BenGH

Print this page

IEPT20240206, BenGH, Ariane v Ariad
De conclusie luidt dat de vordering tot doorhaling van het jongere Merk ARIANE CONSULTING tegenover het oudere merk ARIAD terecht deels is toegewezen. De verzoeken van Ariane in beroep moeten dus worden afgewezen.

 

IEPT20240206, BenGH, De Vergulde Valck v MFO.ONE

Het Benelux Gerechtshof oordeelt dat het BBIE onterecht heeft geoordeeld dat niet is komen vast te staan dat Verweerder de aanvraag voor het gecombineerde woord-beelmerk VAN WONDEREN STROOPWAFELS te kwader trouw heeft ingediend en de vordering tot nietigverklaring heeft afgewezen en dat het verzoek tot nietigverklaring en doorhaling dient te worden toegewezen. 

 

IEPT20230628, BenGH, Gillette v Fontaine

Merk CREED is normaal gebruikt: gelet op de omvang van het gebruik van de websites skins.nl en oger.nl, de hoeveelheid facturen en de daarin genoemde bedragen. Aanvraag van woord-beeldmerk FRE3D door Gillette terecht afgewezen: het relevante publiek heeft een gemiddeld aandachtsniveau. Gemiddelde mate van visuele overeenstemming. Hoge mate van fonetische overeenstemming. Geen sprake van situatie waarin begripsmatige verschillen visuele en fonetische overeenstemming neutraliseren. Sprake van overeenstemmende waren. Het merk CREED heeft een gemiddeld onderscheidend vermogen. Sprake van een reëel direct of indirect verwarringsgevaar.

 

IEPT20230123, BenGH, Tubex, v Tubacex

Geen verwarringsgevaar te duchten tussen TUBEX en TUBACEX: verhoogd aandachtsniveau relevante publiek. Merken komen auditief overeen, maar verschillen in beeld en begrip. Bestreden beslissing Bureau wordt vernietigd: verzoek ongegrondverklaring van TUBEX toegewezen.

 

IEPT20221215, BenGH, Arseni v Swinkels Family Brewers

Toegewezen oppositie houdt stand. Verwarringsgewaar aangenomen; er wordt niet betwist dat de tekens voor een deel van het relevante publiek begripsmatig, visueel en auditief overeenstemmen. Het Bureau heeft terecht aangenomen dat er enige mate van overeenstemming is tussen de betrokken waren. 

 

IEPT20220307, BenGH, Drelin v Gilmar

Beroep tegen BBIE-beslissing. Bezwaar van gedaagde tegen ‘aanvullend en syntheseverweerschrift’ faalt, omdat de inhoud van dupliek niet vaststaat en nog aanvullende bewijsmiddelen zijn toegestaan. Zeker zonder wijziging van feiten en rechtsgronden is er geen schending van hoor en wederhoor. Aanvraag ICE WATCH wordt afgewezen vanwege ouder merk ICE. Oppositiebeslissing houdt stand. Het woordelement ICE domineert beide merknamen binnen eenzelfde lettertype en stijl en de betrokken waren stemmen overeen, er is verwarringsgevaar te duchten. 

 

IEPT20220307, BenGH, Lamborghini v Urus

Oppositie Lamborghini terecht afgewezen, bekendheid submerk URUS bestaat enkel bij het doelpubliek: bekendheid met LAMBORGHINI betekent nog niet dat submerken direct bij het algemene publiek bekende merken zijn. Het doelpubliek zal geen verband leggen tussen de merken: het is zeer onwaarschijnlijk dat het doelpubliek van die waren enerzijds en het doelpubliek van de diensten anderzijds met de door de merken aangeduide waren en diensten in dezelfde context zal worden geconfronteerd. Lamborghini heeft onvoldoende onderbouwd waarom er sprake zou zijn van verwatering van het oude merk door het jonge merk: dat zo'n onderbouwing van Lamborghini mocht worden verwacht geldt te meer nu afbreuk niet voor hand ligt vanwege de (grote) verschillen tussen de onderhavige waren en diensten en tussen de doelpublieken.

