2020 Rb Den Haag

Print this page

IEPT20201209, Rb Den Haag, Barco v Delta

Nieuwheids- en inventiviteitsaanval Delta op het Nederlandse deel van EP 668 van Barco treft doel uitgaande van Japanse octrooiaanvrage ‘Katsura’. Katsura anticipeert het in conclusie 1 van EP 668 geclaimde vergadersysteem nu Katsura direct en ondubbelzinnig alle kenmerken van conclusie 1 van het octrooi openbaart. Zero footprint-kenmerk verleent geen inventiviteit aan afhankelijke conclusie 2. Het verschil tussen Katsura en conclusie 2 is hooguit dat het screen scrape-programma is ontworpen om een zero footprint achter te laten. Een aanpassing in het ontwerp van een computerprogramma is echter uitgesloten van octrooieerbaarheid op grond van artikel 52(2)(c) EOV. Modelrecht op uiterlijk ClickShare Button Barco geldig maar LauncherPlus van Delta maakt geen inbreuk op Model. Model is niet technisch bepaald - voldoende ingebracht tegen de stellingen van Barco dat zij had kunnen kiezen voor een andere basisvorm, voor andere positioneringen en verhoudingen en voor een andere vlakverdeling. Totaalindruk LauncherPlus van Delta is anders dan die van het Model van Barco.

 

IEPT20201209, Rb Den Haag, Tinnus v Koopman

Voorbijgaand aan voorlopige opinie in oppositieprocedure EOB verklaart de rechtbank Den Haag het waterballonvul-octrooi EP 948 nietig wegens gebrek aan inventiviteit ten opzichte van US 309 als meest nabije stand van de techniek. US 309 geschikt document om te dienen als meest nabije stand van de techniek, dat behuizing US 309 geen manifold-functie heeft niet relevant nu EP 948 beschrijft dat behuizing allerlei vormen kan hebben zo lang aan basiseis van een 'hollow space or chamber enclosed by a rigid or semi-rigid casing' is voldaan, US 309 openbaart kenmerk EP 948 dat ballonnen over uiteinden van buizen geplaatst moeten worden om ze te vullen, ook kenmerk dat ballonnen 'adjacent' zijn geopenbaard in US 309, kenmerk 1.5. niet geheel geopenbaard in US 309, gelijktijdig vullen duidelijk en ondubbelzinnig geopenbaard door US 309, gemakkelijker vullen en van de ballonvuller afhalen van ballonen zijn geen verschilkenrmerken en ook geen onderdeel van het technisch probleem, US 309 openbaart geen alternatieve oplossing voor technisch probleem door ballonnen met membraam-sluiting toe te passen, vraag hoe en wanneer elastische ring om ballon op de buis wordt geplaatst geen onderdeel van leer van het octrooi, EP 948 stelt aantal specifieke kenmerken van product van Tinnus niet onder beschermig, vorm van buizen vormt geen verschilkenmerk, conclusie 2 geanticipeerd door US 309, conclusies 3, 4, 5, 6 en 9 niet inventief nu Tinnus slechts verwijst naar verweren ten aanzien van conclusie 1, conclusie 7 en 8 niet  inventief nu ten aanzien van toepassing elastische ringen geen sprake is van technisch verschilkenmerk ten opzichte van US 309, vakman zou routinematig stuiten op de in conclusie 7 en 8 geclaimde ringen ook wanneer het gaat om een draagbare uitvoeringsvorm, conclusie 10 ook niet inventief gelet op van de hand wijzen verweer ten aanzien van conclusie 1, conclusie 11 verschaft octrooi ook geen inventiviteit. Gevraagde beperking van het octrooi tot waterballonnen kan het octrooi geen inventiviteit verlenen: US 309 openbaart waterballonvuller die bestemd is voor vullen van waterballonnen zodat dit geen aanvullend verschilkenmerk vormt. Andere hulpverzoeken ook van de hand gewezen: niet betoogd dat hulpverzoek tot hulp kan zijn indien EP 948 niet inventief zou zijn. 

 

IEPT20201202, Rb Den Haag, Berryworld v Arofa

Geen voldoende serieuze dreiging van kwekersrechtinbreuk in Nederland. Arofa heeft aangevoerd dat de in Nederland aangetroffen bosbessen niet door haar in Nederland op de markt zijn gebracht, maar direct aan BerryWorld zijn geleverd, althans aan de vestiging van BerryWorld in Nederland, zijnde Vita!Berry. Bovendien vormt voortbrenging en verhandeling van oogstmateriaal slechts een aan de kwekersrechthouder voorbehouden handeling indien aan de vereisten van artikel 13 lid 3 GKVo is voldaan. Daarin is voorgeschreven dat het moet gaan om oogstmateriaal dat werd verkregen door het ongeoorloofde gebruik van componenten van het beschermde ras, tenzij de houder een redelijke mogelijkheid gehad heeft om zijn recht met betrekking tot genoemde componenten uit te oefenen. Naar voorlopig oordeel is aan deze vereisten niet voldaan. Rechtbank onbevoegd kennis te nemen van vorderingen jegens Berrynaiz op grond van forumkeuze. Forumkeuze in artikel van de samenwerkingsovereenkomst prevaleert t.o.v. de forumkeuze voor de Haagse rechter in artikel 22 van de Licentieovereenkomst. Rechtbank bevoegd ten opzichte van Spaanse Afora voor gesteld handelen in Nederland (artikel 101(3) GKVo en artikel 7(2) Brussel 1-bis Vo). 

 

IEPT20201118, Rb Den Haag, SUM v Azor
Family auteursrechtelijk beschermd werk. Beroep op techniekexceptie onvoldoende onderbouwd. Juist de vormgevingselementen die (in combinatie) de Family karakteriseren en beeldbepalend zijn, kent de Cargo Bike niet. Shepherd bakfiets van Azor maakt inbreuk op Family fiets van SUM. Door Azor genoemde verschillen springen niet of nauwelijks in het oog en zijn niet van doorslaggevende invloed op de gewekte totaalindruk. Bak is meest in het oog springende deel van bakfiets en juist dat deel van de Shepherd vertoont veel overeenkomsten met de Family fiets

 

IEPT20201118, Rb Den Haag, De Staat

Licentieovereenkomst Werkboek kon niet rechtsgeldig worden opgezegd door N(..) c.s.: niet voorzien in beëindigingsregeling en vooraf is eenmalige licentievergoeding voldaan voor een in tijd onbeperkte licentie. de Staat heeft in strijd gehandeld met artikel 25 lid 1 sub a Aw: de Staat heeft verschillende malen naamsvermelding onterecht achterwege gelaten en maakt daarmee inbreuk op de persoonlijkheidsrechten van N(..) c.s., geen recht  op naamsvermelding bij enkele verwijzing naar de Werken. Gebruik van de Werken door De Hoofdtrainer valt binnen gegeven licentie: niet gebleken dat Hoofdtrainer de Werken ook gebruikt voor andere opdrachtgevers dan DJI. Vordering om overeenkomst ontbonden te verklaren afgewezen nu ontbinding verstrekkende gevolgen heeft: Staat is niet alle verplichtingen alsnog nagekomen maar geschonden verplichting behoort niet tot de kern van de contractuele verplichtingen

 

IEPT20201111, Rb Den Haag, MSD v Wyeth
Toegevoegde materie hulpverzoeken. Ongeldigheid verondersteld van conclusies zoals verleend nu Wyeth de geldigheid daarvan niet verdedigt. Rechter aan wie hulpverzoek wordt voorgelegd dient dan de voorgestelde beperking(en) aan de voorwaarden die gelden voor wijziging na verlening te toetsen (Vgl. HR 19 april 2019, ECLI:NL:HR:2019:650 (HP/Digital Revolution), r.o. 3.4.12.). Hulpverzoeken kunnen geen geldigheid verschaffen omdat sprake is van ongeoorloofde toegevoegde materie (artikel 75(1) (c) ROW, artikelen 123(2) en 138(1)(c) EOV). De ‘disclosure test’, ook wel ‘gouden standaard’: of de gemiddelde vakman als gevolg van een (voorgestelde) wijziging (hier: door middel van een hulpverzoek), technisch relevante informatie verschaft wordt, die hij met zijn algemene vakkennis, niet rechtstreeks en ondubbelzinnig, impliciet dan wel expliciet uit de oorspronkelijk ingediende aanvrage en, in dit geval tevens, uit de afgesplitste aanvrage, kan afleiden. Daarbij dient de gehele aanvrage in aanmerking te worden genomen. Behoort tot de algemene vakkennis van de vakman (algemeen formuleringsdeskundige, of een formuleringsdeskundige op het specifieke gebied van vaccins) om zeer behoudend te werk te gaan bij het formuleren van een vaccin, waarbij de vakman er naar zal streven om die formulering zo simpel mogelijk te houden. Dit gelet op het bijzonder karakter van vaccins waarbij bijwerkingen in het algemeen niet acceptabel zijn. De vakman wordt als gevolg van de toevoeging van kenmerk 1.f in de hulpverzoeken, technisch relevante informatie verschaft – dat de hulpstoffen genoemd in kenmerken 1.d, e en f (respectievelijk een buffer, een aluminiumzout en een surfactant) gecombineerd in één formulering, silicone-geïnduceerde aggregatie van pneumokokkenpolysacharide-eiwitconjugaten remmen – welke hij, gebruik makend van zijn algemene vakkennis, niet rechtstreeks en ondubbelzinnig, impliciet dan wel expliciet uit de oorspronkelijk aanvragen kan afleiden, zodat sprake is van ongeoorloofde toegevoegde materie.

