Artikel 22

Print this page

  weegschaal.png

 

1. Behoudens andersluidende bepalingen in de artikelen 23 tot en met 29, wordt het communautaire kwekersrecht als deel van het vermogen in haar geheel en voor het gehele grondgebied van de Gemeenschap beschouwd als een recht gelijkwaardig met een eigendomsrecht van de Lid-Staat waar

a) volgens de inschrijving in het register van communautaire kwekersrechten de houder op het betrokken tijdstip zijn woonplaats, zijn zetel of een vestiging had, of

b) indien niet aan het bepaalde onder a) is voldaan, de eerste in voornoemd register ingeschreven gemachtigde van de houder op het tijdstip van de inschrijving zijn woonplaats, zijn zetel of een vestiging had.

 

2. In de andere dan de in lid 1 bedoelde gevallen, is de in de zin van lid 1 bedoelde Lid-Staat die waar het Bureau zijn zetel heeft.

 

3. Indien voor de houder of diens gemachtigde een woonplaats, een zetel of een vestiging in meer dan één Lid-Staat in het in lid 1 bedoelde register zijn ingeschreven, wordt voor de toepassing van lid 1 de eerst ingeschreven woonplaats of zetel in aanmerking genomen.

 

4. Indien twee of meer personen gezamenlijk als houder in het in lid 1 bedoelde register zijn ingeschreven, wordt voor de toepassing van lid 1, onder a), diegene van hen in aanmerking genomen welke naar volgorde van de inschrijving als eerste aan de voorwaarden voldoet. Indien geen van hen aan het bepaalde in lid 1, onder a), voldoet, is lid 2 van toepassing.