 2 BVIE: het gebruik komt voort uit de alleenverkoopovereenkomst met de merkhouder Lecluyse. Vordering van Lecluyse niet verjaard:  pas vanaf het eindigen van de exclusieve distributierelatie kon Lecluyse een vordering tot staken handelsnaam en domeinnamen vorderen. Reconventionele vorderingen inzake de gestelde ongeldigheid van de opzegging van de alleenverkoopovereenkomst afgewezen: aanboren Nederlandse markt om de omzet te verhogen vormt voldoende zwaarwegende grond voor Lecluyse om de alleenverkoopovereenkomst ondanks de lange duur daarvan op te zeggen, door lange looptijd en het feit dat de opzegging meebrengt dat Louverdrape Nederland haar handelsnaam moet veranderen is een opzegtermijn van twee jaar passend en redelijk. Louverdrape Nederland opgedragen  te bewijzen dat Lecluyse de exclusiviteit van de alleenverkoopovereenkomst heeft geschonden door de directe verkoop van Louverdrape producten aan bedrijven of afnemers in Nederland.

 

EPT20200624, Rb Rotterdam, Bedding House v Ambianzz

dekbedAnderson-dekbedovertrekken Bedding House auteursrechtelijk beschermd. Door de keuze, schikking en combinatie van kenmerkende elementen steeds op voldoende eigen wijze invulling gegeven aan de chevron- of zigzag-stijl, persoonlijke keuzes gemaakt waar ook vele andere keuzes mogelijk waren geweest, dit in combinatie met drie door Bedding House gebruikte kleurschakeringen maakt dat sprake is van auteursrechtelijk beschermd werk. Waves-dekbedovertrekken maken geen inbreuk op Anderson-dekbedovertrekken. Kenmerkende elementen Anderson-dekbedovertrekken komen terug in Waves-dekbedovertrekken, maar door duidelijk andere “look and feeling” doordat Anderson gevlochten look heeft en Waves een linnen-look en verschillen tussen kussenslopen (effen bij de Anderson versus dezelfde stijl als het dekbedovertrek bij de Waves) sprake van zodanig ander totaalbeeld dat geen sprake is van inbreuk. Afbeeldingen Waves-dekbedovertrekken en verpakking Waves Blue wijken aanzienlijk af van de Waves-dekbed overtrekken: inbreukmakend op auteursrecht op Anderson-dekbedovertrekken. Schending onthoudingsverkaring. Op het online te koop aanbieden is in de onthoudingsverklaring geen boete gesteld. Schadevergoeding op te maken bij staat. Voorschot van € 4.000 aan schadevergoeding en/of winstafdracht toegewezen

 

IEPT20200623, Hof Den Haag, CDVI v Impro

Uitleg “jusque vers’  in conclusie 1 beperkt tot uitvoeringsvormen waarmee het beoogde technisch effect wordt bereikt. Wijziging van standpunt CDVI ter zitting niet in strijd met twee-conclusie-regel. Wijziging is ingegeven door informatie die eerst na de MvG beschikbaar is gekomen en is een erkenning van de juistheid van het standpunt van Impro over de uitleg van conclusie 1, waardoor niet valt in te zien dat Impro in haar verdediging is geschaad. Conclusie 1 niet inventie: Conclusie 1 ontbeert  inventiviteit op grond van de bekende leesinrichting, zoals weergegeven in figuur 1 van EP 006, in combinatie met de algemene vakkennis van de gemiddelde vakman.

 

IEPT20200623, Hof Amsterdam, Google

Verzoek tot wissing persoonsgegevens met betrekking tot oplegging tuchtrechtelijke maatregel wordt alsnog afgewezen en vrijheid van meningsuiting van Google prevaleert: informatie waarnaar zoekresultaten verwijzen is recent, relevant, feitelijk van aard, niet onnodig grievend en niet bovenmatig, BIG-register in praktijk weinig geraadpleegd waardoor zoekresultaten van Google relevant zijn voor publiek, gemiddelde gebruiker zal begrijpen dat het niet gaat om een officiële zwarte lijst van overheidswege, onvoldoende onderbouwd dat [geïntimeerde] substantiële hinder ondervindt nu zij zelf intensief deelneemt aan het publieke debat.