 

IEPT20201106, Rb Den Haag, A+Care

Inbreuk op handelsnaamrecht A+ Care door A+ Care BV. Overlap in het in aanmerking te nemen publiek. Handelsnaam A+ Care is niet zuiver beschrijvend nu niet is aangetoond dat gemiddeld lid van het publiek A+ opvat als  ‘excellent’. Partijen oefenen verwante diensten uit in dezelfde regio en verwarring heeft zich daadwerkelijk voorgedaan bij werknemer, medewerkersportaal en KPN. Gebruik handelsnaam A+ Specialistische Zorg aan Huis maakt ook inbreuk op A+ Care, A+ SZH niet. Specialistische Zorg aan Huis’ is volledig beschrijvend, het is maar de vraag of publiek dit element zal opvatten als onderdeel van de handelsnaam en A+ Care BV kort handelsnaam af naar ‘A+’ waardoor verwarringsgevaar te duchten is. De naam ‘ A+ SZH’ neemt voldoende afstand van de handelsnaam A+ Care

 

IEPT20201104, Rb Den Haag, Sisvel v Xiaomi
Octrooi niet van toepassing op LTE/4G-standaard. Geen inbreuk op octrooi EP 272: de ingeroepen conclusies van het als standaard-essentieel aangemelde octrooi zijn niet geïncorporeerd in de LTE/4G-standaard die de mobiele telefoons van de gedaagde partijen ondersteunen.

 

IEPT20201021, Rb Den Haag, Izipizi v Looplabb

Looplabb c.s. gevestigd dan wel woonachtig in Nederland en internationaal bevoegd op grond van artikel 4 Brussel I bis-Vo. Procedure geschorst nu is voldaan aan het vereiste van samenloop eerdere nietigheidsprocedure bij het Bureau en latere procedure bij deze rechtbank: nietigheidsvordering bij het Bureau is ingesteld op 24 december 2019 en procedure bij rechtbank later aanhangig gemaakt, geen bijzondere redenen die voortzetting van de procedure rechtvaardigen, procedure ten aanzien van vorderingen subsidiair en meer subsidiair gebaseerd op grondslag auteursrechtinbreuk en onrechtmatige daad niet geschorst.

 

IEPT20201021, Rb Den Haag, Ledar v IKEA

Procedure in hoofdzaak wordt geschorst totdat het Bureau definitief uitspraak heeft gedaan met betrekking tot de geldigheid van het LEDARC- en het LEDAR-Uniemerk: bij Bureau al een vordering tot vervallen- of nietigverklaring van het Uniemerk ingesteld voordat de reconventionele vordering tot vervallen-of nietigverklaring door IKEA werd ingesteld.

 

IEPT20201020, Rb Den Haag Vangoud Advocaten v Goud Advocaten

Goud Advocaten maakt geen inbreuk op handelsnaam Vangoud Advocaten, kans op verwarring verwaarloosbaar: handelsnamen verschillen, term ‘goud’ is zwak onderscheidend aangezien ‘goud’ in de commerciële praktijk een gebruikelijke aanprijzende term is, praktijkgebieden van partijen vertonen geen of slechts zeer geringe overlap en afstand tussen vestigingsplaatsen is aanzienlijk.

 

IEPT20201015, Rb Den Haag, Sunshower v Beter Bad

Gerede twijfel mogelijk over vraag of Sunshower model in bodemprocedure geldig zou worden geacht en Feel Good IR-L inbreukmakend: Model Sunshower verschilt slechts op twee ondergeschikte punten van het vormgevingserfgoed Sunshower Comfort. Gegeven de minimale beschermingsomvang van het Sunshower model zijn  de verschillen tussen dit model en de Feel Good IR-L voldoende om andere algemene indruk te wekken. Geen slaafse nabootsing Sunshower door Beter Bad Sanitair: Sunshower heeft geen eigen gezicht op de markt en veel van de modellen technisch bepaald. Geteste basismodel Beter Bad en Feel Good IR-L voldoen niet aan Laagspanningsrichtlijn en dit levert oneerlijk concurrentievoordeel op ten aanzien van Sunshower: Aan argument dat testresultaten niet representatief zijn wordt voorbijgegaan nu Sunshower de producten nieuw in de doos heeft aangekocht als ware zij consument. Beter Bad Sanitair heeft ontoelaatbare vergelijkende reclame gemaakt nu niet aannemelijk is dat Sunshower producten de  normen met betrekking tot effectieve output van UV-licht overschrijden. Beter Bad heeft geen meetresultaten producten Sunshower in het geding gebracht waardoor geen behoorlijke vergelijking kan worden gemaakt.
 

IEPT20201014, Rb Den Haag, Menzis v AstraZeneca

Aansprakelijkheid voor handhaving later vernietigd octrooi. Het enkele in stand houden van het achteraf ongeldig gebleken (Nederlandse deel van het) XR-octrooi na het verlopen van het ABC, vanwege het belang van innovatie, levert geen aansprakelijkheid van AstraZeneca c.s. op, ook niet als in aanmerking wordt genomen dat op dat moment het Engelse deel van het octrooi al was vernietigd. Voor aansprakelijkheid van de octrooihouder wegens een achteraf onjuist gebleken octrooipretentie, is, in lijn met CFS Bakel/Stork, maar ook met de vaste rechtspraak over aansprakelijkheid voor executie van een in kort geding (achteraf ten onrechte) gegeven verbod11, een (verwijtbare) handeling van de octrooihouder nodig die verder strekt dan het in stand houden van het octrooi. Uit de bestaande rechtspraak over aansprakelijkheid voor executie van een in kort geding (achteraf ten onrechte) gegeven verbod, volgt dat degene die zijn wederpartij gedwongen heeft zich naar dat verbod te gedragen, onrechtmatig heeft gehandeld wanneer hij, naar achteraf blijkt, niet het recht had van de wederpartij te vergen dat deze zich van de desbetreffende handelingen onthield. Voor deze zaak betekent dit dat AstraZeneca AB op 20 augustus 2013 door betekening van het XR-kort geding vonnis, waarmee zij Sandoz actief van de Nederlandse markt heeft geweerd, onrechtmatig heeft gehandeld jegens deze concurrent. De rechtbank is van oordeel dat AstraZeneca c.s. door de (achteraf) onrechtmatige handhaving van het octrooi in ieder geval ten koste van Menzis c.s. ongerechtvaardigd is verrijkt met een bedrag gelijk aan de door Menzis c.s. geleden schade en op die grond tot vergoeding daarvan gehouden is.

 

IEPT20201009, Rb Den Haag, Alpargatas v ASW

Alpargatas spoedeisend belang: mededelingen ASW zien uitsluitend op de Sanda-partij, terwijl er na 30 juni 2020 HAVAIANAS slippers werden aangeboden, waarvan onduidelijk is of deze met toestemming van Alpargatas in de EER in het verkeer waren gebracht. Inbreuk op de merkrechten van Alpargatas: Sanda-partij niet uitgeput. ASW onvoldoende onderbouwd dat andere partij slippers met toestemming van Alpargatas in de EER in het verkeer zijn gebracht. ASW moet binnen 48 uur merkinbreuk staken en gestaakt houden en opgave doen van totaal aantal exemplaren ingevoerd, in voorraad verkocht en naam adressen van rechtspersonen aan wie geleverd is en van leveranciers en/of producenten. Gevorderde recall wordt toegewezen, behalve voor de partij slippers die teruggezonden is naar Colombia. Alpargatas ten aanzien van Ostoy voldoende spoedeisend belang: Ostoy geen onthoudingsverklaring ondertekend. Ostoy heeft inbreuk gemaakt op merkrechten van Alpargatas door niet uitgeputte slippers in de EER in te voeren. Ostoy moet binnen 24 uur inbreuk staken en gestaakt houden en opgave doen van totaal aantal exemplaren ingevoerd, in voorraad verkocht en naam adressen van rechtspersonen aan wie geleverd is en van leveranciers en/of producenten. Gevorderde recall wordt toegewezen, behalve voor de partij slippers die teruggezonden is naar Colombia.

 

IEPT20201009, Rb Den Haag, Sumo v De Staat

Inbreuk gemaakt persoonlijke levenssfeer ondernemers Sumo door documentairemakers: geen sprake van een incidentele verstrekking in een bijzonder geval, conform art. 19 Wpg en door, mede gelet op de aard van de gegevens, de gegevens te gebruiken voor een documentaire en deze uit te zenden wordt er nog extra inbreuk gemaakt op recht van de voormalig eigenaren van Sumo op eerbiediging van hun persoonlijke levenssfeer. Belangen voormalige eigenaren Sumo wegen zwaarder dan belang Selfmade op het recht van vrije meningsuiting: fraudezaak heeft hoofdrol gekregen in de documentaire en die hoofdrol is grotendeels gevuld met gegevens die Selfmade daarover via het OM heeft verkregen maar niet had mogen krijgen, Selfmade onvoldoende onderbouwd dat documentaire een bijdrage levert aan een discussie van algemeen belang en geen sprake van dringende noodzaak uitzending documentaire. Veroordeling richt zich tegen Selfmade en KRO-NCRV: De Staat is niet in staat om uitzending te voorkomen of tot uitzending over te gaan.

