2018

Print this page

IEPT20181206, Rb Rotterdam, Foto zonder toestemming

Verstekvonnis inzake onrechtmatig openbaar maken van aantal foto’s op website: € 322,50 per foto + € 177,50 voor vaststelling en invordering schade: vordering niet ongegrond of onrechtmatig geacht. Proceskosten eiser volgens liquidatietarief: zeer eenvoudige en niet-bewerkelijke zaak.

 

IEPT20181115, Rb Rotterdam, Auteursrechtinbreuk op foto

Auteursrechtinbreuk door foto zonder toestemming op website gedaagde te plaatsen: vaststaat dat de foto enige tijd op de website van [naam gedaagde] heeft gestaan zonder toestemming van [naam eiseres], [naam vennootschap] of de fotograaf. € 322,50 schadevergoeding en € 177,50 vergoeding van de kosten ter vaststelling en invordering van de schade: hoogte schadevergoeding bepaald op 1,5x de economische waarde aan de hand van de tarieven van Stichting Foto Anoniem.

 

IEPT20180928, Rb Rotterdam, LAWFOX v Lawfort

Verwarringsgevaar tussen Benelux-woordmerk “LAWFOX” en tekens “LawFort”, “Lawfort Juristen” en “Lawfort B.V.”: sterke visuele overeenstemming doordat eerste vijf letters het zelfde zijn, sterke auditieve overeenstemming doordat grootste deel merk en teken identiek is, geen hoge begripsmatige overeenstemming door overeenstemming eerste gedeelte “LAW”, maar niet overeenstemmend tweede gedeelte, soortgelijke diensten, namelijk juridische dienstverlening aan ondernemers en ondernemingen, dienstverlening LawFort valt onder diensten waarvoor woordmerk is ingeschreven. Verwarringsgevaar tussen handelsnaam “LAWFOX” en   handelsnamen “LawFort”, “Lawfort Juristen” en “Lawfort B.V.”: slechts geringe afwijking, soortgelijke diensten en landelijk actief.

 

IEPT20180919, Rb Rotterdam, Pour Toi v Philipp Plein

Voor zover vorderingen op een koopovereenkomst zijn gebaseerd is Duits recht van toepassing: in algemene voorwaarde Philipp Plein rechtskeuze voor Duits recht gemaakt. Op de gestelde distributieovereenkomst is Nederlands recht gelet op artikels 4 en 10 Rome I-Vo van toepassing: Pour Toi is gestelde distributeur en in Nederland gevestigd. Geen sprake van distributieovereenkomst: geen gebied toegewezen aan Pour Toi, geen minimum omzetplicht en geen verplichte promotieactiviteiten, dat het Pour Toi niet was toegestaan om PP producten aan anderen dan consumenten te verkopen leidt niet tot distributeurschap Pour Toi of selectief distributiestelsel Philipp Plein waarbij zij is betrokken. Geen misbruik van machtspositie: machtspositie niet aannemelijk. Verbod tot wederverkoop aan ondernemers of verplichting tot verkoop aan consumenten niet onrechtmatig: geen bijkomende omstandigheden. Geen onrechtmatige daad door niet toelaten van bestellingen pre-collecties: na enige strubbelingen 60% geleverd gekregen, niet gesteld dat niet leveren overgebleven 40% onrechtmatig is. Niet accepteren bestellingen na 1 april 2015 niet onrechtmatig: hoewel Philipp Plein eerder had moeten reageren was voor Pour Toi duidelijk dat Philipp Plein betaling verwachtte voordat zij tot verdere verkopen over zou gaan. Handelingen van Fashion Club 70 inzake opzetten monobrandstore kunnen niet aan Philipp Plein worden toegerekend: sprake van niet meer dan middellijke vertegenwoordiging, geen bijkomende omstandigheden die handelen Fashion Club 70 aan Philipp Plein kunnen toerekenen. Betrokkenheid Philipp Plein bij opzetten monobrandstore met gebruik van opgebouwd verkoopdebiet in en om Rotterdam niet onrechtmatig: Pour Toi heeft niet als enige of in aanmerkelijke mate verkoopdebiet Philipp Plein opgebouwd. Geen contractuele aansprakelijkheid: door enkele bestaan van niet meer dan een handelsrelatie kon deze eenzijdig worden beëindigd door geen nieuwe koopovereenkomsten te sluiten, doordat Pour Toi betalingsverplichting niet heeft weggenomen geen verplichting tot wederom aanvaarden van bestellingen ontstaan. Reconventie: Pour Toi veroordeeld tot betaling € 49.303,44 aan openstaande facturen.  

