Oktober 2023

Print this page

IEPT20231026, Rb Rotterdam, TikTok-suggestieve filmpjes

Onrechtmatige daad door plaatsen van filmpjes op TikTok: groot bereik filmpjes en suggestie van strafrechtelijk onrechtmatig handelen zorgt voor grote onrust en schade bij betrokkene. [gedaagde01] wist of had moeten bedenken dat het gaat om hoe anderen de inhoud van de filmpjes opvatten. Schadevergoeding wegens aantasting eer en goede naam: gevolgen van suggestieve filmpjes groot door positie van [eiser01] als BN’er en actuele (terechte) maatschappelijke verontwaardigheid aangaande dit gevoelige onderwerp. Vorderingen in reconventie niet toegekend: geen sprake van onrechtmatig gebruik beeldmateriaal van [eiseres01], geen rectificatie gezien aannemelijkheid dat [eiseres01] de door haar genoemde zaken wel heeft gedaan en staat niet vast dat [verweerder01] stalkt, beschuldigt of zwartmaakt. 

 

IEPT20231026, Rb Rotterdam, Techlantic-Ontario v Volkswagen

Sprake van inbreuk op merkrecht ex art. 9 lid 3 onder c UMVo door import niet voor EU bedoelde VW ID.6: auto's worden door Autocavy in de EU in de handel gebracht, zoals bedoeld in het Class-arrest. Beslag op de auto’s blijft rusten, vorderingen Techlantic c.s. worden afgewezen: belang VW dat zij eventueel een maatregel tot vernietiging van de auto’s (ex art. 2.22 lid 1 BVIE) daadwerkelijk ten uitvoer zal kunnen leggen, weegt zwaarder.

 

IEPT20231025, Rb Den Haag, Dutch Trading Office v CNC
CNCs wijze van champignoncompostblokken stapelen voldoet niet aan kenmerken octrooi DTO (EP 086): de gestapelde compostblokken worden niet gesteund door (een) afstandhouder(s), waarbij rijen en kolommen van gestapelde blokken worden verschaft, waarbij tussen die gestapelde blokken een verticale ruimte wordt gelaten voor ventilatie. Een pallet kan niet worden gezien als een afstandhouder (kenmerk d, octrooi EP 086): een pallet bevindt zich in het horizontale vlak, terwijl afstandhouders zich in het verticale vlak.

 

IEPT20231025, Rb Den Haag, Synthon v Novartis

Nietigheidszaak voor het ABC (NL300811C) op een combinatietherapie van de stoffen valsartan en sacubitril. Behoeft geen beoordeling plaats te vinden of de octrooiaanvrage (EP728) op plausibele wijze is geopenbaard: Novartis heeft zich in deze procedure niet op enig synergetisch effect van de combinatietherapie beroepen, maar uitsluitend op een verbeterd effect ten opzichte van valsartan monotherapie. Inventiviteitsaanvallen slagen niet; Het combineren van valsartan met sacubitril om tot een verbeterde behandeling van hartfalen en/of hypertensie te komen dan valsartan monotherapie, was op de prioriteitsdatum inventief; De gemiddelde vakman zou zonder inventieve arbeid niet tot de combinatie van valsartan en sacubitril gekomen zijn.
 

IEPT20231025, Rb Noord-Holland, Stichting De Orkaan

Vordering tot rectificatie van onrechtmatige publicaties in online krant deels toegewezen; Beschuldiging vindt onvoldoende steun in het ten tijde van de publicatie aanwezige feitenmateriaal en de publicatie is onrechtmatig; Gelet op de aard van de beschuldiging, het bereik van De Orkaan en het gezag dat aan De Orkaan kan worden toegedicht, heeft eiser voldoende belang bij de door hem gevraagde rectificatie.

