5.2.5 - Implicaties artikel 3:83(3) BW voor IE-rechten

Print this page

Aanspraak, aanvrage en verleend recht. Wanneer we de verschillende IE-rechten bezien dan lijkt het handzaam om bij die IE-rechten die niet van rechtswege ontstaan, maar op aanvrage verleend worden, voor ogen te houden dat die IE-rechten in de verschillende verleningsfasen een verschillende status hebben. Men kan daarbij een onderscheid maken tussen:

(i) de aanspraak op verlening van het recht,

(ii) de ingediende aanvrage tot verlening van het recht, en

(iii) het verleende recht.

Dit onderscheid is vooral bij octrooien, modelrechten en kwekersrechten aan de orde. Bij merken ontbreekt de aanspraak als separaat recht, maar is wel sprake van het onderscheid tussen (i) de aanvrage en (ii) het verleende recht.

Aanspraak. De aanspraak op een recht ziet op de bevoegdheid een aanvrage tot verlening van het recht in te dienen en aanspraak te kunnen maken op verlening van dat recht. Bij een octrooi komt dat recht bijvoorbeeld toe aan de uitvinder. Die heeft door het doen van de uitvinding aanspraak op octrooi, zoals artikel 8 Row leert. Wanneer een aanvrage is ingediend ontstaat er naast de aanspraak – die blijft bestaan – een rechtsverhouding tussen de aanvrager en de verlenende instantie. Bovendien kan daarbij (achteraf) blijken dat de aanvrager géén aanspraak op het recht toekwam, waardoor behoefte aan een correctiemogelijkheid bestaat. Datzelfde geldt wanneer het recht eenmaal verleend is. De aanspraak blijft ook dan gewoon bestaan en de aanspraakhouder kan een ten onrechte aan een ander toegekend recht als regel opeisen of nietig laten verklaren.

 

Aanspraak – Aanvraag – Verlening

(a) Octrooirecht

(b) Auteursrecht

(c) Naburige rechten

(d) Databankenrecht

(e) Openbaarmakersrecht

(f) Halfgeleiderrecht

(g) Kwekersrecht


(h) Merkenrecht

(i) Handelsnaamrecht

(j) Modelrecht

 

(k) Bedrijfsgeheimen

(l) Ongeschreven IE-rechten


(m) Overzicht overdraagbaarheid IE-rechten