5.2 - Inbreuk op beschermingsomvang octrooi aangenomen

Print this page

Hof Den Haag

 

IEPT20230912, Hof Den Haag, Basic Holding v Afire
Conclusie 1 moet zo worden uitgelegd dat een sfeerhaard dat een bed heeft met één opening ook onder de beschermingsomvang van EP 941 valt. De letterlijke tekst van de conclusie duidt op een bed met meerdere openingen, maar de vakman zal naar het oordeel van het hof op basis van zijn algemene vakkennis en de leer van het octrooi begrijpen dat het voor de toepassing van de in r.o. 6.23 geformuleerde uitvindingsgedachte niet uitmaakt of het bed één of meerdere openingen heeft, aangezien het aantal openingen niet beslissend is voor de kanalisatie van de damp via de kopruimte (van de houder) en de dampuitlaatpoort naar onder het bed. 

 

IEPT20221115, Hof Den Haag, Pharmathen Global v Novartis

Beschermingsomvang octrooi volgens twee-stappen benadering. Geen letterlijke inbreuk van het conclusie-element “een lineair PLG”: het al dan niet lineaire karakter van het PLG moet worden bepaald aan de hand van de in het kader van de productie van het PLG gebruikte initiator en meer in het bijzonder dat de gemiddelde vakpersoon op de prioriteitsdatum PLG gemaakt met glucose als initiator zou kwalificeren als ster PLG in plaats van lineair PLG in de zin van EP 519. Inbreuk door equivalentie van Purasorb en een lineair PLG. Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het eerste vereiste voor equivalentie, te weten dat de door Pharmathen Griekenland en Pharmathen Global toegepaste werkwijze de problemen die ten grondslag liggen aan het octrooi ook oplost en dat Purasorb in dat kader eenzelfde functie vervult als het geclaimde lineaire PLG. Er is ook voldaan aan het tweede vereiste van een billijke bescherming van de octrooihouder. Zoals hiervoor overwogen, passen Pharmathen Griekenland en Pharmathen Global met hun werkwijze de leer van het octrooi toe en realiseren zij aldus de daaraan verbonden voordelen. Dat pleit ervoor die werkwijze onder de reikwijdte van EP 519 te brengen. Er is ook een voldoende mate van rechtszekerheid. De gemiddelde vakpersoon zal begrijpen dat de octrooiconclusies ruimte laten voor equivalenten, omdat de leer van het octrooi voor de gemiddelde vakpersoon duidelijk breder is dan enkel het gebruik van het geclaimde lineaire PLG en mede het gebruik van Purasorb omvat. Er is geen goede grond om die werkwijze desondanks niet onder de reikwijdte van EP 519 te laten vallen. Het feit dat Purasorb niet letterlijk valt onder het kenmerk ‘een lineair PLG’ in de zin van EP 519 hangt samen met het feit dat er op de prioriteitsdatum nog geen methode beschikbaar was om de vertakkingsgraad van PLGs nauwkeurig vast te stellen en dat PLGs daarom werden geclassificeerd op basis van de gebruikte initiator.

 