 

IEPT20231024, Hof Amsterdam, RPM v Philip Morris en Loendersloot
Geen merkinbreuk , opheffing beslag, proceskosten na verwijzing. Het hof sluit zich aan bij en neemt over hetgeen het hof Den Haag (dat op grond van artikel 124 UMVo exclusief bevoegd is om te oordelen in geschillen betreffende de inbreuk op Uniemerkrechten en in de hoofdzaak over deze kwestie zal dienen te beslissen) in rov. 4.4 tot en met 4.16 van zijn arrest van 22 december 2020, onder verwijzing naar - onder meer - de totstandkomingsgeschiedenis van artikel 9 lid 4 UMVo, heeft overwogen omtrent de toepasselijkheid van het Class-criterium in het onderhavige geval en de conclusie dat er ten tijde van de beslaglegging geen sprake was van inbreukmakend handelen. Opheffing beslag. Proceskosten. Gelet op het verzuim van processuele aard dat tot vernietiging van het arrest van het hof Den Haag en verwijzing naar dit hof heeft geleid, ziet het hof aanleiding om daarvoor, behoudens wat het incident betreft, geen verdere kosten toe te kennen en de proceskosten waartoe Philip Morris in beide instanties wordt veroordeeld te begroten op het bedrag waarop het hof Den Haag deze heeft begroot, zijnde in totaal € 24.966.50.

 

IEPT20231024, Rb Overijssel, Buma-Sena v restaurant

Sprake van inbreuk op auteursrecht en naburige rechten: [gedaagde] heeft zonder licentie muziek met een auteursrecht afgespeeld in haar restaurant. Vorderingen Buma en Sena worden toegewezen: [gedaagde] heeft niet onderbouwd waarom de vergoeding aan Buma en Sena niet redelijk zou zijn. 

 

IEPT20231019, HvJEU, GSTT

Indien een lidstaat de in artikel 61 van de TRIPs-overeenkomst neergelegde verplichting tot strafbaarstelling van opzettelijk merk- of auteursrecht inbreuk nakomt, brengt deze lidstaat het recht van de Unie ten uitvoer, zodat het Handvest van toepassing is (artikel 51 Handvest). Het legalisatiebeginsel inzake delicten en straffen (artikel 49 lid 1 Handvest) verzet zich niet tegen een nationale regeling waarbij merkinbreuk zowel een bestuurlijke overtreding als een strafbaar feit kan opleveren. Het evenredigheidsbeginsel voor strafbare feiten en straffen (artikel 49 lid 3 Handvest) verzet zich tegen een nationale wettelijke bepaling die herhaaldelijk merkinbreuk bestraft met een gevangenisstraf van ten minste 5 jaar

 

IEPT20231017, Hof Den Haag, Djoko 
Sprake van geldig Uniemerk WILLIAM DJOKO, geen depot ter kwader trouw. Djoko was niet bekend met de artiestennaam ‘DJOKO’ door [appellant] en had geen bedoeling hierbij aansluiting te zoeken. [appellant] kan zich niet beroepen op ouder recht van plaatselijke betekenis. Djoko heeft als eerste handelsnaamrechten verkregen voor zijn gebruik van de naam WILLIAM DJOKO. Merkinbreuk (sub b). Geen sprake van neutralisatie van auditieve en visuele overeenstemming WILLIAM DJOKO en DJOKO door begripsmatig verschil: [appellant] heeft in deze procedure onvoldoende aannemelijk gemaakt dat hij bij het relevante publiek een zo grote bekendheid heeft, dat het overgrote deel daarvan de naam Djoko met zijn persoon in verband brengt. Verwarringsgevaar aangenomen. Djoko heeft overigens voorshands voldoende aannemelijk gemaakt dat er gevallen van verwarring zijn opgetreden. Gebod om te bewerkstelligen dat anderen een handeling verrichten/iets nalaten om iedere inbreuk op het Uniemerk te doen staken, is toelaatbaar, in het bijzonder als het gaat om [appellant]’s managementkantoor en platenlabels, waarmee overeenkomsten zijn gesloten. Maximering dwangsommen. Niet proportioneel dat [appellant] voor het verleden al een zeer hoog bedrag aan dwangsommen zou hebben verbeurd.

