juli 2023

Print this page

IEPT20230726, Rb Noord-Holland, Zippé

In opdracht gemaakte campagnefilm en -foto’s ten behoeve van crowdfundingcampagne Zippé, het dekbed met rits. Vordering tot betaling factuur aan eiser toegewezen. Geen inbreuk op auteursrecht eiser: uit de gang van zaken blijkt dat eiser toestemming heeft gegeven voor gebruik van de foto, ook zonder naamsvermelding. Toestemming geldt ook voor promotionele doeleinden, de opdracht had namelijk tot doel de promotie van Zippé. Tegenvordering Zippé afgewezen. 

 

IEPT20230726, Rb Den Haag, Edwards v Meril
Geen inbreuk: Edwards heeft haar inbreukvorderingen niet gebaseerd op de geldig bevonden conclusies 3, 8, 9, 10, 12 en 13 (noch op enige wel ingeroepen volgconclusie voor zover deze terugverwijst naar conclusie 3 respectievelijk 12 of 13). De conclusies waar Edwards haar inbreukvorderingen wel op heeft gebaseerd zijn nietig, zodat daarop geen inbreuk kan worden gemaakt. De rechtbank is van oordeel is dat er in het octrooi geen aanleiding is voor de vakpersoon om deelkenmerk 1.2.7 zo uit te leggen dat sprake moet zijn van (strikt) verticale (in de zin van evenwijdig aan de lengteas van de hartklep) en parallelle struts. Dat in de figuren alleen (deels) parallelle struts worden getoond, is daarvoor onvoldoende. Het probleem dat Edwards (voor het eerst) ter zitting heeft genoemd waardoor de vakpersoon zou begrijpen dat verticale én daarmee dus parallelle struts een wezenlijk onderdeel van de conclusie zijn staat nergens in het octrooi. Nieuwheidsschadelijkheid Lobbi  voor conclusie 1. Nu Lobbi aldus zowel deelkenmerk 1.2.7 als deelkenmerk 1.2.8, direct en ondubbelzinnig openbaart, wordt conclusie 1 van het octrooi als niet nieuw beoordeeld ten opzichte van Lobbi. Gedeeltelijke nietigheid: dat de conclusies 1 en 2 geheel, conclusies 4 tot en met 7 voor zover niet terugverwijzend naar conclusie 3, conclusie 11 geheel en conclusie 14 voor zover niet terugverwijzend naar conclusie 13, als ongeldig, en de conclusies 3, 8, 9, 10, 12 en 13 als geheel geldig, worden beschouwd. 

 

IEPT20230725, Hof Den Haag, Douwe Egberts v Belmoca
Weigering uitbreiding van de grondslag van de vorderingen ex EP 521 met EP 333 wegens strijd met goede procesorde. De geldigheids- en inbreukargumenten ten aanzien van EP 521 en EP 333 verschillen op een zeer wezenlijk punt, waardoor een sterke samenhang tussen de Octrooien ontbreekt en een geheel nieuw – en onvoldragen – debat geopend wordt. Vakman (m/v) zal het kenmerk “plastisch trekken over” ( “plastically drawn over”), gelezen in het licht van de beschrijving en tekeningen, zo begrijpen dat er sprake moet zijn van door een neerwaartse beweging van het omsluitende deel veroorzaakte meridionale trekspanningen in het materiaal van de zijwand van de capsule die leiden tot een blijvende vervorming van dat materiaal in axiale richting (al dan niet naast trekspanningen en/of vervormingen in andere richtingen). Geen (indirecte) inbreuk. De Belmio capsules voldoen niet aan het kenmerk dat zij bij gebruik plastisch over de voorste rand van het omsluitende deel van de Nespresso-machine worden getrokken en de zijwand van de Belmio Capsules bij gebruik blijvend vervormt in neerwaartse richting door trekspanningen in meridionale richting.

 

IEPT20230723, Rb Amsterdam, Metaquotes v 3NT

Gerechtelijk bevel tot verstrekken van NAW-gegevens aan Metaquotes: 3NT geen verweer gevoerd en 3NT toegezegd medewerking te verlenen mits daar een gerechtelijke beslissing aan ten grondslag ligt.

 

IEPT20230719, Rb Midden-Nederland, Estivant v Estivo

Geen inbreuk op handelsnaamrecht, verwarringsgevaar valt niet te duchten: visueel en auditief zekere mate van overeenstemming tussen ‘Estivant’ en ‘Estivo’. Aard van beide ondernemingen is verschillend. Beide ondernemingen richten zich op een andere doelgroep. Vormgeving van de logo’s en websites verschilt. Geen feitelijke verwarring plaatsgevonden. Geen merkinbreuk: Estivotravel heeft een ouder recht van slechts plaatselijke betekenis.

