2014 1e halfjaar Merkenrecht

Print this page

IEPT20140625, Rb Den Haag, Guru Denim v Kaan Discounter
Merkinbreuk wegens verkoop inbreukmakende broeken. Niet onderbouwd dat enkele (betwiste) voorraadmelding van 100 inbreukmakende broeken betekent dat voorraad daadwerkelijk uit 100 broeken heeft bestaan. Omdat omvang van inbreukmakende handelingen niet kan worden vastgesteld, wordt opgave in ingekochte en verkochte aantallen en voorraad inbreukmakende broeken toegewezen. Schadevergoeding op te maken bij staat of gederfde winst omdat vaststaat dat twee inbreukmakende broeken zijn verkocht en te kwader trouw is gehandeld.

IEPT20140625, Rb Overijssel, PrimaVita v Triscom
Rapportages PrimaVita inzake non-usus Beneluxwoordmerk “PRIMAVITA” door Triscom ondeugdelijk: niet duidelijk welk bureau onderzoek heeft uitgevoerd en welke parameters zijn gebruikt. PrimaVita merk normaal gebruikt door verkoop producten voor bedrag van € 976.407, voorzien van haar merk. Reconventie: inbreukverbod toegewezen wegens voornemen PrimaVita om merk in gehele Europese Unie te gaan gebruiken.

IEPT20140625, Rb Overijssel, Ten Cate v Twentse Damast

Ten Cate heeft rechtmatig belang bij non-usus vorderingen: branchegenoot en bescherming van haar merken tegen gelijksoortige merken. Twentse Damast moet normaal gebruik bewijzen: zij of haar rechtsvoorgangers hebben merken in relevante periode gebruikt. “Bewijsproblemen” omdat administratie zich bij curator bevindt risico van merkhouder.

 

IEPT20140619, HvJEU, Oberbank en Santander Consumer Bank v DSGV

Opinieonderzoek met herkenningsgraad van minstens 70% mag niet de enige doorslaggevende factor zijn op basis waarvan tot de conclusie kan worden gekomen dat sprake is van door gebruik verkregen onderscheidend vermogen van een contourloos kleurmerk. Wanneer lidstaat geen gebruik heeft gemaakt van mogelijkheid om inburgering ook na (aanvrage van) inschrijving van merk te laten plaatsvinden, kan onderscheidend vermogen slechts vóór datum van indiening inschrijving worden verkregen. Merk kan in dat geval nietig worden verklaard wanneer houder ervan niet in slaagt om aan te tonen dat vóór datum indiening onderscheidend vermogen is verkregen.


IEPT20140617, Rb Rotterdam, Postbike v DBG
Postbike 2013 merk niet louter beschrijvend, wegens ongebruikelijke combinatie “post” en “bike”. Geen depot te kwader trouw, wegens voor-voorgebruik van rechtsvoorgangers Postbike. Geen (merk)inbreuk in het verleden, gezien verkoop fietsen vóór inschrijving Postbike 2013 merk en geen wanprestatie. Wel dreiging van toekomstige inbreuk, gezien aankondiging DBG ter zitting om in toekomst voorraad Postbike fietsen aan derden te verkopen. Geen misbruik van recht/onrechtmatig handelen, gezien situatie die lijkt op licentieverhouding. Reputatieschade wegens slechte accu’s in elektrische fietsen onvoldoende onderbouwd.

IEPT20140610, Rb Den Haag, IJs van Columbus v Brood van Columbus
Verwarringsgevaar tussen merk “Het IJs van Columbus” en het teken “Het brood van Columbus”: visueel en auditief stemmen woordelementen “het” en “van Columbus” overeen, plaatsing “het ijs van” en “het brood van” op zelfde locatie in merk/teken. Begripsmatig verwijzen merk en teken naar etenswaar afkomstig van Columbus, dan wel uit tijd van Columbus. Verwarringsgevaar vergroot door wijze waarop teken wordt gebruikt: roept associatie met de antieke zeevaart op.

IEPT20140605, HvJEU, Coty v First Note Perfumes
Geen bevoegdheid op grond van lidstaat waar de inbreuk heeft plaatsgevonden t.a.v. oorspronkelijke verkoper inbreukmakend product die zelf niet heeft gehandeld in lidstaat aangezochte rechter. Geen bevoegdheid tot kennisneming vorderingen ongeoorloofde vergelijkende reclame of slaafse nabootsing op grond van plaats schadebrengende feit, wanneer veronderstelde inbreukmaker niet in lidstaat aangezochte rechter heeft gehandeld. Bevoegdheid in een dergelijk geval wel mogelijk op grond van plaats waar de schade is ingetreden.