 

IEPT20231011, Rb Amsterdam, Vandutch v Rhino & Key Asset

Niet aannemelijk dat Rhino recht heeft op Uniemerken: vraagtekens bij oudste overeenkomst TPTA en niet aangetoond er gebruik is gemaakt van de Uniemerken door Rhino. Ook schimmige achtergrond van bestuurders Rhino en onduidelijkheid over de vestigingsplaats van Key Asset tonen aan dat er van alles wordt verhuld. Groot deel van de stukken waarop Rhino zich beroept dateert van vóór de eerste registratie van de Uniemerken in 2014. Of VDH rechthebbende is moet worden uitgezocht in de bodemprocedure: geen twijfel over overdracht Uniemerken tussen VDML en VDI, maar overdracht naar VDH blijkt niet zonder meer uit de overeenkomst uit 2017. Verbod op overdracht Uniemerken door Rhino of Key Asset tot eigenaar is vastgesteld. 

 

IEPT20231011, Rb Den Haag, Off-White

Geen inbreuk op merkenrechten Off-White: geen sprake van gebruik in het economisch verkeer in de zin van artikel 9 UMVo. Off-White heeft niet onrechtmatig geprocedeerd, vordering in reconventie afgewezen: Off-White heeft in deze procedure niet bewust onjuiste feiten gesteld.

 

IEPT20231011, Rb Amsterdam, Dyslexiefont v Gottmer

Dyslexie lettertype van Dyslexie Font niet auteursrechtelijk beschermd: elementen zijn technisch bepaald, omdat ze ervoor zorgen dat mensen met dyslexie de tekst beter kunnen lezen.

 

IEPT20231011, Rb Den Haag, Family Office

Uitlating ‘oplichters’ in artikel LinkedIn dient te worden gewijzigd naar ‘mensen’: uitlating vindt onvoldoende steun in de feiten en is daarmee onrechtmatig jegens eiser.

 

IEPT20231010, Hof Den Haag, Tomra v Kiremko
Geen inbreuk bij wege van equivalentie. Geen passende bescherming voor aspect ratio van minder dan 1,15:1 nu in het octrooischrift een leer die duidelijk maakt dat hetzelfde technische effect kan worden bereikt met drukvat-vormen die een aspect ratio hebben van minder dan 1,15:1 ontbreekt. Uitleg van conclusiekenmerk “een bol met tegenover elkaar gelegen, afgeplatte zijvlakken (42, 43)”: is beperkt tot aspectratio A:B gelijk aan of groter dan 1.15:1. De beschrijving biedt voor de gemiddelde vakman geen aanknopingspunten om te veronderstellen dat een drukvatvorm met een aspect ratio lager dan 1.15:1 nog enig relevant technisch effect sorteert. […]. Bij gebreke van dergelijke aanknopingspunten zal de gemiddelde vakman een aspect ratio van ten minste 1.15:1 als ondergrens beschouwen. Geen (letterlijke) inbreuk. Uitgaande van de aan conclusie 1 te geven uitleg dat een drukvat volgens de uitvinding ten minste een aspect ratio van 1,15:1 dient te hebben, wordt met de drukvaten die door Kiremko worden aangeboden geen letterlijke inbreuk gemaakt op conclusie 1 van EP 385.

 

IEPT20231009, Rb Overijssel, Zelfsluitende vloeddeuren

Licentieovereenkomst tussen [X] en [Y] niet rechtsgeldig beëindigd: geen sprake van een tekortkoming met betrekking tot het verstrekken van een opgave van het aantal verkochte [merknaam] en/of onderdelen daarvan. [Y] is tegenover [X] niet tekortgeschoten in haar betalingsverplichting. Tekortkoming met betrekking tot het achterwege blijven van de opgave van het tweede en derde kwartaal 2021, rechtvaardigt niet de opzegging van de overeenkomst. Vordering van [Y] tot inzage in de koopovereenkomst tussen [naam 3] en [bedrijf 2] afgewezen: niet wordt voldaan aan de voorwaarden van artikel 843a Rv; [Y] is geen partij bij de rechtsbetrekking waarop de vordering ziet.

