(k) Bedrijfsgeheimen

Print this page

Wet Bescherming Bedrijfsgeheimen. De Wet Bescherming Bedrijfsgeheimen bevat geen wetsartikel waarin bepaald wordt dat een recht op een bedrijfsgeheim of de rechtspositie van de rechtmatige houder op een bedrijfsgeheim overdraagbaar zijn. Aan het vereiste van artikel 3:83(3) BW voor overdraagbaarheid van een recht wordt dus niet voldaan. De rechtspositie van een rechtmatig houder van een bedrijfsgeheim laat zich daardoor niet als zodanig overdragen.

Overdracht vorderingsrechten op derden. Men zal het in de praktijk dan moeten hebben hebben van de afzonderlijke overdracht van allerhande vorderingsrechten van die rechtmatige houder op werknemers en derden inzake het verkrijgen, gebruiken of openbaar maken van bedrijfsgeheimen, waarmee de positie van die houder van een bedrijfsgeheim contractueel verankerd is.

Rechtmatige verkrijging. Los van de rechtspositie van de houder van een bedrijfsgeheim jegens derden, laat een bedrijfsgeheim zich feitelijk overdragen door bezitsverschaffing met toestemming van een rechtmatig houder. In dat geval wordt degene die met toestemming van de houder het bedrijfsgeheim te goeder trouw verkrijgt conform artikel 2(1) WBB (c.q. artikel 4(2) Bedrijfsgeheimenrichtlijn) op zijn beurt een rechtmatig houder. Daardoor kan deze opvolgende houder het bedrijfsgeheim rechtmatig gebruiken en wordt deze zelf als rechtmatig houder evenzeer door het regiem van de Wet Bescherming Bedrijfsgeheimen beschermd (zie tevens onder 3.5.11).