2019

Print this page

IEPT20191118, Rb Oost-Brabant, Satelliet v De Arend

Iwan 2.19 stoel maakt geen inbreuk op auteursrecht op 25.25 stoel nu verschillen zorgen voor andere totaalindruk: wijze waarop rug- en zitbekleding is bevestigd sterk afwijkend, armleuning 25.25 vormt ogenschijnlijk robuust verbindingselement terwijl deze bij de Iwan 2.19 louter decoratief is, constructie frame verschilt, Iwan 2.19 ontbeert  ‘luie stoel’-karakter van de 25.25. Ook geen sprake van slaafse nabootsing: andere keuzes door de stoel op bepaalde elementen anders vorm te geven.

 

IEPT20191029, Rb Oost-Brabant, ASPB v BIBI

Vermelding lidmaatschap Algemeen Schoorsteenvegers Patroonbond, terwijl gedaagden geen lid zijn, merkinbreuk en misleidende reclame. Lidmaatschap komen te vervallen bij ontbinding Denito B.V. Dat gedaagden gebruik handelsnaam Denito hebben voortgezet betekent niet dat zij daarmee ook de rechten konden uitoefenen waarover Denito B.V. beschikte.

 

IEPT20190619, Rb Oost-Brabant, Relaxbaden v Carelife

Inbreuk op merk NOBEL SAUNAS door gebruik ‘nobel’ of ‘nobel saunas’ als Adword voor drie advertentielinks van Carelife: merkhouder kan gebruik alleen verbieden indien sprake is van afbreuk aan de merkfuncties, afbreuk aan herkomstaanduidingsfunctie nu de maatman op basis van de links en de daaraan gekoppelde reclameboodschappen niet kan weten of Carelife een economische band met de merkhouder heeft, ook indien wordt aangenomen dat Carelife enkel tweedehands Nobel sauna's verkocht en zij pas gebruik maakte van de Adwords indien zij die voorradig had is sprake van inbreuk nu in de advertentietekst de suggestie gewekt wordt dat (nieuwe) Nobelsauna's verkocht worden.

 

IEPT20190424, Rb Oost-Brabant, Planit v G.T.A.

Inbreuk op software Planit door deze eenmalig te verveelvoudigen: software eenmaal geïnstalleerd op een gevirtualiseerde server en toegankelijk via drie computers. Download installatie cd/dvd Vero Software met installatieinstructies op NAS-disk betreft geen (seperate) verveelvoudiging. Geen aanvullende verveelvoudigingen: meldingen vanuit beveiligingsmechanisme betreffen installatie van Edgecam, waarover G.T.A. reeds is aangeschreven en waarover partijen reeds een regeling hebben getroffen. Stelling dat slechts enkele modules zijn gebruikt en niet de hele software verworpen: onvoldoende betwist dat gebruik gekraakte versie software niet kan worden beperkt door Planit licentiemanager en dus toegang tot volledige versie bevat. Geen beroep op artikel 45j Aw (verveelvoudiging door rechtmatige verkrijger): G.T.A. is geen rechtmatige verkrijger van de volledige software, maar enkel van een aantal modules. Geen bestuurdersaansprakelijkheid [gedaagde sub 4]: onvoldoende eigen betrokkenheid bij inbreuk en geen persoonlijk ernstig verwijt. Schade omvat geen onderhoudsvergoedingen die Planit zou hebben ontvangen bij normaal gebruik: in de aard van auteursrechtinbreuk is gelegen dat er geen onderhoudswerkzaamheden zijn verricht. Schadevergoeding ten hoogte van gebruikelijke licentievergoeding van € 476.003 toegewezen: bedragen onvoldoende betwist met stelling dat door Planit overgelegde bedragen inzake gebruikelijke licentievergoeding niet gecontroleerd kunnen worden. Gestelde reputatieschade en schade in verband met verlies van exclusiviteit en exploitatiemogelijkheden onvoldoende onderbouwd. Onderzoekskosten van € 5.000 onvoldoende onderbouwd.

