Maart 2021

Print this page

IEPT20210330, Hof Den Haag, Traveltrex v RLH

Geen sprake van onbehoorlijk handelen door TravelTrex jegens RLH door de vervallenverklaring van de Bx-SNOWTREX-merken van RLH te vorderen: geen sprake van (impliciete) co- existentieafspraak/overeenkomst tussen partijen. Bx-SNOWTREX-merken vervallen verklaard nu gedurende een periode van meer dan vijf jaar geen normaal gebruik is gemaakt van de merken door RLH: URL www.snowtrex.nl en adwords-advertentie linken direct door naar zoek- en boekpagina Sunweb waar de aanduiding snowtrex niet wordt genoemd, landingspagina van Sunweb-website waarop de aanduiding snowtrex wordt gebruikt en ad-wordsreclame die doorlinkt naar landingspagina ook niet voldoende om aan te nemen dat sprake is van normaal gebruik, ook geen sprake van ander gebruik in de relevante periode en beroep op Heilung afgewezen.

 

IEPT20210329, Rb Den Haag, Schlumberger v ITT Controls

Merkinbreuk in de zin van artikel 9 lid 2 sub b UMVo door gebruik domeinnamen waarvan Schlumberger-merken onderdeel uitmaken en door gebruik tekens ITT Cameron en ITT Barton: reële kans dat ten onrechte de indruk wordt gewekt dat ITT Controls officiële wederverkoper is of anderszins een commerciële band heeft met Schlumberger. Misleidende reclame door vermelding “exclusieve leverancier”: vaststaat dat ITT Controls geen officiële wederverkoper is. Auteursrechtinbreuk: door kopiëren handleidingen, waarbij CAMERON-merk is vervangen door haar eigen logo en onderaan iedere pagina eigen internetadres en e-mailadres is vermeld en door volledig overnemen afbeeldingen, foto’s en CAD-tekeningen van Schlumberger op webpagina’s. Geen auteursrechtinbreuk op ‘look and feel’ van de website van Schlumberger: totaalindruk na verwijderen afbeeldingen kan nu niet worden beoordeeld.

 

IEPT20210329, Rb Amsterdam, Grafisch Ontwerper

Sprake van twee overeenkomsten tussen [A] en grafisch ontwerper [H] en [A] is uit hoofde daarvan een vergoeding van € 21.477,50 verschuldigd aan [H] ten aanzien van door [H] verrichte werkzaamheden: uit mailwisseling blijkt dat partijen een overeenkomst hebben gesloten ten aanzien van ontwerpwerkzaamheden voor schoenenmerk, expliciet gesproken over fee van € 15.000,00, ook ten aanzien van de ontwerpwerkzaamheden voor het merk […] is een overeenkomst van opdracht gesloten tussen partijen en overeenstemming is ontstaan over de financiële afwikkeling van het project. Geen inbreuk op auteursrecht [H] nu sprake is van een impliciete licentie op grond waarvan [A] het design en de logo’s mocht gebruiken: geen voorbehoud besloten in de impliciete licentie en deze geldt dan ook zonder dat betaling heeft plaatsgevonden.

 

