De notendispenser en het arbeidsrecht

26-02-2012 Print this page

B9 10842. Een voeging van oude vonnissen. Vorige week gepubliceerd op rechtspraak.nl: Rechtbank Rotterdam, sector kanton, 7 april 2010, B9 10834 (DNG/Directeur). Een geanonimiseerd vonnis uit 2010 m.b.t. een verzoek tot de ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een algemeen directeur, vanwege een conflict over de IE-rechten op een nieuwe verpakking voor noten en zuidvruchten (een notendispenser a.k.a. ‘het cupje van Perry’). De kantonrechter achtte de lezing over de IE-rechten van verweerder echter niet bij voorbaat onaannemelijk en wees het verzoek tot ontbinding om dringende redenen (wanprestatie) af. Een procedure over de IE-rechten zou naar blijkt uit het vonnis inmiddels aanhangig zijn gemaakt.

Charissa Koster, de C van ABC Legal en advocate van DNG in deze, bericht dat die bodemprocedure wel al in 2010 is gepubliceerd: vzr. Rb. Den Haag, 1 juli 2010 IEPT20100701. Uitkomst van die zaak was dat medegedaagde Faerch Plast beschikte over een ouder, evident identiek Gemeenschapsmodel, waardoor het model van de directeur niet als nieuw kon worden beschouwd en de vordering werd afgewezen. Hoger beroep is ingesteld, maar door een voortijdig bereikte schikking is het niet meer tot een arrest gekomen. Ook in de bodem is het niet tot een vonnis gekomen. 1019h proceskosten directeur: € 24.000.