Handelsnaamrecht 2024

Print this page

IEPT20240723, Rb Amsterdam, Handelsnaam kapsalon

Gedaagde verboden om auteursrechten op foto’s kapsalon te handhaven: 26 Aw, 3:170 BW gezamenlijk beheer jo 3:168 BW bij ontbrekende overeenkomst kantonrechter regeling treffen waarbij redelijkheid en billijkheid rekening houdt met belangen partijen en zolang eiseres de gang naar de kantonrechter niet heeft genomen mag gedaagde de auteursrechten op de foto’s niet handhaven. Verbod handhaving merkenrechten afgewezen: voor gebruik merken heeft eiseres geen licentie. Verbod belemmeren door gedaagde van het gebruik door eiseres van handelsnaam toegewezen: handelsnaam is overgedragen.  Geen verbod op voeren handelsnaam door gedaagde: zijn achternaam en van verwarringsgevaar lijkt geen sprake.

 

IEPT20240717, Rb Amsterdam, Lalotta v Rowa

Sprake van inbreuk op handelsnaamrecht van Lalotta: Lalotta voerde handelsnaam ruimschoots vóórdat Rowa handelsnaam gebruikte. Handelsnaam is geen beschrijvende naam en niet ingeburgerd. Aard van beide ondernemingen en het te bedienen publiek komt overeen. Verwarringsgevaar tussen handelsnamen heeft zich herhaaldelijk verwezenlijkt. Rowa mag domeinnaam niet langer gebruiken: vordering tot overdracht van domeinnaam aan Lalotta wordt echter afgewezen.

 

IEPT20240521, Hof Arnhem-Leeuwarden, Cito v Smartie

Smartie maakt met tekens CitoMateriaal inbreuk op woordmerk CITO (sub b): hoge mate van overeenstemming tussen teken en merk en soortgelijkheid van waren en diensten. Sprake van verwarringsgevaar. Smartie komt geen beroep op refererend merkgebruik (art. 2.23 lid 1 sub c BVIE) toe: geen sprake van eerlijk gebruik door suggestie commerciële band. Handelsnamen CitoMateriaal maken inbreuk op handelsnaam Cito: sprake van verwarringsgevaar. Cito-boekjes ‘als geheel’ niet auteursrechtelijk beschermd: hof beschikt niet over volledige boekjes van Cito. Concrete opgaven van Cito wel auteursrechtelijk beschermd: sprake van creatieve keuzes. Structuur, opbouw, verdeling van tekst, rangschikking alinea’s, volgorde vragen, interpunctie en lay-out niet auteursrechtelijk beschermd. Cito is auteursrechthebbende t.a.v. de opgaven: makerschap rust bij Cito op grond van art. 8 Aw. Sprake van auteursrechtinbreuk wanneer tekst van de opgaves hetzelfde is of minimaal afwijkt van Cito-opgaves: geen inbreuk als enkel structuur overeenstemt. Geclausuleerde toewijzing auteursrechtinbreuk.

 

IEPT20240530, Rb Noord-Holland, Enfa v Demka en Enka

Vordering nakoming distributieovereenkomst afgewezen: eiseres geen partij bij overeenkomst. Enka maakt geen inbreuk op handelsnaam Enfa: gebruik handelsnamen stemt niet overeen, de logo’s verschillen in voldoende mate van elkaar, ondernemingen zijn in verschillende regio’s actief en daadwerkelijke verwarring niet aangetoond.

 

IEPT20240424, Rb Den Haag, Hizlipara v Morpara

Morpara maakt met handelsnaam ‘PayPorter’ geen inbreuk op merk Hizlipara: handelsnaam en Uniemerk stemmen overeen. Morpara had ten tijde van aanvraag Uniemerk ouder recht van slechts plaatselijke betekenis (art. 138 lid 3 UMVo). Geen nietigheid Uniemerk Hizlipara, nietigheidsvorderingen in reconventie afgewezen: Morpara beschikt niet over ouder recht van méér dan plaatselijke betekenis. Geen sprake van merkdepot ter kwader trouw door Hizlipara. Schadevergoeding Morpara toegewezen: ten aanzien van kosten gemaakt i.v.m. onrechtmatige executie kortgedingvonnis (IEPT20220210).

 

IEPT20240424, Rb Overijssel, Agrarisch adviesbureau

Voormalig vennoot [partij B] heeft concurrentie- en relatiebeding geschonden: [partij B] heeft VOF-akte geschonden door vóór 1 januari 2023 eigen onderneming ([bedrijf 1]) op te richten, die vergelijkbaar is aan [partij A 1]. [partij B] heeft ter zitting erkend dat hij bewust in strijd heeft gehandeld met relatiebeding. [partij B] maakt met naam [bedrijf 1] inbreuk op handelsnaamrecht [partij A 1]: oude handelsnaam ‘[partij A 1]’ van advieskantoor [partij A 1] is met instemming van alle vennoten ingebracht in en onderdeel geworden van [partij A 1]. Uitzondering van art. 3 lid 3 Hnw van toepassing met betrekking tot gebruik eigen naam [partij B], vennootschap heeft naam uit inbreng van [partij B] verkregen. Wel degelijk sprake van verwarringsgevaar. Tevens inbreuk op merkenrecht (sub b-grond): merk ‘[partij A 1]’ niet te kwader trouw gedeponeerd. Verder geen verweer gevoerd. Verklaring voor recht, verbod tot gebruik naam ‘[partij B]’ en schadevergoeding toegewezen. Reconventionele vordering tot staking gebruik naam [partij B] door [partij A] deels toegewezen: gebod beperkt tot e-mailadres en volledige naam ‘[partij B]’ op website [partij A 1].

