2006 en ouder Merkenrecht

Print this page

2006 

 

IEPT20061229, Rb Den Haag, Familia
Executiegeschil: geen overtreding bevel - gebruik teken geen gebruik als merk: niet gericht op vinden afzet

 

IEPT20061222, Rb Den Haag, Fleurop Interflora

Gebruik "inter-flora" en "fleurop" in domeinnaam c.q. handelsnaam inbreuk op merkrecht - Bevel tot overdracht inbreukmakende domeinnaam - Geen volledige procekosten vanwege passeren raadsman

 

IEPT20061220, Rb Rotterdam, Jaguar v Poema:

Rechtbank Rotterdam onbevoegd tot nietigverklaring Gemeenschapsmerk

- Geen rechstverwerking merkinbreuk wegens gedogen - Jaguar logo onderscheidend voor groenten en fruit, ondanks gelijkenis met andere Jaguar-merken - Jaguar bekend merk in Nederland, mede vanwege naamsbekendheid van 31% - Jaguar-logo's auteursrechtelijk beschermd - Ontlening Poema-logo onvoldoende ontzenuwd - Nader bewijs makerschap eiseres conform artikel 8 Aw

 

IEPT20061214, HvJEG, Nokia

Nationale rechter dient verbod bij inbreuk Gemeenschapsmerk uit te spreken - Omstandigheid dat naar nationaal recht verbod opzet of grove nalatigheid vereist is, is geen 'speciale reden' in de zin van artikel 98 GMeV

 

IEPT20061214, Hof Amsterdam, Portakabin adword

Ongerechtvaardigd voordeel trekken uit merk Portakabin door gebruik als adword - Gebruik als soortnaam niet toegestaan  - uitvoerbaar bij voorraadverklaring op verzoek ex artikel 32 Rv

 

IEPT20061121, Rb Den Bosch, Bentley v Van den Akker
Beeldmerk beschermt ook tegen gebruik woord Bentley. Uitnodiging wekt ten onrechte de indruk van een bijzondere band met merkhouder. Inbreukmakend gebruik handelsnaam "Vd Akker Audi & Bentley". Inbreukmakend gebruik logo.

 

IEPT20061116, Hof Amsterdam, Red Bull v Red Energy

Geen verwarringsgevaar merk Red Bull en teken Red Energy - Enige mate van soortgelijkheid energieverhogende pastilles en sportdrank

 

IEPT20061109, Rb Rotterdam, Duyvis v Dutch-Nut-Group

Geen overeenstemming woordmerken Tijger en Poema; Africa mix en Kenia mix - Wel overeenstemming sommige beeldmerken

 

IEPT20061109, HvJEG, Montex v Diesel

Doorvoer naar lidstaat waar geen merkenrechtelijke bescherming bestaat slechts verboden wanneer handelingen worden verricht die noodzakelijkerwijs impliceren dat de goederen in de lidstaat van doorvoer, waar wel merkenrechtelijke bescherming bestaat, in de handel worden gebracht - irrelevant of goederen afkomstig zijn uit een geassocieerde staat of een derde staat en of zij al dan niet rechtmatig in het land van oorsprong zijn vervaardigd

 

IEPT20061102, Rb Amsterdam, Diasec v Welsing
Geen verwording tot soortnaam door toedoen merkhouder - IPR: website op Benelux gericht

 

IEPT20061101, Rb Den Haag, Campina v Cambrima

Geen volkomen soortgelijkheid koemelkzuivel en geitenmelk - Geen overeenstemming

 

IEPT20061027, HR, IWC v Michel

Kwade trouw merkdepot impliceert niet kwade trouw gebruik - Winstafdracht bij inbreuk Beneluxmerk vereist meer dan enkel verwijtbaarheid: vragen aan Beneluxgerechtshof

 

IEPT20061017, HR, Canomatic

Strafrechter kan merk niet vervallen verklaren, maar wel valide verweer - "Nagebootst merk" artikel 337 Sr is "overeenstemmend teken" BMW

 

IEPT20061002, Rb Den Haag, Possl

Possl geen soortnaam voor campers

 

IEPT20060926, Rb Den Bosch, Red Bull v Winters

Overeenstemming Red Bull en Bullfighter voor energiedrank - Geen overeenstemming Red Bull en Pit Bull, Long Horn en Live Wire (stier) voor energiedrank

 

IEPT20060913, GvEA, MIP Metro v BHIM – Tesco Stores

Doel relatieve weigeringsgrond en oppositie. Twee invalshoeken: De mogelijkheid van een dergelijk conflict moet vanuit twee invalshoeken worden onderzocht. Ratione materiae: vereist dat het oudere merk en het aangevraagde merk gelijk zijn of overeenstemmen, en dat de waren of diensten die de twee merken aanduiden, dezelfde of soortgelijk zijn, waardoor gevaar voor verwarring van de twee tekens kan ontstaan. ratione temporis: moeten deze twee merken gedurende een bepaalde periode naast elkaar be-staan. Wijziging van omstandigheden tijdens oppositie. Bureau bevoegd inlichtingen te verzoeken en feiten, bewijzen en argumenten aan te voeren

 

IEPT20060913, Rb Breda, NAC-logo

Wanprestatie NAC door verlenen merklicentie aan Bavaria - Geen onrechtmatig profiteren wanprestatie Bavaria omdat Bavaria niet met exclusieve licentie bekend was

 

IEPT20060908, HR, Benneton v G-Star

Onderscheidend vermogen op het moment van depot bepalend voor nietigheid merk - Vormmerk en wezenlijke waarde: Vindt publiek de broek aantrekkelijk om zijn uiterlijke kenmerken of omdat die kenmerken de broek herkenbaar maken als van G-Start afkomstig?: prejudiciële vragen aan HvJEG - Geen depot te kwader trouw door voor-voorgebruiker merk - Inbreuk Benetton omdat Benetton haar broek in Nederland op de markt heeft laten brengen - Ontwerp spijkerbroek oorspronkelijk auteursrechtelijk werk - Geen verwording ontwerp tot onbeschermde stijl doordat maker zelf stijlelementen in andere ontwerpen verwerkt

 

