Het bestaan van een procesvolmacht

11-08-2011 Print this page

B9 10025. Rechtbank ´s-Gravenhage, 10 augustus HA ZA 10-3583, Welvaarts Weegsystemen B.V. tegen D/Tec B.V. c.s. (met dank aan dank aan Peter Claassen en Eliëtte Vaal, AKD advocaten & notarissen).

Octrooirecht. EP Welvaarts m.b.t. weegapparatuur (voor voertuigen). Eindvonnis na Rechtbank ’s-Gravenhage, 18 mei. 201, B9 9685.  Welvaarts stelt dat gedaagden door de verhandeling van een eigen weeginrichting  inbreuk maken op het octrooi maar wordt niet-ontvankelijk verklaard in haar vorderingen omdat Welvaarts het bestaan van een  procesvolmacht van de daadwerkelijke houder van het octrooi (dhr. P.W.M. Welvaarts) onvoldoende heeft aangetoond. Dat de heer Welvaarts de proceshandeling  zou hebben “bekrachtigd” kan niet tot een andere conclusie leiden.

Bijzonder is wellicht  dat de rechtbank op verzoek van partijen ‘ten overvloede’ wel een inhoudelijke beoordeling geeft over de gestelde inbreuk en nietigheid.

Naar haar oordeel zou gedaagde D-Tec inbreuk maken op conclusie 1 van het Octrooi, waarmee ook inbreuk op conclusie 2 zou zijn komen vast te staan, nu D-Tec en Kersten daartegen geen afzonderlijk verweer hebben gevoerd. Het beroep van gedaagde Kersten op rechtsverwerking zou, naar oordeel van de rechtbank, slagen indien Kersten de juistheid zou bewijzen van haar stelling dat de directeur van Welvaarts tijdens een bespreking op 23 juni 2008 uitdrukkelijk heeft verklaard dat Welvaarts de vervaardiging en verhandeling door Kersten van het rubberen blok niet als inbreukmakend beschouwt. De reconventionele vordering tot nietigverklaring van het octrooi zou eveneens verwordpen zijn.

Lees het vonnis hier.