 

IEPT20201006, Rb, Den Haag, C&T v Profloating

Geen inbreuk op octrooi bij wege van equivalentie. De bewoordingen van deelkenmerk f (en j), gelezen in samenhang met de gedachte achter het voorschrift dat alle elementen moeten drijven, laten geen ruimte voor het weginterpreteren van het kenmerk “drijven” van “elk” verbindingselement voor sommige verbindingselementen. Het is verder niet zo dat de niet-drijvende elementen op onbelangrijke plaatsen in het systeem zitten. Onder toepassing van de bij equivalentie wel gehanteerde function-way-result toets, is zowel de functie, de weg/wijze als het resultaat van het niet-drijvende verbindingselement anders.

 

IEPT20200930, Rb, Den Haag,Thuiskopie v De Staat
De onjuiste veronderstelling over thuiskopiëren uit ongeoorloofde bron heeft geleid tot een te hoog bedrag aan thuiskopievergoeding. Thuiskopie wordt veroordeeld de onverschuldigd betaalde bedragen terug te betalen.

 

IEPT20200929, Rb Den Haag, Novartis v Mylan

Voorzieningenrechter grensoverschrijdend bevoegd wegens onrechtmatig aanzetten tot en faciliteren van octrooi-inbreuk. Inzake (Nederlandse) Milan NV op grond van artikel 4 Brussel 1bis-Vo grensoverschrijdend bevoegd en nu het in de onderhavige zaak gaat om voorlopige maatregelen, wordt aan die bevoegdheid geen afbreuk gedaan door artikel 24 lid 4 Brussel 1 bis-Vo. Inzake (Franse) Milan SAS op grond van artikel 8 Brussel 1bis-Vo teneinde tegenstrijdige beslissingen te voorkomen. Artikel 36(4) van de Verordening pediatrisch gebruik geneesmiddelen (PedVo) brengt niet met zich dat voormalige weesgeneesmiddelen van ABC-verlenging zijn uitgesloten.

 

IEPT20200916, Rb, Den Haag, IXXI v Bicsy

IXXIIXXI-wanddecoratiesysteem, gevormd door de combinatie van kaarten en de specifieke verbindingsstukken, auteursrechtelijk beschermd. Bicsy-wanddecoratiesysteem niet inbreukmakend. De relevante totaalindruk wordt in beide gevallen bepaald door de combinatie van verbindingsstukken met kaarten, met een naad van een paar millimeters ertussen. De overeenkomsten van de totaalindruk van beide wanddecoratiesystemen wegen echter niet op tegen de hiervoor onder 4.20 genoemde de verschillen in de vormgeving, die in het bijzonder zijn gelegen in de verschillende uitgewerkt en vormgegeven opvallende verbindingsstukken, die op een andere manier zichtbaar zijn, zowel dichtbij als van veraf beschouwd. Anders dan IXXI cs betogen, draagt nu juist de verschillende manier waarop zichtbaar is in de wanddecoratie de (verschillende) wijze waarop de kaarten aan elkaar worden verbonden in belangrijke mate bij aan de verschillende totaalindruk van beide wanddecoratiesystemen. Geen slaafse nabootsingsbescherming. IXXI-wanddecoratieproduct geen eigen gezicht op de markt op het moment dat het Bicsy-wanddecoratiesysteem, op de markt wordt aangeboden. Merk- en handelsnaaminbreuk BICSY-teken en de naam Bicsy op IXXI-merk en -handelsnaam niet betwist.  IXXI heeft in strijd met waarheidsplicht (artikel 21 Rv) het IXX-Octrooi niet vermeld in dagvaarding. Consequentie dat IXXI cs […] ten titel van proceskostenveroordeling moeten voldoen de schattenderwijs op  500 bepaalde kosten die Bicsy cs hebben moeten maken om de rechtbank bij conclusie van antwoord op de hoogte te brengen van het bestaan van het IXXI-octrooi en door het inbrengen van het IXXI-octrooi als productie. 

 

IEPT20200831, Rb Den Haag, Wyeth wraking

Wrakingsverzoek Wyeth afgewezen: gemotiveerde beslissingen niet onbegrijpelijk en dus ook niet zo onbegrijpelijk dat daaruit de vooringenomenheid van de rechter blijkt.

 

IEPT20200821, Rb Den Haag, Gartneriet v Ovata
LundagerLundager Model heeft eigen karakter. voldoende verschillen met vormgevingserfgoed die ertoe leiden dat bij de geïnformeerde gebruiker een andere algemene indruk wordt gewekt. Modelrechtinbreuk. Afstand tussen vormgevingserfgoed groter dan tussen Lundager Model en Porto Pot. Porto Pot wekt bij geïnformeerde gebruiker geen andere algemene indruk dan Lundager Model

 

IEPT20200727, Rb Den Haag, Ivana v Ankerslot
SleutelGeen verbod op productie/levering van de aan de Ivana-sleutelsystemen gelijke Noxxa-sleutelsystemen. Exclusieve productieafspraken voor sleutelsysteem niet aannemelijk gemaakt. Van doorslaggevend belang dat Ankerslot – onweersproken – heeft aangevoerd dat zij destijds de horizontale basis-groeven van sleutelblanks nog niet nabewerkte op de wijze zoals door Ivana gesteld. Geen inbreuk op Ivana-merken. Innemen van sleutelcertificaten voorzien van één van de Ivana-merken en het omwisselen daarvan voor sleutelcertificaten voorzien van het Noxxa-huismerk; geen sprake van verwijdering van het  Ivana merk. Op de Polvo-website aangeboden Ivana-producten zijn uitgeputte producten. Bij Noxxa-producten als zoekresultaat na gebruik van de zoekterm ‘Ivana’ op de Polvo-website wordt niet de indruk gewekt dat Polvo een commerciële relatie met Ivana onderhoudt. Productfoto’s Ivana niet auteursrechtelijk beschermd. Onvoldoende weersproken dat zij ontleend zijn aan productfoto’s van andere marktpartijen. Geen belang meer bij rectificatie persbericht/Facebookposts: oorspronkelijke bericht is gewijzigd en niet gebleken dat oude bericht nog wordt gebruikt.

 

IEPT20200722, Rb Den Haag, FKP v Spirits

Door FKP gevorderde schorsing van de tenuitvoerlegging van het exhibitiebevel afgewezen: afwijking van het uitgangspunt dat een uitgesproken veroordeling hangende een hogere voorziening uitvoerbaar dient te zijn kan alleen worden gerechtvaardigd door omstandigheden die meebrengen dat het belang van de veroordeelde bij behoud van de bestaande toestand zolang niet op het door hem ingestelde rechtsmiddel is beslist, zwaarder weegt dan het belang van degene die de veroordeling in de ten uitvoer te leggen uitspraak heeft verkregen, bij de uitvoerbaarheid bij voorraad daarvan. Exhibitievonnis is aan FKP betekend. Spirits hoeft geen voorschot te betalen voor de kosten verbonden aan het exhibitiebevel. Spirits hoeft missende 843a-documenten niet specifiek te benoemen na te hebben onderzocht welke documenten zij reeds hebben. Niet aangenomen dat FKP vanwege de weigerachtige houding van Russische instanties niet meer kon doen dan zij heeft gedaan om het exhibitiebevel na te leven

 

IEPT20200722, Rb Den Haag, Puma
AlbriaGeen inbreuk modelrecht of auteursrecht Puma Abria-sneakers maken geen inbreuk op modelrecht Puma nu ze een andere algemene indruk wekken voor de modebewuste vrouw: beschermingsomvang van het model wordt met name bepaald door de bolletjesstructuur van de zool nu de vorm reeds voorkomt in het vormgevingserfgoed, zool van het model is rafelig terwijl deze bij de Abria-sneakers eindigt in strak afgesneden lijn, de bolletjes in de zool van de Abria-sneakers zijn hoekiger en ongelijkmatiger gevormd, de zool van de Abria-sneakers heeft een verdikte lijn. Abria-sneakers maken geen auteursrechtinbreuk op Schoen A dan wel Schoen B: ongedateerde vormgevingserfgoed tot uitgangspunt genomen nu Puma niet heeft aangegeven op welke datum haar schoenen zijn openbaargemaakt en het gestelde vormgevingserfgoed niet hebben weersproken, de door Puma genoemde kenmerkende elementen van Schoen A en Schoen B kwamen als zodanig reeds voor in het vormgevingserfgoed en zijn dus niet beschermd, de beschermingsomvang van de combinatie van kenmerken is - er veronderstellenderwijs vanuit gaande dat deze het persoonlijk stempel van de maker draagt en van auteursrechtelijk beschermde werken sprake is - beperkt, Abria-sneaker wekt gelet op deze beperkte beschermingsomvang een andere totaalindruk nu deze door een opvallend sierlint in plaats van veters een minder sportief uiterlijk hebben. Geen sprake van slaafse nabootsing: geen eigen gezicht op de markt, sneakers wijken bovendien in meerdere opzichten af.