 

IEPT20200623, Hof Arnhem-Leeuwarden, The Sting v Krakatau

Jas van Krakatau ook volgens het Hof auteursrechtelijk beschermd: het hof verenigt zich met de motivering van de voorzieningenrechter en maakt deze tot de zijne, met nieuw ingebrachte jassen heeft The Sting onvoldoende twijfel gezaaid ten aanzien van de aanname dat jas een werk is met eigen oorspronkelijk karakter en het persoonlijk stempel van Krakatau draagt, al bestaande jas van Krakatau kan haar niet worden tegengeworpen in het kader van de werktoets, Cofemel-arrest leidt niet tot een andere werktoets. Jas van The Sting maakt hierop inbreuk: de totaalindrukken die beide jassen wekken zijn nagenoeg gelijk door gladde front, de zwarte, diagonaal verlopende ritssluitingen op borsthoogte, het ontbreken van zakken en logo's, de brede band die de ritssluiting verbergt, de elastische manchetten van de binnenjas, de aantreklussen voor de capuchon, de wijze van bevestiging van de binnenjas, de mogelijkheid deze aan beide zijden te dragen en de vorm en kleuren van de binnenjassen. Kort geding vonnis enkel voor wat betreft toekennen proceskosten van ruim € 40 duizend vernietigd: in beginsel sprake van doorsnee kort geding over de vraag of het ene kledingstuk inbreuk maakt op het auteursrecht op het andere kledingstuk, door voeren extra verweren wordt de zaak niettemin gekwalificeerd als complexe zaak, geen aanleiding om de werkelijk gemaakte kosten te vergoeden.

 

IEPT20200623, Hof Amsterdam, AVROTROS v Terumo

Uitzending EenVandaag van 23 maart 2015 over dat Terumo injectienaalden op de markt brengt waarin zich lijmresten bevinden die mogelijk tot gezondheidsrisico’s leiden niet onrechtmatig: voldoende steun in het beschikbare feitenmateriaal, enkele onjuistheden in de uitzending niet van zodanige betekenis dat deze gewicht in de schaal leggen, voldoende gelegenheid geboden tot het geven van een weerwoord. Uitzending EenVandaag van 15 april 2015 over het opnieuw verkopen aan een ander ziekenhuis van geretourneerde stents en katheters met een beschadigde verpakking niet onrechtmatig: uitspraken weliswaar niet door andere stukken of bronnen ondersteund, maar niet tegengesproken of ontkracht, wel sprake van andere bronnen die bij beweringen tweede klokkenluider over het kwaliteitssysteem aansluiten en voor het overige voldoende steun in het feitenmateriaal c.q. geen klachten geuit door Terumo. Berichtgeving door AVROTROS in andere media ook niet onrechtmatig: betreffen grotendeels herhalingen of parafraseringen van in uitzending gedane beweringen en eventuele scherper aangezette beweringen genuanceerd door verwijzing naar uitzendingen zelf.

 

IEPT20200619, Rb Gelderland, Boessenkool

Overeenkomst van 27 december wordt geacht te zijn verlaten: gesprekken tussen partijen waren van zodanige aard dat project alleen zou worden voortgezet onder gewijzigde omstandigheden, van [gedaagde] c.s. kan niet worden verlangd dat zij de intellectuele eigendom(srechten), alle contracten en contacten alsmede alle opgedane kennis over de MultiToolTrac inbrengen in MultiToolTrac B.V., terwijl over de levering van aandelen in die vennootschap op dit moment geen duidelijke afspraken bestaan. Veronderstelling dat [naam 2] bij uitsluiting bevoegd is tot gebruik van de naam MultiToolTrac is onjuist: een dergelijke afspraak is tussen partijen nooit gemaakt. 

 

IEPT20200618, HvJEU, Primart v EUIPO

Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door de argumenten van rekwirante betreffende het vermeende geringe onderscheidend vermogen van het oudere merk PRIMA niet-ontvankelijk te verklaren op grond dat deze argumenten voor het eerst voor het Gerecht waren aangevoerd: de kamer van beroep heeft ambtshalve uitspraak gedaan over het intrinsieke onderscheidend vermogen van het oudere merk, waardoor rekwirante in staat moet worden gesteld hierop te reageren.  Onjuiste rechtsopvatting brengt vernietiging van het bestreden arrest met zich mee: het bestreden arrest kan slechts worden bevestigd indien de onjuiste opvatting volstrekt irrelevant is voor de uitkomst van de zaak, nu het onderscheidend vermogen van het oudere merk een van de relevante omstandigheden is bij het beoordelen van verwarringsgevaar kan niet worden uitgesloten dat het Gerecht tot een andere conclusie zou zijn gekomen indien het de argumenten van rekwirante ontvankelijk had geacht, zelfs indien het Gerecht ten overvloede de door rekwirante aangevoerde argumenten betreffende het geringe onderscheidend vermogen van het oudere merk als ongegrond heeft afgewezen, dient het bestreden arrest wegens ontoereikende motivering te worden vernietigd.