IEPT20201027, Hof Den Haag, Lilly v Fresenius

Inbreuk door equivalentie (a) pemetrexed dizuur met tromethamine en (b) pemetrexed dinatrium.  Gemiddelde vakman: Het hof zal bij de navolgende beoordeling van de beschermingsomvang van EP 508 ervan uitgaan dat de gemiddelde vakman een team is bestaande uit een oncoloog en een chemicus met expertise op het gebied van de formulering van farmaceutische preparaten. Geen letterlijke inbreuk: Lilly heeft zelf aangevoerd dat de gemiddelde vakman begrijpt dat met de term ‘pemetrexed dinatrium’ wordt gedoeld op een specifieke zoutvorm van pemetrexed, te weten een afgeleide van pemetrexed dizuur waarin twee waterstofatomen zijn vervangen door twee natriumatomen (o.a. appeldagvaarding, paragraaf 4.70). Lilly heeft ook niet, althans onvoldoende bestreden dat de gemiddelde vakman de variant van pemetrexed die Fresenius gebruikt in haar product, te weten pemetrexed dizuur met tromethamine, zal opvatten als een andere zoutvorm dan pemetrexed dinatrium. Inbreuk door equivalentie (a) pemetrexed dizuur met tromethamine en (b) pemetrexed dinatrium. Zelfde functie: het neutraliseren van de pemetrexed-anionen zodat die kunnen worden bewaard en verhandeld. Billijke bescherming ondanks inventieve maatregel (aanvullende leer) . De uitvinding is in het octrooischrift zodanig geopenbaard dat de gemiddelde vakman die met zijn algemene vakkennis ook kon en zou toepassen met andere pemetrexedverbindingen dan het geclaimde pemetrexed dinatrium. Het feit dat een product een maatregel bevat die inventief is ten opzichte van het octrooischrift, sluit niet uit dat in dat product ook de leer van het octrooi wordt toegepast en dat het dus billijk is ten opzichte van de octrooihouder het desbetreffende product onder de beschermingsomvang van het octrooi te brengen. De inventiviteit kan immers zijn gelegen in een aanvullende leer, in de vorm van de toevoeging van een maatregel aan het geoctrooieerde product of de selectie van een specifieke uitvoeringsvorm van de algemene leer van het octrooi. Die situatie doet zich ook voor in deze zaak. Redelijke rechtszekerheid:  Het zal de gemiddelde vakman bij lezing van de conclusies in het licht van de beschrijving duidelijk zijn dat de conclusies op het punt van de zoutvorm ruimte laten voor equivalenten. Het feit dat het octrooischrift in de conclusies en beschrijving uitsluitend pemetrexed dinatrium noemt, zonder toevoeging van een clausule zoals ‘or other pharmaceutically acceptable salts’, levert, anders dan Fresenius meent, geen goede grond op voor een beperking van de beschermingsomvang tot pemetrexed dinatrium. Een beroep op equivalentie zou onmogelijk worden als dat enkele feit een goede grond zou opleveren voor een beperking van de beschermingsomvang tot een product met dat kenmerk. Dat resultaat zou in strijd zijn met de regel dat op passende wijze rekening moet worden gehouden met equivalenten.

 

IEPT20191224, Hof Den Haag, Philips Asus - EP 525

Asus maakt inbreuk op EP 525. Conclusies 10, 11 en 14 EP 525 geïncorporeerd in HSDPA-protocol dat door Asus wordt toegepast. De in (het HSDPA protocol van) de UMTS-standaard geïmplementeerde uitvoeringsvorm valt dus binnen het bereik van conclusie 10. Bovendien is die uitvoeringsvorm expliciet onder bescherming gesteld door (van conclusie 10 afhankelijke) conclusie 14. Dat de vermogensniveaus van de ACK- en NACK-signalen bij de in (het HSDPA protocol van) de UMTS-standaard geïmplementeerde uitvoeringsvorm onafhankelijk van elkaar worden vastgesteld, zoals vereist door die conclusies, heeft Asus niet bestreden.

 

IEPT20190507, Hof Den Haag, Philips v Asus

Asus maakt inbreuk op conclusie 1 2e hulpverzoek. Geïncorporeerd in HSUPA-protocol, UMTS-standaard, Asus brengt in NL telefoons op de markt die hieraan voldoen.

 

