Artikel 11

Print this page

  weegschaal.png

 

1. Wanneer een houder een officiële instantie om informatie over het daadwerkelijke gebruik van een bepaald ras of bepaalde rassen voor aanplanting of over de resultaten van dit gebruik verzoekt, moet hij zulks schriftelijk doen. De houder moet in zijn verzoek zijn naam en adres vermelden en aangeven over welke rassen hij informatie verlangt, alsook welke soort informatie hij verlangt. Hij moet eveneens bewijzen dat hij de houder is.

2. Onverminderd het bepaalde in artikel 12, kan de officiële instantie slechts weigeren de gevraagde informatie te verstrekken, indien:

— zij niet bij het toezicht op de landbouwproduktie betrokken is; of

— het haar uit hoofde van de bepalingen van het Gemeenschapsrecht of de bepalingen van de Lid-Staten betreffende de algemene discretionaire bevoegdheid ter zake van handelingen van officiële instanties niet is toegestaan deze informatie aan houders te verstrekken; of

— het overeenkomstig de bepalingen van het Gemeenschapsrecht of de wetgeving van een Lid-Staat, op grond waarvan de informatie is verzameld, tot haar discretionaire bevoegdheid behoort te weigeren deze informatie te verstrekken; of

— de gevraagde informatie niet of niet langer beschikbaar is; of

— deze informatie niet bij de normale uitoefening van de taak van de officiële instantie kan worden verkregen; of

— het verkrijgen van deze informatie extra werk of kosten zou vergen; of

— deze informatie specifiek betrekking heeft op materiaal dat niet tot rassen van de houder behoort.

De betreffende officiële instanties delen de Commissie de wijze mede waarop zij het in het derde streepje bedoelde voorbehoud uitoefenen.

3. De officiële instantie mag bij het verstrekken van de informatie houders niet ongelijk behandelen. De officiële instantie kan de gevraagde informatie verstrekken door de houder kopieën ter beschikking te stellen van documenten die ook andere informatie bevatten dan die welke op materiaal van rassen van de houder betrekking heeft, mits er zorg voor wordt gedragen dat het op generlei wijze mogelijk is de identiteit te achterhalen van personen die op grond van de in artikel 12 bedoelde bepalingen bescherming genieten.

4. Indien de officiële instantie besluit te weigeren de gevraagde informatie te verstrekken, stelt zij de houder schriftelijk hiervan in kennis en deelt zij hem de redenen van haar besluit mee.