IEPT20140604, Rb Amsterdam, Studio 100
Geen rechtsverwerking: enkele stilzitten onvoldoende. Kabouter Plop en zijn vrienden en Piet Piraat en zijn vrienden auteursrechtelijk beschermde werken, omdat personages worden gevormd door vaste combinatie van groot aantal kenmerken (namen, stem- en taalgebruik, haardracht, kleding enz.), die persoonlijk stempel van de maker dragen en voldoende oorspronkelijk karakter hebben. Vrolijke Kabouters en Pret Piraat maken inbreuk op dit auteursrecht: grote overeenstemming totaalindrukken, geen zelfstandig werk. Verwarringsgevaar tussen woordmerken “PIET PIRAAT” en “PRET PIRAAT”: grote visuele en auditieve overeenstemming en soortgelijke diensten. Woordmerk “PRET PIRAAT” nietig wegens depot te kwader trouw: gedaagde was op de hoogte van gebruik woordmerk “PIET PIRAAT” in relevante periode. 
 

IEPT20140603, Rb Amsterdam, Doctor Feelgood v Feelgood Store

Geen verwarringsgevaar tussen handelsnamen/merk “Doctor Feelgood” en “Feelgood Store”: “feelgood” beschrijvend voor diensten en producten in categorie persoonlijke verzorging. Geen schending non-concurrentiebeding: Feelgood Store meer dan 15 km verwijderd van dichtstbijzijnde vestiging Doctor Feelgood.

IEPT20140602, Rb Rotterdam, MAGgroep v Qaboos
Overhevelen van domeinnaam en dropbox-account naar eigen omgeving en niet overzetten dossiers naar nieuwe systeem Basecone, nadat Qaboos op hoogte was gekomen van voornemen van ontslag onrechtmatig. Reconventie: onvoldoende gebleken dat ontslag niet rechtsgeldig was en niet gebleken dat Qaboos alleenrecht heeft op handelsnaam en woord-/beeldwerk "=MAGzorg". Handelsnaam jaar na oprichting MAG-Franchise gaan gebruiken en merk pas na ontslag gedeponeerd.

IEPT20140528, Rb Den Haag, Brunel v Brunet Recruitment

Herstelvonnis vanwege kennelijke fouten: termijn voor wijziging handelsnaam gewijzigd naar vier weken en aanduiding “Brunet Recruitment Advocaten” gewijzigd in “Brunet Advocaten”


IEPT20140522, Rb Den Haag, Brunel v Brunet Recruitment
Voldoende spoedeisend belang Brunel: voldoende voortvarend opgetreden, door te proberen tot een vergelijk te komen. Beroep op rechtsverwerking faalt: Brunet Recruitment heeft geen merk geregistreerd en onvoldoende aannemelijk geworden dat medewerkers Brunel op gestelde ruime schaal eerder bekend waren met Brunet Recruitment. Verwarringsgevaar tussen “Brunet” en “Brunet Recruitment” en “Brunel”: “Brunet” is dominant en de tekens schelen slechts één letter. Door geringe afwijking ook inbreuk op handelsnaam. Beroep op gebruik van eigen naam faalt: daargelaten of rechtspersoon zich kan beroepen op gebruik van een eigen naam bestuurders wordt slechts deel van eigen naam gebruikt.

IEPT20140521, Rb Zeeland-West-Brabant, Matra Trading v Lagardere

MATRA beeldmerk normaal gebruikt: afwijkende vormen van merk wijken slechts marginaal af van inschrijving, waardoor merk niet haar onderscheidend vermogen heeft verloren. Woord “MATRA” nog steeds dominant en wijze waarop woord is weergegeven heeft geen in oog springende wijzigingen ondergaan, net zoals de kleurstelling van het merk.


IEPT20140520, Hof Den Haag, Apple v Samsung
Tussenarrest bevestigd. Algemeen inbreukverbod Galaxy-Smartphones ten aanzien van Nederlandse deel EP 868 toegewezen. Hoewel het hof grensoverschrijdend bevoegd is op grond van artikel 2 en/of artikel 31 EEX-Vo, gezien arrest Solvay v Honeywell, wordt geen grensoverschrijdend verbod opgelegd: omdat EP 868 door NL bodemrechter geldig is verklaard, maar door Bundespatentgerichtshof nietig is verklaard redelijke, niet te verwaarlozen kans dat EP 868 door andere buitenlandse rechters van landen waar een verbod wordt gevraagd nietig wordt geacht.