 

IEPT20200722, Rb Den Haag, Hikvision v LITB

Geen uitputting merkrechten. Gestelde eigendomsoverdracht tussen LITB en consument buiten de EER niet relevant. Nu geen sprake is van reëel gevaar van afscherming van nationale markten, dient LITB uitputting te bewijzen. Verbod toegewezen, schadevergoeding verwezen naar schadestaatprocedure. Winstafdracht verworpen bij gebreke van kwade trouw.

 

IEPT20200708, Rb Den Haag, DTS v Samsung

Verzoek tot verbetering en aanvulling afgewezen: geen sprake van kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent nu de zaak is aangehouden. Tussentijds  hoger beroep toegestaan van tussenvonnis waarin de rechtbank oordeelt dat de Nederlandse delen van EP 140 en EP 099 nietig zijn en aanhoudt met betrekking tot buitenlandse delen EP 099 en EP 140 totdat vaststaat of die delen al dan niet geldig zijn. Zwaarwegende redenen om af te wijken van artikel 337 lid 2 Rv nu niet duidelijk is hoe lang schorsing zal duren.

 

IEPT20200619, Rb Den Haag, KPN v T-Mobile

Reclame-uiting T-Mobile over KPN tijdens break-up weken (“het enige dat ik de afgelopen jaren van je heb gekregen is een hogere prijs”) is onjuist en onrechtmatig: de maatman zal weliswaar begrijpen dat de boodschap van T-Mobile is dat KPN de afgelopen jaren niet meer heeft gedaan dan wat van haar mag worden verwacht als telecom provider, reclame impliceert echter dat T-Mobile de afgelopen jaren geen prijsverhoging heeft toegepast, de inflatiecorrectie die T-Mobile jaarlijks toepast is ook aan te merken als een prijsverhoging, humoristische toon geen rechtvaardiging voor misleiding.

 

IEPT20200617, Rb Den Haag, Volkswagen v Navaudio

Navaudio is tekortgekomen in de nakoming van de onthoudingsverklaring, verbeurde boete: € 40.000,- Onthoudingsverklaring niet onder bedreiging of misbruik van omstandigheden (3:44 BW) tot stand gekomen. Beroep op artikel 14 lid 1 onder c UMVo (gebruik merk noodzakelijk om bestemming van een goed of dienst aan te duiden), slaagt niet: er bestaat geen noodzaak voor het gebruik van de VW-woordmerken zonder de toevoeging ‘geschikt voor’ te gebruiken, dus het aangevallen gebruik voldoet niet aan de eerlijke gebruiken van nijverheid en handel.

 

IEPT20200615, Rb Den Haag, Maytronics v ECG

Maytronics heeft voldoende spoedeisend belang: voldoende voortvarend gehandeld door na in zomer 2019 op de hoogte te zijn geraakt van gedragingen ECG, vanaf 18 juli 2019 meerdere sommaties te sturen, in november en december 2019 proefaankopen te doen en op 10 maart 2020 te dagvaarden. Merkinbreuk, geen uitputting door gegronde reden Maytronics (artikel 15(2) UMeV en 2.23(3) BVIE): dat sprake is van slechte recensies ECG die ook merken Maytronics raken niet weersproken, onjuiste suggestie dat ECG tot distributienetwerk Maytronics behoort of dat er bijzondere band tussen de twee ondernemingen bestaat, aanbieden merkproducten tegen salesprijzen, terwijl er geen werkelijke sale is beweegt consumenten er (ten onrechte) toe eerder bij ECG te bestellen dan bij Maytronics, is deloyaal tegen gerechtvaardigde belangen merkhouder en tast de waarde van de merken aan door ongerechtvaardigd voordeel trekken uit onderscheidend vermogen of reputatie daarvan.

 

IEPT20200610, Rb Den Haag, Global v Outtrade

Gemeenschapsmodel voor barbecuestandaard geldig: gemeenschapsmodel nieuw ten opzichte van het vormgevingserfgoed door afwijkende vormgeving van de armen, net voldaan aan het vereiste van eigen karakter door verschillen tussen de kenmerkende elementen van het gemeenschapsmodel en het vormgevingserfgoed. Ondanks de beperkte beschermingsomvang wordt inbreuk aangenomen: door gedaagde verhandelde producten verschillen in geen enkel opzicht van het Gemeenschapsmodel.

 

IEPT20200610, Rb Den Haag, Silk Cosmetics v Notino

Licentienemer niet vorderingsgerechtigd inzake gestelde merkinbreuk: niet voldaan aan de in artikel 25 lid 3 UMVo neergelegde eis van toestemming van merkhouder. Hetzelfde geldt voor de op onrechtmatige daad gestoelde vordering: vordering dient hetzelfde doel als de verbodsvordering op grond van merkinbreuk.

 

IEPT20200603, Rb Den Haag, Casa Vigar v Edco

Modellen van Casa Vigar zijn geldig: modellen voldoen aanhet nieuwheidscriterium nu deze op meer dan ondergeschikte details verschillen van de voorbeelden uit het Umfeld, modellen hebben een eigen karakter door hun rechtop staand 'lichaam' met lange nek en strapless avondjurk, die duidelijk zichtbare vrouwelijke vormen toont. Edco-borstel A maakt geen inbreuk op Modellen Casa Vigar: borstel A maakt andere totaalindruk dan Modellen door andere kleur en gebrek aan duidelijk zichtbare vrouwelijke kenmerken. Edco-borstel B maakt geen inbreuk op Model A Casa Vigar: borstel B maakt geen andere totaalindruk dan Model A nu verschillen van ondergeschikt karakter zijn. Edco-borstel B maakt geen inbreuk op Model B Casa Vigar: andere totaalindruk dan Model B Casa Vigar gelet op afwijkende kleur en andere vorm.

 

IEPT20200603, Rb Den Haag, Impossible food v Nestle herstelvonnis 

Gevorderde uitvoerbaarverklaring alsnog toegewezen: vordering over het hoofd gezien waardoor de rechtbank heeft verzuimd daarop te beslissen, omstandigheid dat het meer of anders gevorderde is afgewezen brengt niet mee dat geen beroep op aanvulling ex artikel 32 Rv kan worden gedaan, vordering als niet weersproken toegewezen.

 

IEPT20200602, Rb Den Haag, Novartis v Teva 

Voorzieningenrechter (grensoverschrijdend) bevoegd: op grond van artikel 4 en 35 Brussel I bis-Vo aangezien Teva in Nederland is gevestigd. Verweer tegen bevoegdheid inzake overdracht handelsvergunningen en Oostenrijkse deel EP 246 niet gevolgd, aangezien dat niet afdoet aan bevoegdheid voor treffen voorlopige voorziening. Toepasselijk recht overdracht handelsvergunning is op grond van artikel 4 Rome I Oostenrijks recht: doordat verbintenis Ratiopharm niet enkel bestaat uit betaling geldsom aan Teva, maar ook uit nodige verplichtingen die in Oostenrijk moeten worden uitgevoerd, sprake van nauwere band met Oostenrijk. Overdracht naar Oostenrijks recht plaatsgevonden: pas in pleitaantekeningen aanvoeren dat overdracht niet heeft plaatsgevonden te laat, door Teva overgelegde bevestiging onderschrijft overdracht. Overeenkomst tot overdracht handelsvergunningen van Teva aan Ratiopharm (in wetenschap dat in Nederland kort geding was aangezegd) geldig: aanvankelijke overdracht aan Teva berust op fout, zelfs als dat niet zo is geen sprake van nietigheid, aangezien het Teva vrij staat om haar zaken (alsnog) zo te regelen dat die overeenstemmen met haar beleid, overdracht niet enkel verricht om procedure Novartis te frustreren. Vorderingen gegrond op indirecte inbreuk door Teva / onrechtmatig handelen Teva door handelsvergunning ter beschikking te stellen aan rechtspersoon die octrooi inbreuk maakt in Oostenrijk daarom afgewezen. Toepasselijk recht beweerdelijk onrechtmatig handelen / octrooi inbreuk is op grond van artikel 4, 6 en 8 Rome II Oostenrijks recht. Naar Oostenrijks recht geen onzorgvuldig handelen / directe octrooi inbreuk door mee te werken aan geneesmiddelenbewakingssysteem: Teva met oog op volksgezondheid gehouden om in kader van geneesmiddelenbewakingssysteem meldingen van patiënten/artsen met betrekking tot bijwerkingen van everolimus Ratiopharm door te geven aan Ratiopharm, zodat dit uiteindelijk bij bevoegde autoriteiten uitkomt.

 

IEPT20200527, Rb Den Haag, Sisvel v BBK
Conclusie 8 EP 536 niet inventief. Kenmerken 8.5, 8.6 en 8.7 geopenbaard in Eriksson. Deze publicatie is geen onderdeel van het verleningsdossier van EP 536. Specifieke combinatie van MCS-en die wordt geclaimd in kenmerk 8.8 is verschilmaatregel. Vakman komt wanneer hij aanwijzing uit Eriksson tot verkleining van de RLC-blokken bij herverzending om de codesnelheid granulariteit te verhogen, zonder enige inventieve denkarbeid uit op de twee enige mogelijke combinaties, geclaimd in kenmerk 8.8 Zelfs als hiervoor zou zijn aangenomen dat Eriksson de keuze voor een hogere MCS binnen een familie niet openbaart maar slechts een lagere en dit als (aanvullende) verschilmaatregel (8.5) zou moeten worden gezien, maakt dit het voorgaande niet anders. Conclusie 4 niet inventief. Claimt radiosysteem waarvan niet-inventieve radio-ontvanger uit conclusie 8 onderdeel uitmaakt
Nu is geoordeeld dat die radio-ontvanger niet inventief is, valt daarmee ook het doek voor conclusie 4. 

