Artikel 18

Print this page

1. Wanneer een Uniemerk zonder instemming van de merkhouder op naam van de gemachtigde of vertegenwoordiger van de merkhouder is ingeschreven, is deze laatste gerechtigd de overgang van het Uniemerk te zijnen behoeve te vorderen, tenzij de gemachtigde of vertegenwoordiger zijn handelwijze rechtvaardigt.

 

2. De merkhouder kan overeenkomstig lid 1 van dit artikel een verzoek tot toekenning indienen bij:

a) het Bureau uit hoofde van artikel 53, lid 1, onder b) , in plaats van een verzoek tot nietigverklaring;
b) een rechtbank voor het merk van de Europese Unie („rechtbank voor het Uniemerk”) als bedoeld in artikel 95, in plaats van een reconventionele vordering tot nietigverklaring op grond van artikel 100, lid 1.