IPPT20140515, ECJ, Louis Vuitton v OHIM
Gerecht EU heeft terecht jurisprudentie over het onderscheidend vermogen van driedimensionale merken op het onderhavige tweedimensionaal vorm/beeldmerk voor een sluitmechanisme toegepast. Deze jurisprudentie moet ook worden toegepast als slechts een deel van het aangeduide product door het merk wordt weergegeven, omdat het merk dan niet meer bestaat uit een teken dat onafhankelijk is van het uiterlijk van het product dat het aanduidt en daardoor geen indicatie van de commerciële herkomst van het product kan zijn.

 

IEPT20140514, Rb Den Haag, FKP v Spirits
Geen nietige dagvaarding: eis en gronden zijn vermeld. Rb bevoegd inzake overdracht merken: geen sprake van exclusieve bevoegdheid ex artikel 22(4) EEX-Vo, nu geldigheid van merken niet in geschil is tussen partijen. Rechtbank bevoegd ter zake van Spirits International, Spirits Products en Spirits Cyprus terzake van dezelfde inbreuken in verschillende samenhangende inbreukvorderingen (artikel 6(1) EEX-Vo); niet bevoegd ter zake Zao nu niet wordt gesteld dat Zao zich schuldig zou maken aan identieke inbreuken. Partijen worden in gelegenheid gesteld zich uit te laten over arrest van Hof Den Haag in H&M/G-Star zaak inzake relatieve bevoegdheid. Verweer dat deel van eisers geen merkhouder en derhalve niet-ontvankelijk zijn dient in hoofdzaak te worden opgeworpen en niet in incident.


IEPT20140508, HvJEU, Bimbo v BHIM
Oppositie Spaanse woordmerk DOGHNUTS versus woordmerk BIMBO DOUGHNUTS. Zelfstandige onderscheidende plaats van het voor het relevante publiek niet-beschrijvende bestanddeel “doughnuts” in merk “Bimbo Doughnuts”. Onderzoek of een van bestanddelen van samengesteld teken zelfstandige onderscheidende plaats heeft, strekt ertoe vast te stellen welke bestanddelen door publiek worden waargenomen in totaalindruk. Dit onderzoek vindt derhalve plaats vóór globale beoordeling van verwarringsgevaar tussen tekens.

 

IEPT20140429, Rb Zeeland-West-Brabant, Dealerdiensten

Geen beroep op BVIE, omdat woord “Dealerverzekering” niet als Beneluxmerk is ingeschreven (maar als Gemeenschapsbeeldmerk). Geen handelsnaaminbreuk: niet gebleken dat onderneming van Dealerdiensten zich onder handelsnaam “Dealerverzekering” presenteert. Geen onrechtmatig handelen wegens gebruik afbeeldingen die zouden lijken op Gemeenschapsbeeldmerk “Dealer Verzekering”: geen overeenstemmende totaalindrukken.

 

IEPT20140428, Rb Rotterdam, VLM Airlines
[A] maakt Inbreuk op handelsnaamrechten VLM Airlines door zich als rechthebbende van handelsnaam “VLM Airlines” te presenteren: handelsnaam actief gebruikt door VLM Airlines. Hoewel termijnen van merkdepots van VLM waren verstreken, is niet genoegzaam gebleken dat VLM uitdrukkelijk afstand van haar merken heeft gedaan: op tijd heropnemingsdepot verricht, merken normaal gebruikt en aannemelijk dat merk van [A] nietig zal worden verklaard. Handelingen van [A] in kader van contractuele arbeidsverhouding tussen [A] en VLM Airlines zonder meer als onrechtmatig te kwalificeren.

IEPT20140425, Rb Den Haag, Daamen v Maxguard
Verwarringsgevaar tussen “PYTHON”-merken en tekens “Python” en “Blue Python” voor veiligheidsschoenen, gelet op sterke mate van overeenstemming, grote onderscheidende vermogen van merken en identieke waren. Gevorderde verzending rectificatiebrief aan afnemers van inbreukmakende schoenen voldoende spoedeisend (nauw verwant met hoofdvordering); gevorderde opgave niet voldoende spoedeisend.

IEPT20140423, Rb Oost-Brabant, VPW v Domica
Geen merken- of handelsnaamrechtinbreuk op “ROTS-VAST (Groep)”: VPW had gedaagden redelijk termijn moeten gunnen om informatie op websites van derden aan te passen dan wel te verwijderen. Ook geen inbreuk op grond van nieuw geplaatste informatie op internet. Misleidende advertentie niet gerechtvaardigd als reactie op onjuiste mededeling van Rots-Vast. Geen schending vaststellingsovereenkomst: geen omstandigheden aangevoerd waaruit blijkt dat vaststellingsovereenkomst ook zag op domeinnaam rotsvandenbosch.nl en domeinnaam inactief.

