Schorsing

Print this page

Gerechtshoven

 

IEPT20220531, Hof Den Haag, Delicasea v Bacardi

Tenuitvoerlegging van het bevel van de rechtbank tot opgave geschorst voor zover dit meer omvat dan de door de rechtbank specifiek vastgestelde inbreuken: opgave en winstafdracht van ‘Bacardiproducten’ te ruim geformuleerd, uit het feit dat de rechtbank heeft geoordeeld dat verweer niet slaagt bij de Cotral en EW-transacties, volgt niet zonder meer dat het verweer ook niet slaagt ten aanzien van de talrijke andere transacties.

 

IEPT20210928, Hof Den Haag, Ledar v Ikea

Artikel 128(4) UMeV stelt buiten iedere twijfel dat ook in de situatie waarin een geldigheidsactie wordt ingesteld bij het Bureau nadat de hoofdzaak aanhangig is gemaakt, maar voordat in die hoofdzaak een reconventionele geldigheidsactie is ingesteld, in beginsel schorsing van de procedure moet volgen als (alsnog) een reconventionele vordering wordt ingesteld. Geen 'bijzondere reden' om de behandeling voort te zetten. Het enkele belang bij voortzetting van de procedure en het voorkomen van vertraging in de afdoening van de inbreukvordering is onvoldoende om als ‘bijzondere reden’ (artikel 132(1) UMeV te kunnen worden aangemerkt.

 

IEPT20150317, Hof Den Haag, Doebros v Rijkswaterstaat
Geen reden om procedure conform artikel 83(4) Row te schorsen i.v.m. oppositie bij EOB: discretionaire bevoegdheid en oppositie bevindt zich na ruim 2 jaar nog in beginfase zonder dat versnelling is verzocht.

 

Rechtbanken

IEPT20230215, Rb Den Haag, PayPorter v Morpara
Uniemerken. Schorsingsincident ex art. 132 lid 1 UMVo. Nietigheidsprocedure bij het EUIPO geschorst in afwachting van definitieve uitspraak van de Nederlandse rechter. Geen reden om dus te wachten op beslissing EUIPO. Bijzondere redenen om behandeling voort te zetten.

 

IEPT20211124, Rb Den Haag, Radboud Universiteit v Glycostem
Schorsing van een geding ex 225 lid 1 aanhef en onder c Rv bij rechtsopvolging onder algemene titel, zoals hier aan de orde is een afsplitsing van een procederende rechtspersoon zoals uit 2:334a BW. 

 

IEPT20211018, Rb Den Haag, Ericsson v Apple

Provisionele voorziening in kort geding. Vordering tot een bevriezende maatregel in afwachting van de behandeling in het kort geding, afgewezen. Geen reële dreiging dat Apple tegen Ericsson een ASI (anti suit injunction) zal instellen.

 

IEPT20211004, Rb Den Haag, Ericsson v Apple

AASI (Anti-Anti Suit Injunction) tegen Apple toegewezen: AASI wordt toegewezen tot en met datum mondelinge behandeling waarbij gedaagde wordt gehoord (8 oktober 2021). 

 

IEPT20200526, Rb Gelderland, DFT v CTV Armaturen

Vordering DFT tot schorsing van tenuitvoerlegging vonnis afgewezen nu niet aannemelijk is geworden dat vonnis voorzieningenrechter op een kennelijke misslag berust en belang CTV Armaturen bij uitvoerbaarheid bij voorraad weegt zwaarder: niet enkel de aangenomen miskenning van de onthoudingsverklaring getekend door DFT heeft geleid tot toewijzing van de vorderingen maar ook het verdere handelen van DFT in samenwerking met [naam 1], stelling dat voorzieningenrechter meer heeft toegewezen dan op basis van de onthoudingsverklaring mogelijk was kan dan ook niet worden gevolgd, met onrechtmatig handelen van DFT is het belang van CTV Armaturen bij een verbod op het gebruik van de naam/het merk CTV door DFT gegeven en niet gebleken dat DFT bij tenuitvoerlegging onherstelbare schade lijdt of niet actief kan zijn in KSA.