 

IEPT20200520, Rb Den Haag, Mediq v MedQ

Mediq v MedQ. Beperkte overeenstemming Mediq en MedQ. Behoorlijke mate van visuele gelijkenis wordt grotendeels geneutraliseerd door verschil in auditief opzicht. Geen soortgelijke diensten. Geen verwarringsgevaar. Professioneel bovengemiddeld geïnformeerd publiek met een hoog aandachtsniveau. Geen kielzogvaren door MedQ. Geen verwateringsgevaar voor Mediq: geen (grote kans op) wijziging van het economisch gedrag van het publiek. Geen verwarringsgevaar handelsnamen Mediq en MedQ. Visuele overeenstemming wordt grotendeels geneutraliseerd door auditieve verschillen. Verschillende aard ondernemingen. Professioneel publiek met hoog aandachtsniveau.

 

IEPT20200527, Rb Den Haag, Impossible Food v Nestle

Hoofdzaak inzake gestelde inbreuk op het Uniewoordmerk IMPOSSIBLE BURGER ex artikel 132 lid 1 UMVo geschorst wegens samenloop met een eerder door Nestlé ingestelde nietigheidsprocedure tegen dat merk bij het EUIPO: dat het EUIPO bij de toetsing van de geldigheid van de merken IMPOSSIBLE en IMPOSSIBLE SAUSAGE de Third Party Observations van Nestlé terzijde heeft gesteld, is onvoldoende om op voorhand evident te achten dat het EUIPO het Uniemerk geldig zal verklaren en daar in de onderhavige hoofdzaak ook vanuit te gaan. Procedure voor wat betreft de gevorderde voorlopige voorziening niet geschorst: in geval van schorsing van de procedure in de hoofdzaak, biedt artikel 132 lid 3 UMVo de rechtbank voor het Uniemerk de mogelijkheid voorlopige maatregelen te treffen. IMPOSSIBLE BURGER naar voorlopig oordeel een geldig merk: niet beschrijvend voor een generiek productkenmerk van de burger en geen algemeen aanprijzende woordcombinatie. Teken INCREDIBLE BURGER stemt verwarringwekkend overeen met het Uniewoordmerk IMPOSSIBLE BURGER ex artikel 9 lid 2 sub b UMVo: behoorlijke mate van visuele overeenstemming, zekere mate van fonetische overeenstemming, geringe mate van begripsmatige overeenstemming, IMPOSSIBLE BURGER heeft een gemiddeld onderscheidend vermogen, het relevante publiek heeft een relatief laag aandachtsniveau, de waren zijn volledig soortgelijk nu het in beide gevallen gaat om plantaardige burgers, er zijn bovendien reeds voorbeelden van daadwerkelijke verwarring, tussen partijen gevoerde onderhandelingen doen het vermoeden rijzen dat Nestlé bewust de lancering van de IMPOSSIBLE BURGER op de Europese markt heeft willen frustreren door zelf eerst een vergelijkbaar product op de markt te brengen met een overeenstemmende naam, Nestlé gebruikt het teken ter onderscheiding van haar waren. EU-wijd inbreukverbod bij voorlopige voorziening toegewezen ondanks grote gevolgen voor Nestlé: duidelijke inbreuk op merk waarmee Nestlé ruimschoots bekend was, geen aanleiding voor territoriale beperking.

 

IEPT20200527, Rb Den Haag, Sisvel v BBK

Conclusie 8 EP 536 niet inventief: kenmerken 8.5, 8.6 en 8.7 geopenbaard in Eriksson, specifieke combinatie van MCS-en die wordt geclaimd in kenmerk 8.8 is verschilmaatregel, technisch effect is dat met specifiek geclaimde combinaties de facto nieuwe effectieve IR-modi worden toegevoegd, waardoor codesnelheid granulariteit wordt verhoogd ten opzichte van stand van de techniek en de beschikbare radioruimte van het systeem efficiënter wordt gebruikt, vakman komt wanneer hij aanwijzing uit Eriksson tot verkleining van de RLC-blokken bij herverzending om de codesnelheid granulariteit te verhogen, zonder enige inventieve denkarbeid uit op de twee enige mogelijke combinaties, geclaimd in kenmerk 8.8. Conclusie 4 niet inventief: claimt radiosysteem waarvan niet-inventieve radio-ontvanger uit conclusie 8 onderdeel uitmaakt. Vernietiging conclusie 4 en 8 toegewezen. Zaak verwezen naar de rol voor overlegging (nadere) proceskostenspecificaties.

 

IEPT20200520, Rb Den Haag, Casa v Interstyle

Procedure inzake gevorderd inbreukverbod op het Uniemerk CASA ex artikel 132 lid 1 UMVo geschorst wegens samenloop met eerder ingestelde nietigheidsprocedure tegen dat merk bij het EUIPO. Geen grond voor schorsing van de procedure ten aanzien van de CASA-Beneluxmerken: geen vordering tot vervallen- of nietigverklaring, zelfs bij het aan het Uniemerk identieke Beneluxmerk geen mogelijkheid van onverenigbare beslissingen. Vorderingen gebaseerd op artikel 5a Hnw geschorst voor zover hieraan inbreuk op het Uniemerk ten grondslag ligt: grondslag impliceert geldigheid van het merk, hetgeen tot een onverenigbare beslissing met een beslissing in de procedure voor het Bureau kan leiden.

 

IEPT20200520, Rb Den Haag, Mediq v MedQ

Geen merkinbreuk sub b: visueel behoorlijke overeenstemming tussen merk en teken, maar de visuele overeenstemming wordt geneutraliseerd door de auditieve verschillen. Beeldmerk Mediq en logo MedQ verschillen visueel (nog) meer van elkaar. Gebruik teken MedQ in domeinnaam niet verwarrend aangezien bezoeker de domeinnaam niet op zichzelf staand zal beschouwen omdat aandacht wordt getrokken door het teken op de webpagina. Diensten die onder merk en teken worden aangeboden stemmen niet overeen. Indien diensten toch als soortgelijk aangemerkt worden, is van verwarringsgevaar geen sprake aangezien merk en teken beperkt overeenstemmen en het relevante publiek een hoog aandachtsniveau heeft. Geen merkinbreuk sub c: MedQ lift niet mee op reputatie Mediq; mate van overeenstemming is beperkt en Mediq heeft onvoldoende aangetoond dat er sprake is van verwatering. Verbod op gebruik handelsnaam op grond van artikel 5 en 5a afgewezen: geen gevaar voor verwarring tussen de twee handelsnamen ad artikel 5 Hnw. Eveneens geen sprake van inbreuk artikel 5a Hnw; zie het overwogene bij merkinbreuk sub b.

 

IEPT20200513, Rb Den Haag, DTS v Samsung

Geen toepassing vertrouwelijkheidsregime artikel 1019ib Rv: artikel 1019ib Rv niet van toepassing, nu zaken niet zien op bescherming van bescherming bedrijfsgeheimen. Mededelingsverbod voor aantal producties en hetgeen achter gesloten deuren aan de orde is gekomen: Samsung heeft zwaarwegende belangen bij geheimhouding van gegevens die de architectuur van beveiligings-, authenticatie- en verificatiefuncties van Samsungproducten betreffen. Derde uitvoeringsvorm (bestuderingssysteem heeft toegang tot opslaglocaties) WO 752 is geen uitvoeringsvorm van uitvinding waarvoor octrooi is verleend in EP 099. Deelkenmerk 1.5 conclusie 1 EP 099 bevat toegevoegde materie ten opzichte van aanvrage WO 752: door DTS aangehaalde passages zien op de derde uitvoeringsvorm die niet onder beschermingsomvang verleende conclusies valt, uit WO 752 af te leiden dat de beveiliging van transacties wordt bereikt door de authenticatiegegevens op te slaan op een opslaglocatie in het BIOS of afgeschermd van het besturingssysteem door het BIOS, voor zover deelkenmerk 1.5 claimt dat authenticatiegegevens ook opgeslagen kunnen zijn in “any other secure location” is sprake van ontoelaatbare toegevoegde materie. 

 

IEPT20200506, Rb Den Haag, Multi Access v Oriental Europe

Procedure ex artikel 132 lid 1 UMVo geschorst ten aanzien van de Uniemerken waarover procedures lopen bij het EUIPO, totdat daarin definitief uitspraak is gedaan: geen bijzondere reden die voortzetting van de procedure rechtvaardigt. Procedure niet geschorst ten aanzien van de overige Uniemerken, ook al stemmen deze sterk overeen met de merken waarover wel procedures lopen: sprake van een zekere samenhang niet voldoende voor het aannemen van een risico op onverenigbare beslissingen nu de procedures bij het EUIPO zien op depot te kwader trouw en niet is gesteld dat deze rechtsgrond speelt in de onderhavige procedure.