IEPT20140423, Rb Den Haag, Audi v Connemills
Faillissement leidt niet tot schorsing inbreukzaak: leidt niet tot nakoming van een verbintenis uit de boedel. Merkinbreuk door merken autofabrikanten op bedrijfspand te plaatsen en te gebruiken in domeinnamen. Onvoldoende onderbouwd dat enkele registratie domeinnamen (zonder gebruik) onrechtmatig is.

IEPT20140418, Rb Gelderland, De Telefoongids v Telefoonboek

Claims van Telefoonboek in vergelijkende reclame tussen (producten van) De Telefoongids en Telefoonboek zijn grotendeels ongeoorloofd vergelijkend/misleidend: vergelijking tussen ondernemingen niet relevant en misleidend voor productvergelijking. Omdat voorhands vaststaat dat Telefoonboek op ongeoorloofde wijze vergelijkende reclame maakt, staat merkinbreuk tevens vast.

 

IEPT20140415, Hof Amsterdam, Blankhout
Geen wanprestatie: licentieovereenkomst niet aan appellanten overgedragen (niet genoemd in akte en/of aangehecht als bijlage).

IEPT20140415, GHvJ, Havana Club

Geen (direct of indirect) verwarringsgevaar tussen bekend merk “Havana Club” en “Havana Sabor” voor rum.


IEPT20140409, Rb Den Haag, Capri Sun v Van Doorne

Vormmerk voor sta-zakje noodzakelijk om technische uitkomst te krijgen: voldoet aan functie van een sta-zakje: houder zijn voor vruchtensappen. Geen slaafse nabootsing: door functionele elementen geen sprake van nodeloos nabootsen.

 

IEPT20140408, Hof Den Haag, Playgo v Trends2Com

Kantonrechter onbevoegd tot benoeming bewindvoerder gemeenschap: geen inbreuk- of geldigheidsprocedure, maar om procedure ex artikel 94 (1) GMV of artikel 79 (1) GModV procedure, waardoor EEX-Vo van toepassing is in plaats van nationale bevoegdheidsregels. Kantonrechter had – als hij bevoegd was geweest – geen bewindsvoerder mogen benoemen: stond niet vast dat merken en modellen aan partijen gezamenlijk toebehoorden. Kantonrechter had volgens artikel 16 (1) GMV en artikel 27 GModV Belgisch recht moeten toepassen: geen rechtskeuze toegestaan. Benoeming bewindvoerder berust op kennelijke misslagen.
 

IEPT20140408, Rb Noord-Holland, De Heeren van Aemstel

Verwarringsgevaar tussen merk “DE HEEREN VAN AEMSTEL” en teken “DE (‘S) HEREN VAN AMSTEL”: auditief en begripsmatig gelijk, verschillen in schrijfwijze zijn gering, gebruikt voor zelfde waren en diensten. Dat gedaagden in Zeist zijn gevestigd doet hier niet aan af. Voldoende spoedeisend belang na onthoudingsverklaring inzake proceskosten.

IEPT20140403, Rb Den Haag, Hunter Douglas v Zimmer + Rohde
In afwachting van definitief oordeel in Duitse bodemprocedure is het aannemelijk dat aan Hunter Douglas de exclusieve en langdurige (gebruiks)rechten op het Gemeenschapsmerk ADO in de Benelux toekomen. Niet ingeschreven licentie kan via artikel 23 GmeV aan Zimmer + Rohde worden tegengeworpen. Verbod Zimmer + Rohde om ADO merken te voeren in Benelux totdat definitief oordeel in Duitse bodemprocedure is gegeven: anders grote, onherstelbare schade voor Hunter Douglas. Verbod om mededelingen aan klanten van Hunter Douglas te doen over dat deze niet rechthebbende is op ADO merken of dat Zimmer + Rohde dat wel is.

IEPT20140402, Rb Den Haag, Paperclip

Geen belang bij vorderingen t.a.v. gebruik teken “PAPERCLIP” in teken “NCRV PAPERCLIP”: enkel gebruikt in combinatie met woord of logo “NCRV”. Geen verwarringsgevaar tussen “PAPERCLIP” en “NCRV PAPERCLIP”: zeer geringe overeenstemming, element “NCRV” is dominant. Zeer geringe soortgelijkheid van waren/diensten en ander publiek. Stichting kan tweede merk “PAPERCLIP” niet aan NCRV tegenwerpen: later in rangorde dan NCRV merk. Geen beroep op nietigheid wegens eerdere inschrijving eerste Paperclip-merk: houder [X] neemt niet deel aan geding en geen kwade trouw.