 

IEPT20180911, Rb Rotterdam, Static

Eiser heeft spoedeisend belang bij deel van vordering tot nakoming vaststellingsovereenkomst: later getekende onthoudingsverklaring beperkter dan vaststellingsovereenkomst, wilsovereenstemming bereikt over totstandkoming vaststellingovereenkomst, niet aannemelijk gemaakt dat eiser heeft ingestemd met heronderhandeling. Gedaagde bevolen tot nakoming van artikel 2 en 5 vaststellingsovereenkomst: deze artikelen zijn geschonden.

 

IEPT20180822, Rb Rotterdam, Majestic v ATG

Vordering tegen ATG Ceylon niet verjaard, want gestuit met brief aan Board of Directors: vordering tot schadevergoeding kwalificeert ook als ‘rechtsvordering tot nakoming’ ex artikel 3:317(1) BW, brief is voldoende duidelijke waarschuwing aan ondernemingen ATG groep dat zij, ook na verstrijken verjaringstermijn, beschikking moeten houden over bewijsmateriaal indien een vordering tegen hen wordt ingesteld. Geen strijd met goede procesorde. Dat in eerste procedure door beide partijen en de rechtbank is uitgegaan van situatie die mogelijk feitelijk onjuist is ontneemt niet recht Majestic om zich thans op onjuistheid te beroepen en alsnog ATG Ceylon in rechte aan te spreken, daarbij heeft zij rechtens te respecteren belang, het zeker stellen van haar verhaalsrechten. ATG Ceylon niet nodeloos benadeeld: Majestic heeft niet bewust gedraald in aanspreken ATG Ceylon en zodra zij meende de verkeerde onderneming binnen ATG Groep te hebben aangesproken ATG hiervan verwittigd en ATG Ceylon gedagvaard. Geen rechtsverwerking: enkele omstandigheid dat in eerste Rotterdamse procedure ATG Ceylon als rechtsopvolger van [bedrijf] is geduid onvoldoende voor gerechtvaardigd door Majestic gewekt vertrouwen, geen onredelijke benadeling in bewijspositie. Ten tijde van opzegging distributieovereenkomst kwalificeerde ATG Ceylon als contractspartij van Majestic, bij uitvoering daarvan kunnen mede betrokken rechtspersonen mede worden aangesproken voor niet-nakoming: [bedrijf] was oorspronkelijke contractspartij / leverancier Majestic, aan Majestic bericht dat naam [bedrijf] zou wijzigen in ATG Lanka, maar naam uiteindelijk gewijzigd in ATG Ceylon, geen contractsoverneming door nieuwe entiteit ATG Lanka, nu Majestic daar geen medewerking aan heeft verleend, uitvoering distributieovereenkomst door zowel ATG Lanka als ATG Gloves verricht. Rechtbank acht opzegtermijn distributieovereenkomst van 6 maanden redelijk gelet op o.a.: dat in tussenvonnis (IEPT20121017) is overwogen dat enkele feit dat handschoen Majestic op handschoen ATG lijkt een geldige reden is voor opzegging, Majestic enige tijd en ruimte heeft gehad zich aan de nieuwe situatie aan te passen, distributierelatie zich over 16 jaar uitstrekt en er een groot financieel belang mee was gemoeid.

 

IEPT20180822, Rb Rotterdam, Inter-Noba v GSI

Rechtbank verklaart zich onbevoegd kennis te nemen van hoofdzaak en verwijst deze in zijn geheel naar de rechtbank Den Haag: voor zover vordering in hoofdzaak ziet op (beweerdelijke) inbreuk op Uniemerken is rechtbank Den Haag exclusief bevoegd, wegens verknochtheid worden ook overige vorderingen verwezen.

