Waren en diensten

Print this page

  weegschaal.png

 

15.1) In de praktijk blijkt dat depots veelal worden verricht voor een standaardlijst van waren of diensten. Daarnaast hanteren sommige deposanten de praktijk een zo breed mogelijk depot te verrichten. Gezien het taksenstelsel worden veelal in ieder geval 3 klassen aangeduid.

 

Voorbeeld: Deposanten duiden de dienst “reclame” in klasse 35 zeer vaak aan, kennelijk omdat zij adverteren. Toch betreft het veelal geen reclamebureaus, organisaties die naar hun aard de dienst “reclame” leveren.

 

Voorbeeld: Ondernemers die kleding waarop de naam van hun onderneming of merknaam van hun product is aangebracht aan hun klanten weggeven, duiden veelal naast de onder de merknaam geproduceerde waren ook “kleding, schoeisel en hoofddeksels” in klasse 25 aan. Toch zijn zij geen kledingproducenten of -handelaars.

 

15.2) Het BBIE toetst aan de hand van de waren of diensten waarvoor het depot is verricht en kan een weigering tot bepaalde waren of diensten beperken. In dat geval wordt een gedeeltelijke weigering uitgesproken. Het BBIE hoeft echter niet waar voor waar of dienst voor dienst te argumenteren waarom een depot wordt geweigerd. Indien het BBIE van oordeel is dat een weigeringsgrond voor een gehele categorie of klasse van waren of diensten van toepassing is, kan het volstaan met een globale motivering voor die categorie of klasse (HvJEU, THE KITCHEN COMPANY).

 

15.3) Het BBIE vestigt in dit verband de aandacht op het feit dat een depot (onder meer) wordt geweigerd indien het teken kan dienen tot aanduiding van kenmerken van de aangeduide waren of diensten. Het daadwerkelijk gebruik van het teken staat daarvan in beginsel los. Een weigering kan in sommige gevallen worden voorkomen door kritisch te kijken naar de lijst van waren of diensten waarvoor het depot wordt verricht. Een dergelijke kritische houding kan overigens ook de kans op opposities verkleinen. Het BBIE merkt verder op dat het aan deposant is om een eventuele beperking aan te brengen in de lijst van waren of diensten zoals aangeduid bij depot; het BBIE zal hiertoe in beginsel geen voorstel doen. Een verzoek tot beperking van de waren- of dienstenlijst wordt alleen in behandeling genomen wanneer het onvoorwaardelijk en ondubbelzinnig is geformuleerd. Tenslotte zij eraan herinnerd dat een beperking zoals “alle voornoemde waren of diensten voor zover geen betrekking hebbend op [beschrijvende aanduiding]” niet mogelijk is (zie punt 13 van deze richtlijnen).

 

15.4) Een beperking van de waren- en dienstenlijst kan uitsluitend gedurende de bezwaartermijn worden gevraagd. Daarna en ook in een eventueel beroep is dit niet meer mogelijk. Daarmee zou immers de aard van het geschil worden gewijzigd (BenGH, LANGS VLAAMSE WEGEN, zie ook punt 14 van deze richtlijnen). Een intrekking van het gehele depot, of in geval van een gedeeltelijke weigering van de waren of diensten waarop deze betrekking heeft, is wel nog mogelijk totdat de weigering definitief wordt in de zin van artikel 2.11 lid 5 BVIE (dus zolang er nog beroep mogelijk is).

 

15.5) In dit verband wordt nogmaals opgemerkt dat het BBIE zich inspant om de toetsing op absolute gronden zoveel mogelijk te verrichten conform de (economische) realiteit in de branche waarin deposant zich, blijkens het depot, beweegt.