IEPT20210325, Rb Overijssel, Bouwbedrijven familienaam

Bouwbedrijf A maakt inbreuk op handelsnaam X nu Bouwbedrijf X aannemelijk heeft gemaakt dat zij als eerste rechtmatig de familienaam als zelfstandig element in haar handelsnaam heeft gebruikt: tussen partijen is niet in geschil dat momenteel verwarringsgevaar bestaat, Bouwbedrijf X heeft in 1994 haar naam gewijzigd en als eerste de familienaam als zelfstandig element gebruikt en Bouwbedrijf A heeft tegen loskoppeling van de familienaam en de voorletter geen bezwaar gemaakt of gesteld dat sprake zou zijn van verwarringsgevaar, Bouwbedrijf A  heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat Bouwbedrijf X met het gebruik van haar handelsnamen inbreuk maakt op de handelsnamen van Bouwbedrijf A en niet kan worden vastgesteld dat het verwarrignsgevaar door de wijziging van de handelsnaam van Bouwbedrijf X aanzienlijk is vergroot, het registreren en doorlinken van een domeinnaam door Bouwbedrijf A is onvoldoende om gebruik van een handelsnaam aan te nemen, aannemelijk dat verwarringsgevaar is toegenomen door het wijzigen van de handelsnaam door Bouwbedrijf A in die zin dat de voorletters worden weggelaten en aan de familienaam het woord ’bouw’ wordt toegevoegd, Bouwbedrijf X heeft voldoende onderbouwd dat zij de naam Bouwbedrijf X gebruikt, domeinnaam van Bouwbedrijf A maakt ook inbreuk. Bouwbedrijf A maakt met het gebruik van het nieuwe logo geen inbreuk op het auteursrecht van Bouwbedrijf X: visuele totaalindruk van beide logo’s verschilt aanzienlijk.

 

IEPT20210323, Hof Arnhem-Leeuwarden, Dagelijks Leven v Sena Buma

Dagelijks Leven moet voor het afspelen van muziek in de woonkamers van haar zorginstellingen een vergoeding betalen aan Buma en Sena: rechtbank heeft miskend dat volledige harmonisatie van het begrip ‘mededeling aan het publiek’ meebrengt dat wanneer geen sprake is van een dergelijke mededeling er ook geen sprake is van een openbaarmaking in de zin van artikel 12 Aw en artikel 2 Wnr, Dagelijks Leven vervult bij het ten gehore brengen van de muziek een centrale rol en verricht daarmee een ‘handeling bestaande in een mededeling’, sprake van een wisselend publiek die niet tot een private groep behoort en die de-minimis drempel overschrijdt, ten gehore brengen van muziek heeft voor Dagelijks Leven commerciële waarde en dus is gerechtvaardigd dat zij een vergoeding betaalt, rechtstreeks beroep op Handvest is niet mogelijk indien het een volledig geharmoniseerde handeling betreft zoals een ‘mededeling aan het publiek’.

 

IEPT20240321, HvJEU, Liberi editori e autori (LEA) v Jamendo

Verzoek om prejudiciële beslissing ten aanzien van in Italië gevestigde onafhankelijke beheerentiteiten niet-ontvankelijk: prejudiciële vraag is hypothetisch van aard, voor zover zij betrekking heeft op in betrokken lidstaat gevestigde onafhankelijke beheerentiteiten. Toegang van onafhankelijke beheerentiteiten tot de activiteit van beheer van auteursrechten niet uitputtend op Unieniveau geharmoniseerd: Richtlijn collectief beheer verzet zich niet tegen nationale wettelijke regeling die op algemene en absolute wijze uitsluit dat in een andere lidstaat gevestigde onafhankelijke beheerentiteiten in betrokken lidstaat hun diensten inzake het beheer van auteursrechten kunnen verrichten. Richtlijn inzake elektronische handel is niet van toepassing op beheer van auteursrechten en naburige rechten. Beheer van auteursrechten en naburige rechten valt niet binnen werkingssfeer van Dienstenrichtlijn. Nationale Italiaanse wetgeving waarbij onafhankelijke bedrijven die zijn gevestigd in een andere lidstaat worden uitgesloten van het beheer van het auteursrecht, is wel in strijd met art. 56 VWEU: beperking op vrijheid van dienstverlening is niet evenredig, aangezien deze in het algemeen en absoluut elke onafhankelijke beheerentiteit die in een andere lidstaat is gevestigd, verhindert om haar activiteit op de betrokken markt uit te voeren.

