Artikel 110 bis

Print this page

1.  Vanaf de datum van toetreding van Bulgarije, Tsjechië, Estland, Kroatië, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Roemenië, Slovenië en Slowakije, hierna „de nieuwe lidstaten” te noemen, wordt een voor de desbetreffende datum van toetreding uit hoofde van deze verordening aangevraagd of beschermd Gemeenschapsmodel uitgebreid tot het grondgebied van die lidstaten, zodat dat model dezelfde rechtsgevolgen heeft in de gehele Gemeenschap.

 

2.  De aanvraag ter verkrijging van een geregistreerd Gemeenschapsmodel kan niet worden geweigerd op basis van één van de in artikel 47, lid 1, vermelde gronden voor niet-inschrijving, indien die gronden louter wegens de toetreding van een nieuwe lidstaat van toepassing worden.

 

3.  Een Gemeenschapsmodel als bedoeld in lid 1 mag niet krachtens artikel 25, lid 1, nietig worden verklaard indien de nietigheidsgronden louter wegens de toetreding van een nieuwe lidstaat van toepassing worden.

 

4.  De aanvrager of houder van een vroeger recht in een nieuwe lidstaat kan zich verzetten tegen het gebruik van een onder artikel 25, lid 1, onder d), e) of f), vallend Gemeenschapsmodel op het grondgebied waar het vroegere recht wordt beschermd. Onder „vroeger recht” wordt hier een recht verstaan dat vóór de toetreding te goeder trouw was verkregen of uitgeoefend.

 

5.  De leden 1, 3 en 4, zijn ook van toepassing op niet-geregistreerde Gemeenschapsmodellen. Overeenkomstig artikel 11 wordt een model dat niet openbaar is gemaakt op het grondgebied van de Gemeenschap, niet beschouwd als een niet-geregistreerd Gemeenschapsmodel.