Artikel 34

Print this page

1. De lidstaten kunnen bepalen dat geschillen tussen collectieve beheerorganisaties, leden van collectieve beheerorganisaties, rechthebbenden of gebruikers betreffende de bepalingen in het nationale recht die zijn vastgesteld op grond van de voorschriften van deze richtlijn, kunnen worden onderworpen aan een snelle, onafhankelijke en onpartijdige procedure voor alternatieve geschillenbeslechting.

2. De lidstaten zien er voor de doeleinden van titel III op toe dat de volgende geschillen met betrekking tot een op hun grondgebied gevestigde collectieve beheerorganisatie die multiterritoriale licenties voor onlinerechten inzake muziekwerken verleent of aanbiedt te verlenen, kunnen worden onderworpen aan een onafhankelijke en onpartijdige procedure voor alternatieve geschillenbeslechting:

a) geschillen met een feitelijke of potentiële aanbieder van onlinediensten betreffende de toepassing van de artikelen 16, 25, 26 en 27;

b) geschillen met één of meer rechthebbenden betreffende de toepassing van de artikelen 25, 26, 27, 28, 29, 30 en 31;

c) geschillen met een andere collectieve beheerorganisatie betreffende de toepassing van de artikelen 25, 26, 27, 28, 29 en 30.