Artikel 8

Print this page

  

 

1. Alle aan het Bureau over te leggen stukken moeten duidelijk leesbaar in het Nederlands zijn gesteld.


2. De aan het Bureau over te leggen stukken kunnen per telex of soortgelijk communicatiemiddel dat een gedrukt of geschreven document voortbrengt, worden verzonden. Een aldus verzonden document wordt geacht te zijn ingediend in de vereiste vorm op de dag waarop het werd meegedeeld via de bovengenoemde middelen, mits binnen twee weken daarna de inhoud ervan alsnog in de vereiste vorm wordt ingediend. Bij gebreke daarvan wordt het stuk geacht niet te zijn ingediend.


3. Indien enig stuk, overgelegd ter inschrijving in het door het Bureau gehouden register, is ondertekend namens een rechtspersoon, dienen daarbij de naam en de hoedanigheid van de ondertekenaar te zijn vermeld.


4. Geen legalisatie van de ondertekening van stukken, waarvan de inschrijving wordt gevraagd, is vereist, tenzij het Bureau dit noodzakelijk oordeelt.