 

IEPT20220126, BenGH, Dealerdirect v WijKopenAutos

Woordmerk Ik Wil Van Mijn Auto Af" ontbeert onderscheidend vermogen. Geen inburgering. Het door het BBIE eerst middels inburgering doen inschrijven en vervolgens nietig verklaren van het merk Ik Wil Van Mijn Auto Af, niet in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel. De procedure van art 2.30bis BVIE is er juist op gericht om een grotere rechtszekerheid te waarborgen, doordat een eerder toegekend merk wordt onderworpen aan een herbeoordeling in een procedure op tegenspraak. Het bestreden woordmerk “IK WIL VAN MIJN AUTO AF” is beschrijvend en heeft onvoldoende onderscheidend vermogen verworven voor inburgering. Het gebruik van het populaire werkwoord “afwillen van” (in de zin van “verkopen”) voorgegaan door het onderwerp (“ik”) en een lijdend voorwerp (“auto’’) ontbeert ‘ab initio’ onderscheidend vermogen. 

 

IEPT20210315, BenGH, BXT v GiGi

Artikel 2.5bis BVIE – dat de verplichting voor de aanvrager van een merk schept om de waren en diensten waarvoor bescherming wordt gevraagd, voldoende en nauwkeurig te omschrijven – is niet van betekenis bij de beoordeling of GiGi een beroep op haar oudere merken kan doen om met succes oppositie in te stellen tegen het Benelux-depot van BXT.

 

IEPT20200615, BenGH, SDC v EUIPO

Teken SPORTS DIRECT heeft van huis uit geen onderscheidend vermogen voor alle waren en diensten waarvoor inschrijving is aangevraagd, met uitzondering van kerstartikelen en speelgoedtenten: woordcombinatie zowel beschrijvend voor sportkleding en sportartikelen als voor algemene categorieën van waren zoals kleding en accessoires die sportkleding en sportartikelen omvatten. Geen sprake van inburgering: merk vanaf 2009 niet gebruikt in Nederland, dat ruim 60% van het aantal inwoners van de Benelux omvat. Dat een wettelijk obstakel om het merk te gebruiken in het Nederlandse deel van de Benelux (wegens strijd met een oudere handelsnaam) ertoe leidt dat SDC merkbescherming in België en Luxemburg wordt onthouden is niet in strijd met de vrijheid van ondernemerschap ex artikel 16 van het Handvest: beperking is bij wet is gesteld en voldoet aan de door artikel 52 1id 1 van het Handvest aan zo'n beperking gestelde eisen.

 

IEPT20200615, BenGH, Aniserco v BOIP

Het Bureau heeft de inschrijving van het teken "Pet's Budget" terecht geweigerd op grond van artikel 2.2bis lid 1 sub b (merken die elk onderscheidend vermogen missen) en c (merken die uitsluitend bestaan uit tekens of benamingen die kunnen dienen ter aanduiding van de kenmeren van de waren of diensten): het doelpubliek zal  voldoende kennis hebben van het Engels om het woord "Pet" te begrijpen als een huisdier en het woord "Budget" als een verwijzing naar de uit te geven som geld en in de betekenis van "voordelig", zodat de bestanddelen van het teken kunnen dienen ter aanduiding van de waren, ook de combinatie van de bestanddelen is beschrijvend, inburgering onvoldoende onderbouwd.

 

IEPT20200123, BenGH, Les Castarts v KS Warenhaus

Geen verwarringsgevaar Karstadt v Castart. Oppositie tegen depot woord/beeldmerk CASTART op grond van Uniewoordmerk KARSTADT afgewezen. Zeer beperkte mate van visuele overeenstemming. Auditieve overeenstemming voor groot deel publiek afwezig door fonetische uitspraak als ‘kas-taar’ versus ‘kar-stat’ en voor overige deel publiek beperkt. Geen begripsmatige overeenstemming. Hoge mate van soortgelijkheid tussen de waren en diensten waarvoor het merk is ingeschreven en de waren en diensten waarvoor het teken is gedeponeerd. Algemene indruk merk en teken ondanks beperkte overeenkomsten zo verschillend dat geen gevaar van (reëel) direct of in direct verwarringsgevaar kan worden aangenomen. 

