Artikel 31

Print this page

  weegschaal.png

 

(1) Elk land kan in zijn akte van bekrachtiging of toetreding verklaren of op ieder tijdstip de Directeur-Generaal schriftelijk mededelen dat deze Conventie van toepassing is op alle of een gedeelte van de gebieden, aangegeven in de verklaring of kennisgeving, voor de buitenlandse betrekkingen waarvan dat land verantwoordelijk is.


(2) Elk land dat een zodanige verklaring heeft afgelegd of een zodanige mededeling heeft gedaan kan te allen tijde de Directeur -Generaal ervan in kennis stellen dat deze Conventie niet langer van toepassing is op alle of een gedeelte van deze gebieden.


(3)
(a) Verklaringen krachtens het eerste lid treden in werking op dezelfde datum als de bekrachtiging of toetreding, vermeld in de akte waarin zij werden opgenomen en mededelingen gedaan krachtens dat lid treden in werking drie maanden na kennisgeving daarvan door de Directeur-Generaal.
(b) Mededelingen krachtens het tweede lid treden in werking twaalf maanden na ontvangst daarvan door de Directeur-Generaal.

 

(4) Dit artikel mag evenwel in geen geval zodanig worden uitgelegd dat het de erkenning of stilzwijgende aanvaarding door een der landen van de Unie zou inhouden van de feitelijke situatie van elk gebied waarop een ander land van de Unie deze Conventie toepasselijk doet zijn ingevolge een verklaring als bedoeld in het eerste lid.