 

IEPT20210318, Rb Gelderland, Welson v Wellux

Geen inbreuk ten aanzien van woordmerk ‘Welson’ en teken ‘Wellux’: (zeer) beperkte mate van overeenstemming tussen woordmerk en teken. Merkinbreuk door het gebruik van het logo ‘Wellux’: totaalindruk in grote mate dezelfde door ‘golfbeweging’ in beide logo’s. Geen handelsnaaminbreuk: geen (andere) concrete feiten en omstandigheden gesteld waaruit blijkt dat verwarringsgevaar te duchten is.

 

IEPT20210317, Rb Midden-Nederland, Chanel v Bol.com

Vordering Chanel tot inzage ex art. 843a Rv in de administratie van Bol.com ten aanzien van de door Bol verkochte Chanel-producten afgewezen: aangenomen kan worden dat de door Bol aangeboden producten met toestemming van Chanel binnen de EER op de markt zijn gebracht en dus sprake is van toegestane parallel import en uitputting, waardoor een rechtsbetrekking in de zin van artikel 843a Rv niet kan worden vastgesteld, geen sprake van doorwerkende bepalingen in de licentieovereenkomst tussen de merkhouder en zijn licentienemer die aan uitputting in de weg staan, inzage in administratie niet nodig om te bepalen of Bol.com afbreuk doet aan de reputatie van Chanel, waardoor rechtmatig belang van Chanel bij de inzage ontbreekt, Chanel heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat Bol.com onrechtmatig handelt, ook staat niet vast dat de selectieve distrubuteurs van Chanel tekort schieten in de nakoming van hun verplichtingen jegens Chanel, onvoldoende inzicht gegeven door Chanel in haar distributiestelsel en de daarbinnen geldende afspraken, zodat de rechtsbetrekking van Chanel tot haar distributeurs ook niet ten grondslag kan liggen aan de vordering uit hoofde van art. 843a Rv.

 

IEPT20210317, Rb Den Haag, Dash Berlin

Kort geding. Overdracht van de in de tweede alinea van artikel 7 van de vaststellingsovereenkomst genoemde rechten, is (in beginsel) toewijsbaar. Niet voldaan aan betalingsverplichtingen en beroep op verrekening van factuur van 12 mei 2020 faalt. [Gedaagden] moet ieder afzonderlijk het gebruik van  Dash Berlin-merken, handelsnamen ‘Dash Berlin’ en ‘Dash’ en tekens ‘dash berlin’, ‘dashers’, ‘jeffdash’, ‘formerlyknownasdashberlin’, ‘also known as dash berlin’ staken en gestaakt houden: Factuur van 12 mei 2020 (de ‘vergoeding’ als bedoeld in artikel 6 van de vaststellingsovereenkomst) niet voldaan. Betaling van een bedrag van € 81.380,66 in kort geding toegewezen: voldoende aannemelijke vordering en verder geen verweer gevoerd.

 