 

IEPT20191204, BenGH, BXT v GiGi IP

Zekere mate van visuele overeenstemming tussen merk GIGI en teken DIDI: repeterende lettergrepen, waarbij klinker steeds dezelfde is. Aanmerkelijke mate van auditieve overeenstemming: ten minste groot deel van publiek zal woordmerk GIGI als “dzjie-dzjie” uitspreken, klein deel als “zjie-zjie” en zeer klein deel als “gie-gie”. Hoge mate van soortgelijkheid tussen de waren: “electric vehicles” identiek aan “opvouwbare elektrische scooters”, “automobiles; motorcycles; bicycles; remote control verhicles, other than toys” hebben zelfde aard en functie (vervoer) als "opvouwbare elektrische scooters" en zijn daardoor concurrerende en complementaire waren. Direct en indirect verwarringsgevaar: dat medeklinker verschilt doet niet af aan overeenstemming, connotatie met een voornaam draagt verder bij aan overeenstemmende totaalindruk.

 

IEPT20191112, BenGH, Alliance v SinoVita

Geringe soortgelijkheid tussen (1) eieren en vlees, evenzo (2) melkproducten, kaas, etc. en vlees: hebben dezelfde aard (voedingswaren), dezelfde herkomst (dieren), zijn bestemd voor menselijke consumptie, richten zich tot dezelfde consumenten en kunnen zelfde producenten hebben. Geen soortgelijkheid tussen (a) waren eetbare vetten en oliën en (b) vlees: hebben niet noodzakelijkerwijs dezelfde herkomst, die bij eetbare vetten en oliën plantaardig kan zijn, worden doorgaans niet via dezelfde afzetkanalen aangeboden en hebben niet dezelfde producenten. Verwarringsgevaar tussen ALLIANCE en ALLIANCE voor de soortgelijke waren: relevante publiek kan geloven dat waren van dezelfde onderneming of economisch verbonden ondernemingen afkomstig zijn.

 

IEPT20191018, BenGH, Sportsdirect v Nethys

Geen (in)direct verwarringsgevaar: overeenstemming slechts gelegen in niet onderscheidende elementen die totaalbeeld slechts in (zeer) geringe mate bepalen, overige elementen zodanig verschillend dat soortgelijke diensten daar niet aan af doen. Totaalbeeld aangevraagde VOO SPORT WORLD beeldmerk vooral bepaald door fuchsiagekleurde woord “VOO” en in enige mate door blauwe rechthoek waarin “WORLD” zich bevindt. Totaalbeeld oudere merk SPORTS WORLD INTERNATIONAL vooral door prominent aanwezige voetbal en kleuren fel rood en fel blauw bepaald. Zeer geringe visuele overeenstemming: meest bepalende elementen van het teken en het oudere merk, het fuchsia omlijste woord VOO respectievelijk de voetbal zijn afwijkend en de mede bepalende kleuren wijken af. Geringe auditieve overeenstemming: twee woordelementen zijn gelijk, maar meest bepalende woord VOO komt niet voor in oudere merk. Zeer geringe begripsmatige overeenstemming: woord WORLD zo algemeen gangbaar begrip dat dit niet voor begripsmatige overeenstemming zorgt, woorden SPORT/SPORT(S) WORLD en WORLD beschrijvend en bepalen totaalbeeld teken en oudere merk in (zeer) geringe mate. Diensten (commerciële dienstverlening, marketing, reclame en administratie) oudere merk en aangevraagde merk in klasse 35 deels (soort)gelijk. Recht op beroep bij BenGH niet verbeurd door niet onderbouwen van bezwaren in oppositie.

 

IEPT20191018, BenGH, Bimbo

BenGH bekrachtigt beslissing BBIE om de inschrijving van het woordmerk THINS voor o.a. crackers te weigeren: niveau Engels van Benelux-publiek hoog genoeg om te begrijpen dat "thins" beschrijvend is voor hoedanigheid "dun" zowel qua uiterlijk als qua smaak en onderzoek wijst uit dat "thins" een generieke aanduiding is voor diverse voedingswaren die in dunne vorm worden aangeboden.