 

IEPT20230718, Hof Den Haag, Barco v Kindermann
€  75.754,89 proceskostenvergoeding na intrekking vorderingen drie weken voorafgaand aan mondelinge behandeling van 27 maart 2023 na volledige herroeping van het octrooi door Oppositieafdeling tijdens de zitting van 8 juni 2022 

 

IEPT20230718, Hof Amsterdam, Hearst

Publicatie artikel niet onrechtmatig, door rechtbank toegewezen vordering tot plaatsen rectificatie alsnog afgewezen: als publieke figuur moet [geïntimeerde 1] zich in het publieke debat dat over hem en zijn onderneming wordt gevoerd meer laten welgevallen dan een gemiddelde burger. Niet wordt feitelijk beweerd dat er geen of slechts een handvol motorfietsen zouden zijn. Het beeld dat in het artikel van [geintimeerde 2] is geschetst komt voor rekening van [geïntimeerden].

 

IEPT20230713, HvJ EU, Ocilion v Seven.One

Geen “kopieën voor privégebruik” bij op initiatief van een eindgebruiker door een exploitant van online doorgifte van tv-uitzendingen opgenomen tv-uitzendingen die ter beschikking worden gesteld aan een onbepaald aantal gebruikers die dezelfde inhoud willen bekijken. Geen “mededeling aan het publiek” door exploitant van online doorgifte van tv-uitzendingen die zijn commerciële klanten hard- en software verstrekt die deze commerciële klant in staat stelt zijn eigen klanten uitgestelde toegang tot online tv-uitzendingen te bieden, ook al weet hij dat zijn dienst kan worden gebruikt om toegang te verkrijgen tot beschermde programma-inhoud zonder toestemming van de auteurs ervan.

 

IEPT20230713, Rb Amsterdam, Boek Willeke Dost

De publicatie kan bij voorbaat op eventuele onrechtmatigheden worden getoetst: het manuscript is (zo goed als) af, en de hoofdlijnen daarvan zijn uit de aard der zaak bij gedaagden bekend. De keuze om iemand naam te noemen valt onder journalistieke vrijheid: artikel 10 EVRM geeft journalisten de vrijheid om te beslissen welke details zij willen publiceren om de geloofwaardigheid van een artikel te waarborgen. Het is onvermijdelijk dat de vriendin en haar ouders in het boek zullen worden genoemd en dat zij, ook als hun naam achterwege wordt gelaten, herleidbaar zijn, want het weglaten van deze personen zou erop neer komen dat het verhaal onvolledig is. Dat zou feitelijk zou neerkomen op een verbod van het boek. Gebruik in het boek van de onder heimelijke omstandigheden verkregen verklaringen en geluidsopnames, is niet op voorhand onrechtmatig: dat hangt af van de context maatschappelijke vraagstuk en mogelijke misstanden waaraan het boek is gewijd. Het is aan [gedaagde 2] om daarmee zorgvuldig om te gaan. 

 

IEPT20230713, Rb Den Haag, McCain v Simplot

Beroep op artikel 611d Rv wordt buiten beschouwing gelaten: de rechtbank (bodemrechter) heeft de 4.10-, 4.12- en 4.27-verplichtingen opgelegd waardoor zij in casu als de voorzieningenrechter de dwangsom niet kan opheffen of verminderen. McCain Foods c.s, althans McCain Europe, heeft in strijd gehandeld met het inbreukverbod: dwangsommen verbeurd. De verbeurde dwangsommen zijn niet verjaard: aannemelijk dat Simplot niet eerder bekend was met de overtredingen van het inbreukverbod uit het 2017 KG vonnis door McCain Foods c.s. Aan de verplichting tot inzake, afgifte en opgave heeft zij eveneens niet voldaan door EY een rapport toe te zenden en inzage te geven in de documentatie: de 4.10-verplichting: er kan niet worden geconstateerd dat Simplot volledig inzicht heeft verkregen in de omvang van het inbreukmakend handelen. De 4.12- en 4.27-verplichtingen: McCain Holland c.s. geeft (wederom) blijk van een onjuiste, te beperkte opvatting van doel en strekking van deze verplichtingen. Geen sprake van misbruik van executiebevoegdheid ten aanzien van het 2022 bodemvonnis: Simplot heeft geen enkel nadeel geleden door de wijze waarop McCain Holland c.s. de 5.10-, 4.12- en 4.27-verplichtingen is nagekomen.

 

IEPT20230712, Rb Den Haag, Stöbich v Hoefnagels

Inbreukvordering afgewezen. Octrooi EP 700 nietig: deelkenmerk 1.5 en 1.6 direct en ondubbelzinnig geopenbaard en hulpverzoeken Stöbich afgewezen. Vernietiging nietige conclusies voor Nederlandse deel octrooi.  