IEPT20210317, Rb Den Haag, Bacardi v Loendersloot
Fysiek binnen Unie brengen oorspronkelijke goederen met T1-status geen inbreuk. Wel inbreuk is te koop aanbieden daarvan als dit onder omstandigheden noodzakelijkerwijs impliceert dat zij in de EER in de handel worden gebracht (“Class-criterium”). Onrechtmatig faciliteren en bevorderen merkinbreuk is niet zonder meer onrechtmatig tegen licentienemer. Onjuiste rechtsopvatting dat stakingsbevel inzake merkinbreuk alleen aan tussenpersoon kan worden opgelegd wanneer de inbreukmaker zelf niet kan worden aangesproken. Inbreukmakend decoderen merkartikel wanneer de toestand van de waren, nadat zij in de handel zijn gebracht, gewijzigd of verslechterd is (artikel 15 lid 2 UMVo).Van wijziging van de waar in deze zin is onder meer sprake bij heretikettering van de producten. Vaststaat dat decoderen van Bacardi-producten steeds gepaard gaat met het verwijderen en het opnieuw aanbrengen van het etiket waarop het merk is aangebracht. De toestand van de waar is derhalve gewijzigd in de zin van artikel 15 lid 2 UMVo. De merkhouder kan zich daartegen verzetten, tenzij is voldaan aan […] cumulatieve, vereisten. Of het decoderen inbreukmakend is, hangt af van de douanestatus van de betreffende producten. Het decoderen is inbreukmakend als het onder douanestatus T1 gebeurt en is voldaan aan het ‘Class-criterium’ en als het onder douanestatus T2/AGD gebeurt. Beschikbaarstelling decodeerfaciliteit door Pure Handling. Geen merkinbreuk. Geen onrechtmatig faciliteren merkinbreuk door derden, bestaande uit decoderen Bacardi-producten, nu Pure Handling geen kennis droeg van de douanestatus van de betreffende Bacardi-producten of die kennis redelijkerwijs had moeten hebben. Tussenpersoon in de zin van artikel 2.22 BVIE doordat Bacardi-producten, voorzien van het merk Grey Goose, terwijl zij de douanestatus T2/AGD hadden, door MWL zijn gedecodeerd in de decodeerfaciliteit van Pure Handling. Doen decoderen door LI. Niet onrechtmatig nu LI redelijkerwijs niet kan weten of niet-Unieproducten al dan niet zijn uitgeput. Opslag door LI. Verbod ter zake van niet-Unie-producten disproportioneel grote belasting voor een expediteur waarvan in redelijkheid niet gevergd kan worden dat zij ten aanzien van elk niet-Unie-product onderzoekt of navraagt of dat product al dan niet is uitgeput; uitvoering zou voor LI overdreven kostbaar zijn en zou belemmeringen voor het legitieme handelsverkeer scheppen. Opslaan door LI van (door derden) gedecodeerde Bacardi-producten met douanestatus T2/AGD wel onrechtmatig. Invoeren door LI. Geen invoeren door LI in geval van directe vertegenwoordiging aangezien LI, die dan in naam en voor rekening van haar opdrachtgever handelt, er ‘tussenuit valt’. Bij directe vertegenwoordiging is de opdrachtgever van LI – en niet LI – degene die invoert in de zin van artikel 9 lid 3 UMVo. Invoeren door LI als direct vertegenwoordiger van gedecodeerde Bacardi-producten onrechtmatig: Zij moet als professionele dienstverlener die actief is in de parellelhandel geacht worden ervan op de hoogte te zijn dat Bacardi c.s. zich kunnen verzetten tegen invoer van gedecodeerde Bacardi-producten, ongeacht of deze producten uitgeput zijn.LI is ingeval van indirecte vertegenwoordiging degene die invoert in de zin van artikel 9(3) UMVo. Gebruik merk in zakelijke stukken geen merkgebruik.Persoonlijke aansprakelijkheid [gedaagde 6] niet voldoende onderbouwd. Dat merkinbreuk LI met zijn medeweten en goedkeuring heeft plaatsgehad, zegt niet  dat hij deze gedragingen van LI willens en wetens, op jegens Bacardi c.s. onrechtmatige wijze, heeft bevorderd. Geen belang bij incidenteel gevorderde exhibitie (art. 843a Rv) naast de in hoofdzaak gevorderde opgave. Voor zover een inbreuk of onrechtmatig handelen dan wel de dreiging ervan hiervoor al vastgesteld is, is afgifte van het bewijsmateriaal voor dit doel naast de in de hoofdzaak gevorderde opgave, derhalve overbodig en ontbreekt in zoverre het rechtmatig belang bij exhibitie in dit incident. In verband met vertrouwelijkheid mogen productcodes worden weggelakt bij inzage proces-verbaal van het afgifte-beslag.