 

EPT20180815, Rb Rotterdam, FKP v Spirits

Geen dwangsommen verbeurd met overlegging rapport ten aanzien van genoten winst Spirits: nader onderzoek nodig voor antwoord op vraag hoe – nu Spirits niet zelf inbreukmakende producten heeft verhandeld – berekening van de winst moet gebeuren hetgeen kort geding ruimschoots te buiten gaat, waardoor niet kan worden vastgesteld of rapport Spirits voldoet aan veroordeling of niet. Hierdoor ook geen verhoging dwangsommen. Spirits moet zekerheid van verhaal van winstafdracht stellen voor € 6.000.000 gelet op veroordeling tot winstopgave, aannemelijkheid van behaalde winst en verslechterende verhaalspositie.

 

IEPT20180808, Rb Rotterdam, Avrotros

Avrotros heeft, bij het uitzenden van het item, onvoldoende gedaan om te voorkomen dat Eiser met Syriëgangers werd geassocieerd. Avrotros heeft in beginsel onrechtmatig gehandeld. Geen sprake van onrechtmatige daad (6:162BW): Avrotros heeft tijdig een rectificatie met verduidelijking geplaatst, Eiser heeft zelf meerdere malen publiciteit gezocht, dat de videoclip vrijelijk beschikbaar was en ander media hebben –ook onder verwijzing naar de videoclip – al over de vertrokken Syriëgangers bericht.

 

IEPT20180720, Rb Rotterdam, RTV Rijnmond

ublicaties RTV Rijnmond waarin de verwaarlozing van paarden wordt vermeld waar eiseres eigenaar van is, niet onrechtmatig: kwalificatie ‘mogelijke verwaarlozing’ vindt voldoende steun in beschikbare feitenmateriaal, het belang RTV Rijnmond, als regionale omroep, was het informeren van het publiek over het ingrijpen door politie na meldingen van dierverwaarlozing, de informatie was ook zonder RTV Rijnmond in de publiciteit gekomen en er was geen sprake van ernstige te verwachten gevolgen voor eiseres ten tijde van publicaties 2013. De vrijheid van meningsuiting RTV Rijnmond weegt zwaarder dan recht op bescherming eer en goede naam eiseres.

 

IEPT20180706, Rb Rotterdam, Poezenmand

Poezenmand eiseres is auteursrechtelijk beschermd: combinatie van de tipi-vorm, materiaalkeuze van rotan, kleur en verdere afwerking maakt de poezenmand zodanig afwijkend van de overige reeds bestaande poezenmanden dat het ontwerp een voldoende eigen karakter heeft en het persoonlijke stempel van de maker draagt. Eiseres is maker krachtens artikel 8 Aw: poezenmand eerder dan Boony-poezenmanden gedaagde openbaar gemaakt als afkomstig van eiseres. Dat Boony-versie 1 poezenmanden nog worden verkocht door bepaalde detailwinkels niet in strijd met afspraak partijen: geen recall overeengekomen en niet bekend welke aantallen reeds (aan de detailhandel) waren verkocht. Boony-versie 2 maakt inbreuk op poezenmand eiseres: overeenstemmende totaalindruk door overeenstemming in tipi-vorm, materiaalkeuze, kleur, vlechtwerk en afmetingen, verschil in opening poezenmand onvoldoende om overeenstemming weg te nemen.

 

IEPT20180517, Rb Rotterdam, ASZ

Eiser heeft exclusieve gebruiksrecht op 2 medische illustraties, waarvan [J] auteursrechthebbende is: gelet op overeenkomst tussen [J] en eiser en verklaring van [J] is exclusieve recht aan eiser gegeven. Dat de exclusieve rechten al bij Mardeno lagen en daardoor niet meer konden worden overgedragen door [J] is onvoldoende onderbouwd. Auteursrechtinbreuk door ASZ vanwege opnemen van de illustraties op website en in patiëntenfolders. Door eiser onvoldoende onderbouwd dat tarieven Pictoright c.q. Fotoanoniem gerechtvaardigd uitgangspunt zijn voor vaststellen schade. Rechtbank knoopt aan bij vergoeding die [J] kon bedingen. Zaak aangehouden zodat eiser kan reageren op door het ASZ overgelegde facturen van [J].