 

IEPT20200430, Rb Den Haag, Dish Network v WorldStream

Voldoende spoedeisend belang ondanks dat pas 1,5 jaar na “cease and desist” verzoeken kort geding is gestart. Rechtsbetrekking en rechtmatig belang bij inzage in (deel van) gevorderde gegevens: redelijk vermoeden van (faciliteren van) inbreuk door klanten van WorldStream voldoende onderbouwd. Geen voor WorldStream ingrijpende exhibitie: slechts klein deel van gevraagde (identificerende) informatie wordt toegewezen. Belang Dish Network is groot: zij heeft geen andere effectieve middelen om inbreuken aan te pakken. Niet in te zien waarom andere gegevens dan NAW-gegevens en e-mailadres noodzakelijk zijn. 

 

IEPT20200415, Rb Den Haag, Biolitec v Tobrix

Biolitec handhaaft alleen hulpverzoeken 6 en 7. Die zijn niet inventief: in tussenvonnis (IEPT20191023) reeds geoordeeld dat laserstraling van 1470 nm niet inventief is ten opzichte van US 400, kap met afgerond distaal gedeelte reeds geopenbaard in US 400.  Afhankelijke conclusie 4-6 en 8-11 niet nieuw en inventief: niet onderbouwd, dat conclusies “non-searched” zijn betreft geen nietigheidsgrond.

 

IEPT20200415, Rb Den Haag, Fossil v ITG

ITG maakt inbreuk op Michael Kors-merken ex artikel 9 lid 2 sub a UMVo en 2.20 lid 2 sub a BVIE nu voldoende aannemelijk is dat voor haar bestemde op Schiphol onderschepte horloges namaak betreffen: tegenover de door licentienemer Fossil concreet aangewezen verschillen tussen horloges uit de zendingen aan ITG en originele horloges heeft ITG onvoldoende aangevoerd, door de weigering van groothandels om papieren af te geven moet ITG alle reden hebben gehad aan de aan de authenticiteit van de door haar geïmporteerde horloges te twijfelen. Gevorderde winstafdracht toegewezen: nu ITG zich bewust moest zijn van het risico dat de door haar ingekochte horloges namaak zijn, heeft zij te kwader trouw inbreuk gemaakt op de Michael Kors-merken.

 

IEPT20200415, Rb Den Haag, Armani v ITG

ITG maakt inbreuk op Uniemerken Armani ex artikel 9 lid 2 sub a UMVo: betwisting dat sprake is van namaak kan onbesproken blijven nu niet gemotiveerd is weersproken dat de geschorste goederen zonder toestemming van Armani vanuit China de EER binnen zijn gebracht. In het kader van de Anti-piraterijverordening verkregen informatie mag in deze procedure gebruikt worden: weliswaar valt illegale parallelhandel als zodanig buiten het toepassingsbereik van de APV, maar dat doet niet af aan het doel ervan, Armani heeft aan de onderhavige procedure bovendien (mede) ten grondslag gelegd dat sprake is van namaak.

 

IEPT20200408, Rb Den Haag, Wegter v Royal Boch

Royal Boch is tekortgeschoten in de nakoming van de licentieovereenkomst met Wegter door het overeenkomen van spaaracties met supermarkt:. Nu Wegter een exclusieve licentie had voor Nederland voor gebruik van de Royal Boch-merken voor non-food producten, heeft zij het gelijk aan haar zijde met haar stelling dat Royal Boch met de messenactie en de glazenactie is tekortgeschoten in de nakoming van de licentieovereenkomst en de schade die Wegter daardoor heeft geleden moet vergoeden. Licentieovereenkomst niet rechtsgeldig ontbonden of opgezegd door Royal Boch: Wegter is niet tekort geschoten in de nakoming van de licentieovereenkomst nu de opschorting van de betaling van betaling royalty’s gegrond en proportioneel was,  onvoldoende onderbouwd dat sprake is van verstoorde verhoudingen die van dien aard zijn dat zij een onvoorziene omstandigheid vormen, waardoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst niet verwacht mag worden.

 

IEPT20200408, Rb Den Haag, Silk Cosmetics v White Sea International

Verbodsvordering inbreuk merken in verstekvonnis afgewezen. Eiseres heeft niet gesteld als exclusief sublicentienemer toestemming van de merkhouder te hebben om in een procedure een verbodsvordering ten aanzien van de merken in te stellen (art. 25 lid 3 UMVo).

 

IEPT20200408, Rb Den Haag, Philipp Plein

Gedaagde geslaagd te bewijzen dat beslagen kleding van Philipp Plein uitgeputte originele waar betreft: niet in geschil dat de beslagen producten anti counterfeit labels hebben, Philipp Plein heeft producten met overeenkomende codes rechtstreeks geleverd aan [eenmanszaak], rechtbank gaat uit van echtheid van facturen waarin [eenmanszaak] de waren zou hebben verkocht aan gedaagde ondanks ontbreken naam koper en betaling in cash. Philipp Plein heeft geen gegronde reden zich tegen verdere verhandeling te verzetten ex artikel 15 lid 2 UMVo: gestelde aantastingen van de plastic verpakkingen van beslagen producten - voor zover al zichtbaar voor de beoogde eindgebruiker - vormen geen wijziging of verslechtering van de waar nu de herkomstfunctie en de reputatie van het merkproduct daarmee niet worden aangetast.

 

IEPT20200407, Rb Den Haag, De Spieghel v Decor Wonen

Modellen van serie Blackbone-kasten zijn nieuw en hebben eigen karakter: combinatie van de karakteristieke en specifieke kenmerken te weten de elegante delen gefineerd geborsteld zwart eikenhout, duidelijke houtstructuur, smallere houtplanken in een visgraatmotief, transparante uitstraling en stoer en strak roestvrijstalen onderstel waardoor het geheel lijkt te zweven, verschillen voldoende van het vormgevingserfgoed. Black Gold-kasten maken hierop inbreuk: wekken geen andere algemene indruk bij de geïnformeerde gebruiker.

Pippa-stoel auteursrechtelijk beschermd: voldoende creativiteit en oorspronkelijkheid gelegen in de gebloemde rugleuning in een statige opwaartse houding, velvet bekleding en glimmende gouden stoelpoten, totaalindruk wijkt af van - beweerdelijk - oudere stoelen. Flower-stoel maakt hierop inbreuk: niet bestreden dat de totaalindruk overeenstemt.

 

IEPT20200325, Rb Den Haag, B. Elisabeth

Schadevergoeding wegens areaaloverschrijding en illegale vermeerdering ras B. Elisabeth vastgesteld op € 1.435,10. Gedaagde heeft reeds hoger bedrag van € 2.302,95 voldaan, waardoor vorderingen eiser worden afgewezen. Eiser wordt veroordeeld in artikel 1019h Rv proceskosten volgens indicatietarief eenvoudige zaak: € 8.000

 

IEPT20200325, Rb Den Haag, Multi Access

Multi Access Limited (Britse Maagdeneilanden) moet zekerheid stellen voor proceskostenveroordeling ter hoogte van € 17.797: geen van uitzonderingen van artikel 224(2) RV doet zich voor, dat Multi Access Limited vrijwillig aan proceskostenveroordeling zegt te voldoen kan niet afdoen aan verplichting tot zekerheidsstelling. Ondanks dat in dagvaarding om voeging is verzocht, maar niet in petitum is gevorderd, wordt zaak gevoegd: gedaagde heeft conclusie van antwoord in het incident tot voeging genomen en geen bezwaar tegen voeging, sprake van verknochte zaken.

 

IEPT20200325, Rb Den Haag, Coty v Easycosmetic

Coty heeft gegronde reden zich verzetten tegen gebruik van haar merken op de verpakkingsdozen van Easycostetics, dat parfums verhandelt die met toestemming in de EER zijn gebracht: door het qua lettertype en kleur integreren van de merken met de huisstijl van Easycosmetic, en de prominente plaats van haar handelsnaam en slogan omringd door al die merken, wordt de reputatie van die merken toegetrokken naar Easycosmetic, dit overhevelen van de aantrekkingskracht en de reputatie van de merken naar Easycosmetic is zodanig dat daarmee bij het publiek - dat niet gewend is aan deze wijze van adverteren - de suggestie kan worden gewekt van een economische band met de merkhouder, het merkgebruik gaat daarmee verder dan het aankondigen van de verdere verhandeling van uitgeputte waar en daarmee verder dan het bereiken van het doel van de uitputtingsregel, dat het klanten niet uit zou maken of Easycosmetic al dan niet een economische band met de merkhouder heeft, doet niet af aan het gerechtvaardigde belang van Coty, dat heeft gekozen voor een selectief distributiestelsel en de onterechte indruk van een dergelijke band met Easycosmetic wil vermijden.

 

IEPT20200325, Rb Den Haag, Grenzenlos Direkt v 365 Nordic Outdoor

Merkinbreuk op woord-/beeldmerk NORDCAP door Nord Cape aangenomen: beroep op artikel 14 lid 1 sub b UMVo (gebruik aanduiding die betrekking heeft op hoedanigheid van de waar staat vrij) slaagt niet. Verbod op gebruik merk NORD CAPE afgewezen: Grenzenlos Direkt geen belang bij verbod wegens gebrek aan dreigende inbreuk door 365 Nordic Outdoor. Grenzenlos Direkt mag opgave vorderen van de hoeveelheid inbreukmakende producten die 365 Nordic Outdoor heeft afgenomen, verhandeld en op voorraad heeft, ten behoeve van de toe te wijzen vordering tot schadestaatprocedure.