 

IEPT20200617, Rb Rotterdam, Shakti Amla

Vordering tot afgifte bescheiden ex artikel 843a Rv toegewezen: vordering tot exhibitie mag worden ingesteld in afzonderlijke procedure, belang van eiser is gelegen in het bepalen van zijn vermeende aanspraak op een achterstallige vergoeding voor het uitvinden van een nieuwe productie- en bewerkingsmethode uitgevonden voor een kokossubstraat, sprake van rechtsbetrekking ten aanzien van [gedaagde 2] en [gedaagde 3], lag op de weg van [gedaagden] om apart te registreren dat een andere bewerkingsmethode is gebruikt dan die van [eiser], aan eiser wordt geheimhoudingsverplichting opgelegd.

 

IEPT20200619, Rb Den Haag, KPN v T-Mobile

Reclame-uiting T-Mobile over KPN tijdens break-up weken (“het enige dat ik de afgelopen jaren van je heb gekregen is een hogere prijs”) is onjuist en onrechtmatig: de maatman zal weliswaar begrijpen dat de boodschap van T-Mobile is dat KPN de afgelopen jaren niet meer heeft gedaan dan wat van haar mag worden verwacht als telecom provider, reclame impliceert echter dat T-Mobile de afgelopen jaren geen prijsverhoging heeft toegepast, de inflatiecorrectie die T-Mobile jaarlijks toepast is ook aan te merken als een prijsverhoging, humoristische toon geen rechtvaardiging voor misleiding.

 

IEPT20200617, Rb Den Haag, Volkswagen v Navaudio

Navaudio is tekortgekomen in de nakoming van de onthoudingsverklaring, verbeurde boete: € 40.000,- Onthoudingsverklaring niet onder bedreiging of misbruik van omstandigheden (3:44 BW) tot stand gekomen: het staat een merkhouder vrij om handhavend op te treden tegen merkinbreuk en rechtsmaatregelen te treffen. Merkinbreuk sub a: Navaudio gebruikt VW-merken voor dezelfde waren als waarvoor de merken zijn ingeschreven. Beroep op artikel 14 lid 1 onder c UMVo (gebruik merk noodzakelijk om bestemming van een goed of dienst aan te duiden), slaagt niet: er bestaat geen noodzaak voor het gebruik van de VW-woordmerken zonder de toevoeging ‘geschikt voor’ te gebruiken, dus het aangevallen gebruik voldoet niet aan de eerlijke gebruiken van nijverheid en handel. Tekortkoming in de nakoming van de onthoudingsverklaring: Volkswagen heeft Navaudio terecht aangesproken op het tekortschieten, nu Navaudio erkent heeft, toegezegd te hebben geen inbreuk meer te zullen maken. Ook inbreuk door het vermelden van VW-merken bij andere accessoires dan navigatiesystemen: onthoudingsverklaring had tot doel een einde te maken aan inbreuken op de in die verklaring genoemde merken niet alleen voor navigatiesystemen, maar ook voor andere accessoires. Navaudio mag vanuit haar professie bekend worden verondersteld met de grenzen van het gebruik van de merken van bedrijven als Volkswagen. Verbeurde boete: €40.000,-: Volkswagen heeft voor twee dagen voldoende gesteld dat er inbreukmakende aanbiedingen online stonden.

 

IEPT20200615, BenGH, SDC v EUIPO

Teken SPORTS DIRECT heeft van huis uit geen onderscheidend vermogen voor alle waren en diensten waarvoor inschrijving is aangevraagd, met uitzondering van kerstartikelen en speelgoedtenten: woordcombinatie zowel beschrijvend voor sportkleding en sportartikelen als voor algemene categorieën van waren zoals kleding en accessoires die sportkleding en sportartikelen omvatten. Geen sprake van inburgering: merk vanaf 2009 niet gebruikt in Nederland, dat ruim 60% van het aantal inwoners van de Benelux omvat. Dat een wettelijk obstakel om het merk te gebruiken in het Nederlandse deel van de Benelux (wegens strijd met een oudere handelsnaam) ertoe leidt dat SDC merkbescherming in België en Luxemburg wordt onthouden is niet in strijd met de vrijheid van ondernemerschap ex artikel 16 van het Handvest: beperking is bij wet is gesteld en voldoet aan de door artikel 52 1id 1 van het Handvest aan zo'n beperking gestelde eisen.

 

IEPT20200615, BenGH, Aniserco v BOIP

Het Bureau heeft de inschrijving van het teken "Pet's Budget" terecht geweigerd op grond van artikel 2.2bis lid 1 sub b (merken die elk onderscheidend vermogen missen) en c (merken die uitsluitend bestaan uit tekens of benamingen die kunnen dienen ter aanduiding van de kenmeren van de waren of diensten): het doelpubliek zal  voldoende kennis hebben van het Engels om het woord "Pet" te begrijpen als een huisdier en het woord "Budget" als een verwijzing naar de uit te geven som geld en in de betekenis van "voordelig", zodat de bestanddelen van het teken kunnen dienen ter aanduiding van de waren, ook de combinatie van de bestanddelen is beschrijvend, inburgering onvoldoende onderbouwd.

