2024

Print this page

IEPT20240312, Hof Arnhem-Leeuwarden, Stichting Slachtoffers Iatrogene Nalatigheid-Nederland v Stichting Stop Online Shaming

SOS is op grond van art. 3:305a BW bevoegd: het voeren van een collectieve actie op grond van artikel 3:305a BW (in kort geding) is ook mogelijk als individuele partijen ook een vordering hadden kunnen instellen maar dat niet hebben gedaan. Eerbiediging van eer en goede naam bij SOS aangesloten artsen weegt zwaarder dan vrijheid van meningsuiting SIN: zwarte lijsten zijn afgeleid van het BIG-register en vinden daarin voor een deel hun feitelijke verankering. Echter, wijze waarop zwarte lijsten zijn ingekleed, daarop vermelde termen, foto’s en annotaties en de term “zwarte lijst” als zodanig rechtvaardigen verbod.

 

IEPT20240206, Hof Arnhem-Leeuwarden, Schwa-Medico

Geen onrechtmatige concurrentie door niet aan concurrentiebeding gebonden ex-werknemer (cfr. Boogaard/Vesta-arrest, 1955). Schwa-Medico heeft niet onderbouwd en aannemelijk gemaakt dat sprake is van substantiële en stelselmatige afbreuk van haar bedrijfsdebiet of dat onrechtmatig benaderen van relaties van Schwa-Medico, waarvan de namen geen bedrijfsgeheim zijn. Geen onrechtmatige doorontwikkeling op basis van tijdens dienstverband opgedane kennis. Schwa-Medico heeft verder, tegenover de inhoudelijke betwistingen door [geïntimeerde], niet aannemelijk weten te maken dat sprake is van geheime informatie als bedoeld in de VSO of de Wet bescherming bedrijfsgeheimen. Uit stellingen van geïntimeerde volgt dat het gaat om informatie die al openbaar is, gemakkelijk te verkrijgen is of in deze specifieke markt bekend is.

 

IEPT20240109, Hof Arnhem-Leeuwarden, sterrenkundige v Stichting Astron

Uitingen [appellant] met de kwalificatie ‘pseudo-wetenschap’ niet onrechtmatig jegens [geïntimeerde]: [appellant] stond het vrij om zijn mening te uiten en daarbij deze kwalificatie te gebruiken, temeer gelet op zijn achtergrond als sterrenkundige. Beschuldigingen van plagiaat, bedrog, fraude en seksisme onrechtmatig jegens [geïntimeerde]: beschuldigingen ontberen een voldoende feitelijke basis. Beschuldigingen vormen, gelet op de gevolgen daarvan en de wijze waarop en stelselmatigheid waarin deze zijn gepresenteerd, een ernstige aantasting van de reputatie van [geïntimeerde]. Verbod om beschuldigingen te uiten en gebod om gepubliceerde teksten te verwijderen toegewezen: veroordeling beperkt tot teksten inhoudende beschuldigingen van plagiaat, fraude, bedrog en seksisme.