IEPT20140402, Rb Den Haag, Cresco v Koppert Cress
Woordmerk ”OYSTER LEAVES” beschrijvend: beschrijft kenmerken van de waar: plant die naar oesters smaakt. Woordmerk “SHISO” verworden tot soortnaam: aanzienlijk aantal vermeldingen van ‘shiso’ als soortnaam (bijvoorbeeld in recepten en kookboeken), onvoldoende inspanningen om verworden tot soortnaam tegen te gaan.


IEPT20140401, Hof Amsterdam, Americola v American Cola

Geen verbod Spar om merkenregistraties waar “American Cola” en/of “American” in voorkomen in te roepen tegenover eiser: valt niet in te zien welk bezwaar eisers hebben, omdat geldigheid van registraties onbetwist is en het BBIE heeft overwogen dat er geen verwarringsgevaar is met door eiser geregistreerde merk “AMERICOLA”. Gevorderde schadevergoeding niet aannemelijk: dat eisers kostbaardere reclamecampagne moeten voeren dan wanneer Spar niet het teken zou gebruiken en omstandigheid dat Spar oppositieprocedures jegens eisers heeft gevoerd niet onrechtmatig. Ook geen misbruik van (proces)recht gemaakt.

 

IEPT20140327, HvJEU, BHIM v National Lottery Commission

Gerecht mag ambtshalve inlichtingen inwinnen over de inhoud, toepassingsvoorwaarden en draagwijdte van door verzoeker van nietigverklaring aangevoerde nationale regels. Schending hoor en wederhoor door oordeel te baseren op nationale rechtspraak, maar partijen niet in gelegenheid te stellen zich hierover uit te laten.

 

IEPT20140326, Rb Den Haag, IJs van Columbus v Brood van Columbus
Ex parte bevel wegens merk- en handelsnaam-inbreuk op “Het IJs van Columbus” door “Het Brood van Columbus” afgewezen.

IEPT20140326, Rb Midden-Nederland, Cash Software v Reeleezee
Merk "CASH" niet zuiver beschrijvend voor software met betrekking tot financiële betalingssystemen. Geen verwarringsgevaar tussen merken "CASH" en "CASHR" voor (online) kassaregistratiesystemen: geen soortgelijke waren. Slechts sprake van geringe overeenstemming tussen merken Geen handelsnaaminbreuk: onvoldoende aannemelijk dat CASHR en cashr.nl worden gebruikt als handelsnaam.

 

IEPT20140326, Rb Den Haag, Hotel Cipriani v Altunis
Voldoende belang bij vordering tot doorhaling merken: potentieel conflicterende merkenregistraties. Onvoldoende weersproken dat sprake is van nichemarkt voor levensmiddelen die worden verhandeld in delicatessenwinkels. Altunis merken normaal gebruikt voor pasta en sauzen: voldoende aantallen verkocht. Geen normaal gebruik en doorhaling merkenregister voor waren Bellini mix, prosecco, rijst, olijfolie, honing en jam: onvoldoende aantallen verkocht.


IEPT20140319, Rb Den Haag, Majestic v ATG

Rb Den Haag bevoegd kennis te nemen van nietigheidsvordering in conventie: in casu te beschouwen als “reconventionele vordering in inbreukprocedure” in zin van artikel 99 GMeV. ATG hoefde nog geen inhoudelijk verweer te voeren tegen nietigheidsvordering, in afwachting van beslissing over bevoegdheid in conventie.

 

IEPT20140319, Rb Den Haag, JWare v VandenBerg

Rechtbank onbevoegd inzake vervallenverklaring c.q. nietigverklaring Gemeenschapsmerken: dient te geschieden bij BHIM of op reconventionele vordering in inbreukprocedure. Nederlandse rechter op grond van art. 22(4) EEX-Vo bevoegd inzake vervallenverklaring c.q. nietigverklaring Beneluxmerken; Rb Den Haag echter niet relatief bevoegd, verwijzing naar Rb Rotterdam.

IEPT20140318, Hof Arnhem-Leeuwarden, Waarschip

Analoge toepassing van artikel 16 GMeV brengt mee dat overdracht van Benelux merk wordt beheerst door Nederlands recht. Vermoeden dat appellant als ingeschreven merkhouder c.q. bezitter ook rechthebbende is voldoende weerlegd: niet beschikkingsbevoegd, niet geheeld door bekrachtiging. Geen overdracht auteursrechten op scheepsmodellen aan appellant: schriftelijke akte ontbreekt. Vermeend inbreukmakend handelen in Duitsland op grond van artikel 8(1) Rome II beoordeelt naar Duits recht.