 

IEPT20200615, Rb Den Haag, Maytronics v ECG

Maytronics heeft voldoende spoedeisend belang: voldoende voortvarend gehandeld door na in zomer 2019 op de hoogte te zijn geraakt van gedragingen ECG, vanaf 18 juli 2019 meerdere sommaties te sturen, in november en december 2019 proefaankopen te doen en op 10 maart 2020 te dagvaarden. Merkinbreuk, geen uitputting door gegronde reden Maytronics (artikel 15(2) UMeV en 2.23(3) BVIE): dat sprake is van slechte recensies ECG die ook merken Maytronics raken niet weersproken, onjuiste suggestie dat ECG tot distributienetwerk Maytronics behoort of dat er bijzondere band tussen de twee ondernemingen bestaat, aanbieden merkproducten tegen salesprijzen, terwijl er geen werkelijke sale is beweegt consumenten er (ten onrechte) toe eerder bij ECG te bestellen dan bij Maytronics, is deloyaal tegen gerechtvaardigde belangen merkhouder en tast de waarde van de merken aan door ongerechtvaardigd voordeel trekken uit onderscheidend vermogen of reputatie daarvan.

 

IEPT20200612, HR, Fresenius v Lilly
Hoge Raad verwerpt cassatieberoep op basis van art. 81 lid 1 RO. 

 

IEPT20200612, HR, De Liegende Rechter

Hof Den Haag niet te motiveren waarom grond bestond voor toepassing artikel 62b RO: [de medewerkster] was zelf van mening dat zaak door ander gerechtshof moest worden behandeld. Terecht heeft het hof niet van belang geacht dat de uitlatingen en herinneringen van [medewerkster] zich werkelijk hebben voorgedaan: Hof heeft van belang geacht of geuite beschuldigingen steun vonden in beschikbare feitenmateriaal. Ook  als herinneringen [de medewerkster] waarop geuite beschuldigingen zijn gegrond oprecht en authentiek zijn is oordeel hof dat zij herinneringen diende te onderzoeken en voldoende feitelijk te onderbouwen voldoende gemotiveerd. Oordeel hof dat [de medewerkster] de in haar anonieme brief opgenomen ernstige beschuldigingen niet had mogen herhalen in haar onder ede afgelegde getuigenissen, zonder zich eerst  van de juistheid daarvan te vergewissen en/of te staven met verder bewijs en feiten, berust op een onjuiste rechtsopvatting: Vereiste van artikel 163 Rv dat verklaring betrekking moet hebben op eigen waarneming staat eraan in de weg dat getuige wordt verplicht ter voorbereiding van af te leggen verklaring onderzoek naar feiten en omstandigheden in te stellen die hem niet uit eigen wetenschap bekend zijn. Hoge Raad vernietigt arrest van hof Den Bosch: Arrest hof vernietigd voor zover voor recht is verklaard dat [de medewerkster] onrechtmatig heeft gehandeld door in 2011 en 2012 (onder ede) beschuldigingen uit anonieme brief uit 2007 te herhalen.

 

IEPT20200612, Rb Midden-Nederland, de BouwApp v Bouwen.app

Teken en handelsnaam bouwen.app maken geen inbreuk op beeldmerk de BouwApp: vele punten van visueel verschil, auditief verschil, begripsmatige overeenstemming neutraliseert deze verschillen niet, zodat sprake is van een andere totaalindruk. Bouwen.app stemt ook niet verwarringwekkend overeen met handelsnaam de Bouwapp. Geen sprake van slaafse nabootsing van de BouwApp: voldoende afstand genomen om ervoor te zorgen dat het professionele publiek van eiseres niet in verwarring raakt, omwonenden krijgen informatie over welke App ze moeten installeren zodat ook bij hen verwarring niet snel op de loer ligt, zelfs als omwonenden de verkeerde app installeren is dat uit economisch oogpunt geen probleem voor de BouwApp nu de app voor deze gebruikers gratis is.

 

IEPT20200612, Rb Oost-Brabant, Heijmans Vastgoed v EU Chalets

Tiny house Heijmans One auteursrechtelijk beschermd: eigen karakter door combinatie van een asymmetrische daklijn, grijze zijkanten uitgevoerd in verticale banen, een contrasterend houten binnenwerk aan de voor- en achterzijde, de plaatsing van de voordeur in het midden van de voorzijde dat optisch één geheel vormt met het net zo brede raam dat daarboven is geplaatst en dat parallel loopt aan de schuin aflopende daklijn en het vijfhoekige raam aan de achterzijde dat parallel loopt met de asymmetrische daklijn en optisch één geheel vormt met de even brede, daaronder geplaatste pui, ondanks beperkte maatvoering tiny house voldoende ruimte voor creatieve keuzes. Tiny house Eco-One maakt hierop inbreuk: alle genoemde elementen van de Heijmans One komen hierin terug.

