A-G over criteria voor toepassing strenge eisen aan beoordeling onderscheidend vermogen van tekens die samenvallen met het uiterlijk van de waar

07-06-2018 Print this page
B915437

Zaak C26/17 P. Birkenstock v EUIPO. Hogere voorziening. Conclusie A-G Szpunar.

 

Merkenrecht. Conclusie over de gedeeltelijke weigering van het afgebeelde beeldmerk van Birkenstock. De conclusie is beperkt tot het eerste middel van de hogere voorziening, waarbij het met name gaat over de criteria voor toepassing van de strenge eisen die in de rechtspraak worden gesteld aan de beoordeling van het onderscheidend vermogen van tekens die samenvallen met de verschijningsvorm van de betrokken waren.

 

De A-G overweegt dat door het Hof is bevestigd dat de rechtspraak inzake merken die samenvallen met de verschijningsvorm van de waar, van toepassing is op merken die bestaan in patronen, maar dat het Hof zich niet expliciet heeft uitgesproken over de mate van waarschijnlijkheid die moet worden vastgesteld om een beeldmerk, bestaande in een reeks elementen die op regelmatige wijze worden herhaald, te kunnen beschouwen als een oppervlaktepatroon dat samenvalt met de verschijningsvorm van de betrokken waar.

 

De A-G oordeelt net als het Gerecht dat enkel wanneer het gebruik van een oppervlaktepatroon gelet op de aard van de betrokken waren weinig waarschijnlijk is, een dergelijk teken niet kan worden beschouwd als een oppervlaktepatroon voor de betrokken waren, waarvoor derhalve de rechtspraak die is ontwikkeld met betrekking tot driedimensionale merken die samenvallen met het uiterlijk van de waar, niet van toepassing is.

 

Lees de volledige conclusie hier.