IEPT20060907, GvEA, Meric v BHIM Pam Pim's Baby Prop
Autditieve overeenstemming en verwarringsgevaar met Pam-Pam voor dezelfde c.q. soortgelijke waren

 

IEPT20060907, HvJEG, Europolis

Onderscheidend vermogen door inburgering vereist inburgering in gehele grondgebied van een lidstaat of in geval van Benelux een geheel taalgebied

 

IEPT20060824, Rb Amsterdam, Farm Date v Google

Gebruik beschrijvende aanduidingen "date" en "farm date" als adwords geen inbreuk merkrechten door Google of door adverteerders

 

IEPT20060822, Rb Rotterdam, Adidas cs v China Shipping
Douanebeslag. Afgifte ter vernietiging afgewezen. Niet is gebleken dat SNB-React namens de merkhouders binnen 10 werkdagen de in artikel 9 Vo bedoelde kennisgeving van de douaneautoriteiten de douaneautoriteiten er schriftelijk van in kennis heeft gesteld dat de aan de procedure onderworpen goederen in-breuk maken op een intellectueel eigendomsrecht in de zin van artikel 2 lid 1 Vo. Ook overigens is volstrekt onduidelijk gebleven wat de specifieke omschrijving van de namaakgoederen is. Dit is voor de afgifte ter vernietiging van belang, nu gebleken is dat zich in de containers ook goederen bevinden, die geen inbreuk maken op enig intellectueel eigendomsrecht. Het had, zeker gelet op het tijdsverloop sedert de aanhouding van een deel van de containers,  op de weg van Adidas c.s. gelegen dit inzichtelijk te maken. Nu Adidas c.s. dit hebben nagelaten geeft dit reden temeer om tot afwijzing van de vordering in conventie over te gaan.

 

IEPT20060817, Hof Amsterdam, Makro v Diesel

Uitputting merkrecht: Davidoff-criterium ook van toepassing op binnen EER in het verkeer gebrachte goederen - Arrest Hof Valencia tussen Diesel en leverancier Makro niet bindend voor de verhouding Diesel-Makro - Toestemming Diesel niet gebleken

 

IEPT20060803, Hof Amsterdam, Airpur

Bewijs eerder voeren handelsnaam - Later merkdepot is te kwader trouw wegens strijd met handelsnaam

 

IEPT20060802, Rb Den Haag, Ikea v Multimate

Geen overeenstemming logo's Ikea en Multimate - Geen rechtsverwerking door gedogen

 

IEPT20060721, Rb Den Bosch, Wuppies

Inbreuk merkrecht doordat Wuppie-lied afbreuk doet aan reputatie en onderscheidend vermogen merk Wuppie

 

IEPT20060718, HvJEG, Miss Rossi v Sissi Rossi

Beoordeling bewijs oppositie Gemeenschapsmerk souvereine bevoegdheid GvEA - Verzoekschrift niet-ontvankelijk wanneer de wezenlijke elementen niet coherent en begrijpelijk worden weergegeven 

 

IEPT20060714, Rb Rotterdam, Gemnet v Stimular
Merkenrecht: Datacommunicatie en informatie over milieuzorg geen soortgelijke diensten - Overeenstemming Gemnet en Gimnet is niet voldoende onderbouwd - Handelsnaamrecht: Informatiewebsite geen onderneming

 

IEPT20060705, Rb Den Haag, Adidas v Nike

Gebruik 2-strepen als versiering gemeengoed bij sportkleding - geen verwarringsgevaar met Adidas 3-strepen merk, mede vanwege bekendheid Nike swoosh

 

IEPT20060704, Hof Arnhem, John Deere v Struijk

Geen uitputting merkrecht: Uit het enkele faciliteren van handelsite kan geen positief uitgedrukte toestemming om afstand te doen van het recht om het eerste in de handel brengen van op de site aangeboden machines in de EER te controleren

 

IEPT20060703, Rb Maastricht, Funktiemediair v Arbomediair

Gevaar voor verwarring merk Funktiemediair en teken Arbomediair voor werving en selectie - Bevel tot overdracht domeinnaam

 

IEPT20060622, HvJEG, Storck
 dat het aangevraagde merk niet op significante wijze afwijkt van de norm of van wat in de snoepgoedsector gangbaar is - Verkoopcijfers en reclamekosten volstaan niet als bewijs dat merk onderscheidend vermogen heeft verkregen, bij gebreke van informatie over aandeel in de snoepgoedmarkt in het algemeen en in de totale omvang van de voor deze markt gedane reclame-uitgaven
 

IEPT20060511, HvJEG, Vitafruit

Kwantitatieve drempel normaal gebruik niet bij voorbaat en in abstracto te bepalen

 

IEPT20060510, Rb Den Haag, Timberland
Verkoper aansprakelijk voor aanspraken derden wegens merkinbreuk - niet aansprakelijk voor onvoorzienbare boetes

 

IEPT20060427, HvJEG, Levi Strauss
Merkenrecht: beoordeling inbreuk ten tijde van aanvang gebruik - bevel tot staking inbreuk met name gecshikte maatregel om bescherming merkrecht te waarborgen

 

IEPT20060406, Hof Amsterdam, Sinin v Zinin

Verwarringsgevaar voor ondernemingen die vakanties via internet aanbieden 

 

IEPT20060330, HvJEG, Emanuel v CSL

Merk niet misleidend enkel omdat het naam van ontwerper/eerste producent van de waren bevat, met name na overdracht clientèle en onderneming

 

IEPT20060323, HvJEG, Mülhens v BHIM
Verwarringsgevaar: totaalindruk – enkel auditieve overeenstemming niet beslissend. Neutralisering auditieve overeenstemming door visuele of begripsmatige verschillen

 

IEPT20060309, HvJEG, Matratzen Concord v Hukla Germany
Merkenrichtlijn verzet zich er niet tegen verzet dat een leenwoord uit een taal van een andere lidstaat, waarin het onderscheidend vermogen mist of beschrijvend is in een lidstaat als nationaal merk wordt ingeschreven, tenzij de betrokken kringen in de lid-staat waar de inschrijving is aangevraagd, in staat zijn om de betekenis van dat woord vast te stellen

 

