Artikel 38

Print this page

  weegschaal.png

 

(1) De landen van de Unie die deze Akte niet hebben bekrachtigd of daartoe niet zijn toegetreden en die niet zijn gebonden door de artikelen 22 tot en met 26 van de Akte van Stockholm kunnen, indien zij dit wensen, tot 26 april 1975 de rechten uitoefenen bedoeld in genoemde artikelen, alsof zij door deze artikelen waren gebonden. Elk land dat deze rechten wenst uit te oefenen richt tot dit doel een schriftelijke kennisgeving aan de Directeur-Generaal, waarvan de rechtsgevolgen ingaan op de datum van ontvangst. Zodanige landen worden geacht lid te zijn van de Algemene Vergadering tot genoemde datum.


(2) Zolang niet alle landen van de Unie lid van de Organisatie zijn geworden treedt het Internationale Bureau van de Organisatie tevens op als Bureau van de Unie en de Directeur-Generaal als Directeur van dit Bureau.


(3) Wanneer alle landen van de Unie lid van de Organisatie zijn geworden gaan de rechten, verplichtingen en goederen van het Bureau van de Unie over op het Internationale Bureau van de Organisatie.