 

IEPT20200611, HvJEU, Brompton Bicycle

De auteursrechtelijke bescherming van artikelen 2-5 van de Auteursrechtrichtlijn (2001/29 EG) is van toepassing op een product waarvan de verschijningsvorm noodzakelijk is om een technisch resultaat te bereiken: het werk moet oorspronkelijk en het resultaat van een intellectuele schepping zijn. Dat er andere verschijningsvormen bestaan waarmee hetzelfde technische resultaat kan worden bereikt is niet doorslaggevend. De nationale rechter moet dit verifiëren en moet daarbij rekening houden met alle pertinente gegevens van het hoofdgeding.

 

IEPT20200610_Rb_Limburg_Hesi

Hesi handelt niet onrechtmatig nu geen sprake is van strijd met artikel 5 Handelsnaamwet en artikel 6:194 lid 1 (i) BW: Hesi maakt geen gebruik van handelsnaam [eiser], woorden die voorkomen in handelsnaam [eiser] en die Hesi gebruikt in omstreden advertentie hebben geen onderscheidend vermogen en geen verwarringsgevaar, omstreden advertentie is niet misleidend.

 

IEPT20200610, Rb Rotterdam, Coffema v Deac

Geschil ziet op de hoogte van de passende schadeloosstelling voor de kosten die zijn gemaakt als gevolg van het bij voorlopige maatregel opgelegde verbod om de naam Coffema te gebruiken nadat dit verbod in de bodemprocedure is afgewezen: tussen partijen is niet in geschil dat Deac – naar achteraf is gebleken – onrechtmatig heeft gehandeld door Coffema te houden aan het kort geding vonnis en de dientengevolge door Coffema geleden schade dient te vergoeden. Kosten voor het wijzigen van Coffema in Coffenco grotendeels toegewezen: het gaat onder meer om kosten voor vervanging van kantoorartikelen, het aanpassen van de website en een deel van de personeelskosten. Kosten voor het terug wijzigen van Coffenco in Coffema voor 1/3e toegewezen: Coffema mocht haar naam weer gebruiken en had daar ook belang bij nu ook de andere ondernemingen van de groep waartoe zij behoort Coffema heten, geen enkele factuur in het geding gebracht, niet aan schadebeperkingsplicht voldaan nu Coffema haar oude voorraad had kunnen bewaren om daar weer op te kunnen terugvallen na een gunstig bodemvonnis, dit doet echter niet af aan het feit dat het evident is dat Coffema met het opnieuw in gebruik nemen van de naam Coffema althans enige kosten heeft moeten maken en dus schade heeft geleden, die veroorzaakt is door de executie van het kort geding vonnis. Kosten voor het vervangen van filterkoppen slechts voor een klein deel toegewezen: gelet op tijdspanne is niet uit te sluiten dat een deel van de filterkoppen is besteld in het kader van de normale bedrijfsvoering van Coffema, het was bovendien mogelijk geweest een om over het merk Coffema een sticker met het merk Coffenco te plakken.

 

IEPT20200610, Rb Den Haag, Silk Cosmetics v Notino

Licentienemer niet vorderingsgerechtigd inzake gestelde merkinbreuk: niet voldaan aan de in artikel 25 lid 3 UMVo neergelegde eis van toestemming van merkhouder. Hetzelfde geldt voor de op onrechtmatige daad gestoelde vordering: vordering dient hetzelfde doel als de verbodsvordering op grond van merkinbreuk.

 

IEPT20200610, Rb Den Haag, Global v Outtrade

Gemeenschapsmodel voor barbecuestandaard geldig: gemeenschapsmodel nieuw ten opzichte van het vormgevingserfgoed door afwijkende vormgeving van de armen, net voldaan aan het vereiste van eigen karakter door verschillen tussen de kenmerkende elementen van het gemeenschapsmodel en het vormgevingserfgoed. Ondanks de beperkte beschermingsomvang wordt inbreuk aangenomen: door gedaagde verhandelde producten verschillen in geen enkel opzicht van het Gemeenschapsmodel.

 

IEPT20200609, Rb Rotterdam, TPL v EXE

Vordering tot opheffing beslag op containers met zonnepanelen afgewezen nu deze niet summierlijk ondeugdelijk kan worden geacht: TPL heeft geen expliciete toestemming gevraagd aan EXE voor verkoop van zonnepanelen met EXE-merk aan derden, enkel toestemming voor productie ten behoeve van EXE, inroepen merkenrecht niet oneigenlijk. Ontbinding overeenkomst door EXE rechtsgeldig geschied: onvoldoende weersproken dat specificaties van EXE deel uitmaken van de overeenkomst en dat de zonnepanelen van TPL daar niet aan voldoen, tekortkomingen zijn wezenlijk. Geen grond voor veroordeling in de kosten van de opslag van de zonnepanelen: vorderingen zijn afgewezen. 

