Artikel 2.11, lid 1, sub e, jo artikel 2.4, sub a, b en g, BVIE; openbare orde en goede zeden

Print this page

  weegschaal.png

 

Openbare orde en goede zeden of tekens als bedoeld in artikel 6ter van het Verdrag van Parijs, misleiding en beschermde geografische herkomstaanduidingen voor wijnen en spiritualiën

 

8.1) Artikel 2.11, lid 1, sub e, verwijst naar artikel 2.4 sub a, b en g, BVIE. Ingevolge deze bepalingen weigert het BBIE (sub a) depots die strijdig zijn met openbare orde of goede zeden of van tekens als bedoeld in artikel 6ter van het Verdrag van Parijs, (sub b) misleidende merken en (sub g) depots van merken verricht voor wijnen of spiritualiën bevattende een geografische herkomstaanduiding, terwijl de betreffende producten daar niet vandaan komen.

 

8.2) Strijd met de openbare orde of goede zeden komt in de praktijk zeer weinig voor. Artikel 6ter van het Verdrag van Parijs heeft betrekking op vlaggen, wapens en andere officiële emblemen van staten of internationale organisaties. Een merk dat dit soort tekens omvat kan alleen in het Benelux-register worden ingeschreven met toestemming van de betreffende staat of organisatie. In de praktijk wordt deze grond het meest toegepast op depots van merken waarin (onderdelen van) de vlag van de Europese Unie zijn opgenomen.

 

8.3) Indien een teken dat indicaties bevat over (kenmerken van) waren of diensten wordt gedeponeerd voor andere waren of diensten, waarvoor het gebruik van het teken misleiding van het publiek tot gevolg kan hebben, wordt het merk (gedeeltelijk) geweigerd.

 

Voorbeeld: Een afbeelding van een verpakking bevattende de aanduiding “koffie” zal misleiding van het publiek tot gevolg kunnen hebben indien gebruikt voor de waren thee, rijst of cacao. Wanneer het depot voor dergelijke waren wordt verricht, wordt het daarvoor dus gedeeltelijk geweigerd.

 

8.4) Ingevolge artikel 23 van het TRIPS-verdrag dient het BBIE merken te weigeren die aanwijzingen bevatten over de herkomst van wijnen en spiritualiën die niet afkomstig zijn uit de plek aangeduid in het merk. Deze verplichting bestaat echter niet indien het depot wordt verricht door een deposant te goeder trouw op een moment dat de betreffende geografische aanduiding in het land waar het om gaat of in de Unie (nog) niet werd beschermd. Bij de toetsing op absolute gronden veronderstelt het BBIE de goede trouw van deposant.

 

Voorbeeld: Een depot van een etiket bevattende de aanduiding “Beaujolais” zal worden geweigerd voor wijnen die niet werden geproduceerd in Bourgogne. Overigens zal een teken dat uitsluitend bestaat uit een geografische aanduiding veelal reeds op basis van artikel 2.11, lid 1, sub c, BVIE moeten worden geweigerd (zie punt 6 van deze richtlijnen).