 

IEPT20210317, Rb Den Haag, Tommy Hilfiger v Facebook

Advertenties en promotie-accounts op Facebook zijn geen auteursrechtelijke "mededeling aan het publiek” door Facebook. Geen merkgebruik door Facebook in geval van avertenties van derden op Facebook. Het niet afgeven van identificerende gegevens na constatering van inbreuk is onrechtmatig. De mogelijkheid dat de informatie, op zichzelf beschouwd, jegens de derde onrechtmatig en schadelijk is, is voldoende aannemelij. De derde heeft een reëel belang bij de verkrijging van de NAW-gegeven. Aannemelijk is dat in het concrete geval geen minder ingrijpende mogelijkheid bestaat om de NAW-gegevens te achterhalen. Afweging van de betrokken belangen van de derde, de serviceprovider en de persoon die onrechtmatig handelt brengt mee dat het belang van de derde behoort te prevaleren. Facebook komt beroep op hosting vrijstelling toe. Niet (onderbouwd) gesteld dat Facebook wetenschap van de inbreuk zou hebben. Na melding van inbreuk verwijdert Facebook de vermeend inbreukmakende content.

 

IEPT20210316, Hof Den Haag, ASSIA v KPN en Nokia
Nietigheid wegens toegevoegde materie middels ‘intermediate generalisation’. Wijzigingen van een Europese octrooiaanvrage ingevolge artikel 123 lid 2 EOV slechts toegestaan binnen de grenzen van hetgeen de vakman, in aanmerking genomen zijn algemene vakkennis op de prioriteitsdatum, rechtstreeks en ondubbelzinnig, impliciet dan wel expliciet, uit de oorspronkelijke aanvrage kan afleiden (de zogenaamde ‘disclosure-test’ of ‘gouden standaard’). Het in een conclusie opnemen van een kenmerk uit een bepaalde uitvoeringsvorm zonder de overige in verband met die uitvoeringsvorm geopenbaarde kenmerken mee te claimen, is een vorm van toegevoegde materie die ook wel wordt aangeduid als ‘intermediate generalisation’. Uitsluitend datgene wat de gemiddelde vakman op grond van zijn algemene vakkennis als het ware ‘vanzelf’ meeleest of logischerwijs voor hem daaruit voortvloeit, kan als (impliciet) geopenbaard worden beschouwd. De conclusies 1 en 16 van EP 456 bevatten toegevoegde materie omdat deelkenmerk 1k ten onrechte niet is beperkt tot niet-lineaire precoding (downstream) met de in EP 456 beschreven preferred precoder. De conclusies 1 en 16 bevatten (ook) toegevoegde materie doordat onafhankelijke energietoewijzing voor upstream transmissie niet uitsluitend in combinatie met niet-lineaire cancellation door middel van de geopenbaarde niet-lineaire canceller onder bescherming is gesteld.

 

IEPT20210316, Rb Den Haag, G.S.M. City v MoMo Allround

Overnemen door MoMo Allround van door G.S.M. City geregistreerde en gebruikte EAN-codes maakt inbreuk op merkenrecht, handelsnaamrecht en auteursrecht van G.S.M. City: MoMo Allround heeft geen verweer gevoerd tegen de gestelde inbreuken zodat de vorderingen worden toegewezen.

 

IEPT20210315, BenGH, BXT v GiGi

Artikel 2.5bis BVIE – dat de verplichting voor de aanvrager van een merk schept om de waren en diensten waarvoor bescherming wordt gevraagd, voldoende en nauwkeurig te omschrijven – is niet van betekenis bij de beoordeling of GiGi een beroep op haar oudere merken kan doen om met succes oppositie in te stellen tegen het Benelux-depot van BXT.

 

IEPT20210315, Rb Gelderland, Slaap Totaal

Niet is komen vast te staan dat gedaagden een namaakdekbed op de markt hebben gebracht met gebruikmaking van de merknaam en een inlegvel van Slaap Totaal: Slaap Totaal kan niet bewijzen dat ter zitting getoond dekbed afkomstig is van gedaagden, uit aankoopfactuur overgelegd door [gedaagde 3] kan worden afgeleid dat originele Cool Cotton dekbedden zijn ingekocht bij groothandel, rechtsgeldigheid merkinschrijving betwist en niet uit te sluiten dat sprake is van uitputting ter zake van de aan gedaagden verkochte dekbedden. Niet komen vast te staan dat inlegvel auteursrechtelijk beschermd is: onvoldoende onderbouwd door Slaap Totaal en betwist door gedaagden.