 

IEPT20200609, Hof Amsterdam, SBS

Hof bevestigt vonnis rechtbank: uitzending Undercover in Nederland was niet onrechtmatig jegens imam omdat er de misstand van het illegale polygame huwelijk aan de kaak werd gesteld. Uit het ruwe beeldmateriaal blijkt niet dat het beeldmateriaal is gemanipuleerd. De verdenkingen en beweringen die in het programma worden geuit, vinden naar het oordeel van het hof onmiskenbaar steun in het beschikbare feitenmateriaal, namelijk de opnamen met de verborgen camera. Gebruik van verborgen camera op zichzelf niet onrechtmatig jegens de imam: er was mogelijk sprake van een misstand, terwijl andere middelen om hier nadere opheldering over te verkrijgen niet voorhanden waren. Het herkenbaar in beeld brengen van de imam wordt gerechtvaardigd geacht ter bescherming van derden.

 

IEPT20200605, HR, De Staat

Cassatieberoep verworpen (artikel 81(1) RO).

 

IEPT20200605, Rb Rotterdam, Buma

Door Buma gevorderd bedrag van € 23.973,13 voor het live ten gehore brengen van muziek uit het Buma repertoire toegewezen: dat Buma pas anderhalf jaar na het evenement de vergoeding heeft kunnen vaststellen, is volledig te wijten aan het late verstrekken van gegevens door gedaagde, dat de optredende artiesten reeds zijn betaald voor hun optreden betekent niet dat Buma geen vergoeding meer toekomt.

 

IEPT20200604, Rb Noord-Holland, SCHIP-aanpak

Aannemelijk dat certificeringswoordmerk “SCHIP” vervallen of nietig wordt verklaard in bodemprocedure: de Maatschap had geen certificeringsmerk mogen aanvragen, omdat zij ook zelf diensten verrichtte en verricht waarop het merk betrekking heeft (artikel 2.35bis(2) BVIE), overdracht certificeringsmerk aan Stichting voldoet alsnog niet aan eisen 2.35bis(2) BVIE, althans aan de ratio daarvan, nu de Stichting niet onafhankelijk van de Maatschap lijkt te zijn. Geen inbreuk op individueel woordmerk “SCHIP-aanpak”: uitleg op website gedaagde over wat SCHIP-aanpak inhoudt en dat zij getraind is in de SCHIP-aanpak betreft slechts beschrijvend gebruik en geen merkgebruik, wel merkgebruik waar gedaagde zichzelf gecertificeerd Schipmediator noemt, merk SCHIP-aanpak echter geregistreerd voor “Diensten door een psycholoog”, terwijl gedaagde geen diensten als psycholoog, maar als scheidingsbegeleider/mediator aanbiedt, waardoor geen sprake is van gelijke of overeenstemmende diensten. Als eiseressen wel een beroep op merkenrecht zou toekomen geen inbreuk: gedaagde heeft door de training die zij in 2017 heeft gevolgd en met het certificaat dat zij daarvoor heeft ontvangen het recht verkregen zich te profileren als (gecertificeerd) SCHIP-mediator, aan deze licentie zijn destijds geen voorwaarden verbonden, dus in beginsel als duurovereenkomst voor onbepaalde tijd te kwalificeren, gedaagde kan in ieder geval niet gedurende het lopende jaar het gebruik van het teken SCHIP in de aanduiding SCHIP-mediator worden ontzegd, gelet op (1) korte duur van periode die sinds afgeven van het certificaat is verstreken, (2) de communicatie over het gebruik van de aanduiding SCHIP-mediator, (3 ) de hap-snap wijze waarop het huidige licentieregime is geïntroduceerd en (4) omstandigheid dat de Maatschap zich daarbij van de onderhavige aspecten van de rechtsverhouding geen enkele rekenschap lijkt te hebben gegeven.

 

IEPT20200604, Rb Overijssel, Vendic v Meubelplaats

Nieuwe webshop Meubelplaats maakt geen inbreuk op auteursrecht op eerder door Vendic gemaakte vormgeving: Vendic vormgeving niet auteursrechtelijk beschermd nu deze zicht niet op een voldoende eigen wijze onderscheidt van de stijl van de vormgeving van andere webshops uit de meubelbranche, Vendic kan bovendien niet worden aangemerkt als maker van de vormgeving nu de inspiratie voor de vormgeving in beslissende mate is geleverd door Meubelplaats, nieuwe en oude webshop hebben bovendien een verschillende totaalindruk.

