Artikel 96

Print this page

De rechtbanken voor het Uniemerk hebben uitsluitende bevoegdheid ter zake van:

a) alle rechtsvorderingen betreffende inbreuk en — indien naar nationaal recht toegestaan — dreigende inbreuk op Uniemerken;

b) rechtsvorderingen tot vaststelling van niet-inbreuk, indien naar nationaal recht toegestaan;

c) alle rechtsvorderingen wegens feiten als bedoeld in artikel 9 ter, lid 2;

d) reconventionele vorderingen tot vervallenverklaring of nietigverklaring van het Uniemerk, als bedoeld in artikel 100.