 

IEPT20191014 BenGH, Moet Hennessy v Cedric Art

Artistieke vrijheid vormt een geldige reden voor gebruik van een teken  ex. art. 2.20(2)(d) BVIE wanneer de kunstuiting het originele resultaat is van een creatief vormgevend proces dat er niet op gericht is het merk of de merkhouder schade toe te brengen.

 

IEPT20180717, BenGH, Montis

Schrappen artikel 21 lid 3 (oud) BTMW heeft niet tot gevolg dat auteursrecht op werk van toegepaste kunst dat is vervallen wegens niet tijdig afleggen instandhoudingsverklaring, herleeft: uit antwoorden op aan HvJEU gestelde prejudiciële vragen (IEPT20161020) volgt dat beslist moet worden op grond van het autonome Benelux-recht, een overgangsrechtelijke bepaling ontbreekt in het Protocol houdende wijziging BTWM, Gemeenschappelijk Commentaar geeft evenmin uitsluitsel, hieruit moet gelet op de betekenis die toekomt aan de beginselen van billijkheid en rechtszekerheid worden afgeleid dat aan de wijziging van de BTMW geen terugwerkende kracht toekomt.

 

IEPT20150327, BenGH, Montis

Prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie EU over toepasselijkheid Beschermingstermijnrichtlijn op door niet (tijdig) afleggen instandhoudingsverklaring vervallen auteursrechten

 

IEPT20140203, BenGH, ICI Paris v PFM
Rechterlijke beroepsintantie mag kennisnemen van nieuwe feitelijke gegevens na oppositiebeslissing van BBIE.

 

IEPT20130215, BenGH, MAG v Edco
Voorgebruikersrecht: artikel 14(1) BTMW is niet van toepassing op handelingen van degene die daartoe voor de inwerkingtreding van het 2002 Protocol per 1 december 2003 gerechtigd was vanwege het samenloopverbod van artikel 14(8) oud BTMW. Overgangsrecht artikel IV 2002 Protocol inzake artikel 14(1) BTMW ziet niet op handelingen in de zin van artikel 14(8) (oud) BTMW

 

IEPT20111006, BenGH, Bodystyling+
Loutere aanduiding van absolute weigeringsgrond voldoende voor motivering voornemen van (gedeeltelijke) weigering van inschrijving door BBIE. Recht om beroep in te stellen tegen beslissing tot weigering niet verbeurd als geen bezwaren zijn geformuleerd tegen voornemen om inschrijving (gedeeltelijk) te weigeren.

 

IEPT20101223, BenGH, Engels v Daewoo

Geen bescherming voor vervallen merk tegen enkel verwarringwekkend gebruik: de houder van een vervallen of niet-ingeschreven merk, kan geen bescherming verlangen tegen het enkele gebruik van dat teken door een onderneming die verwarring sticht door dat teken te gebruiken. Gebruik merk als onderdeel van verwarringwekkende gedragingen: De betrokken bepalingen staan er evenwel niet aan in de weg dat de houder van een vervallen of niet-ingeschreven merk de bescherming inroept van het gemene recht tegen gedragingen die oneerlijke mededinging opleveren als bedoeld in artikel 10bis, lid 3, 1º, Unieverdrag, indien het gebruik van dat merk of een daarmee overeenstemmend teken onderdeel vormt van de verwarringwekkende gedragingen.

 

IEPT20100624, BenGH, Van Hilst v Jaguar
Inschrijving van met algemeen bekend merk overeenstemmen teken – artikel 4(5) (oud) BMW: Art. 4(5) (oud) BMW was - voorafgaand aan art. 16 lid 3 TRIPs-Verdrag - niet beperkt tot inschrijvingen voor met het algemeen bekende merk (soort)gelijke waren. Vereist was dat het ingeschreven merk verwarring – waaronder begrepen indirecte verwarring – kon stichten met het ingeroepen algemeen bekende merk

 

IEPT20090626, BenGH, JTEKT v Jacobs Trading

Merkenrecht - oppositieprocedure: BBIE geen partij in hoger beroep oppositie. Opposant moet nodige gegevens aanreiken, waaronder ingeroepen oudere merken. Beslissing oppositie buiten behandeling laten oppositie geldt als een afwijzing van de oppositie en is voor beroep vatbaar. Beslissing in beroep vervangt vernietigde beslissing.