 

IEPT20200318, Rb Den Haag, Sisvel v Xiaomi

Incidentele vordering tot tussenkomst (artikel 218 Rv) Docomo in VRO-zaak afgewezen: Docomo had incidentele conclusie tot tussenkomst uiterlijk op 15 januari moeten nemen (datum van conclusie van antwoord in conventie), maar heeft incidentele vordering pas 12 februari ingesteld, dus in beginsel te laat, tussenkomst zou tot onredelijke vertraging procedure leiden, gelet op tijdschema Versneld Regime Octrooizaken, tussenkomst Docomo zou positief precendent voor andere partijen kunnen scheppen die willen tussenkomen, waardoor hoofdprocedure verregaand vertaagd wordt, belang Docomo van geheimhouding van licentie ziet niet op hoofdzaak (in conventie), maar op procedureel aspect.

 

IEPT20200311, Rb Den Haag, Gallup

Benelux woordmerken GALLUP van Gallup Group niet vervallen wegens niet normaal gebruik. Het ondervragen van de werknemers waarbij wordt gevraagd naar hun opvattingen over de betreffende onderneming en hun werk, valt onder opinie-onderzoek en daarmee normaal merkgebruik. Merk gebruikt voor onderzoek dat is gericht op Nederland. Het gebruik van het merk voor opiniepeilingen is ook van belang voor de vraag of sprake is van normaal gebruik voor marktonderzoek. Ondanks dat enkel de Engelse taal gehanteerd wordt, is er sprake van normaal gebruik in de Benelux.

 

 

IEPT20200930, Rb, Den Haag, Thuiskopie v De Staat 

De onjuiste veronderstelling over thuiskopiëren uit ongeoorloofde bron heeft geleid tot een te hoog bedrag aan thuiskopievergoeding. Thuiskopie wordt veroordeeld de onverschuldigd betaalde bedragen terug te betalen.

 

IEPT20200311, Rb Den Haag, Thuiskopie v Stern Telecom

Stern Telecom moet € 43.793,50 aan thuiskopievergoeding betalen. Onvoldoende onderbouwd dat haar afnemers thuiskopieheffing hebben afgedragen of de gekochte smartphones hebben geëxporteerd, geen omkering bewijslast. 

 

IEPT20200311, Rb Den Haag, Nikon v Primary Holdings

Rechtbank komt niet terug op bindende eindbeslissing dat zij bevoegd is: toestemming verleend voor tussentijds appel van het vonnis in het bevoegdheidsincident en appel is ingesteld door PHL, daargelaten of dan verzoek PHL om terug te komen op eindbeslissing in strijd is met gesloten stelsel van rechtsmiddelen is niet gebleken dat beslissing op onjuiste juridische of feitelijke grondslag berust. Vordering om provisioneel verbod niet alleen voor duur van de bodemprocedure, maar ook voor een eventueel hoger beroep toe te wijzen wordt afgewezen. Testaankopen van door Primary Holdings in Nederland verkochte camera’s niet uitgeput: gelet op serienummers voor het eerst in Japan respectievelijk China op de markt gebracht, aankoop via eBay betekent niet zonder meer dat Nikon toestemming voor verhandeling in EER heeft gegeven, niet aannemelijk dat op haar Europese website voortdurend aangeboden producten met toestemming van Nikon in EER zijn gebracht. Ook als wel sprake zou zijn van uitputting kan Nikon zich op grond van artikel 15(2) UMeV verzetten tegen verdere verhandeling: testaankopen in zodanig gebrekkige wijze geleverd dat toestand van de waren, nadat zij in handel zijn gebracht, zijn gewijzigd en verslechterd.

 

IEPT20200310, Rb Den Haag, Eredivisie

Kort geding. Verstekvonnis. Gebod om auteursrechtinbreuk op wedstrijdbeelden Eredivisie te staken toegewezen. 1019h Rv proceskostenveroordeling toegewezen: € 3.383,70. Dwangsom van € 1000 voor iedere dag of een gedeelte daarvan dat in strijd met gebod wordt gehandeld.

 

IEPT20200304, Rb Den Haag, Loendersloot

Rechtbank Den Haag onbevoegd gelet op overeengekomen arbitragebeding. Kosten in vrijwaringszaak als nodeloos gemaakt beschouwd: zaak bij verkeerde instantie aanhangig gemaakt. Proceskostenveroordeling volgens liquidatietarief: vorderingen gebaseerd op (nakoming van) contractuele afspraken en niet tot handhaving intellectuele eigendom.

 

IEPT20200304, Rb Den Haag, Juul Labs v Mr-Joy

Verhaalsbeslag opgeheven onder voorwaarde dat voor bedrag van € 50.000 zekerheid wordt gesteld: betreft het bedrag dat aan de voorzieningenrechter is voorgelegd door Juul Labs Inc c.s. Bankgarantie volgens model van de Nederlandse Vereniging van Banken 1999 biedt voldoende zekerheid (artikel 705 Rv), enkele feit dat bankgarantie pas kan worden uitgewonnen als vonnis in kracht van gewijsde is gegaan betekent niet dat zekerheid onvoldoende is, bankgarantie biedt ook voordelen, zoals bij faillissement (waarbij conservatoir beslag vervalt maar bankgarantie zekerheid blijft bieden) of situatie dat meerdere schuldeisers cumulatief beslag leggen op hetzelfde goed, Juul Labs Inc c.s. heeft geen uitvoerbaarheid bij voorraad gevorderd, waardoor zij ook bij voortduring huidige beslag moet wachten totdat toewijzend vonnis kracht van gewijsde heeft.

 

IEPT20200226, Rb Den Haag, Sisvel v Sun Cupid

Gedaagden verschenen, maar geen inhoudelijk verweer gevoerd: vorderingen toegewezen voor zover de rechtbank deze niet onrechtmatig of ongegrond acht. Vorderingen jegens gedaagden afgewezen voor zover die zien op een “gezamenlijke veroordeling”: niet toegelicht waarom afzonderlijke entiteiten in gezamenlijkheid kunnen worden veroordeeld tot bijvoorbeeld naleving van verbod of opgaveverplichting jegens één van hen. Schadevergoeding toegewezen, ingangsdatum vastgesteld op 22 mei 2015, de datum dat Sun Cupid Technology (HK) is aangeschreven: gelet op in dagvaarding gestelde samenwerking en samenhang tussen gedaagden en stelling dat Sun Cupid Technology (HK) de moedermaatschappij is.

 

IEPT20200225, Rb Den Haag, Nordic Fire v Pelletkachel Lemmer

Voldoende spoedeisend belang bij vorderingen Nordic Fire, hoewel Pelletkachel Lemmer geen WENDY kachels meer verhandelt: Pelletkachel Lemmer niet bereid onthoudingsverklaring te tekenen en uitdrukkelijk gesteld dat zij geen inbreuk heeft gemaakt op IE-rechten Nordic Fire. WENDY kachel maakt inbreuk op STYLO kachel: STYLO kachel auteursrechtelijk beschermd: gelet op overgelegde afbeeldingen van diverse pelletkachels die qua uiterlijke vormgeving van elkaar verschillen is aannemelijk dat ontwerpen STYLO ten aanzien van bijvoorbeeld vormgeving van de lijsten, keuze voor rechthoekige vormen, positie venster, vorm en positie van het rooster en vormgeving van de hendel keuzes zijn gemaakt die niet uitsluitend technisch bepaald zijn. Door producent Paterno aan Pelletkachel Lemmer verkochte kachels (die later als WENDY kachels zijn verkocht) niet uitgeput: verklaring producent bevestigt expliciet dat Nordic Fire auteursrechthebbende is, dat Paterno nimmer toestemming heeft gehad om STYLO kachels aan anderen dan Nordic Fire te verkopen en dat zij geen toestemming had om STYLO kachels in het verkeer te brengen, geen economische verbondenheid waardoor sprake zou zijn van impliciete toestemming om kachels in het verkeer te brengen, nu geen sprake is van gemeenschappelijk auteursrecht of een distributieovereenkomst tussen Paterno en Nordic Fire. Geen verboden afscherming van de markt: Paterno is geen wederverkoper van Nordic Fire, maar productent die producten voor haar vervaardigt. Inbreuk op niet-ingeschreven Gemeenschapsmodel STYLO: STYLO kachels als niet-ingeschreven Gemeenschapsmodel beschermd, verwezen wordt naar motivering auteursrechtelijke bescherming, niet weersproken dat WENDY kachels namaak zijn ex artikel 19(2) GMoV. Inbreuk op foto’s STYLO kachel: creatieve keuzes gelet op gebruikte compositie, foto’s door Pelletkachel Lemmer verveelvoudigd. Inbreuk op teksten Nordic Fire: Creatieve keuzes ten aanzien van woordkeuze, zinsopbouw, lengte teksten, teksten verveelvoudigd doordat teksten pelletkachel Lemmer in grote mate overeenstemmen met teksten Nordic Fire. Aanprijzing “Gelijk aan Nordic Fire Stylo” maakt inbreuk op merk NORDIC FIRE: gelet op auteursrecht- en merkinbreuk sprake van misleidende, niet objectieve vergelijking waarbij referentie aan merk NORDIC FIRE oneerlijk voordeel voor Palletkachel Lemmer oplevert, geen toegestane vergelijkende reclame.