IEPT20060223, Hof Den Haag, Ipko v MCA

Onderscheidend vermogen ten tijde van inbreuk relevant. Marie-Claire bekend merk in 2000. Ongerechtvaardigd voordeel getrokken door Ipko. Geen terugwerkende kracht TRIPs-conforme uitleg artikel 4(5) BMW Algemeen bekend merk vereist bekendheid bij overgrote meerderheid van het publiek. Geen nietigheid wegens misleiding

 

IEPT20060112, HvJEG, Picasso v Picaro

Merkenrecht: begripsmatige verschillen kunnen visuele en fonetische gelijkenissen neutraliseren - mate van oplettendheid van publiek relevant


IEPT20060112, HvJEG, Deutsche SiSi-Werke
Consument zal vorm van drankverpakking slechts als herkomstaanduiding opvatten wanneer die meteen als zodanig wordt opgevat - Rekening te houden met wijze waarop vloeibare levensmiddelen in het algemeen worden verpakt

 

2005

 

IEPT20050714, GEU, Wassen v BHIM

Kamer van beroep heeft terecht geen rekening gehouden met andere elementen dan het element “Selenium”. Globale beoordeling dient te berusten op de totaalindruk, waarbij in het bijzonder rekening dient te worden gehouden met de onderscheidende en dominerende bestanddelen. Kamer van beroep heeft terecht geoordeeld dat Selenium het meest onderscheidende bestanddeel van het merk is. De term “spezial” betekent in het Duits “speciaal” en het publiek zal deze term opvatten als een zuiver lovend en beschrijvend element. Kamer van beroep kon op goede gronden oordelen dat het aangevraagde teken in sterke mate overeenstemt met het oudere teken. De overeenstemmingen zijn groter dan de verschillen. Kamer van beroep mocht beslissing Duits merkenbureau naast zich neerleggen, ondanks dat Duitsland een voor de oppositie relevant land is. Het communautaire merkensysteem is een autonoom systeem, dat uit een samenstel van eigen voorschriften bestaat en eigen doelstellingen nastreeft, en waarvan de toepassing losstaat van welk nationaal systeem ook. Bewijslast voor verwarringsgevaar rust niet enkel bij verzoeker. Uit artikel 74 lid 1, in fine, 40/94 vloeit voort dat zowel opposante als verzoekster voor het BHIM feiten, bewijsmiddelen en argumenten moet aanvoeren ter ondersteuning van hun vorderingen.

 

IEPT20051228, Rb Almelo, Hotbrick
Depot te kwader trouw, domeinnaamkaping, bescherming bekend, niet-geregistreerd merk, auteursrecht op Hotbrick logo, overdracht domeinnaam bevolen

 

IEPT20051027, Hof Amsterdam, Talpa v TV10
Merk TV10 vervallen wegens niet normaal gebruik - geen 'heilung'omdat voorgenomen gebruik door Talpa al op ruime schaal bekend was - Gebruik merken 10 iInbreuk op oudere handelsnaamrechten TV10

 

IEPT20051025, HvJEG, Feta II
Commissie heeft rechtmatig kunnen besluiten dat de term "feta" geen soortnaam is geworden in de zin van artikel 3 van de basisverordening.

 

IEPT20051018, HvJEG, Class International

Gebruik merk in het economisch verkeer in de Gemeenschap - invoer: Merkhouder kan zich niet verzetten tegen enkele binnenkomst in de Gemeenschap – onder regeling extern douanevervoer of douane-entrepot – van oorspronkelijke goederen en mag niet verlangen dat op dat moment al een eindbestemming in een derde land is vastgelegd Het in het vrije verkeer

 

IEPT20051006, HvJEG, Medion v Thomson
Verwarringsgevaar aanwezig zijn bij een teken bestaand uit een firmanaam samengevoegd met merk

 

IEPT20050915, HvJEG, BioID

Gerecht heeft totaalindruk woordcombinatie beoordeeld - Algemeen belang artikel 7(1)(b) GMeV valt samen met wezenlijke functie merk als herkomstaanduiding

 

IEPT20050825, Rb Den Haag, Botox

Geen Nederlands recht toepasselijk: website door woord en inhoud niet onmiskenbaar mede op het publiek van de Benelux respectievelijk Nederland gericht.

 

IEPT20050804, Hof Den Haag, Hugo Boss v Reemtsma
Reemtsma handelt niet onbehoorlijk jegens Boss door vervallenverklaring merken te vorderen. Het begrip belanghebbende dient ruim te worden uitgelegd. Gebruiksbeperkingen op grond van regelgeving voor tabaksreclame en tabaksproducten geen geldige reden voor niet-normaal gebruik; normaal ondernemersrisico.

 

IEPT20050708, HR, Taco-ijs
Merkdepot door voor-voorgebruiker: dat een merkdepot, verricht door iemand die zelf de eerste gebruiker van dat merk is, jegens een andere, en dus latere, voorgebruiker niet als te kwader trouw in de zin van art. 4, aanhef en onder 6, (oud) BMW kan worden bestempeld op de enkele grond dat de deposant bekend was met het voorgebruik van die ander.

  

IEPT20050707, HvJEG, Praktiker v Deutsche Patent und Markenamt
Dienstmerken: Detailhandelsdiensten zijn "diensten" in de zin van de Merkenrichtlijn. Voor de inschrijving van een merk voor deze diensten is het niet noodzakelijk de betrokken dienst(en) concreet te omschrijven. Een nadere omschrijving van de waren of soorten waren waarop deze diensten betrekking hebben, is daarentegen wel noodzakelijk.

 

IEPT20050707, HvJEG, Nestlé v Mars
Inburgering (Mee-inburgeren): een merk kan onderscheidend vermogen verkrijgen ten gevolge van het gebruik van dit merk als deel van of in samenhang met een ingeschreven merk

 

IEPT20050630, HvJEG, Eurocermex vorm van bierfles
Vormmerk: Geen onderscheidend vermogen op grond van totaalindruk die door de vorm en de schikking van de kleuren van het aangevraagde merk wordt opgeroepen.

