Geen inbreuk op merk FLAIR voor tulpen

18-02-2021 Print this page
IEPT20010208, Hof Den Haag, Bloemenkwekerij v Raad Voor Het Kwekersrecht

Geen inbreuk op het merk FLAIR voor tulpen: rasbenaming ‘Red Flair’ is voldoende verschillend van het ingeroepen merk FLAIR. Het woord FLAIR is algemeen gebruikelijk: Het woord ‘Flair’ wordt veelvuldig gebezigd ter aanduiding van planten-en bloemenrassen in het algemeen, en het is in de Nederlandse taal een gangbaar woord. Verzoek van verzoekster wordt afgewezen. 


MERKENRECHT - KWEKERSRECHT


Verzoekster is een veredelingsbedrijf, dat zich bezighoudt met de veredeling van nieuwe rassen van siergewassen. Verzoekster is rechthebbende op het merk FLAIR, gedeponeerd bij het Benelux-Merkenbureau op 9 april 1992 voor de waren in de klasse 31 (Levende planten en bloemen). Voor een ras van het gewas tulp (aanvraagnummer TLP 381) is al rasbenaming ‘Red Flair’ voorgesteld in verband met de kwekersrechtaanvraag. Dit voorstel is op 16 maart 2000 gepubliceerd in het Publicatieblad van de Raad voor het Kwekersrecht. Verzoekster heeft tegen deze voorgestelde benaming bedenkingen ingebracht op de voet van artikel 20 lid 2 van de Zaaizaad-en plantgoedwet. 


Verzoekster heeft bedenkingen ingebracht tegen de rasbenaming ‘Red Flair’ van het tulpenras. De Raad achtte de rasbenaming ‘Red Flair’ echter voldoende verschillend van het ingeroepen merk FLAIR. Uit het gebruik hiervan is geen verwarring te duchten omtrent de aard of herkomst van waren. 


Verzoekster is hiertegen in beroep gekomen. De Raad stelt dat benaming Flair al sinds 1978 bij de Koninklijke Algemene Vereniging voor de Bloembollencultuur geregistreerd staat voor een tulpenras, niet zijnde het tulpenras van Verzoekster. Tevens staan of stonden tal van rasbenaming ingeschreven (gedeeltelijk) bestaand uit het woord ‘Flair’ in het Nederlands Rassenregister. Dit is door verzoekster onvoldoende bestreden. 


Hieruit blijkt naar het oordeel van het hof dat het woord ‘Flair’ algemeen gebruikelijk is als aanduiding voor een tulpenras, of dit nu afzonderlijk of in een woordcombinatie wordt gebruikt. Daarom stuit het verzoek van verzoekster reed hier op af dat haar merk FLAIR voor wat betreft (die soort) tulpen elk onderscheidend vermogen mist. 


Ook als men van oordeel zou zijn dat nog van enige onderscheidende kracht sprake is, moet die kracht als zodanig zwak worden geacht dat uit het gebruik van de rasbenaming ‘Red Flair’ geen gevaar voor verwarring te duchten is.  Gebleken is dat het woord ‘Flair’ veelvuldig gebezigd wordt ter aanduiding van planten-en bloemenrassen in het algemeen, en het is in de Nederlandse taal een gangbaar woord. Tenslotte is van belang dat verzoekster wel gevaar voor verwarring heeft gesteld, maar dat zij dit gevaar ondanks het naast elkaar bestaan van bovenbedoelde aanduidingen en het ingeroepen merk niet met concrete feiten of omstandigheden heeft onderbouwd. 


De verzoeken van verzoekster dienen daarom te worden afgewezen.

 

IEPT20010208, Hof Den Haag, Bloemenkwekerij v Raad Voor Het Kwekersrecht

 

ECLI:NL:GHSGR:2001:6