Doorhaling merk wegens depot te kwader trouw

08-05-2024 Print this page
Auteur:
Birgit Kunst-Verboon
B916668
(Met dank aan Niek Weessies, Boekx Advocaten)

Kwade trouw aangenomen, doorhaling toegewezen: verweerder op de hoogte van het merkgebruik GIMEAU door verzoekster, verweerder in conflict met verzoekster.

 

MERKENRECHT

 

Verzoekster gebruikt het merk GIMEAU voor nagelverzorgingsproducten. Op 16 september 2022 is het merk via een e-mailcampagne geïntroduceerd bij het publiek. Verzoekster heeft het merk op 15 november 2022 gedeponeerd. Verweerder heeft eerder dan verzoekster de naam GIMEAU gedeponeerd, namelijk op 28 oktober 2022. Verzoekster en verweerder hebben een conflict. Verweerder is de echtgenoot van een concurrent van verzoekster. De concurrent, Maniac, beschuldigt verzoekster ervan dat zij vertrouwelijke informatie zou hebben ontvangen van Maniac en dat zij deze informatie op onrechtmatige wijze voor eigen doeleinden zou gebruiken. Verzoekster zou zich ook schuldig maken aan slaafse nabootsing. Een sommatiebrief om alle activiteiten die enigerlei wijze gerelateerd zijn aan die van Maniac B.V. te staken, ontvangt verzoekster op 18 oktober 2022.

 

Op 3 maart 2023 diende verzoekster een vordering tot doorhaling van het merk GIMEAU van verweerder in, omdat de aanvraag om inschrijving van betwiste merk te kwader trouw is ingediend. 

 

Naar het oordeel van het Bureau was verweerder op de hoogte dat verzoekster nagelproducten onder de naam de naam GIMEAU op de markt bracht. Het Bureau acht het voldoende aannemelijk dat verweerder een oneerlijk oogmerk heeft gehad bij het aanvragen van de naam GIMEAU en het doel had om verzoeker te beletten het teken GIMEAU te gebruiken voor nagelproducten. Daags nadat het conflict ontstond heeft verweerder het bestreden merk aangevraagd. Door verweerder is onvoldoende een commerciële logica aangevoerd waarom hij een aanvraag heeft ingediend voor een merk dat vrijwel gelijk is aan het oudere teken GIMEAU voor dezelfde waren. Het ligt op de weg van verweerder om een plausibele verklaring te geven voor de registratie. Enkel stellen dat zijn merk niet gebruiksplichtig is en hij dus niet hoeft aan te tonen dat hij het merk niet gebruikt, is in dit licht onvoldoende. De inschrijving van een merk door een aanvrager die geen enkel oogmerk geeft om het merk te gebruiken voor de waren of diensten waarop de inschrijving betrekking heeft, kan als kwader trouw worden aangemerkt. Het bestaan van een conflict doet vermoeden dat verweerder het merk heeft geregistreerd als reactie op dat conflict.

 

Naar het oordeel van het Bureau, gelet op het bovenstaande, sprake van een indiening van een merk te kwader trouw. Het merk GIMEAU van verweerder wordt doorgehaald.

 

Kopie originele beslissing.