 

IEPT20050624, Rb Breda, Gouden Gids v Yellow Bear
Kleur geel als merk? Geen geldig depot kleurmerken. Portret: gebruikte afbeelding alle karakteristieke kenmerken van de portretten van [eiseres2] die Gouden Gids gebruikt voor haar ad-vertenties. Parodieverweer afgewezen. Misleidende vergelijkende reclame

 

IEPT20050621, Rb Den Haag, InHolland v InjeHolland
Inbreuk: afbreuk aan reputatie: Het enkele feit dat onder dat - duidelijk aan het merk gerelateerde - teken een klachtensite in stand wordt gehouden, is voor die conclusie reeds voldoende.

 

IEPT20050420, GvEA, Atomic Austria v BHIM – Atomic Blitz

Opposant vrij in keuze van bewijs voor oppositie. BHIM mag niet veronderstellen. dat het BHIM zich er niet toe mocht beperken, met betrekking tot wezenlijke feiten inzake de bescherming van de oudere merken gewoon een veronderstelling te maken.

 

IEPT20050317, HvJEG, Gillette v LA Laboratories

Gebruik nodig om bestemming, met name als accessoire of onderdeel aan te geven. Gebruik merk nodig wanneer een dergelijk gebruik in de praktijk het enige middel is om het publiek begrijpelijke en volledige informatie te verstrekken over deze bestemming.

 

IEPT20050301, GvEA, Miss Rossi v Sissi Rossi

Geen verwarringsgevaar gelet op de verschillen tussen de waren (schoenen en tassen) en de tekens

 

IEPT20050208, Rb Den Haag, Vitra v Classic Design
IPR: Geen gebruik of aanbieden in Nederland of Benelux gebleken - Geen grensoverschrijdende bevoegdheid

 

IEPT20050105, Rb Den Haag, G-Star v Makro
Geen merkrecht bij gebreke gepubliceerde inschrijving - Geen reputatie- of imagoschade Diesel door wijze van verkoop en adverteren Makro

 

2004

 

IEPT20041201, BenGH, KPN v BMB - Postkantoor
Additionele weigeringsgrond: In hoger beroep aangevoerde nieuwe weigeringsgrond dient in beoordeling betrokken te worden

 

IEPT20041201, BenGH, Campina v BMB - Biomild
Onderscheidend vermogen samengesteld woord: conform HvJEG 12 februari 2004: opvallende afwijking vereist: meer dan de som van die bestanddelen.

 

IEPT20041124, GvEA, Henkel v BHIM

Flacon ten onterechte geweigerd als vormmerk: combinatie bestanddelen verleent flacon een bijzonder en ongebruikelijk uiterlijk dat de aandacht van het betrokken publiek trekt en hen in staat stelt de waren te onderscheiden.

 

IEPT20041116, HvJEG, Anheuser Busch

Communautaire merkenrecht moet zoveel mogelijk in licht van bewoordingen en doel TRIPs-overeenkomst worden uitgelegd.


IEPT20041027, Rb Rotterdam, ASR v Ideenet
merkinbreuk door gebruik stadrotterdam.nl

 

IEPT20041021, HvJEG, KWS Saat v BHIM
Onderscheidend vermogen kleurmerken door inburgering: In dat verband kan een kleur als zodanig, als gevolg van het gebruik dat ervan is gemaakt, volgens artikel 7, lid 3, van verordening nr. 40/94 onderscheidend vermogen verkrijgen voor de waren en diensten waarvoor inschrijving is gevraagd.

 

IEPT20041021, HvJEG, Erpo Mobelwerk
Geen specifieke criteria ter vervanging of afwijking van het criterium van het onderscheidend vermogen zoals dit in de rechtspraak wordt uitgelegd voor sommige categorieën merken, zoals merken bestaande uit reclameslogans

  

IEPT20041012, HvJEG, Vedial v BHIM
Cumulatieve voorwaarden verwarringsgevaar: Voor de toepassing van artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 is voor verwarringsgevaar tegelijkertijd vereist dat het aangevraagde merk en het oudere merk gelijk zijn of overeenstemmen en dat de waren of diensten waarop de inschrijvingsaanvraag betrekking heeft, dezelfde of soortgelijk zijn als die waarvoor het oudere merk is ingeschreven.

 

IEPT20041005, HvJEG, Alcon v BHIM

Gerecht terecht geoordeeld dat het merk BSS voor het betrokken doelpubliek gebruikelijk is geworden en dat het geen onderscheidend vermogen heeft verkregen door het ervan gemaakte gebruik. Niet het beschrijvend karakter van het merk is doorslaggevend, maar het heersende gebruik in de kringen waarin deze waren worden verhandeld.

 

IEPT20040916, HvJEG, Nichols v Registrar

Merkenrecht: concrete beoordeling onderscheidend vermogen familienaam vereist

 

IEPT20040916, HvJEG, SAT1

Onderscheidend vermogen woordcombinatie te beoordelen op totaalindruk niet op afzonderlijke bestanddelen - Beschikbaarheidsbelang relevant voor artikel 7(1)(b) GMeV - Gebruik in de branche indicatie voor onderscheidend vermogen

 

IEPT20040625, BenGH, Taco-ijs

Geen depot te kwader in geval merkdepot door voor-voorgebruiker
 

IEPT20040624, HvJEG, Heidelberger Bauchemie

Grafische voorstelling kleurencombinatie vereist systematische schikking die kleuren op van te voren bepaalde en duurzame wijze in verbinding brengt en staal met kleuren en aanduiding daarvan door internationaal erkende kleurenidentificatiecode.

 

IEPT20040429, HvJEG, Procter & Gamble
gemiddelde consument neemt een merk gewoonlijk als een geheel waar, let niet op verschillende details - Onderzoek verschillende elementen merk wel relevant

 

IEPT20040429, HvJEG, Henkel
kans groter dat vorm van een waar elk onderscheidend vermogen mist naarmate deze vorm een grotere gelijkenis vertoont met de meest waarschijnlijke vorm van de betrokken waar.

 

IEPT20040429, HvJEG, Bjornekulla Fruktindustrier v Procordia Food

Relevant publiek voor "gebruikelijke benaming": Wanneer tussenpersonen optreden bij de distributie aan de consument of de eindverbruiker van een waar bestaan de betrokken kringen waarvan de zienswijze in aanmerking moet worden genomen om te beoordelen of dit merk in de handel de gebruike-ijke benaming van de betrokken waar is geworden, uit alle consumenten of eindverbruikers en uit alle beroepsbeoefenaars die optreden bij de afzet van deze waar.