 

IEPT20200520, Rb Den Haag, Casa v Interstyle

Procedure inzake gevorderd inbreukverbod op het Uniemerk CASA ex artikel 132 lid 1 UMVo geschorst wegens samenloop met eerder ingestelde nietigheidsprocedure tegen dat merk bij het EUIPO, geen bijzondere redenen die een voortzetting van de procedure rechtvaardigen. Geen grond voor schorsing van de procedure ten aanzien van de CASA-Beneluxmerken: geen vordering tot vervallen- of nietigverklaring, zelfs bij het aan het Uniemerk identieke Beneluxmerk geen mogelijkheid van onverenigbare beslissingen. Vorderingen gebaseerd op artikel 5a Hnw geschorst voor zover hieraan inbreuk op het Uniemerk ten grondslag ligt: grondslag impliceert geldigheid van het merk, hetgeen tot een onverenigbare beslissing met een beslissing in de procedure voor het Bureau kan leiden.

 

IEPT20201021, Rb Den Haag, Izipizi v Looplabb

Looplabb c.s. gevestigd dan wel woonachtig in Nederland en internationaal bevoegd op grond van artikel 4 Brussel I bis-Vo. Procedure geschorst nu is voldaan aan het vereiste van samenloop eerdere nietigheidsprocedure bij het Bureau en latere procedure bij deze rechtbank: nietigheidsvordering bij het Bureau is ingesteld op 24 december 2019 en procedure bij rechtbank later aanhangig gemaakt, geen bijzondere redenen die voortzetting van de procedure rechtvaardigen, procedure ten aanzien van vorderingen subsidiair en meer subsidiair gebaseerd op grondslag auteursrechtinbreuk en onrechtmatige daad niet geschorst.

 

IEPT20200506, Rb Den Haag, Multi Access v Oriental Europe

Procedure ex artikel 132 lid 1 UMVo geschorst ten aanzien van de Uniemerken waarover procedures lopen bij het EUIPO, totdat daarin definitief uitspraak is gedaan: geen bijzondere reden die voortzetting van de procedure rechtvaardigt. Procedure niet geschorst ten aanzien van de overige Uniemerken, ook al stemmen deze sterk overeen met de merken waarover wel procedures lopen: sprake van een zekere samenhang niet voldoende voor het aannemen van een risico op onverenigbare beslissingen nu de procedures bij het EUIPO zien op depot te kwader trouw en niet is gesteld dat deze rechtsgrond speelt in de onderhavige procedure

 

IEPT20180328, Rb Den Haag, Icos v Teva, Sandoz en Mylan

Vorderingen in hoofdzaken afgewezen vanwege vernietiging octrooi EP 181 in eindvonnis in parallelle zaak tussen Teva en Icos (IEPT20180314). De voorzieningenrechter volgt partijen in hun zienswijze en zal de vorderingen afwijzen.

 

IEPT20180214, Rb Den Haag, Tinnus

Procedure over waterballonvuller in zijn geheel geschorst gelet op nietigheidsprocedure Gemeenschapsmodellen bij EUIPO. Artikel 91 GMoV strekt eerst en vooral tot voorkoming onverenigbare uitspraken. Gevaar hierop bestaat ook in het kader van de reconventionele vordering tot verklaring voor recht van niet-inbreuk. Voorlopig oordeel voorzieningenrechter onvoldoende om buiten EUIPO om te kunnen concluderen dat de modelrechten evident nietig zijn. Over onrechtmatig handelen kan niet worden beoordeeld zonder oordeel te geven over geldigheid modelregistraties. Ook in kader van auteursrecht moet worden beslist over technische bepaaldheid. Ook daar is immers (mede) aan de orde of, en zo ja in hoeverre de technische aspecten van de Bunch-O-Balloons ballontros nog enige ruimte voor creatieve keuzes lieten en, als dat het geval is, wat dan de beschermingsomvang van het werk is.

 

IEPT20150304, Rb Den Haag, Occlutech v AGA 
Procedure geschorst tot het beroep tegen de beslissing van de Oppositie Afdeling van het EOB is afgerond. Een definitieve herroeping door het EOB doet immers het octrooi de das om, ook al zou de rechter hier te lande het octrooi geldig achten.