 

IEPT20210309, Hof Den Haag, Diesel v Calvin Klein

‘Coin pocket’-merk van Diesel ten onrechte nietig verklaard: door bijzondere schuine plaatsing van de strook op het onderste deel van de coin pocket heeft het merk onderscheidend vermogen. Geen sub b-merkinbreuk door gebruik CK-label doordat deze niet visueel overeenstemt met het (positie)merk: de plaatsing van het label wijkt af van de plaatsing van het label in het merk. Ook geen sub c-merkinbreuk: geen overeenstemming tussen merk en teken. CK-label maakt geen inbreuk op auteursrechten van Diesel: door bijzondere schuine plaatsing van het Diesel-label wijkt deze af van het horzinontaal geplaatste CK-label.

 

IEPT20210309, Hof Den Haag, Publicatie privé (adres)gegevens presentator

[T] handelt onrechtmatig indien hij persoonlijke adresgegevens van [S] openbaar maakt: recht op vrijheid van meningsuiting is niet ongelimiteerd en [T] heeft geen rechtens te respecteren belang bij openbaarmaking van adresgegevens [S], recht van [S] op bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer prevaleert, oordeel hof dat [T] door publicatie adresgegevens onrechtmatig handelt staat los van vraag of uitlatingen gedaan door [S] in uitzending over [T] juist zijn, serieuze dreiging bestaat dat [T] daadwerkelijk tot openbaarmaking van persoonlijke adresgegevens van [S] zal overgaan, in verklaring [T] ligt besloten dat hij dit inmiddels al heeft gedaan. Behandeling geschorst in afwachting van de beslissing van de wrakingskamer van het hof: voorwaarde waaronder het wrakingsverzoek is gedaan, het niet horen van [S] als getuige, is vervuld.

 

IEPT20210309, Rb Den Haag, VSN v Lijst 30

(Mede)bestuurders van afsplitsende partij (Lijst 30) van Vrij en Sociaal Nederland maken merkinbreuk op beeldmerk van VSN en dienen medewerking te verlenen aan overdracht aan VSN van domeinnaam die doorlinkt naar eigen website Lijst 30: uit een verstuurde brief blijkt dat gebruik wordt gemaakt van een teken dat gelijk is aan het beeldmerk van VSN, niet gebleken dat domeinnaam op naam van de (mede)bestuurders staat waardoor gebod tot overdacht moet worden afgewezen maar wel genoeg grond voor een bevel om medewerking te verlenen aan overdracht van domeinnaam.

 

IEPT20210309, HvJEU, VG Bild-Kunst v SPK

Het opnemen, door middel van framing, van een met toestemming van de rechthebbende op een vrij toegankelijke website beschikbaar werk op de website van een derde is ‘mededeling aan het publiek’ indien daarbij de getroffen of geïnitieerde voorzieningen tegen framing worden omzeild: het toestaan van een dergelijke opneming zou indruisen tegen het exclusieve en onuitputtelijke recht van de auteursrechthouder om op grond van artikel 3, leden 1 en 3, van de Auteursrechtrichtlijn elke mededeling van zijn werken aan het publiek toe te staan of te verbieden.

 

IEPT20210309, Rb Amsterdam, Bellingcat v FAN

Artikelen van FAN over gestelde omkoping en bedreiging door Bellingcat en […] zijn onrechtmatig: verschillende aanwijzingen dat publicaties valse beschuldigingen bevatten.