 

IEPT20040428, HvJEG, Matratzen Concord v BHIM
Globale beoordeling verwarringsgevaar

 

IEPT20040402, HR, Jydsk v Doréma

Onderscheidend vermogen niet gebruikt ter zake van auteursrecht, maar slaafse nabootsing

 

IEPT20040212, HvJEG, Postkantoor

Beschrijvende merken: Concrete beoordeling relevante feiten en omstandigheden. Bevoegde autoriteit en beoordelende rechterlijke instantie moeten rekening houden met alle relevante feiten en omstandigheden. Vrijhoudingsbehoefte - algemeen belang: artikel 3(1)(c) van de richtlijn streeft een doel van algemeen belang na, te weten dat tekens of benamingen die de kenmerken beschrijven van de waren of diensten waarvoor de inschrijving wordt aangevraagd, door eenieder vrij moeten kunnen worden gebruikt. Irrelevant of er al dan niet synoniemen bestaan. Beoordeling beschrijvend karakter voor kenmerken en/of onderscheidend vermogen te beoordelen per categorie waren en diensten. Samengesteld woord bestaande uit beschrijvende bestanddelen als regel ook beschrijvend, tenzij het woord merkbaar verschilt van de loutere som van zijn bestanddelen

 

IEPT20040212, HvJEG, Henkel vorm fles
merkenrecht: beoordeling onderscheidend vermogen vormmerk fles - beschrijvend - relevante, nationale markt

 

IEPT20040212, HvJEG, Biomild

Vrijhoudingsbehoefte - algemeen belang: artikel 3(1)(c) van de richtlijn streeft een doel van algemeen belang na, te weten dat tekens of bena-mingen die de kenmerken beschrijven van de waren of diensten waarvoor de inschrijving wordt aangevraagd, door eenieder vrij moeten kunnen worden gebruikt. Nieuw samengesteld woord: Nieuw woord samengesteld uit beschrijvende bestanddelen is ook beschrijvend, tenzij er een merkbaar verschil is met de som der bestanddelen. Irrelevant of er al dan niet synoniemen bestaan.

 

IEPT20040205, HvJEG, Streamserve v BHIM

Artikel 7(1)(c) Gemeenschapsmerkenverordening streeft doel van algemeen belang na om beschrijvende tekens of aanduidingen vrij te houden.

 

IEPT20040205, HvJEG, Telefon & Buch v BHIM

“Universaltelefonbuch” en “Universalkommunikationsverzeichnis” terecht geweigerd op grond van artikel 7(1)(c) Gemeenschapsmerkenverordening: oordeel niet gegrond op loutere beschrijvendheid maar op omstandigheid dat de woorden de bedoelde waren of diensten kunnen aanduiden, het volstaat als minstens een van de potentiële betekenissen een beschrijvend karakter heeft.

 

IEPT20040127, HvJEG, La Mer Technology v Laboratoires Goemar

Normaal gebruik merk: Wanneer het gebruik een werkelijk commercieel doel dient, kan zelfs een gering gebruik van het merk of een gebruik door slechts één importeur in de betrokken lidstaat volstaan - relevante periode voor 'normaal gebruik'.

 

IEPT20040107, HvJEG, Gerolsteiner Brunnen v Putsch
Aanduiding van plaats van herkomst slechts inbreuk indien gebruik niet in overeenstemming is met eerlijke gebruiken in nijverheid en handel. Te beoordelen op grond van alle omstandigheden van de zaak. Enkel (auditief) verwarringsgevaar onvoldoende.

 

2003

 

IEPT20031215, BenGH, BMB v VTB

Beslissing in beroep beperkt tot oordeel BMB: dat hieruit volgt dat het Hof [...] geen kennis kan nemen van aanspraken die buiten de beslissing van het BMB vallen of die niet aan het BMB zijn voorgelegd

 

IEPT20031118, HvJEG, Budvar v Ammersin

Onrechtmatige beperking vrij verkeer van goederen wanneer geen sprake is van een directe of indirecte herkomstaanduiding

 

IEPT20031127, HvJEG, Shield Mark - klankmerk

Grafische voorstelling klankmerk:dat een teken dat als zodanig niet visueel waarneembaar is, een merk kan vormen op voorwaarde dat het vatbaar is voor grafische voorstelling, inzonderheid door middel van figuren, lijnen of lettertekens, en die voorstelling duidelijk, nauwkeurig, als zodanig volledig, gemakkelijk toegankelijk, begrijpelijk, duurzaam en objectief is. 

 

IEPT20031114, HR, Flügel v W&S
dat de kleur van een product gewoonlijk wordt gezien als een eigenschap van dat product en niet als een onderscheidingsteken

 

IEPT20031106, Hof Amsterdam, Byblos v Rowling
Auteursrecht: Inbreukmakende bewerking van Harry Potter en de Steen der Wijzen. Geen toelaatbare parodie. Merkinbreuk


IEPT20031023, HvJEG, Adidas v Fitnessworld
Artikel 5(2) Merkenrichtlijn. Zodanige mate van overeenstemming – niet zijnde verwarringsgevaar - vereist dat het betrokken publiek een verband tussen het teken en het merk legt.
 

IEPT20031023, HvJEG, Doublemint

Niet noodzakelijk dat teken op moment van inschrijving daadwerkelijk beschrijvend wordt gebruikt.

 

IEPT20030709, GvEA, Laboratorios Giorgio Beverly Hills
Merkenrecht: geen overeenstemming tussen Giorgi-merken en Giorgio Beverly Hills.

 

IEPT20030709, Rb Den Haag, Montana

Belanghebbende vervallenverklaring: dat thans, onder de Merkenrichtlijn, met vervallenverklaring van niet-gebruikte merken tevens een algemeen belang is gediend en dat in dit licht het (gestelde) ontbreken van een specifiek particulier belang bij Montana Colors niet de conclusie wettigt dat zij geen belanghebbende in de zin van artikel 14C BMW (oud) is.