 

IEPT20200603, Rb Midden-Nederland, Beeldkunstenaar v Copy cat

[eiser] heeft spoedeisend belang: reeds gepleegde inbreuk en voortzetting daarvan ondanks melding rechtvaardigt opstarten procedure. [gedaagde] maakt door plaatsen van afbeeldingen inbreuk op auteursrechten [eiser] en is daarvoor al websitehouder aansprakelijk, maar geen belang bij opleggen stakings- en verwijderingsbevel: afbeeldingen zijn inmiddels van de website van [gedaagde] gehaald. Vordering tot het afleggen van rekening en verantwoording toegewezen: niet uitgesloten dat [gedaagde] over meer gegevens beschikt dan zij openbaar heeft gemaakt en niet uitgesloten dat de omvang van de inbreuk groter is dan is verklaard. Schadevergoeding van €500,00 toegewezen: [eiser] heeft onvoldoende gesteld om aan te kunnen nemen dat schadevergoeding in redelijkheid begroot kan worden op € 10.000,00 zoals gevorderd.

 

IEPT20200603, Rb Gelderland, All-In Hotels

Vordering tot staking van inbreuken op auteursrecht en vernietiging van inbreukmakende advertentie, brochure, website en klantenbestand bij verstek toegewezen: vordering komt niet onrechtmatig of ongegrond voor.

 

IEPT20200603, Rb Den Haag, Casa Vigar v Edco

Modellen van Casa Vigar zijn geldig: modellen voldoen aanhet nieuwheidscriterium nu deze op meer dan ondergeschikte details verschillen van de voorbeelden uit het Umfeld, modellen hebben een eigen karakter door hun rechtop staand 'lichaam' met lange nek en strapless avondjurk, die duidelijk zichtbare vrouwelijke vormen toont. Edco-borstel A maakt geen inbreuk op Modellen Casa Vigar: borstel A maakt andere totaalindruk dan Modellen door andere kleur en gebrek aan duidelijk zichtbare vrouwelijke kenmerken. Edco-borstel B maakt geen inbreuk op Model A Casa Vigar: borstel B maakt geen andere totaalindruk dan Model A nu verschillen van ondergeschikt karakter zijn. Edco-borstel B maakt geen inbreuk op Model B Casa Vigar: andere totaalindruk dan Model B Casa Vigar gelet op afwijkende kleur en andere vorm.

 

IEPT20200603, Rb Den Haag, Impossible food v Nestle herstelvonnis 

Gevorderde uitvoerbaarverklaring alsnog toegewezen: vordering over het hoofd gezien waardoor de rechtbank heeft verzuimd daarop te beslissen, omstandigheid dat het meer of anders gevorderde is afgewezen brengt niet mee dat geen beroep op aanvulling ex artikel 32 Rv kan worden gedaan, vordering als niet weersproken toegewezen.

 

IEPT20200602, Hof Amsterdam, Ziggo-XS4ALL v Brein

Zaak moet krachtens Hoge Raad-arrest (IEPT20180629) worden beoordeeld conform eisen UPC Telekabel Wien-arrest (IEPT20140327). Onderhavige zaak verschilt van UPC Telekabel Wien-arrest, omdat daar resultaatverplichting was bevolen zonder dat werd voorgeschreven welke maatregelen moesten worden genomen: hof houdt rekening met verschil in aard en formulering. Eisvermeerdering die ziet op aanpakken proxy-sites en mirror-sites niet toegelaten: geen gronden om uitzondering te maken op ontoelaatbaarheid eiswijziging na cassatie en verwijzing. Aangepaste lijst van te blokkeren domeinnamen toelaatbaar (voor zover het niet ontoelaatbare proxy-sites en mirror-sites betreft): betreft een aanpassing aan de actuele omstandigheden, nu oude vordering reeds uitging van een “dynamische” lijst, waar adressen aan konden worden toegevoegd. Verschil gevorderde bevel met bevel uit UPC Telekabel Wien-arrest doet niet af aan vereiste verenigbaarheid ervan met rechtvaardige evenwicht tussen betrokken gronderechten. Blokkade is evenredig met de omvang en ernst van de op The Pirate Bay (TPB) gepleegde inbreuken op auteursrechten (eerste voorwaarde UPC Telekabel Wien): blokkade heeft betrekking op minuscuul gedeelte van op internet beschikbare informatie, 90-95% content TPB is illegaal materiaal. Blokkade heeft in voldoende mate gevolg dat niet-toegestane oproepingen beschermde werken worden verhinderd of minstens bemoeilijkt en sprake van serieuze ontmoediging abonnees Ziggo c.s. om toegang tot die werken te verschaffen (tweede voorwaarde UPC Telekabel Wien). Gevorderde DNS-filter dat geblokkeerd IP-adres koppelt aan blokkade pagina niet in strijd met proportionaliteit en subsidiariteit: hoewel alle opdrachten worden geraakt is dat enkel om vast te stellen of een domeinnaam of IP-adres van TPB is vermeld. Blokkade niet in strijd met vrijheid van ondernemerschap: zelfs indien maatregelen aanzienlijke kosten met zich meebrengen en (technisch) ingewikkeld zijn hoeft dat niet op te wegen tegen rechten die door IE-recht worden gewaarborgd, kosten Ziggo c.s. hebben relatief geringe betekenis voor de betrokken ondernemingen. Geen ontoelaatbare aantasting eigendomsrecht abonnees. Geen uitzondering ten gunste van internetprovider om niet in kosten rechthebbende te worden veroordeeld. Proceskostenveroordeling hoger beroep vóór verwijzing volgens artikel 1019h Rv, ondanks dat dat toen niet was gevorderd: hof van oordeel dat Ziggo c.s. ondubbelzinnig met eiswijziging hebben ingestemd door inhoudelijk verweer te voeren zonder bezwaar over toelaatbaarheid van het nieuwe punt.