 

IEPT20080211, BenGH, IWC v Michel
Winstafdracht bij kwade trouw merkinbreuk: niet beperkt tot gevallen van piraterij; moedwillige inbreuk vereist. Kwdae trouw bij inbreuk kan ontbreken vanwege jarenlangecontractuele relatie, die niet rechtsgeldig is opgezegd of in geval van geschil over vraag wie rechthebbende van het merkrecht was. Allerhande omstandigheden kunnen vervolgens in de weg staan aan toewijziging winstafdracht.

 

IEPT20070628, BenGH, Europolis

Onderscheidend vermogen in één Beneluxtaal is voldoende

 

IEPT20070622, BenGH, Electrolux v Sofam

Fictieve ontwerper ook rechthebbende bij niet-gedeponeerde modellen - Opdrachtgever slechts rechthebbende indien opdracht ziet op een door de de opdrachtgever te verhandelen model.

 

IEPT20051024, BenGH, Dior v Delhaize

Winst is netto-winst: verkoopprijs minus aankoopprijs, en rechtstreeks met de verkoop samenhangende belastingen en kosten

 

IEPT20041201, BenGH, KPN v BMB - Postkantoor
Additionele weigeringsgrond: In hoger beroep aangevoerde nieuwe weigeringsgrond dient in beoordeling betrokken te worden

 

IEPT20041201, BenGH, Campina v BMB - Biomild
Onderscheidend vermogen samengesteld woord: conform HvJEG 12 februari 2004: opvallende afwijking vereist: meer dan de som van die bestanddelen.

 

IEPT20040625, BenGH, Taco-ijs

Geen depot te kwader in geval merkdepot door voor-voorgebruiker

 

IEPT20031215, BenGH, BMB v VTB

Beslissing in beroep beperkt tot oordeel BMB: dat hieruit volgt dat het Hof [...] geen kennis kan nemen van aanspraken die buiten de beslissing van het BMB vallen of die niet aan het BMB zijn voorgelegd

 

IEPT20030228, BenGH, Dreentegel
Schadevordering merklicentiehouder: Tot 1 januari 1996 schriftelijk vastgelegde licentie vereist voor schadevordering. Schriftelijke vastlegging achteraf van vooraf verleende mondelinge licentie afdoende. Inschrijving licentie in het register niet vereist voor schadevordering licentiehouder

 

IEPT20011129, BenGH, KPN v BMB - Postkantoor

Toetsing weigeringsgronden: onderscheidend vermogen: Dat de aard van deze toetsing meebrengt dat de in de vraag bedoelde algemene rechtsbeginselen daarbij geen bepalende rol kunnen spelen

 

IEPT20001002, BenGH, Val v Valver

Merkenrichtlijn rechtstreekse werking vanaf 31 december 1992 ter zake overeenstemming

 

IEPT20000925, BenGH, BMW v Deenik

Richtlijnconforme interpretatie vereist vanaf 1993 - Schade indien indruk kan worden gewekt dat er een commerciële band bestaat tussen merkhouder en de onderneming van de wederverkoper of degene die reparatie of onderhoud verricht

 

IEPT20000626, BenGH, Campina v BMB - Biomild
Concrete beoordeling onderscheidend vermogen. Inburgering uitsluitend te beoordelen tot inschrijvingsdatum. Prejudiciële vragen aan HvJEG. Cassatie mogelijk van een beslissing in beroep in oppositieprocedure.