 

IEPT20240326, Hof Den Bosch, P-P Consult v Mr. Jobs

Handelsnaam ‘Mister Jobs’ heeft beperkt onderscheidend vermogen: handelsnaam is in hoge mate beschrijvend. Geen sprake van inburgering. Enige mate van overeenstemming tussen handelsnamen ‘Mister Jobs’ en ‘Mr. Jobs’: grote mate van auditieve en begripsmatige overeenstemming. Visueel zijn de handelsnamen niet volledig gelijk. Verwarringsgevaar valt niet te duchten: in beginsel kunnen partijen op het gebied van arbeidsbemiddeling in elkaars vaarwater komen vanwege landelijke activiteiten. Echter, geen sprake van verwarring vanwege evident verschil in schrijfwijze van de handelsnaam en de presentatie van beide ondernemingen. Ook op LinkedIn zullen de op gebruikelijke wijze oplettende klanten via links bij [de B.V. 1] belanden.

 

IEPT20240405, Rb Den Haag, Meat Chips

Geen overname handelsnaam Meat & Chips; Het feit dat gedaagde (een deel van) de inventaris (frituur, bakplaat en koeling) van de eiser heeft verkregen brengt nog niet mee dat de handelsnaam is overgenomen; Aannemelijk dat de VOF een franchiseconcept uit probeert te rollen en dus niet de handelsnaam had opgegeven. Voldoende aannemelijk dat de VOF over de oudste rechten op de handelsnaam beschikt: Verwarringwekkend gebruik niet bestreden en verbod op gebruik handelsnaam toewijsbaar. Beeldmerkinbreuk toegewezen: Beeldmerk en gebruikte logo stemmen voldoende overeen om verwarringsgevaar te kunnen aannemen. 

 

IEPT20240321, Rb Oost-Brabant, Mobility Next v Mrcars
Mobility Next gebruikt ‘MRCar’ als handelsnaam: uit schermafbeeldingen van website van Mobility Next blijkt dat zij naar buiten treedt met naam “ MRCar ”. Mobility Next is eerdere rechtmatige gebruiker van handelsnaam ‘MRCar’: Mobility Next gebruikt de handelsnaam sinds maart 2021, verweerder gebruikt de handelsnaam ‘Mrcars’ sinds 10 mei 2021. Enige mate van overeenstemming tussen handelsnamen ‘MRCar’ en ‘Mrcars’: visueel en auditief sprake van een sterke gelijkenis. Ook begripsmatig enige gelijkenis. Verwarringsgevaar valt niet te duchten: handelsnaam ‘MRCar’ geniet weinig bescherming. Aard van de ondernemingen verschilt. Doelgroepen verschillen. Afstand tussen beide ondernemingen is dusdanig, dat verwarringsgevaar weinig aannemelijk is. 

 

IEPT20240130, Rb Midden-Nederland, eisers v gedaagde 

Vordering tot verwijdering van de onrechtmatige uitlatingen op de website wordt toegewezen: Voldoende aannemelijk dat Bericht onrechtmatig is tegenover eiser. Certificaat Europese executoriale titel geldt alleen voor de proceskostenveroordeling: Voor de dwangsom kan het waarmerk slechts gelden wanneer het bedrag definitief is bepaald. De vordering tot het plaatsen van een rectificatie (op website en in diverse tijdschriften) wordt afgewezen: Niet proportioneel. Vorderingen in reconventie afgewezen: Geen strijd met de distributieovereenkomst; Geen sprake van een handelsnaam die bij het in aanmerking komende publiek beschermenswaardige bekendheid (zodanig dat daardoor verwarring is te duchten) geniet.

 

IEPT20240117, Rb Amsterdam, Student Verhuis Service v Studenten Verhuizers Amsterdam

Studenten Verhuizers Amsterdam maakt met oranje logo inbreuk op merkrechten Student Verhuis Service (art. 2.20 lid 2 sub b BVIE): niet de woordelementen, maar de beeldelementen geven de merken van SVS onderscheidend vermogen. Oranje logo Studenten Verhuizers Amsterdam levert eenzelfde totaalindruk op als beeldmerk SVS, verwarringsgevaar valt te duchten. Geen verwarringsgevaar ten aanzien van blauw logo en logo Studenten Verhuisliften. Gebruik van handelsnamen “Studenten Verhuizers Amsterdam” en “Studenten Verhuisliften” maakt inbreuk op handelsnaamrechten SVS: namen zijn niet gebruikt om eigen dienst te beschrijven, maar om aan te haken bij bekendheid en reputatie van SVS. Reëel risico van verwarringsgevaar. Beroep op nietigverklaring ex art. 2.2bis lid 1 sub b BVIE slaagt niet: combinatie van verschillende elementen – woorden, illustratie van de studentenbaret en oranje kleur – maken dat merken voldoende onderscheidend vermogen hebben.