 

IEPT20200602, Hof Amsterdam, Picnic v Mavic

Gebruik lookalike in filmpje Picnic vormt geen inbreuk op portretrecht Max Verstappen: bescherming portretrecht gaat niet zo ver dat deze zich uitstrekt tot gebruik van een lookalike in een situatie waarin - bijvoorbeeld door het persiflerende of verwijzende karakter - geen redelijke twijfel bestaat dat het niet de persoon zelf betreft. Ook geen sprake van een onrechtmatige daad: geen feiten aangevoerd die kunnen leiden tot het oordeel dat Verstappen in zijn eer en goede naam is aangetast, niet aannemelijk dat het publiek zal menen dat Verstappen de diensten van Picnic ondersteunt, het enkele feit dat een bekend persoon verzilverbare populariteit geniet brengt niet automatisch mee dat het in een (reclame)filmpje nadoen van die persoon - zonder dat verwarring optreedt ten aanzien van de identiteit van de beide betrokken personen - als onrechtmatig jegens deze bekende persoon (en/of diens zakelijke belangenbehartiger) moet worden gekwalificeerd.

 

IEPT20200602, Rb Den Haag, Novartis v Teva 

Voorzieningenrechter (grensoverschrijdend) bevoegd: op grond van artikel 4 en 35 Brussel I bis-Vo aangezien Teva in Nederland is gevestigd. Verweer tegen bevoegdheid inzake overdracht handelsvergunningen en Oostenrijkse deel EP 246 niet gevolgd, aangezien dat niet afdoet aan bevoegdheid voor treffen voorlopige voorziening. Vermeerdering van eis toegestaan: verwijten uit dagvaarding feitelijk gelijk gebleven, betreft enkel de kwalificatie (directe inbreuk door die inbreuk te faciliteren in plaats van onrechtmatig handelen door dat faciliteren), octrooi inbreuk is species van onrechtmatige daad. Toepasselijk recht overdracht handelsvergunning is op grond van artikel 4 Rome I Oostenrijks recht: doordat verbintenis Ratiopharm niet enkel bestaat uit betaling geldsom aan Teva, maar ook uit nodige verplichtingen die in Oostenrijk moeten worden uitgevoerd, sprake van nauwere band met Oostenrijk. Overdracht naar Oostenrijks recht plaatsgevonden: pas in pleitaantekeningen aanvoeren dat overdracht niet heeft plaatsgevonden te laat, door Teva overgelegde bevestiging onderschrijft overdracht. Overeenkomst tot overdracht handelsvergunningen van Teva aan Ratiopharm (in wetenschap dat in Nederland kort geding was aangezegd) geldig: aanvankelijke overdracht aan Teva berust op fout, zelfs als dat niet zo is geen sprake van nietigheid, aangezien het Teva vrij staat om haar zaken (alsnog) zo te regelen dat die overeenstemmen met haar beleid, overdracht niet enkel verricht om procedure Novartis te frustreren. Vorderingen gegrond op indirecte inbreuk door Teva / onrechtmatig handelen Teva door handelsvergunning ter beschikking te stellen aan rechtspersoon die octrooi inbreuk maakt in Oostenrijk daarom afgewezen. Toepasselijk recht beweerdelijk onrechtmatig handelen / octrooi inbreuk is op grond van artikel 4, 6 en 8 Rome II Oostenrijks recht. Naar Oostenrijks recht geen onzorgvuldig handelen / directe octrooi inbreuk door mee te werken aan geneesmiddelenbewakingssysteem: Teva met oog op volksgezondheid gehouden om in kader van geneesmiddelenbewakingssysteem meldingen van patiënten/artsen met betrekking tot bijwerkingen van everolimus Ratiopharm door te geven aan Ratiopharm, zodat dit uiteindelijk bij bevoegde autoriteiten uitkomt.