 

IEPT19991206, BenGH, Kipling

Van merk voorziene waren alleen in de Gemeenschap in het verkeer gebracht indien ter beschikking gesteld van een afnemer met de bedoeling deze afnemer daardoor gelegenheid te geven deze waren binnen de Gemeenschap verder te verhandelen - Toestemming kan niet worden afgeleid uit feit dat waren in Gemeenschap zijn ontworpen of van daaruit worden gefactureerd - bewijslast toestemming conmform Mecadox-arrest BenGH

 

IEPT19981216, BenGH, Dior v Evora

Richtlijnconforme uitleg brengt mee dat niet iedere aantasting van een 'luxues en prestigieus imago' ernstige schade is - Uitzondering op uitputtingsregel beperkt tot wijziging van fysieke toestand van de waar 

 

IEPT19971219, BenGH, Beaphar v Nederma

Verval art 5(4) (oud) BMW wegens verlies onderscheidend vermogen geldt alleen voor woordmerken. Geen gebruiksverbod op grond van vormmerk dat onderscheidend vermogen geheel verloren heeft: indien het onderscheidend vermogen waarover een vormmerk ten tijde van zijn deponering be-schikte ten tijde van het door de merkhouder als inbreuk op zijn vormmerk gewraakte gebruik van zijn merk reeds geheel verloren is gegaan, de merk-houder zich niet op grond van zijn merkrecht tegen dat gebruik kan verzetten;

 

IEPT19961220, BenGH, Europabank
Gebruik als dienstmerk: het enkele gebruik van een handelsnaam door een dienstverlenende onderneming bij het verlenen of aanbieden van diensten niet tevens gebruik van een aan die handelsnaam gelijkluidend dienstmerk of een daarmee overeenstemmend teken oplevert. Misleidend merk?

 

IEPT19950616, BenGH, Linguamatics v Polyglot
Woordmerk dat louter beschrijvend is voor soortgelijke waren of diensten mag daarvoor niet ‘als merk’ gebruikt worden. Schade door merkgebruik niet relevant voor soortgelijkheid

 

IEPT19941216, BenGH, Michelin

Beschermingsomvang woordmerk - depotvereiste: dat de aan een als zodanig ingeschreven woordmerk te ontlenen bescherming mede omvat de door de merkhouder in feite gebruikte wijzen van vormgeving van dat woordmerk, behoudens indien de vormgeving een zo overheersende rol speelt dat het publiek in het gebruikte teken nog slechts een beeldmerk zal zien

 

IEPT19940613, BenGH, Renault v Reynolds

Merk-inbreukverbod voor Benelux: dat de rechter, deze bevoegdheid uitoefenend, een verbod geeft dat in beginsel geldt voor het gehele Beneluxgebied, zodat hij, wanneer hij in een bepaald geval gronden aanwezig acht zijn verbod tot enig deel van dat gebied te beperken, deze beperking uitdrukkelijk in zijn beslissing dient aan te geven.

 

IEPT19940613, BenGH, Wolf Oil v Century Oils - Champion

dat voor artikel 13(A)(1)BMW niet ter zake doet of het merk enkel wordt gebruikt door het aan te brengen op waren die uitsluitend zijn bestemd voor export buiten het Beneluxgebied, noch of binnen het Beneluxgebied deze van het merk voorziene waren buiten de onderneming van degene die het aanbracht, niet door het publiek kunnen worden waargenomen

 

IEPT19931220, BenGH, Shell v Walhout
Gebruik merk bij nagevulde gasflessen. Wetenschap afnemer niet van belang omdat merk zijn werking ook tegenover derden doet.

 

IEPT19930326, BenGH, Barbie

Merk-inbreukverbod voor Benelux: Beneluxrecht belet niet het volgens het nationale toepasselijke recht uitspreken van een verbod van merkinbreukmakend gebruik in de andere verdragsstaten.

 

IEPT19921106, BenGH, Automotive Products v Valeo
Inbreukmakend gebruik merk bij gereviseerde producten, tenzij revisie tot wijzigingen van ondergeschikte betekenis leidt.

 

IEPT19911216, BenGH, Adidas v Triumph
Uit het depot blijkende kenmerken model: Aan de verkrijging van een uitsluitend recht door depot van een model als bedoeld in art. 4 BTMW, mede gelet op art. 8 lid 1 en het daarin bedoelde Uitvoeringsreglement, staat niet in de weg dat uit het depot geen andere kenmerken van het daarin bedoelde model blijken dan een bepaald systeem van geometrische vormen te zamen met de aanduiding dat die vormen een met het overige gedeelte van het model contrasterende kleur hebben, zonder vermelding om welke kleuren het telkens gaat.