 

IEPT20231004, Rb Rotterdam, NVS v IMC

IMC nog altijd auteursrecht op 2409 model: in de overeenkomst is niets over het auteursrecht geregeld. Aan NVS licentie op (eventuele) auteursrecht op het 2410-model verstrekt: IMC heeft erkend dat zij toestemming aan NVS heeft verleend om een of meer sleepboten naar het 2410-model te laten bouwen. Overeenkomst heeft geen betrekking op de Industrial Designs op het 2410-model: over voorwaarde overdracht van die industrial designs is geen overeenstemming bereikt. NVS exclusief recht op de technologie: in artikel 7 van de IPS-overeenkomst staat namelijk expliciet dat NVS – zolang de octrooirechten nog niet aan haar zijn overgedragen – een exclusief recht op de technologie heeft, oftewel een licentie. Geen verbod voor IMC om het ”modelwerk” van het 2409- en 2410 aan te bieden of te verkopen aan derden: onvoldoende onderbouwd wat met ”modelwerk” wordt bedoeld. NVS is niet toerekenbaar tekortgeschoten ten aanzien van de ontwikkeling van het 2409-model: al in 2018 hebben partijen ontwikkeling van model 2410 in plaats van 2409 ter hand genomen.

 

 

IEPT20231004, Rb Amsterdam, JAMC v Lusus

Lusus moet voorschot JAMC deels terugbetalen, redelijke kosten Lusus worden verrekend: er is op hoofdlijnen een overeenkomst tot stand gekomen. Geen sprake van dwaling. Geen sprake van ontbinding op grond van tweede ontbindende voorwaarde (overheidsrestricties). Partijen waren het erover eens dat het voorschot terugbetaald zou worden en dat de redelijke kosten van Lusus vergoed zouden worden. Na verrekening van de redelijke kosten van Lusus (€ 20.594,45) is een bedrag van € 44.905,55 toewijsbaar. Reconventionele auteursrechtelijke vordering van Lusus wordt afgewezen: JAMC heeft geen inbreuk gemaakt op auteursrechten van Lusus, de intellectuele eigendom berust bij JAMC & Beats.

 

IEPT20231003, Hof Den Haag, HBM
Terugwerkende kracht nietigheid kwekersrecht op grond van rechtstreekse werking artikel 21 UPOV-verdrag. De regeling van art. 75 lid 4 en 77 lid 2 ZPW 2005 waarin de vernietiging van het kwekersrecht pas werkt vanaf de datum van vernietiging en deze (in het geheel) geen terugwerkende kracht heeft, is gezien het voorgaande in strijd met het bepaalde in art. 21 UPOV verdrag.Strong Energy was een algemeen bekend ras op 13 juni 2013, toen HBM een aanvraag voor verlening van een kwekersrecht indiende voor Strong Strike. Algemene bekendheid is bekendheid bij vakgenoten (‘relevant communities’). T Proceskostenveroordeling nietigheidsprocedure ex artikel 1019h Rv. Het instellen van de nietigheidsvorderingen door [de B.V.] kan daarom worden aangemerkt als een vooruitgeschoven verweer tegen dreigende rechtshandhaving, dat valt onder het toepassingsbereik van art. 1019h Rv.

 

IEPT20231003, Hof Den Haag, Prijsvrij/D-reizen v Consumentenbond

Vordering tot rectificatie van een publicatie van de Consumentenbond over transparantie van prijzen bij reisaanbieders afgewezen (artikel 6:167 BW). ‘Grootschalige prijsmisleiding’ is een waardeoordeel dat in voldoende mate berust op het verrichte onderzoek. Onderzoek niet ondeugdelijk of manipulatief. De mededeling dat ‘alle reisaanbieders de bevindingen van de Consumentenbond erkennen’ niet onrechtmatig. Geen rechtmatige belang inzage ex 843a Rv