IEPT20171219, Hof Den Haag, Tata Steel v ArcelorMittal
Staalplaat met 0,00044 wt % en 0,00006 wt % chroom of mangaan vormt inbreukmakend equivalent van staalplaat met 0,0005 wt % boorgehalte. Uitvindingsgedachte: het aanbrengen van de bekleding voordat de thermische behandeling voor het verkrijgen van de gewenste sterkte plaatsvindt, niet de in de conclusies vermelde samenstelling van het staal. Dat op de prioriteitsdatum van EP 044 0,0005 wt % algemeen als een gebruikelijke ondergrens voor boor werd gezien, als een algemeen aanvaarde ondergrenswaarde (punt 49 van Tata Steels PA) oftewel: een standaardondergrens. Het hof leidt hieruit af dat de gemiddelde vakman – die op grond van zijn algemene vakkennis wist van die standaardondergrens en die zich realiseerde dat de uitvinding niet was gelegen in het gewichtspercentage boor – daarom zal hebben begrepen dat de ondergrens van 0,0005 wt % boor in EP 044 alleen maar was gekozen om bij die gebruikelijke standaard aan te sluiten, en niet om de beschermingsomvang van het octrooi te beperken. Staalplaat met 0,00044 wt % en 0,00006 wt % chroom of mangaan vormt inbreukmakend equivalent van staalplaat met 0,0005 wt % boorgehalte: gelijkwaardig element, uitvindingsgedachte niet gelegen in toepassing boor of in octrooi opgenomen gewichtspercentages, vervanging realiseert uitvindingsgedachte, geen strijd met rechtszekerheid.

 

IEPT20160216, Hof Den Haag, Shionogi v Resolution
Vakman zou niet aannemen dat de octrooihouder er bewust voor heeft gekozen alleen de in paragraaf 7 genoemde zouten van rosuvastatine onder bescherming te stellen. Achter de woorden van de conclusie liggende uitvindingsgedachte conclusie 1 EP 471: het vinden van een nieuwe groep statines, waaronder specifiek rosuvastine, met HMG CoA reductase remmende werking. Vakman zou niet menen dat octrooihouder slechts bescherming wenste voor in paragraaf 7 van beschrijving genoemde zouten van rosuvastatine en afstand deed van ruimere bescherming conclusie 1. Of anders gezegd: de gemiddelde vakman zou niet aannemen dat de octrooihouder er bewust voor heeft gekozen alleen de in paragraaf 7 genoemde zouten van rosuvastatine onder bescherming te stellen. Hij zou de in paragraaf 7 gegeven opsomming daarom niet als limitatief beschouwen. Dat brengt met zich dat conclusie 1 aldus dient te worden uitgelegd dat de beschermingsomvang ervan zich (naast het rosuvastatinezuur) uitstrekt tot alle niet-toxische farmaceutisch aanvaardbare zouten van rosuvastatine, ook die niet zijn genoemd in paragraaf 7 van de beschrijving. Ook onafhankelijk van de ‘goede grond voor afstand-leer’ zou overigens op grond van hetgeen in r.o. 5.14 t/m 5.24 is overwogen tot dezelfde conclusie zijn gekomen. Directe inbreuk: rosuvastatinezink van Resolution valt onder conclusie 1 van EP 471.

 

Rechtbank Den Haag

 

IEPT20180831, Rb Den Haag, Zavod Prodmash

Botskussen Zavod Prodmash maakt inbreuk op EP 363. Voldoet aan conclusiekenmerk dat iedere sliding support een fixing plate omvat en een onderstel. Botskussen bevat verbindingsplaat volgens het octrooi. De vakman zou begrijpen dat hoe die verbindingsplaten aan de ‘tubular elements’ zijn bevestigd voor het octrooi niet relevant is. Bedoelde bevestiging mag, zoals bij het botskussen van Zavod Prodmash, een lasverbinding zijn of een andere wijze van bevestiging, bijvoorbeeld met moeren. Het octrooi vereist slechts dat er tussen de ‘tubular elements’ een verbindingsplaat is aangebracht. In het botskussen van Zavod Prodmash is dat het geval.

 

IEPT20171114, Rb Den Haag, Ruby Decor v Basic Holdings
Beschermingsomvang niet beperkt tot de letterlijke tekst ‘openingen’, maar strekt zich uit tot een blokkenbed bestaande uit één deel met maar één opening. Of sprake is van één of meer openingen maakt geen verschil voor uitvindingsgedachte van het octrooi. Inbreuk aangenomen. Imitatiehoutblokken aan te merken als openingenbed in de zin van conclusie 1, nog daargelaten dat openingenbed ook één opening kan hebben gelet op paragraaf in beschrijving.