 

IEPT20030506, HvJEG, Libertel

Grafische voorstelling kleurmerk moet nauwkeurige identificatie mogelijk maken en duidelijk, nauwkeurig, als zodanig volledig, gemakkelijk toegankelijk, begrijpelijk, duurzaam en objectief zijn. Combinatie monster en verbale beschrijving of internationaal erkende code kan grafische voorstelling vormen, die aan eisen voldoet.

 

IEPT20030408, HvJEG, Linde cs

Weigeringsgronden onafhankelijk van elkaar van toepassing.


IEPT20030320, HvJEG, LTJ Diffusion (Arthur et Felicie)

Dat een teken gelijk is aan een merk wanneer het zonder wijziging of toevoeging alle bestanddelen van het merk afbeeldt, of wanneer het in zijn geheel beschouwd verschillen vertoont die dermate onbeduidend zijn dat zij aan de aandacht van de gemiddelde consument kunnen ontsnappen. 
 

IEPT20030319, Rb Den Haag, Flügel v W&S
Flügel vormmerk bekend merk. Verwarringsgevaar. Associatiegevaar met bekend merk. Ongerechtvaardigd voordeel – profiteren marketinginspanningen

 

IEPT20030311, HvJEG, Ansul v Ajax

Normaal gebruik: niet enkel symbolisch gebruik ter behoud van merkrecht. Gebruik buiten de onderneming om voor waren of diensten waarop merk is aangebracht afzet te vinden of te behouden. Rekening houden met alle feiten en omstandigheden op grond waarvan kan worden vastgesteld of commerciële exploitatie reëel is. 

 

IEPT20030306, GvEA, DaimlerChrysler v BHIM

Beeldmerk van grille DaimlerChrysler heeft onderscheidend vermogen: grilles hebben geen louter technische functie, betrokken grille is ongebruikelijk en kan dienen als onderscheidingsteken.

 

IEPT20030228, BenGH, Dreentegel
Schadevordering merklicentiehouder: Tot 1 januari 1996 schriftelijk vastgelegde licentie vereist voor schadevordering. Schriftelijke vastlegging achteraf van vooraf verleende mondelinge licentie afdoende. Inschrijving licentie in het register niet vereist voor schadevordering licentiehouder

 

IEPT20030124, HR, Taco-ijs
Merkenrecht: depot te kwader trouw - Vragen aan Benelux Gerechtshof inzake voor-voorgberuik

 

IEPT20030109, HvJEG, Davidoff v Durffee

Bekende merken dienen niet minder bescherming te genieten wanneer een teken voor soortgelijke waren of diensten wordt gebruikt, dan wanneer een teken voor niet-soortgelijke waren of diensten wordt gebruikt.

 

2002

 

IEPT20021212, HvJEG, Sieckmann Geurmerk

Geurmerk mogelijk indien vatbaar voor grafische voorstelling. Olfactorisch teken, scheikundige formule, beschrijving met woorden,of combinatie daarvan voldoet niet aan eisen grafische voorstelling.

 

IEPT20021121, HvJEG, Robelco v Robeco

De bescherming van merken tegen gebruik als handelsnaam of statutaire naam is niet geharmoniseerd en toelaatbaar naar nationaal recht wanneer zonder geldige reden ongerechtvaardigd voordeel wordt getrokken of afbreuk wordt gedaan aan onderscheidend vermogen of reputatie merk

 

IEPT20021112, HvJEG, Arsenal
Gebruik in het economisch verkeer. Herkomstgarantie is wezenlijke functie van het merk. Exclusief recht beperkt tot gebruik door een derde dat afbreuk doet of kan doen aan de functies van het merk. Gebruik voor zuiver beschrijvende doeleinden uitgesloten van verbodsrecht merkhouder.

 

IEPT20021023, GvEA, Fifties

Merkenrecht: overeenstemming en verwarringsgevaar tussen Fifties en Miss Fifties voor jeans

 

IEPT20021001, Rb Haarlem, ESA v Etos
Nietigheid of gebruiksverbod van merk met embleem van intergouvernementele organisatie. uitsluitend toegestaan merken te weigeren of nietig te verklaren die ingevolge artikel 6ter Verdrag van Parijs geweigerd of nietig verklaard moeten worden

 

IEPT20020919, HvJEG, Companyline

Combinatie van twee gebruikelijke termen dient een extra kenmerk te verlenen waardoor het teken in zijn geheel onderscheidend vermogen krijgt. Gemeenschapsmerk dient onderscheidend vermogen te hebben in alle talen

 

IEPT20020618, HvJEG, Philips v Remington

Weigeringsgronden merken limitatief - criteria voor onderscheidend vermogen voor alle merken gelijk - Inburgering: grootschalig exclusief gebruik kan tot inburgering leiden, maar dient concreet beoordeeld te worden - Vormmerk: uitgesloten indien wezenlijke functionele kenmerken van de vorm uitsluitend aan technische uitkomst zijn toe te schrijven, ook indien technische uitkomst door alternatieve vormen kan worden verkregen

 

IEPT20020514, HvJEG, Holterhoff v Freiesleben

Beschrijvend gebruik merk voor aanduiding eigenschap product geen inbreuk

 

IEPT20020312, Rb Haarlem, Frico v Uniekaas (Castillo de Holanda)
Gevaar voor verwarring exportmerken voor kaas. Relevant publiek exportmarkt

 

IEPT20020215, HR, Jack Daniel’s
Merkinbreuk door beleidsbepalend en leidinggevend direct/indirect bestuurder. Informatieplicht beperkt tot periode na aannemelijke gemaakte inbreuk

 

IEPT20020131, Hof Amsterdam, RedForest v KPN
Inbreuk planetinternet.tv; geen Planet-seriemerk en Planet-woordmerken geen onderscheidend vermogen. Domeinnaam is geen handelsnaam. Overdracht inbreukmakende domeinnamen

 

IEPT20020125, HR, Etos v Dior

Geen Europese uitputting Argentijnse Fahrenheitproducten: oordeel van het Hof dat niet aannemelijk is dat door Dior in Argentinië in de handel gebrachte Fahrenheit-producten niet geacht moeten worden met toestemming van Dior in EER te zijn gebracht getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting.

