
Deze zaak betreft merkenrechtelijke rechtsverwerking, waarbij een merkhouder bewust gebruik van een jonger merk moet hebben gedoogd. Het draait om verpakkingen met het jongere merk LEEF VITAAL en aanvullende elementen. PK, houder van Lucovitaal-merken voor voedingssupplementen, stelde in eerste aanleg dat zes van haar merken werden geschonden door het gebruik van het LEEF VITAAL-merk op verpakkingen die Vemedia sinds 2019 gebruikte. De rechtbank (IEPT20220216) oordeelde dat PK alleen op basis van merken 1 en 2 mocht optreden, maar dat het rechtsverwerkingsverweer van Vemedia slaagde omdat PK sinds 2009 bewust gebruik van het LEEF VITAAL-merk op verpakkingen had gedoogd en het sinds 2019 gebruikte ontwerp niet wezenlijk verschilde. Ook concludeerde de rechtbank dat er geen verwarringsgevaar was met merken 4 en 6.
In hoger beroep bracht PK acht merkrechten in tegen dezelfde verpakkingen. Het hof (IEPT20230919) honoreerde wederom Vemedia’s rechtsverwerkingsverweer en stelde dat de verpakkingen geen inbreuk maakten. Bij de beoordeling heeft het hof het LEEF VITAAL-merk buiten beschouwing gelaten. PK klaagt in cassatie dat het hof ten onrechte rechtsverwerking heeft aangenomen, omdat verpakkingen niet als merk zijn ingeschreven en er geen sprake was van vijf jaar gedogen. Ook betoogt PK dat het hof de volgorde van de beoordeling heeft omgekeerd en het LEEF VITAAL-merk onterecht heeft weggedacht.
Volgens de AG slaagt het cassatieberoep niet. PK richt haar cassatie op gebruik van een teken dat niet als merk is ingeschreven, waarbij het jongere merk slechts een onderdeel zou zijn. Het hof heeft echter getoetst of het door PK bewust gedoogde gebruik van het jongere merk sinds 2009 niet wezenlijk afweek van het gebruik sinds 2019. Het oordeelde dat dit laatste gebruik niet significant verschilde van het eerder gedoogde gebruik op promotiemateriaal en Vemedia’s website. De klachten van PK missen daarom feitelijke grondslag. Hierdoor kan PK geen beroep doen op haar merkrechten tegen het jongere merk, en ook niet op later ingeschreven merken 3-8. Bij de overige cassatieklachten bestaat dan geen belang in cassatie (inhoudelijk gaan deze niet op).