 

IEPT20140312, Rb Overijssel, Vandenberg

Eiser geen recht op merk en handelsnaam “Vandenberg”: samenwerkingsverband (de band) en einde ervan niet schriftelijk vastgelegd, en er heeft geen vorm van scheiding en deling plaatsgevonden.
 

IEPT20140312, Rb Den Haag, Burberry
Burberry c.s. opgedragen bewijs te leveren dat gedaagde op 12 december 2012 namaakproducten heeft aangeboden c.q. daartoe in voorraad had. Geen inbreuk op Burberry-beeldmerk: geen gelijke tekens, nu print van namaakschoenen niet kenmerkende bestanddeel, het ruitmotief, vertoont. Inbreuk op G-star, Adidas en Burberry-merken: onvoldoende gemotiveerd dat sprake is van uitputting.

IEPT20140312, Rb Midden-Nederland, Spaapen v Nordeon

Geen verwarringsevaar Norton en Nordeon. Geen misbruik van procesrecht: enkele stelling dat Spaapen reeds begin 2013 op hoogte was van (toekomstig) gebruik van teken NORDEON is hiertoe onvoldoende. Voldoende aannemelijk dat Spaapen normaal gebruik maakt van woordmerk NORTON. Geen sprake van overeenstemmende tekens: begripsmatig gezien hebben tekens geen betekenis en zowel auditief als visueel stemmen elementen 'TON' en '(D)EON' niet overeen. Geen reëel gevaar op verwarring, gelet op verhoogde aandachtsniveau van relevante publiek en door Nordeon verrichtte marktonderzoek. Voorts niet aannemelijk dat sprake is van kielzogvaren of verwatering.

IEPT20140307, Rb Gelderland, WE R Music
Geldig woordmerk "WE R": hoewel zuiver beschrijvend, zorgt wijze waarop het met hoofdletters is geschreven voor enig onderscheidend vermogen. Geen merkinbreuk door gebruik van teken "We are Hardstyle": geen gelijke tekens (sub a), geen visuele overeenstemming (sub b) en geen kielzogvaren (sub c). Geen gebruik van teken "We are Hardstyle" als handelsnaam.


IEPT20140306, HvJEU, Backaldrin v Pfahnl

Verwording tot gebruikelijke benaming voor de waar bij eindgebruikers kan voldoende grond voor vervallenverklaring merkrecht zijn. Feit dat merkhouder verkopers er niet toe aanzet het merk meer te gebruiken bij de verkoop van de waar kan als “nalaten” door de merkhouder worden aangemerkt. Voor vervallenverklaring van een merk, dat de gebruikelijke benaming is geworden voor een waar, is niet relevant of er alternatieve benamingen voor de waar bestaan.

IEPT20140305, Rb Den Haag, Julius Samann v Onestop

Geen bewijs dat in Griekenland aangetroffen luchtverfrissers niet door Onestop op markt zijn gebracht. Gevorderde schadevergoeding en winstafdracht, nader op te maken bij staat, toegewezen. proceskosten van €10.981 redelijk en evenredig.

 

IEPT20140304, Rb Gelderland, Eisma v Macrider

Tekens “www.horsestv.nl” en “www.horses.tv” niet gelijk aan beeldmerken “horses.nl” en “horses”.Geen verwarringsgevaar tussen horses.tv (als onderdeel van logo Macrider) en beeldmerken “horses.nl” en “horses”. Geen merk- of handelsnaamgebruik horses.tv en horsestv.nl als link naar website en vermelding ervan in logo: vermelding neemt geen prominente plaats in.


IEPT20140225, Hof Den Bosch, Decor v Schomburg
Merk UNIFIX voldoende onderscheidend vermogen voor steenlijm. Merkinbreuk door gebruik van tekens Uni Fix c.q. UniFix voor steenlijm: gelijke tekens en dezelfde waren. Aanschrijven door merkhouder Schomburg van afnemers van Decor niet onrechtmatig. Geen kwade trouw Decor: gebruikte het teken al voordat in 2004 merk door Schomburg werd ingeschreven. Onvoldoende onderbouwd dat omzetdaling van Schomburg enkel gevolg is van verkopen door Decor van inbreukmakende producten.
 