 

2001

 

IEPT20011130, HR, Dreentegel
Merkenrecht: nawerking eerdere inbreuk relevant. Vragen van uitleg aan BenGH: is schadevordering beperkt tot ingeschreven licenties

 

IEPT20011122, Hof Den Haag, ID-NL v idnl

Handelsnaam en merkenrecht: Sprake van onderneming - Domeinnaam niet gebruikt als handelsnaam of merk - Geldige reden voor gebruik idnl als begrip voor domeinnamen - - Geen gevaar voor verwarring - Geen onrechtmatig handelen: belangenafweging en geen conurrenten.

 

IEPT20011129, BenGH, KPN v BMB - Postkantoor

Toetsing weigeringsgronden: onderscheidend vermogen: Dat de aard van deze toetsing meebrengt dat de in de vraag bedoelde algemene rechtsbeginselen daarbij geen bepalende rol kunnen spelen

 

IEPT20011120, HvJEG, Davidoff

Uitputting: In beginsel expliciete toestemming merkhouder vereist tot import in EER

voor uitputting merkrecht

 

IEPT20011004, HvJEG, Merz & Krell

Overlapping absolute weigeringsgronden. Artikel 3(1)(d) verzet zich slechts tegen inschrijving wanneer tekens in het normale taalgebruik of bonafide handelsverkeer gebruikelijk zijn.

 

IEPT20010920, HvJEG, Baby Dry

Beschrijvend karakter vereist voor elk van de woorden afzonderlijk en het geheel, waarbij elk merkbaar verschil met de gangbare terminologie aan de combinatie onderscheidend vermogen kan verlenen

 

IEPT20010713, HR, Shield Mark - Klankmerk

Prejudiciële vragen HvJEG inzake klankmerken

 

IEPT20010208, Hof Den Haag, Bloemenkwekerij v Raad Voor Het Kwekersrecht

Tulpenrasbenaming ‘Red Flair’ niet inbreukmakend op merk FLAIR voor tulpen. Flair is een algemeen gebruikelijke aanduiding voor planten- en bloemenrassen en mist elk onderscheidend vermogen als merk voor tulpen.

 

IEPT20010126, HR, Ansul v Ajax

Prejudiciële vraag of enkel gebruik bij reviseren oude apparaten normaal gebruik kan zijn

 

2000

 

IEPT20001214, HvJEG, Dior v Tuk en Assco v Layher
Bevoegdheid Hof tot uitleg art. 50(6) TRIPs niet beperkt tot merkenrecht. Rechtstreekse werking TRIPs op gebieden waarop gemeenschapswerk van toepassing is en op gebieden van nationaal recht.

 

IEPT20001206, Rb Den Haag, Moët v Xenos

Champagne-kaars. Door de aanduiding ‘Champagne’ in combinatie met de overige kenmerken van de verpakking van Champagne, is onmiskenbaar sprake van onrechtmatige aanhaking bij het (kwaliteits)product Champagne. Gekruist label met goudgestreepte randen en zegel is een geldig merk: op het gebied van champagneflessen uitsluitend door Moët toegepast. Merkinbreuk doordat ongerechtvaardigd voordeel kan worden getrokken uit of afbreuk kan worden gedaan aan het onderscheidend vermogen of de reputatie van het bekende merk van Moët.



IEPT20001120, Hof Den Haag, Eli Lilly v Centrafarm
Kleurmerk Prozac: Het hof is voorshands van oordeel dat de onderhavige specifieke kleurencombinatie wel geschikt is om het (fluoxetine bevattende) antidepressivum van Eli Lilly te onderscheiden van soortgelijke farmaceutische producten. Geen inbreuk

 

IEPT20000626, BenGH, Campina v BMB - Biomild
Concrete beoordeling onderscheidend vermogen. Inburgering uitsluitend te beoordelen tot inschrijvingsdatum. Prejudiciële vragen aan HvJEG. Cassatie mogelijk van een beslissing in beroep in oppositieprocedure.

 

IEPT20000622, HvJEG, Adidas v Marca

Gevaar voor verwarring. Positieve vaststelling van verwarringsgevaar noodzakelijk. Bekendheid merk geen grond om bestaan verwarringsgevaar te vermoeden, enkel omdat er gevaar voor associatie in enge zin bestaat.

 

IEPT20000114, HR, Intergro v Interbuy
Juiste maatstaf dat Intergro geen belanghebbende is wegens uiterst onbehoorlijk handelen jegens Interbuy door vervallenverklaring in te roepen. Vraag van uitleg over wetenschap uit ‘rechtstreekse betrekking’.

 

IEPT20000112, Rb Middelburg, Wendys

Beneluxmerken Wendy’s International vervallen verklaard: merken niet gebruikt in Benelux sinds 31 december 1986, snackbarhouder [W] kan zich hier als belanghebbende op beroepen nu hij te goeder trouw was  bij gebruik en depot “Wendy’s”. Merken die na depot [W] zijn gedeponeerd nietig verklaard.

 

1999 

 

IEPT19990723, Rb Groningen, Vrijmerk v KPN
Stichting Vrijmerk geen belanghebbende inzake nietigverklaring woordmerken KPN.

IEPT19990622, HvJEG, Lloyd v Loint-s

Verwarring: Niet valt uit te sluiten dat enkele auditieve gelijkenis verwarring kan doen ontstaan. Gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende gewone consument van de betrokken soort producten

 

IEPT19990504, HvJEG, Windsurfing Chiemsee
Herkomstaanduiding merk: dat het merk zich leent om de waar waarvoor de inschrijving wordt aangevraagd, als afkomstig van een bepaalde onderneming te identificeren en dus om deze waar van die van andere ondernemingen te onderscheiden.


IEPT19990416, HR, Bigott en Batco v Dougal

Auteursrechtelijke oorspronkelijkheid werk ten tijde van creatie. Motivering beantwoording merkinbreukvraag: dat het oordeel over de vraag of sprake is van inbreuk, niet van zuiver feitelijke aard is en daarom zodanig moet worden gemotiveerd dat partijen en de cassatierechter in staat zijn na te gaan of de rech-ter die over de feiten oordeelt, bij het vormen ervan vorenbedoelde merkenrechtelijke regels heeft nageleefd.  
 

