Artikel 17

Print this page

  

 

1. Betaling van rechten, verschuldigd ingevolge artikel 16, voor bij het Bureau verrichte handelingen, kan op één van de hierna volgende manieren plaatsvinden:
a. door overschrijving of storting op de girorekening of de bankrekening van het Bureau;
b. door middel van een schriftelijk verzoek tot afschrijving van een door belanghebbende of zijn gemachtigde bij het Bureau geopende lopende rekening;
c. door middel van een postwissel;
d. door overhandiging van een cheque ten gunste van het Bureau; of
e. door betaling in contanten.


2. Bij elke betaling dient duidelijk en volledig te worden aangegeven waarvoor deze plaatsvindt.

 

3. Het bewijs van betaling dient bij elke handeling te worden overgelegd. Als bewijs van betaling wordt beschouwd:
a. het document, uitgaande van een postdienst of van de bank, of een afschrift daarvan, waaruit blijkt dat de overschrijving of storting daadwerkelijk heeft plaatsgevonden;
b. het schriftelijk verzoek tot afschrijving van het bedrag van de lopende rekening bij het Bureau, indien het tegoed van die rekening voldoende is;
c. het door het Bureau verstrekte bewijs van betaling.