IEPT20140219, Rb Den Haag, Moulinsart v Hergé Genootschap
Geen inbreuk op Kuifje-auteursrechten wegens stilzwijgende voortzetting licentie. licentieovereenkomst niet opgezegd of ontbonden, zodat deze is blijven bestaan tot moment dat partijen andere afspraken m.b.t. gebruik van werken hebben gemaakt, d.w.z. tot moment dat HG het door Moulinsart voorgelegde charter heeft aanvaard. Geen inbreuk op KUIFJE-woord-/beeldmerk door domeinnaam kuifje.nl: dusdanig grote verschillen dat geen sprake is van gebruik van het merk.

 

IEPT20140212, Rb Den Haag, Euprax v Zobu
Geen normaal gebruik van Gemeenschapsmerk “EUPRAX” voor zakelijk advies en onderwijs: (geringe) gebruik van merk beperkt tot gebruik in Duitsland.

 

IEPT20140212, Rb Den Haag, DuPont v Dapro
Exclusieve bevoegdheid van artikel 22(4) EEX-Vo ziet alleen op in EU geregistreerde merken. Geen uitputting: inbreuk door kleding (i) die geen NOMEX-vezels bevatte maar wel was voorzien van merken NOMEX en DUPONT en (ii) wel NOMEX-vezels bevatten, maar geen toestemming voor import in EER. Ook inbreuk op merkrechten in India en VAE. Merkinbreuk in Benelux door aanbieden van inbreukmakende producten via website en gebruik van teken Dupont als metatag. Geen wereldwijd inbreukverbod: beperkt tot de Benelux, de Gemeenschap, VAE en India. Geen goede trouw van Damet ten aanzien van aanwezigheid van NOMEX vezels in door haar bestelde producten: (veel) actievere houding vereist ten aanzien van haar toeleveranciers. Inzage inbeslaggenomen documenten over (mogelijke) verhandeling van inbreukmakende producten door Damet in China, Taiwan, Egypte, Kazachstan, Nigeria en Qatar. Reconventie: onvoldoende onderbouwd dat merk NOMEX een soortnaam is geworden en niet onderbouwd dat merken NOMEX en DUPONT niet normaal zijn gebruikt voor kleding: gebruik door licentienemer voldoende.

 

IEPT20140211, Hof Den Haag, ROCvA v Investimust
Geen overeenstemming tussen woordmerk “COLLEGE” en woord-/beeldteken “TCH THECOLLEGEHOTEL”: geen visuele overeenstemming, geen c.q. zeer beperkte auditieve overeenstemming, geen c.q. zeer beperkte begripsmatige overeenstemming. Ook indien zeer geringe overeenstemming zou worden aangenomen, bestaat er geen verwarringsgevaar gelet op verhoogde aandachtsniveau van relevante publiek.

IEPT20140211, Hof Den Haag, Bit Agency v Osenbeek

Oppositie tegen woord-/ beeldmerk “BIT AGENCY” op grond van woord-/beeldmerk “BIT” afgewezen: “bit” is beschrijvend voor betrokken diensten en daardoor ook geen verwarringsgevaar.

 

IEPT20140206, HvJEU, Blomqvist v Rolex
Douaneverordening biedt bescherming op het ogenblik waarop een via een verkoopsite in een derde land verkocht goed, op het grondgebied van lidstaat binnenkomt louter op grond van de verkrijging van dat goed, ongeacht of daarvoor een verkoopaanbieding is gedaan of reclame is gemaakt bij de consumenten van diezelfde staat. 

 

IEPT20140206, HvJEU, Bulldog v Red Bull
Geldige reden is niet beperkt tot objectief dwingende redenen, maar omvat ook subjectieve belangen derden. Geldige reden is geen erkenning van rechten ten opzichte van het bekende merk, maar verplicht merkhouder gebruik te tolereren. Eerder gebruik te goeder trouw van overeenstemmend teken voor dezelfde waren als waarvoor het bekende merk is ingeschreven kan geldige reden opleveren. Daarbij dient met name rekening te worden gehouden met: (i) de inburgering en de reputatie van het teken bij het relevante publiek; (ii) de mate waarin de waren en diensten waarvoor het teken oorspronkelijk is gebruikt en de waren waarvoor het bekende merk is ingeschreven, gerelateerd zijn, en (iii) de economische en commerciële relevantie van het gebruik voor die waren van het teken dat overeenstemt met dat merk.

IEPT20140204, Rb Den Haag, PJs v Energxchange
Verstekvonnis inzake inbreuk Gemeenschapsmerken PJS en PARAJUMPERS: vorderingen komen niet onrechtmatig of ongegrond voor. € 30.164 1019h proceskosten bij verstekvonnis toewijsbaar, indien tijdig opgegeven en gespecificeerd en kenbaar gemaakt aan niet-verschenen gedaagde(n).