 

IEPT20200221, Rb Den Haag, Viking v Strongviking

Strongviking-tekens maken inbreuk op Viking-merken ex artikel 9 lid 2 sub b UMVo en artikel 2.20 lid 2 sub b BVIE: Viking-merken hebben van huis uit een normaal onderscheidend vermogen viking niet beschrijvend is voor schaatsen, schaatskleding en accessoires, merken hebben sterke onderscheidende kracht verkregen door gebruik, relevante publiek is breder georiënteerd dan alleen op specifieke schaatsartikelen, waren Stongviking (sportkleding en -accessoires) in hoge mate soortgelijk aan schaatsen, schaatskleding en accessoires, visuele overeenstemming gelegen in het woord ‘viking’, aanzienlijke mate van auditieve overeenstemming, grote mate van begripsmatige overeenstemming, hierdoor ontstaat verwarringsgevaar.

 

IEPT20200219, Rb Den Haag, Crossfit

Onvoldoende onderbouwd dat CROSSFIT een bekend merk is ex artikel 9 lid 2 sub c UMVo: nagelaten om nader toe te lichten en te onderbouwen dat het merk in de Europese Unie bekendheid geniet. Teken The CrossBox maakt geen  inbreuk op woordmerk CROSSFIT ex artikel 9 lid 2 sub b UMVo: woordmerk heeft van huis uit beperkt onderscheidend vermogen nu de onderdelen ‘cross’ en ‘fit’ in relatie tot die diensten een tamelijk generiek en tot op zekere hoogte beschrijvend karakter hebben, onvoldoende onderbouwd dat onderscheidend vermogen sterk is toegenomen door gebruik, gelijkenis met betrekking tot het weinig onderscheidende element cross levert beperkte mate van overeenstemming op, betoog dat sprake is van begripsmatige overstemming nu ‘box’ zou verwijzen naar een Crossfit-trainingsruimte verworpen nu ‘box’ geen deel uitmaakt van merkinschrijving, gelijkheid diensten is gelet op beperkt onderscheidend vermogen en beperkte mate van overeenstemming onvoldoende om tot het oordeel te komen dat sprake is van verwarringsgevaar.  CROSSFIT staat niet open voor vervallenverklaring wegens verwording tot soortnaam: merkhouder niet verplicht een generieke naam te verschaffen ter aanduiding van de aangeboden diensten, onvoldoende onderbouwd dat CrossFit geen redelijke inspanningen heeft verricht om haar merk te handhaven

 

IEPT20200211, Rb Den Haag, Jami v Dominidesign

Dominidesign stoel maakt inbreuk op auteursrecht Orange Slice stoel: vrijwel alle kenmerkende trekken overgenomen nu beide stoelen worden gevormd door twee identieke gestoffeerde schelpen die zijwaarts omhoog krullen en samen een kuip vormen op een onderstel van dunne poten die schuin naar beneden uitlopen. Dominidesign maakt door gebruik van het teken Orange Slice inbreuk op het Uniewoordmerk Orange Slice ex artikel 9 lid 2 sub a UMVo: identiek teken gebruikt voor identieke waren. Ook inbreuk ex artikel 9 lid 2 sub b UMVo wegens verwarringsgevaar door gebruik teken Slice: redelijke mate van auditieve, visuele en begripsmatige overeenstemming nu het teken exact hetzelfde is als het tweede woord van het Uniemerk, Uniemerk heeft zeer groot onderscheidend vermogen, sprake van gelijke diensten. Bestuurder aansprakelijk voor door Dominidesign gepleegde auteursrechtinbreuk: sprake van willens en wetens inbreuk maken.

 

IEPT20200205, Rb Den Haag, Synthese iGGz

Gebruik website synthesezorg.nl en e-mailadres info[@]synthesezorg onrechtmatig jegens zorgverlener iGGz: niet in geschil dat Synthese iGGz feitelijk de handelsnaam Synthese gebruikt, de domeinnaam synthesezorg.nl is weliswaar geregistreerd vóór de oprichting van Synthese iGGz, maar nu deze niet werd gebruikt tot na de oprichting moet ervan worden uitgegaan dat de handelsnaam ouder is, handelsnaam en domeinnaam stemmen overeen nu beide het woord 'synthese' bevatten en de toevoeging 'zorg' uitsluitend beschrijvend is voor de verleende diensten, verwarringsgevaar te duchten, gebruik onrechtmatig nu op de website ten onrechte wordt gesuggereerd dat er een strafrechtelijk onderzoek loopt naar Synthese iGGz.

Zie ook: IEPT20200210, Rb Den Haag, Synthese iGGz aanvulling

 

IEPT20200124, Rb Den Haag, HE Licenties v VG Colours

Vordering exhibitie (843a Rv) afgewezen: HE geen spoedeisend belang doordat de tenuitvoerlegging van het eindvonnis is geschorst totdat het hof in hoofdzaak heeft beslist. Verbod verdere verspreiding bericht waarin VG de kwestie met HE een “(oplichtings-)zaak” noemt: VG heeft grenzen echter maar in geringe mate overschreden, door het bericht aan een klein aantal contacten te sturen, die bekend worden geacht met het geschil tussen HE en VG. Proceskosten VG en Logico gematigd: verweer VG en Logico was vrijwel hetzelfde, gevoerd door dezelfde advocaten.

 

IEPT20200117, Rb Den Haag, Jumatech v Asperitas

Asperitas maakt inbreuk op merken Jumatech nu zij door haar ontwikkelde modules met vloeistofkoelingsysteem waarop de merken van Jumatech zijn aangebracht toont in beeldmateriaal nadat de samenwerking is beëindigd: nu merk zichtbaar is in video’s die Asperitas gebruikt om te laten zien wat zij in huis heeft is sprake van gebruik in het economisch verkeer voor waren en diensten, sprake van verwarringsgevaar nu het logo dat in de video’s wordt getoond identiek is aan het logo uit het Uniebeeldmerk van Jumatech en Asperitas waren en diensten aanbiedt die gelijk zijn aan een deel van de waren en diensten waarvoor het merk is ingeschreven, voor zover sprake was van toestemming strekt deze zich niet uit tot na beëindiging samenwerking, en tot gebruik voor Asperitas zelf.

 

IEPT20200117, Rb Den Haag, Tomra v Kiremko
Serieuze, niet te verwaarlozen kans dat conclusie 1 EP 379 in bodemprocedure nietig zal worden verklaard wegens gebrek aan nieuwheid ten opzichte van US 279. Ook kenmerk 1.1, "een zelf afdichtende druk aflaat inrichting", is in US 279 geopenbaard. Tomra stelt dat kenmerk 1.1 door de vakman beperkter uitgelegd zal worden in het licht van de beschrijving en tekeningen in EP 379. Dit betoog slaagt naar voorlopig oordeel niet. De paragrafen waar Tomra naar verwijst, betreffen voorkeursuitvoeringsvormen van EP 379. De vakman leest echter noch in conclusie 1, noch in de rest van EP 379 een ondubbelzinnige beperking van de beschermingsomvang van EP 379 tot inrichtingen voor versnelde drukaflaat. Zoals hiervoor [...] overwogen, blijkt daaruit naar voorlopig oordeel echter niet ondubbelzinnig dat EP 379 beperkt is tot versnelde gecontroleerde drukaftaal inrichtingen. De vakman leest ook nergens anders in de beschrijving dat hij het begrip drukaflaat inrichting zo beperkt moet opvatten. Bovendien stelt geen van de conclusies van EP 379 grenswaarden aan de snelheid van de drukaflaat.

 

IEPT20200108, Rb Den Haag, Expert

Logo en teken OUTLETEXPERT maken inbreuk op beeldmerken Expert: gelet op punten van overeenstemming, omstandigheid dat aangeboden waren en diensten identiek zijn en de beeldmerken groot onderscheidend vermogen hebben kan het teken bij het publiek de suggestie van economische verbondenheid wekken. Eveneens sprake van inbreuk op handelsnaam Expert: toevoeging outlet onvoldoende om verwarringsgevaar weg te nemen nu publiek hierdoor juist kan denken dat het gaat om outlet van Expert.

 

IEPT20200107, Rb Den Haag, Café Franklin v The Franklin Group

The Franklin Group maakt met het gebruik van het teken FRANKLIN voor een hotel, brasserie en cocktailbar inbreuk ‘sub a’ op het Beneluxmerk FRANKLIN van een café-restaurant: teken identiek aan merk, diensten exact hetzelfde als die waarvoor het merk is ingeschreven. Inbreuk ‘sub b’ door gebruik teken Sir Franklin: publiek niet meer dan gemiddeld oplettend, sterke visuele en auditieve overeenstemming door dominante en onderscheidende element FRANKLIN. Ook gebruik Sir Franklin in combinatie met voorvoegsel boutiquehotel, brasserie of cocktailbar maakt inbreuk: voorvoegsels beschrijvend voor de diensten waar het om gaat.