 

IEPT20190313, Rb Oost-Brabant, Philips v Lidl

Rechtbank niet ex artikel 4 lid 1 EEX-Vo II bevoegd ten aanzien van Lidl Stiftung in hoofdzaak over gestelde inbreuk op auteursrecht scheerapparaat: Lidl Stiftung heeft geen woonplaats in Nederland in de zin van artikel 63 lid 1 EEX-Vo II ondanks distributiecentrum in Breda. Rechtbank wel bevoegd kennis te nemen van de vorderingen tegen Lidl Stiftung en Hoyer ex artikel 7 lid 2 EEX-Vo II: of zij daadwerkelijk onrechtmatig hebben gehandeld is een vraag die moet worden beantwoord in de hoofdzaak, stelling dat het gestelde schadebrengende feit zich in heel Nederland - met inbegrip van ’s‑Hertogenbosch - voordoet of dreigt voor te doen voldoende onderbouwd.

 

IEPT20190313, Rb Oost-Brabant, Allgeier v GAC

Naar welk recht de vraag beantwoord moet worden of het Duitse Allgeier rechthebbende is van software waarop beweerdelijk inbreuk wordt gemaakt kan in het midden blijven: Allgeier is ofwel rechthebbende van de auteursrechten op de software (Nederlands recht) dan wel rechthebbende van de exclusieve en volledige exploitatierechten op de software (Duits recht). GAC maakt geen inbreuk op het auteursrecht of exploitatierecht van Allgeier nu zij een geldig gebruiksrecht heeft op grond van een niet beëindigde overeenkomst met een failliete vennootschap: faillissement raakt overeenkomst naar Duits recht niet rechtstreeks maar geeft curator een keuzerecht om de overeenkomst niet na te komen, curator heeft hiervan geen gebruik gemaakt, omstandigheid auteursrechten of exploitatierechten op de software ná het faillissement zijn overgegaan op Axol en daarna Allgeier maakt dit niet anders.

 

IEPT20190312, Rb Oost-Brabant, Namaakkleding

Beroep op Aanwijzing Intellectuele Eigendomsfraude (waarin is bepaald dat IE-inbreuken in beginsel civielrechtelijk worden gehandhaafd) faalt: uitzondering grootschalige namaak en piraterij gepleegd in beroep of bedrijf en recidive zorgen dat OvJ in vervolging kan worden ontvangen. Gevangenisstraf van 9 maanden (6 maanden voorwaardelijk) voor medeplegen van opzettelijk handelen in vervalste merkartikelen als bedrijf.

 

IEPT20190306, Rb Oost-Brabant, Roxal v WPS

IE-rechten ParkAdvance-systeem moesten bij overeenkomst van 22 januari 2016 aan WPS worden overgedragen: gelet op tekst overeenkomst in combinatie met brief van Roxal van 5 januari 2016 is door Roxal zelf niet de relatie tussen de overdracht van de IE-rechten en een nog finaal overeen te komen samenwerkingsovereenkomst gelegd, er is enkel gewezen op betaling van € 84.343,53. Roxal kan zich vanaf datum betaling € 84.343,54 (25 januari 2016) niet meer beroepen op inbreuk op haar IE-rechten: vanaf 25 januari 2016 is Roxal verplicht daadwerkelijke rechtsgeldige overdracht IE-rechten te bewerkstelligen. Geen inbreuk op IE-rechten Roxal: onvoldoende gemotiveerd dat IE-rechten vóór 25 januari 2016 zijn geschonden.

 

IEPT20190118, Rb Oost-Brabant, Arkema v Varrotec

Varrotec niet gebonden aan overeenkomsten tussen Arkema en (failliete) Moors waarin non-concurrentiebedingen en geheimhoudingsbedingen zijn opgenomen:  overname van aantal activa Moors onvoldoende om aan te nemen dat Varrotec aan overeenkomsten is gebonden, dat indirecte bestuurder Varrotec adjunct-directeur van Moors was onvoldoende om aan te nemen dat hij wetenschap moet hebben gehad van de inhoud van de overeenkomsten en gebonden is aan geheimhoudings- en non-concurrentiebepalingen. Wet bescherming bedrijfsgeheimen mist toepassing aangezien relevante feiten zich voor inwerkingtreding hebben voorgedaan. Onvoldoende onderbouwd dat Varrotec geheime bedrijfsinformatie van Arkema gebruikt: aannemelijk dat alle aan Arkema toebehorende eigendommen en gegevens na faillietverklaring Moors aan Arkema zijn geretourneerd dan wel zijn vernietigd. Geen reden om aan te nemen dat Varrotec stelselmatig klanten Arkema heeft benaderd: aannemelijk dat klanten zijn benaderd na een zoekactie via Google. Varrotec heeft onrechtmatig gehandeld door zich als hofleverancier van Arkema te profileren, terwijl dat niet het geval is.