 

IEPT20140203, BenGH, ICI Paris v PFM
Rechterlijke beroepsintantie mag kennisnemen van nieuwe feitelijke gegevens na oppositiebeslissing van BBIE.

 

IEPT20140128, Hof Amsterdam, Kly Groupe v Sano Benelux
In beginsel spoedeisend belang bij verbod in geval van voortdurende inbreuk op intellectueel eigendomsrecht. Geen bewust gedogen louter op grond van reeds lange tijde tijd zelfde markt bedienen gebruik jonger merk gedurende vijf jaar en merkinschrijving gedurende vijftien jaar. Verwarringsgevaar tussen verpakkings(beeld)merk van KLY Groupe en verpakking van Sano Benelux voor groene thee.

 

IEPT20140128, Rb Den Haag, Sequoia v Rademaker
Niet aannemelijk dat feather extensions die Rademaker thans verkoopt originele producten zijn van Sequoia waarvoor Rademaker ook na beëindiging van distributieovereenkomst nog gebruik mag maken van IE-rechten van Sequoia. Verwarringsgevaar tussen merk “Fine Featherheads” en tekens “Featherheads” en “Fine Feathers, gelet op grote overeenstemming en identieke waren/diensten. Strijd met eerlijke gebruiken in handel en nijverheid: relevante publiek kan ten onrechte menen dat er nog steeds een economisch verband bestaat tussen Sequoia en Rademaker. Auteursrechtinbreuk: geen toestemming voor gebruik logo’s en foto’s van Sequoia na einde distributieovereenkomst, en Fine Featherheads- en Featherheads-logo’s en verpakkingen van Rademaker en Sequoia hebben zelfde totaalindruk.
 

IEPT20140123, HvJEU, BHIM v WeserGold
Western Gold v Wesergold: Indien is vastgesteld dat conflicterende merken niet overeenstemmen en verwarringsgevaar derhalve is uitgesloten, kan een eventueel toegenomen onderscheidend vermogen als gevolg van gebruik van oudere merken het ontbreken van overeenstemming van deze merken niet compenseren.

 

IEPT20140122, Rb Den Haag, Goliath v Schmidt
Voeging aan de zijde van merkhouder toegewezen: Goliath heeft als exclusief licentienemer en distributeur rechtens te respecteren belang.

 

IEPT20140115, Rb Den Haag, Royal T-Stick

Nederlandse rechter bevoegd inzake vraag wie merkhouder is: artikel 22(4) EVEX II moet restrictief worden uitgelegd en niet van toepassing op geschillen inzake rechthebbende. Toezegging van aandeelhouder [Z] tot overdracht van (twee) ROYAL T-STICK merken; geen meer om-vattende afspraak inzake alle bestaande en toekomstige ROYAL T-STICK merken. Deskundigenbericht inzake echtheid handtekening van [Z] op overdrachtsakte. Nederlandstalige overeenkomst niet vernietigbaar wegens dwaling: indien [Z] overeenkomst niet goed begreep, had het op zijn weg gelegen om nadere info of vertaling te vragen, nu uit stukken blijkt dat partijen communiceerden in Nederlandse taal. Indien sprake is van rechtsgeldige overdracht van merken aan [X] en [Y], maken bij [Z] in beslag genomen theestaafjes voorzien van teken ROYAL T-STICK inbreuk door invoeren en in voorraad hebben ervan in Gemeenschap.

 

IEPT20140115, Rb Amsterdam, Mobi Design v Mobi Homestyling
Verwarringsgevaar merken en handelsnamen ‘Mobi Design’ en ‘Mobi Homestyling’: in geringe mate van elkaar afwijkende handelsnamen, bekendheid in dezelfde regio en dezelfde activiteiten (meubelverkoop). Overeenstemmende tekens (visuele gelijkenis), soortgelijke diensten (meubelverkoop) en, grote mate van bekendheid c.q. onderscheidend vermogen in regio Noord-Holland.

 

IEPT20140110, Rb Noord-Nederland, Kopland v Stichting Het Kopland
Niet aannemelijk dat naam “Het Kopland” tot verwarring of associatie met naam van dichter Rutger Kopland zal leiden: te afwijkende woordcombinaties. Evenmin aannemelijk dat met keuze voor naam “Het Kopland” wordt aangehaakt bij bekendheid en reputatie van Rutger Kopland: op geen enkele wijze link gelegd met Rutger Kopland of diens werk.