 

IEPT20180517, Rb Rotterdam, Beautysalon

Beschuldigingen in nieuwsbrief en bericht website gedaagde over dat eiser niet aan op hem als arts rustende zorgplicht kan voldoen, fraude heeft gepleegd en niet aan regels IGJ heeft gehouden onrechtmatig: onvoldoende steun in feitenmateriaal. Gebod om uitingen verwijderd te houden en verbod tot doen nieuwe beschuldigingen, tenzij feiten voordoen die beschuldigingen kunnen rechtvaardigen.

 

IEPT20180426, Rb Rotterdam, Van Donge & De Roo v DR Logistics

Geen inbreuk op handelsnaamrecht Van Donge & De Roo: onvoldoende onderbouwd dat zij DR als handelsnaam gebruikt, handelsnaam DR Logistics wijkt in meer dan geringe mate af van haar handelsnaam D&R. Geen sprake van onrechtmatig handelen door bewust creëren verwarring: verwarring onvoldoende aannemelijk nu partijen zich op ander marktsegment richten en logo’s verschillen.

 

IEPT20180426, Rb Rotterdam, Eredivisie

Gedaagde maakt inbreuk op auteursrechten Eredivisie door zonder licentie wedstrijdbeelden te vertonen in zijn coffeeshop: dat initiatief uitgaat van klanten die de wedstrijden ‘casten’ op zijn televisie neemt niet weg dat sprake is van inbreuk.

 

IEPT20180413, Rb Rotterdam, Eredivisie II

Café bij verstekvonnis veroordeeld voor auteursrechtinbreuk door tonen eredivisiewedstrijden zonder licentie: het gevorderde komt de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor. 

 

IEPT20180413, Rb Rotterdam, Eredivisie

Café maakt inbreuk op auteursrechten Eredivisie: met ingebrachte processen-verbaal van is gerechtsdeurwaarder voldoende aannemelijk gemaakt dat eredivisiewedstrijden zijn vertoond zonder licentie.

 

IEPT20180412, Rb Rotterdam, Philips v P&G

Reclame waarin Oral-B Genius elektrische tandenborstel wordt vergeleken met Philips’ Sonicare DiamondClean niet ongeoorloofd: geen sprake van nodeloos denigrerende inkleding omdat het afbeelden van de tandenborstel van Philips in de schaduw een doel dient; claim dat Genius beter reinigt dan DiamondClean onderbouwd door twee studies; disclaimer in beeld die meldt dat de claim rond reinigt beter “vs gewone manuale tandenborstels” gezien moet worden; op de poster staat de verwijzing naar de studies voldoende duidelijk vermeld en in de commercial is de disclaimer duidelijk en lang genoeg in beeld en de verwijzing naar de twee studies wordt gedurende de hele commercial getoond.

 

IEPT20180409, Rb Rotterdam, PCO v Jimmy

Op oneerlijke handelspraktijken en onrechtmatige daad gestoelde vorderingen tot verbod op aanbieden snacks zonder te voldoen aan wettelijke bepalingen omtrent verstrekken voedselinformatie afgewezen: geen concrete aanwijzingen dat Jimmy na doorgevoerde wijzigingen in receptuur en etikettering (nog steeds) niet voldoet aan de eisen, PCO heeft bovendien onvoldoende onderbouwd welk concreet nadeel zij hiervan zou ondervinden.

 

IEPT20180318, Rb Rotterdam, Plimsoll v Semath

Geen hoofdelijke aansprakelijkheid [gedaagde sub 2] naast Semath voor openstaand bedrag (€ 31.140,45) op grond van franchiseovereenkomst: letterlijke tekst overeenkomst niet eenduidig, enerzijds had [gedaagde sub 2] indien hij op geen enkele wijze financieel verantwoordelijk wenste te zijn bij financiële bepaling om uitzondering op gezamenlijke partijaanduiding moeten vragen, anderzijds had Plimsoll indien gewenst expliciet hoofdelijke (financiële) aansprakelijkheid moeten opnemen in de franchiseovereenkomst. Gedaagden bij helfte voor het bedrag aansprakelijk gehouden.