 

IEPT20171024, Rb Den Haag, Lilly v Teva

Pemetrexed dizuur van Teva is technisch equivalent aan dinatriumzout. AMISARTE maakt inbreuk op EP 508: Vakman zal begrijpen dat “Swiss-type” claim op gebruik permetrexed dinatrium tijdens vervaardiging geneesmiddel ziet op vermindering bijwerkingen pemetrexed door toevoeging vitamine B12. Billijke bescherming octrooihouder betekent dat verschil dinatrium of dizuur er niet toe mag doen: vakman zal zien dat octrooi werkelijk ziet op toevoeging vitamine B12 aan al bekende therapie met pemetrexed, vakman zal weten dat het om werking pemetrexed anion gaat, dat in vrije vorm ontstaat na oplossing dinatrium of dizuur en dat hij door Protocol bij artikel 69 EOV niet van letterlijke tekst van conclusie uit mag gaan en pemetrexed dizuur van Teva is technisch equivalent aan dinatriumzout. Vraag naar toegevoegde materie duidelijk te onderscheiden van die naar beschermingsomvang en eventuele equivalentie: hierdoor kan Teva geen beroep doen op verleningsdossier waarin examiner concludeerde dat ruimere conclusie met enkel “pemetrexed” toegevoegde materie betrof.

 

IEPT20171024, Rb Den Haag, Lilly v Fresenius

Pemetrexed dizuur van Fresenius is technisch equivalent aan dinatriumzout. Pemetrexed Fresenius maakt inbreuk op EP 508: Vakman zal begrijpen dat “Swiss-type” claim op gebruik permetrexed dinatrium tijdens vervaardiging geneesmiddel ziet op vermindering bijwerkingen pemetrexed door toevoeging vitamine B12. Billijke bescherming octrooihouder betekent dat verschil dinatrium of dizuur er niet toe mag doen: vakman zal zien dat octrooi werkelijk ziet op toevoeging vitamine B12 aan al bekende therapie met pemetrexed, vakman zal weten dat het om werking pemetrexed anion gaat, dat in vrije vorm ontstaat na oplossing dinatrium of dizuur en dat hij door Protocol bij artikel 69 EOV niet van letterlijke tekst van conclusie uit mag gaan en pemetrexed dizuur van Fresenius is technisch equivalent aan dinatriumzout. Vraag naar toegevoegde materie duidelijk te onderscheiden van die naar beschermingsomvang en eventuele equivalentie: hierdoor kan Fresenius geen beroep doen op verleningsdossier waarin examiner concludeerde dat ruimere conclusie met enkel “pemetrexed” toegevoegde materie betrof.

 

IEPT20170913, Rb Den Haag, SPG Prints v Dover
De tekst van de conclusie en de beschrijving van EP 159 sluiten compensatie van de snelheden door tussenkomst van (door toepassing van een danserrol “gemeten”) spanningswisselingen niet uit. De tekst van EP 159 biedt geen steun voor beperkte uitleg van deelkenmerk 1.c. Het octrooi beschrijft geen enkele manier van compensatie van snelheden. Betoog Dover dat compensatie van snelheden door danserrol of compensator roller device niet onder octrooi valt omdat het octrooi alleen ziet op directe compensatie van snelheid  faalt. De door Dover bepleitte uitleg ligt ook niet voor de hand. De omstandigheid dat in figuur 1 van het octrooi geen danserrol is ingetekend maakt dit niet anders.

 

IEPT20150909, Rb Den Haag, VDV v Swaan
Beschermingsomvang EP 728 oor betonnen roostervloer niet beperkt tot actieve nabehandeling: Swaans c.s. heeft niet bestreden dat ‘cure’ in bijvoorbeeld The Oxford Dictionary als ‘harden’ wordt gedefinieerd en dat ‘cure’ in andere gangbare algemene woordenboeken (als ook op (vertaal)websites), evenals ‘harden’, met de term ‘uitharden’ wordt vertaald. Vakman die octrooischrift leest zou inzien dat “curing” niet de specifieke betekenis van actieve nabehandeling heeft.