Conclusie A-G in Doceram over technische bepaaldheid die bescherming uitsluit wanneer de functionaliteit de enige factor is die het design bepaalt

07-11-2017 Print this page
B915176

Zaak C-395/16  Doceram. Prejudiciële vragen. Conclusie A-G H. Saugmandsgaard Øe.

 

Modelrecht. Prejudiciële vragen:

 

1. Is ook sprake van technische bepaaldheid die bescherming uitsluit in de zin van artikel 8, lid 1, van verordening (EG) nr. 6/2002 van de Raad van 12 december 2001 betreffende gemeenschapsmodellen (PB 2002, L 3, blz.1), wanneer de uitwerking van de vormgeving niet van belang is voor het design van het product, maar de (technische) functionaliteit de enige factor is die het design bepaalt?

2. Voor het geval dat het Hof de eerste vraag bevestigend beantwoordt:
Vanuit welk oogpunt moet worden beoordeeld of de afzonderlijke ontwerpkenmerken van een product alleen op basis van overwegingen inzake functionaliteit zijn gekozen? Moet worden uitgegaan van een “objectieve waarnemer” en zo ja, hoe moet deze worden omschreven?

 

Het komt de A-G voor dat de eerste prejudiciële vraag het Hof in wezen verzoekt om vast te stellen óf (theorie van veelheid aan verschijningsvormen) uit het simpele feit dat er sprake is van alternatieve designs die leiden tot hetzelfde technische resultaat als dat waartoe deze modellen leiden, kan worden afgeleid dat de aan de orde zijnde modellen niet uitsluitend worden bepaald door de technische functie van de betrokken producten en niet onder de in artikel 8 lid 1 voorziene uitsluiting vallen. Óf (de oorzakelijkheidstheorie) dat het dienaangaande relevante criterium de vraag betreft of esthetische overwegingen of “de uitwerking van de vormgeving” van deze producten de ontwerper ervan ertoe hebben geleid te kiezen voor een specifiek design.

 

A-G Saugmandsgaard Øe hanteert de oorzakelijkheidstheorie bij de beantwoording van de eerste prejudiciële vraag. Hij is van mening dat moet worden geoordeeld of de uiterlijke kenmerken van het voortbrengsel uitsluitend worden bepaald door het streven naar een gegeven technische oplossing en dat deze laatsten dehalve onder de uitsluiting in genoemd artikel 8 lid 1 vallen wanneer blijkt dat overwegingen van een andere aard, meer bepaald van visuele aard, geen enkele rol hebben gespeeld bij de vaststelling van het betrokken model. Dit volgt uit de ontstaansgeschiedenis van verordening 6/2002. Er is volgens hem aanleiding om de 1e prejudiciële vraag bevestigend te beantwoorden.

 

Voor de beantwoording van vraag 2 merkt de A-G op dat artikel 8 geen gewag maakt van de perceptie van fictieve personen en dat deze benadering niet moet worden gebruikt om objectief te beoordelen van wat onder de technische functie van het voortbrengsel valt en waar de vrijheid van de ontwerper heeft gespeeld. De A-G stelt voor dat de rechter alle relevant omstandigheden van het geval rekening moet houden, wanneer het vraagstuk van de technische functionaliteit binnen een modelrechtprocedure speelt. 

A-G Saugsmandsgaar Øe geeft het Hof in overweging de vragen als volgt te beantwoorden:
 
“1) Artikel 8, lid 1, van verordening (EG) nr. 6/2002 van de Raad van 12 december 2001 betreffende gemeenschapsmodellen moet aldus worden uitgelegd dat de door genoemde verordening geboden bescherming is uitgesloten indien de uiterlijke kenmerken van het aan de orde zijnde voortbrengsel uitsluitend zijn gekozen met het doel dat dat voortbrengsel kan voldoen aan een gegeven technische functie, dus zonder enige creatieve bijdrage van de ontwerper ervan; het feit dat er mogelijk andere vormen bestaan waarmee hetzelfde technische resultaat kan worden bereikt, is dienaangaande op zichzelf niet beslissend.
2) Teneinde te bepalen of de uiterlijke kenmerken van een voortbrengsel zijn gekozen op grond van overwegingen die uitsluitend verband houden met de technische functie van een voortbrengsel, in de zin van genoemd artikel 8, lid 1, moet de aangezochte rechter een objectief oordeel vellen, door gebruik te maken van zijn eigen beoordelingsbevoegdheid, rekening houdend met alle relevante omstandigheden van het concrete geval.”

 

Lees hier meer.