 

IEPT20180306, Rb Rotterdam, Conflicterende handelsnaam

Geen verwarringsgevaar tussen handelsnamen [naam eiseres] en [naam gedaagde]: niet aannemelijk dat partijen dezelfde klanten bedienen, gelet op activiteitenomschrijving KvK en betwisting door gedaagde. Ook als klanten en relaties wel overlappen geen verwarringsgevaar: niet weersproken dat partijen niet dezelfde diensten aanbieden. Gestelde onrechtmatige daad gedaagde in licht van betwisting door gedaagde onvoldoende onderbouwd: Nu [naam eiseres] haar stellingen niet nader heeft onderbouwd, gaat de voorzieningenrechter ook hieraan voorbij.

 

IEPT20180221, Rb Rotterdam, NVZ v Videma

Rechtbank neemt conclusies uit deskundigenbericht geschillencommissie Auteursrechten - die oordeelde dat het door Videma vastgestelde tarief voor ziekenhuizen voor 2013 en 2014 onbillijk is in de zin van artikel 22 Wet toezicht cbo’s - over: rechter heeft beperkte beoordelingsvrijheid door wettelijk verplichte karakter van het deskundigenbericht, conclusies komen overtuigend voor. Opleggen onbillijke vergoeding onrechtmatig jegens ziekenhuizen: Videma dient zorgvuldig met economische machtspositie om te gaan. Excessieve stijging all-in tarief levert misbruik van economische machtspositie op: objectieve reden voor stijging ontbreekt. Verklaring voor recht dat NVZ-leden aanspraak hebben op een schadevergoeding op te maken bij staat toegewezen. Verklaring voor recht dat NWZ-leden gelet op HvJEU AKM v Zurs (IEPT20170316) geen toestemming nodig hebben voor kabeldoorgifte tv-beelden afgewezen: arrest ging om uitzonderlijke situatie en staat alleen in rij uitspraken waarin is geoordeeld dat gelijktijdige, volledige en onveranderde doorgifte een vorm van openbaar maken/mededelen aan het publiek is.

 

IEPT20180207, Rb Rotterdam, Flippin Burgers v Web & Vloed

Inbreukverbod op Flippin’ Burgers-beeldmerk: belang blijkt uit door gedaagde verstuurde e-mail, sprake van dreigende inbreuk. Inbreukverbod op handelsnaam Flippin’ Burgers: belang bij instellen vordering nu voorlopige voorziening uit (IEPT20161220) anders ex art. 1919i lid 1 Rv haar kracht zou verliezen, sprake van dreigende inbreuk. Geen inbreukverbod op logo: niet vast komen te staan dat auteursrecht op logo aan eiser is overgedragen.


IEPT20180119, Rb Rotterdam, Makelaardij
Facebookberichten en Google recensie waarin makelaardij wordt beschuldigd van misleiding en oplichting onrechtmatig: beschuldiging niet onderbouwd, bewoordingen nodeloos grievend.

 

IEPT20180117, Rechtbank Rotterdam, VRTU

Onrechtmatig handelen door [gedaagde 1] door o.a. zonder toestemming een door VRTU opgebouwde database met medewerkers en kandidaten te kopiëren en mee te nemen, medewerkers en kandidaten te benaderen en de database in handen van derden te laten komen. Onrechtmatig handelen [gedaagde  1] kan als onrechtmatig handelen [gedaagden sub 2 tot en met 5] worden aangemerkt: nauwe verwevenheid vennootschappen, die als uitzendbureau opereerden en waarvoor [gedaagde 1] database heeft gekopieerd en meegenomen. Onrechtmatige daad [gedaagde 1] toerekenbaar aan AJW Group B.V. en AJW Technisch Uitzendbureau B.V.: werden ten tijde van onrechtmatig handelen [gedaagde 1] onder meer door [gedaagde 1] bestuurd, onaannemelijk dat andere bestuurders niet wisten van handelen [gedaagde 1]. [gedaagde 1] aansprakelijk voor schade VRTU. Zaak verwezen naar schadestaatprocedure: geleden schade VRTU door openbaar maken bedrijfsgeheime informatie en omzetderving.