Artikel 2

Print this page

      

 

1) Onverminderd de door deze Overeenkomst opgelegde verplichtingen, heeft de internationale classificatie slechts een administratief karakter. Elk land kan daaraan evenwel de juridische draagwijdte toekennen die het gewenst acht. De landen van de bijzondere Unie worden met name niet door de internationale classificatie gebonden, wat betreft de aard en de omvang van de bescherming die de tekening of het model in die landen geniet.

 

2) Elk land van de bijzondere Unie behoudt zich het recht voor de internationale classificatie toe te passen als hoofdsysteem of als hulpsysteem.

 

3) De Administraties van de landen van de bijzondere Unie nemen in de officiële documenten voor de nederlegging of de inschrijving van tekeningen of modellen en, zo deze officieel bekendgemaakt worden, in de desbetreffende publikaties, de nummers op van de klassen en onderklassen van de internationale classificatie, waarin de voortbrengselen waarin de tekeningen of modellen zijn belichaamd, zijn ondergebracht.


4) Bij de keuze van de benamingen die in de alfabetische lijst van de voortbrengselen moeten worden opgenomen, vermijdt de Commissie van deskundigen, voor zover zulks naar redelijkheid mogelijk is, het gebruik benamingen waarop uitsluitende rechten kunnen bestaan. Met het opnemen in de alfabetische lijst van welke term ook, spreekt de Commissie van deskundigen evenwel geen oordeel uit over het al dan niet bestaan van uitsluitende rechten daarop.