Artikel 4

Print this page

  weegschaal.png

 

1. Wanneer de partijen geen concurrerende ondernemingen zijn, geldt de in artikel 2 bedoelde vrijstelling voor de duur van de onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten. Wanneer de resultaten gezamenlijk worden geëxploiteerd, blijft de vrijstelling gelden gedurende een periode van zeven jaar vanaf het tijdstip waarop de contractproducten of contracttechnologieën voor het eerst in de interne markt in de handel worden gebracht.

 

2. Wanneer twee of meer van de partijen concurrerende ondernemingen zijn, geldt de in artikel 2 bedoelde vrijstelling gedurende de in lid 1 van dit artikel genoemde periode, mits op het tijdstip waarop de onderzoeks- en ontwikkelingsovereenkomst wordt gesloten:

a) in het geval van de in artikel 1, lid 1, onder a), i), ii) of iii), bedoelde onderzoeks- en ontwikkelingsovereenkomsten, het gezamenlijke marktaandeel van de partijen bij een onderzoeks- en ontwikkelingsovereenkomst op de relevante product- en technologiemarkt niet meer dan 25 % bedraagt, of

b) in het geval van de in artikel 1, lid 1, onder a), iv), v) of vi), bedoelde onderzoeks- en ontwikkelingsovereenkomsten, het gezamenlijke marktaandeel van de financier en alle partijen waarmee de financier onderzoeks- en ontwikkelingsovereenkomsten heeft gesloten, ten aanzien van dezelfde contractproducten of contracttechnologieën, op de relevante product- en technologiemarkt niet meer dan 25 % bedraagt.

 

3. Na het verstrijken van de in lid 1 bedoelde periode blijft de vrijstelling gelden zolang het gezamenlijke marktaandeel van de partijen op de relevante product- en technologiemarkt niet meer dan 25 % bedraagt.