 

IEPT20210309, Rb Amsterdam, Epica

Artiestenovereenkomst met Centertainment is rechtsgeldig ontbonden door Epica c.s. nu Centertainment tekortgeschoten is in de nakoming van haar verplichtingen, onder meer door het opzetten van een schijnconstructie met een ‘Engelse licentienemer’. Centertainment heeft nooit enig bedrag voor de online exploitatie aan Epica betaald, onder meer doordat gelden werden geïncasseerd door Engels zusterbedrijf van Centertainment welke in strijd met de goede trouw tussen contractspartijen aanspraak maakt op een licentievergoeding van 50% van de geïncasseerde gelden. Centertainment brengt ten onrechte extra kostenposten in mindering op de royaltyvergoeding. Centertainment is tekortgeschoten in haar inspanningsverplichting van voortdurende exploitatie en maximalisatie van rendement. Centertainment moet meewerken aan het terug overdragen van de naburige rechten aan de VOF en nu Centertainment de naburige rechten van de fonogrammenproducent behoudt moet zij gedogen dat Epica de albums exploiteert via Tunecore. Ontbinding van de overeenkomst heeft niet tot gevolg dat de naburige rechten die de uitvoerend kunstenaars in 2002 hebben overgedragen van rechtswege terugvallen op Epica Dat de naburige rechten van de fonogrammenproduct bij Certainment blijven berusten leidt tot een patstelling, onvoldoende aannemelijk dat bodemrechter zal beslissen dat er grond in om Centertainment te veroordelen tot overdracht van haar intellectuele eigendom maar een beroep van Centertainment op haar verbodsrecht zou resulteren in misbruik van recht. 

 

IEPT20210308, Rb Rotterdam, VR Arcade

VR Arcade (Rotterdam) wordt als handelsnaam gevoerd door [gedaagde 1] maar gebruik maakt geen inbreuk op handelsnaam VR Arcade nu deze naam puur beschrijvend is en aldus geen of geringe bescherming geniet onder de Handelsnaamwet: onvoldoende gebleken dat handelsnaam is ingeburgerd en met toepassing van het arrest van de Hoge Raad in Dairy Partners kan worden geoordeeld dat kleine variatie die door [gedaagde 1] c.s. is aangebracht verwarringsgevaar voldoende zal kunnen wegnemen, ook geen sprake van merkinbreuk of onrechtmatig handelen door [gedaagde 1] c.s..

 

IEPT20210303, Rb Den Haag, Busch-Jaeger v Klusspullen

Klusspullen kon en mocht erop vertrouwen dat Busch-Jaeger instemde met het gebruik van het woordmerk in handels- en domeinnaam, op website en e-mailadres: Klusspullen mocht toestemming Busch-Jaeger afleiden uit e-mailcorrespondentie met [medewerker 1], [medewerker 2] en [medewerker 4] van ABB, niet gebleken dat Busch-Jaeger telefonisch of via sommatiebrief kon overgaan tot opzegging of beëindiging van de toestemming.

 

IEPT20210303, Rb Amsterdam, Nordisk v Curator 

Anders dan in tussenvonnis, wordt geoordeeld dat Nordisk niet mede-auteursrechthebbende van het tv-format voor een talentenjacht voor helderzienden is: curator voldoende tegenbewijs geleverd. Medewerker A van TéVé heeft verklaard dat hij voor het televisieprogramma een format heeft gemaakt en die in de format Bible heeft neergelegd, hierbij is geen overleg geweest met medewerker B van Nordisk. De subsidiaire vordering (Wanneer rechtbank oordeelt dat de auteursrechten op het format niet van rechtswege (gedeeltelijk) berusten bij Nordisk de curator beveelt binnen het aan Nordisk toekomende deel van de op het format rustende auteursrechten om niet over te dragen aan Nordisk) afgewezen: In het tussenvonnis is geoordeeld dat als de curator slaagt in het leveren van tegenbewijs, de subsidiaire grondslag niet kan slagen en de vorderingen van Nordisk zullen worden afgewezen. Er bestaat geen aanleiding om van de in het tussenvonnis genomen bindende eindbeslissingen terug te komen. Nordisk onvoldoende naar voren gebracht dat deze beslissing zou berusten op onjuiste juridische of feitelijke grondslag.