 

IEPT20230711, Hof Den Bosch, Chalets
Onvoldoende spoedeisend belang bij gevraagde voorziening ten tijde van arrest in hoger beroep, enkel belang wegens proceskosten eerste aanleg. Uitgangspunt: (a) dat er uitsluitend sprake is van één mogelijk inbreukmakend / nagebootst chalet dat al gedurende geruime tijd door [YYY] Caravans tevergeefs te koop wordt aangeboden, en (b) dat voldoende aannemelijk is dat [geïntimeerden] of één van hen beiden niet een volgend chalet met een gelijk ontwerp zal gaan aan- of verkopen. Het hof zal het mogelijk inbreukmakende chalet verder alleen nog aanduiden als Spark Terras (en niet meer als Lessnaar Terrasse). Chalet Rushmore auteursrechtelijk beschermd werk. Beperkte auteursrechtelijke bescherming van het ontwerp van de Rushmore: heeft betrekking op de specifieke totale combinatie van de industriële hoekige uitstraling en de […] genoemde elf elementengrond van een totale combinatie van specifieke elementen. Inbreuk op auteursrecht Rushmore. De totaalindruk van de Spark Terras stemt overeen met de totaalindruk van de Rushmore op basis van de totale combinatie van elementen, ontlening onvoldoende onderbouwd betwist (niets aangevoerd over ontwerpproces Spark Terras).

 

IEPT20230711, Hof Amsterdam, Poseidon v Fishflow
Vernietiging octrooilicentie wegens verschoonbare dwaling over de status en de reikwijdte van de octrooirechtelijke bescherming van de ‘vinding’ waarvoor zij in de licentieovereenkomst een wereldwijde licentie verkreeg. De slotsom luidt dat Fishflow de op haar rustende inlichtingen- en mededelingsplicht heeft geschonden door Poseidon voor te houden dat zij over een octrooi beschikte voor een beproefde vinding en door Poseidon niet te vertellen dat het Nederlands octrooi niet getoetst was en niets te zeggen over de kritische nieuwheidsonderzoeken. Vernietiging van de licentieovereenkomst heeft tot gevolg dat Fishflow de door Poseidon voldane licentievergoeding van  € 3.251 moet terugbetalen.

 

IEPT20230707, HR, Philips v Lidl

Auteursrecht op bewerking omvat niet ook het auteursrecht op het oorspronkelijke werk, ook niet  indien beide rechten in één hand zijn. Ontoereikend gemotiveerde verwerping van het subsidiaire beroep van Philips op een auteursrecht op de Arcitec of “een geheel van auteursrechten op de ST3D en Arcitec”. Onbegrijpelijk oordeel dat Philips onvoldoende heeft gespecificeerd waaruit de gemeenschappelijke elementen bestaan van het werk waarvan de Arcitec en de ST3D allebei uitvoeringsvormen zouden zijn en dat aldus niet is voldaan aan het vereiste dat het voorwerp voldoende nauwkeurig objectief kan worden geïdentificeerd. Slaafse nabootsing. Omstandigheid dat het hof, ter motivering van zijn oordeel dat geen sprake is van (gevaar voor) nodeloze verwarring en in reactie op het andersluidende standpunt van Philips, in zijn overwegingen vooral punten van verschil heeft genoemd, betekent niet dat het hof geen oog heeft gehad voor de punten van overeenstemming. Het oordeel van het hof geeft aldus geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is toereikend gemotiveerd.

 

IEPT20230706, Rb Amsterdam, Digital Revolution v HP
Selectieve distributie HP. Onvoldoende voor een oordeel dat de HP Selectieve Distributie Criteria niet voldoen aan de Metro-criteria en het hanteren daarvan in strijd is met artikel 101(1) VWEU. Aan Digital Revolution c.s. kan weliswaar worden toegegeven dat de SDC op onderdelen vragen oproepen over de objectiviteit en over de evenredigheid daarvan aan het beoogde doel, maar daarmee is de onrechtmatigheid van dit stelsel nog niet voldoende aannemelijk. Niet aannemelijk gemaakt dat de SDC worden toegepast op een manier die verder gaat dan noodzakelijk, dan wel dat dit op discriminatoire wijze gebeurt. 

 

IEPT20230704, Hof Arnhem-Leeuwarden, Purple Q v Xiltrix

Purple Q maakt inbreuk op merk Xiltrix: gebruik door Purple Q niet te kwalificeren als  refererend merkgebruik. Purple Q gebruikt merk Xiltrix in vergelijkende reclame (artikel 2.20 lid 3 onder f BVIE): één ontevreden afnemer is onvoldoende om de bewering te onderbouwing dat Purple Q een star beleid voert met betrekking tot het onderhoud. Het door de voorzieningenrechter ingelaste algehele verbod tot het gebruik van het merk Xiltrix gaat echter te ver: refererend merkgebruik onder voorwaarden toegestaan.

 

IEPT20230704, Hof Den Bosch, Grafix v RMS

Voorlopige voorziening tot nakoming vaststellingsovereenkomst (VSO II) afgewezen, uitgaande van rechtmatige beëindiging daarvan: Uit LOI, VSO I en VSO II volgt voorshands niet dat IE-stappenplan moet worden doorlopen voordat douane-registratie of VSO II kan worden beëindigd. Geen sprake van geringe inbreuk die de beëindiging van VSO II niet zou rechtvaardigen. Belang Grafix bij instandhouding van douane-registratie weegt niet op tegen het belang van RMS bij het beëindigen daarvan.