Artikel 114

Print this page

1. Elke centrale dienst voor de industriële eigendom waaraan het verzoek tot omzetting is meegedeeld, kan van het Bureau alle aanvullende informatie betreffende dit verzoek verkrijgen die hij behoeft om te beslissen over het nationale merk dat uit de omzetting voortvloeit.

2. De aanvrage of het Uniemerk waarvan overeenkomstig artikel 113 kennis is gegeven, mag niet onderworpen worden aan nationaalrechtelijke vormvereisten die afwijken van of verder reiken dan de vormvereisten die zijn gesteld in de onderhavige verordening of in de krachtens deze verordening vastgestelde handelingen.

3. De centrale dienst voor de industriële eigendom waaraan het verzoek tot omzetting is meegedeeld, kan eisen dat de aanvrager binnen een termijn die niet korter mag zijn dan twee maanden:
a) de nationale taks voor de aanvrage betaalt;
b) een in een van de officiële talen van de betrokken lidstaat gestelde vertaling van het verzoek en van de bij het verzoek tot omzetting gevoegde documenten indient;
c) een domicilieadres in de betrokken staat opgeeft;
d) een door die staat bepaald aantal exemplaren van een afbeelding van het merk verstrekt.