 

IEPT19911216, BenGH, Burberrys
Onderscheidend vermogen: dat de omstandigheid dat (een relevant deel van) het in aanmerking komende publiek de waar op grond van zijn uiterlijk als afkomstig van de ondernemer herkent, geen andere conclusie toelaat dan dat voldaan is aan het vereiste dat het teken zich ertoe leent als herkomstteken te dienen; Vormmerken: drie-dimensionaal

 

IEPT19901221, BenGH, Prince
Oud recht: Merkrecht ontstaat na depot onder art. 6A (oud) BMW. Negatieve reflexwerking artikel 14(5) (oud) BTMW

 

IEPT19890626, BenGH, Isover v Isoglass

Als vertaling ex artikel 13C Beneluxwet (thans artikel 2.20(4) BVIE kan niet gelden een teken dat wordt gevormd door een voorstelling van zodanige aard dat moet worden aangenomen dat het publiek dat een Benelux taal spreekt, haar spontaan zal aanduiden door middel van een of meer tot de woordenschat van die taal behorende woorden, ook niet indien die woorden de vertaling vormen van het in een van de andere talen luidende merk waarop de merkhouder zijn aanval baseert. Artikel 13C(1) Beneluxwet enkel van toepassing als  aanvallend merk bestaat uit hetzij een of meer woorden die elk, in de vorm waarin dat woord of die woorden in het depot van dat merk zijn opgenomen, deel uitmaken van de woordenschat van een Benelux taal of uit woord dat zelf niet tot deze woordenschat behoort, maar is samengesteld uit woorden die elk als een zelfstandig woord wel van die woordenschat deel uitmaken. Artikel 13C Beneluxwet niet van toepassing wanneer merk bestaat uit samengesteld woord dat niet tot woordenschat van een Benelux taal behoort en tenminste een van de samenstellende delen evenmin als een zelfstandig woord van die woordenschat deel uitmaakt. Begrip ‘vertaling in een ander dezer talen’ ex artikel 13C(1) betreft niet een als zodanig niet tot de woordenschat van die andere taal behorend samengesteld woord waarvan niet alle samenstellende delen als een zelfstandig woord tot deze woordenschat behoren. Rechter die oordeelt dat aangevallen teken vertaling betreft ex artikel 13C(1) heeft geen beoordelingsvrijheid ten aanzien van de vraag of dat teken met het merk overeenstemt.

 

IEPT19890414, BenGH, Superconfex v Burberrys

Wezenlijke waarde van de waar: auteursrechtelijke of modelrechtelijke bescherming niet vereist. De onderscheidende vorm van een waar kan al-leen dan wegens het beïnvloeden van de wezenlijke waarde van de waar niet als merk worden be-schouwd indien de waar van dien aard is dat haar uiterlijk en vormgeving door hun fraaiheid of oor-spronkelijk karakter in belangrijke mate haar marktwaarde bepalen.

 

IEPT19881118, BenGH, Philip Morris v BAT - KIM
Geldige reden: Niet-gebruik wegens onderhandelingen over overdracht is geen geldige reden voor niet-normaal gebruik merk. Belanghebbende en misbruik bevoegdheid tot in-roepen verval door belanghebbende: Bevoegdheid tot inroepen van verval merk wegens niet-normaal gebruik kan misbruikt worden

 

IEPT19870522, BenGH, Screenoprints
Voor auteursrechtelijke bescherming van werken van toegepaste kunst vereist dat sprake is een voortbrengsel met een eigen, oorspronkelijk karakter, dat het persoonlijk stempel van de maker draagt en dat het eigen, oorspronkelijk karakter niet datgene betreft wat noodzakelijk is voor een technisch effect.

