Artikel 8

Print this page

  

 

1. Het depot geschiedt door indiening van een aanvraag om inschrijving, welke aanvraag vermeldt:
a) naam, adres en woonplaats van de maker, indien hij een ander is dan de deposant;
b) een aanduiding van de topografie;
c) vergezeld is van tekeningen of afbeeldingen van de topografie;
d) de datum waarop een exemplaar van de topografie of het halfgeleiderprodukt waarin de topografie is vervat, voor de eerste maal is geëxploiteerd, indien dit reeds heeft plaatsgevonden.
Bij de aanvraag kan een exemplaar van het halfgeleiderprodukt worden overgelegd.


2. Bij het depot kan de deposant aangeven welke delen van de in het vorige lid onder c genoemde stukken bedrijfsgeheimen bevatten en niet ter kennis van derden kunnen worden gebracht, mits de herkenbaarheid van de topografie gewaarborgd blijft.


3. De aanvraag en de bijgevoegde stukken zijn in het Nederlands gesteld.


4. Indien de deposant of diens gevolmachtigde geen woonplaats in Nederland heeft, is hij verplicht aldaar een correspondentie-adres aan te geven alsmede elke wijziging daarvan ter kennis van het bureau te brengen.


5. Bij het depot dient een bewijsstuk te worden overgelegd waaruit blijkt, dat bij het bureau een bedrag is gestort overeenkomstig een bij algemene maatregel van bestuur vastgesteld tarief.


6. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels ten aanzien van het in dit artikel bepaalde worden gesteld.