Het heftige familiegeschil

27-09-2011 Print this page

B9 10188. Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 13 september 2011, LJN: BT2709, curatoren [B.] B.V.B.A. tegen [Y.] B.V. en Telstar B.V.

Rechtenbeheer & Royalties, althans een verbintenisrechtelijk geschil in een heftig familiegeschil, zoals het hof het noemt, over de gecompliceerde zaak Johnny Hoes/de ‘Oude Catalogus (zie B9 10185). Het onderhavige arrest betreft het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Roermond van 29 april 2009 en heeft betrekking op eventuele dwaling bij een tijdens comparitie gesloten vastellingsovereenkomst m.b.t. de SENA-rechten en de royalty’s van de Zangeres Zonder Naam (ZZN). Van dwaling is volgens het hof echter geen sprake: 

4.3.1.1. Het hof overweegt als volgt. Uit hetgeen is aangevoerd volgt niet dat [B.] BVBA geen overeenkomst wilde aangaan met betrekking tot de SENA-rechten en de royalty’s (punten 6 en 8 van de overeenkomst). Evenmin volgt daaruit dat [B.] BVBA per vergissing de bedingen 6 en 8 heeft aangegaan. Ook [B.] BVBA wilde een eind maken aan de geschillen die tussen partijen bestonden over de punten die onderwerp waren van genoemde artikelen. Uit hetgeen is aangevoerd is mogelijk te concluderen dat sprake is geweest van een “misverstand” bij [B.] BVBA en/of [Y.] c.s. bij het aangaan van de overeenkomst. Dit misverstand zou bestaan in een achteraf gebleken onjuiste voorstelling van zaken. Voor het algeheel ontbreken van wilsovereenstemming is dat een onvoldoende basis. Ook het verloop van de zitting, zoals geschetst door [Y.] BVBA, is geen reden om te concluderen dat wilsovereenstemming bij het aangaan van de overeenkomst heeft ontbroken. Alle partijen hadden belang bij een (gedeeltelijke) oplossing van het heftige familiegeschil. Toen zich een reële mogelijkheid daartoe bleek voor te doen, hebben partijen, die allen werden bijgestaan door hun raadslieden, daar ook voor gekozen. Dat het daarbij voor de rechter die de zitting leidde en mogelijk ook voor de raadslieden nodig bleek enige overredingskracht te gebruiken, past bij die situatie. Uit het door [Y.] BVBA gestelde over het verloop van de zitting is niet af te leiden dat daarbij een ontoelaatbare druk is uitgeoefend. Ook de in het voorlopig getuigenverhoor afgelegde verklaringen wijzen niet in de richting van een “chaotische” zitting. Het beroep op het ontbreken van wilsovereenstemming wordt dan ook verworpen.

Lees het arrest hier.