 

IEPT19860925, BenGH, Microvac

De gegevens die de merkhouder bij een verzoek tot vernieuwing van de inschrijving dient te verstrekken, moeten feitelijk juist zijn: artikel 11 lid 1 sub a en b verlangt dat de gevraagde informatie voor het vernieuwingsonderzoek overeenkomst met de informatie uit de registers. Indien de informatie niet overeenkomt is het Benelux-Bureau gerechtigd te verlangen dat daartoe een afzonderlijk verzoek wordt ingediend en een afzonderlijke vergoeding wordt betaald en wanneer daaraan niet wordt voldaan, de vernieuwing te weigeren.

 

IEPT19851223, BenGH, Adidas
Onderscheiden vermogen als zelfstandig merk van een steeds in combinatie gebruikt teken, is afhankelijk van perceptie publiek. Onderscheidend vermogen als merk van drie-strepen-teken, dat in verschillende kleuren gebruikt wordt, mogelijk indien dat teken (sec) voldoende individualiteit  heeft om door het publiek als merk te worden herkend. Onderscheidend vermogen als merk van door derden ook als decoratief element gebruikt teken mogelijk, afhankelijk van perceptie van het publiek. Geen inburgering mogelijk van vorm die wezenlijke waarde van de waar beïnvloedt. Gebruik van gedeponeerd merk door een derde ter versiering van eigen waar inbreukmakend in geval van gevaar voor schade voor merkhouder en bij gebreke van geldige reden. Inroepen depot te kwader trouw wegens conflict met algemeen bekend merk in de zin van artikel 6bis Unieverdrag niet aan vijfjaarstermijn gebonden. Nietigheid wegens depot te kwader trouw vereist dat betreffende derde deelneemt aan het geding. Geen normaal gebruik van merk door handhaving merkrecht. Zaak van nationaal recht of exclusieve distributeur schadevordering toekomt in geval van merkinbreuk
Strafrechter niet bevoegd tot nietigverklaring of doorhaling van een merk.

 

IEPT19840709, BenGH, Tanderil

Arts die merk bezigt op recept gebruikt merk in de zin van art.13A(1)(2) BMW - Apotheker die loco-geneesmiddel levert zonder dat aan te geven gebruikt merk in de zin van artikel 13A(1)(1) BMW

 

IEPT19831121, BenGH, Cow Brand

Depot te kwader trouw: Goede trouw en normaal gebruik voorgebruik relevant voor beoordeling depot te kwader trouw. Onderlinge verhouding deposant en voorgebruiker. Geobjectiveerde goede trouw voorgebruik. Bewijslast inzake depot te kwader trouw; voor-gebruik niet te goeder trouw. Omslag van voorgebruik niet te goeder trouw naar voorgebruik te goeder trouw. Voor-voorgebruik deposant. Aanvullende werking onrechtmatige daad naar nationaal recht. Geen toestemming wegens nalaten optreden

 

IEPT19821005, BenGH, Juicy Fruit

Geringere onderscheidend vermogen vereiste grotere mate van gelijkenis. Geen vaste regel voor omvang van publiek dat merk als beschrijvend opvat. Niet Benelux-taal – voertaal binnen de branche - vrijhoudingsbehoefte. Beschermingsomvang: publieksopvatting ten tijde van aangevallen gebruik beslissend
 

IEPT19810127, BenGH, Turmac v Reynolds
Verval wegens niet normaal gebruik: normaal gebruik - geldige reden
 

IEPT19790706, BenGH, Mecadox
Uitputting: bewijslast toestemming merkhouder rust in beginsel op diens wederpartij; onder omstandigheden kan die last geheel of gedeeltelijk op merkhouder worden gelegd.

 

IEPT19790525, BenGH, Cow Brand
Rechtskracht van heropnemingsdepot. Belanghebbende: heropnemer ongeacht gebruiksvoornemen. Kwade trouw rechtsopvolger heropnemingsdepot irrelevant.

 

IEPT19750301, BenGH, Claeryn v Klarein

Artikel 13A(1)(2) BMW: Schade kan bestaan uit aantasting kooplustopwekkend vermogen merk - Geldige reden vereist 'onontkoombare noodzaak' om teken te gebruiken