
Geldigheid farmaceutisch octrooi. Kan post-filed evidence een rol spelen bij de inventiviteitstoets en is er een geldig prioriteitsrecht overgedragen? De AG concludeert tot verwerping van het cassatieberoep in beide zaken.
In deze kortgedingzaken staat een octrooi van het farmaceutisch concern BMS op apixaban centraal, de werkzame stof van een bloedverdunner die wordt gebruikt bij trombo-embolische aandoeningen. Op grond van octrooi EP 415 heeft BMS een verbod geëist tegen de productie en marktintroductie van generiek apixaban door generieken. De verdediging van de generieken richt zich mede op de geldigheid van EP 415, met de kernvraag hoe de inventiviteitstoets moet worden uitgevoerd in het licht van de uitspraak G2/21 van de Grote Kamer van Beroep (GKB) van het Europees Octrooibureau (EOB) - IPPT20230323.
De voorzieningenrechter wees de vordering van BMS af. Het hof oordeelde echter in hoger beroep dat EP 415 naar verwachting voldoet aan de inventiviteitstoets, zoals toegelicht in G2/21, en wees daarmee de aanval op de inventiviteit van de generieken voorlopig af. Het hof besloot eveneens dat BMS zich op het prioriteitsrecht van US 165 kan beroepen, zodat de door Teva c.s. genoemde latere stand van de techniek niet als nieuwheidsschadelijk kan worden beschouwd.
In cassatie zijn door de generieken bezwaren geuit tegen de toepassing en uitleg van de maatstaf van G2/21 door het hof. Teva c.s. heeft daarnaast geklaagd over het oordeel met betrekking tot het prioriteitsrecht, mede in het licht van een uitspraak van de Grote Kamer van Beroep van het Europees Octrooibureau (GKB) in de zaken G1/22 en G2/22, die pas na het hofarrest (IEPT20230815) werd gedaan. Sandoz heeft verder bezwaar gemaakt tegen vermeende strijd met het gesloten rechtsmiddelenstelsel en de opgelegde dwangsommen. Geen van deze klachten acht ik gegrond.
De zaken zijn inhoudelijk vrijwel identiek, met uitzondering van enkele punten: onderdeel 7 gaat in zaak 23/03949 (Teva c.s.) over prioriteit, terwijl het in zaak 23/03949 (Sandoz) betrekking heeft op het gesloten rechtsmiddelenstelsel. Klacht 8.3 wordt alleen door Sandoz voorgesteld en niet door Teva c.s. Dit maakt gecombineerde conclusies mogelijk.