1998

 

IEPT19980929, HvJEG, Canon v Cannon

Onderscheidende kracht en bekendheid merk van belang bij beoordeling soortgelijkheid en verwarringsgevaar - Verwarring omvat indirecte verwarring in de zin dat publiek kan menen dat sprake is van economisch verbonden ondernemingen

 

IEPT19980716, HvJEG, Silhouette v Hartlauer

Europese harmonisatie merkenrecht: nationale uitspuittingsregels inzake wereldwijde uitputting in strijd met richtlijn

 

IEPT19980123, HR, Kruidvat v Lancome cs
Ompakken luxe merkartikelen - spoedeisend belang 

 

1997

 

IEPT19971219, BenGH, Beaphar v Nederma

Verval art 5(4) (oud) BMW wegens verlies onderscheidend vermogen geldt alleen voor woordmerken. Geen gebruiksverbod op grond van vormmerk dat onderscheidend vermogen geheel verloren heeft: indien het onderscheidend vermogen waarover een vormmerk ten tijde van zijn deponering be-schikte ten tijde van het door de merkhouder als inbreuk op zijn vormmerk gewraakte gebruik van zijn merk reeds geheel verloren is gegaan, de merk-houder zich niet op grond van zijn merkrecht tegen dat gebruik kan verzetten;

IEPT19971111, HvJEG, Puma v Sabel

Associatiegevaar geen alternatief voor verwarringsgevaar, maar enkel precisering van de draagwijdte daarvan - Geen gevaar voor verwarring aanwezig enkel indien het publiek twee merken wegens hun overeenstemmende begripsinhoud met elkaar zou kunnen associëren

 

1996

 

IEPT19961220, BenGH, Europabank
Gebruik als dienstmerk: het enkele gebruik van een handelsnaam door een dienstverlenende onderneming bij het verlenen of aanbieden van diensten niet tevens gebruik van een aan die handelsnaam gelijkluidend dienstmerk of een daarmee overeenstemmend teken oplevert. Misleidend merk?

 

IEPT19961017, Hof Amsterdam, Giner v Citrus
Depot te kwader trouw tevens onrechtmatige daad

 

IEPT19960711, HvJEG, MPA Pharma v Rhône-Poulenc

Uitleg uitputting artikel 7(1) Merkenrichtlijn conform eerdere rechtspraak HvJEG - ompakken geneesmiddelen
 

IEPT19960329, HR, Beaphar v Nederma

Criteria voor twee-dimensionaal merk ook toepasselijk op drie-dimensionaal merk. Vragen van uitleg inzake verlies onderscheidend vermogen vormmerk

 

1995

 

IEPT19950616, BenGH, Linguamatics v Polyglot
Woordmerk dat louter beschrijvend is voor soortgelijke waren of diensten mag daarvoor niet ‘als merk’ gebruikt worden. Schade door merkgebruik niet relevant voor soortgelijkheid

 

1994

 

IEPT19941003, Rb Den Haag, Smithkline v Centrafarm - Tagamet

Onderscheidend vermogen lichtgroene kleur Tagamet: aangenomen dat de in het geding zijnde lichtgroene tint geschikt is, dan wel in ieder geval - door inburgering - geschikt is geworden het maagzuurbestrijdende geneesmiddel waarvoor Smithkline die gebruikt te onderscheiden van soortgelijke geneesmiddelen.

 

1992

 

IEPT19921110, HvJEG, Exportur

Bilaterale overeenkomst inzake geografische overeenkomsten

 

IEPT19921106, BenGH, Automotive Products v Valeo
Inbreukmakend gebruik merk bij gereviseerde producten, tenzij revisie tot wijzigingen van ondergeschikte betekenis leidt.

 

1991

 

IEPT19911216, BenGH, Burberrys
Onderscheidend vermogen: dat de omstandigheid dat (een relevant deel van) het in aanmerking komende publiek de waar op grond van zijn uiterlijk als afkomstig van de ondernemer herkent, geen andere conclusie toelaat dan dat voldaan is aan het vereiste dat het teken zich ertoe leent als herkomstteken te dienen; Vormmerken: drie-dimensionaal

 

1990

 

IEPT19901221, BenGH, Prince
Oud recht: Merkrecht ontstaat na depot onder art. 6A (oud) BMW. Negatieve reflexwerking artikel 14(5) (oud) BTMW

 

IEPT19901017, HvJEG, Hag II

Uiitputting. Vrij verkeer van goederen. Merkhouder kan zich verzetten tegen invoer van producten voorzien van merk van oorspronkelijke dochteronderneming dat na onteigening door een derde is verworven

 

IEPT19900105, HR, Philip Morris v BAT - KIM
Belanghebbende bij Verval wegens niet-normaal gebruik: Degene die, door gebruik te maken van zijn be-voegdheid vervallenverklaring van het merk van een ander wegens niet-gebruik als bedoeld in art. 5 onder 3 te vorderen kan op grond van de bijzondere omstandigheden van het geval in zijn verhouding tot die ander onbehoorlijk zou handelen.

 

1989

 

IEPT19890626, BenGH, Isover v Isoglass

Als vertaling ex artikel 13C Beneluxwet (thans artikel 2.20(4) BVIE kan niet gelden een teken dat wordt gevormd door een voorstelling van zodanige aard dat moet worden aangenomen dat het publiek dat een Benelux taal spreekt, haar spontaan zal aanduiden door middel van een of meer tot de woordenschat van die taal behorende woorden, ook niet indien die woorden de vertaling vormen van het in een van de andere talen luidende merk waarop de merkhouder zijn aanval baseert. Artikel 13C(1) Beneluxwet enkel van toepassing als  aanvallend merk bestaat uit hetzij een of meer woorden die elk, in de vorm waarin dat woord of die woorden in het depot van dat merk zijn opgenomen, deel uitmaken van de woordenschat van een Benelux taal of uit woord dat zelf niet tot deze woordenschat behoort, maar is samengesteld uit woorden die elk als een zelfstandig woord wel van die woordenschat deel uitmaken. Artikel 13C Beneluxwet niet van toepassing wanneer merk bestaat uit samengesteld woord dat niet tot woordenschat van een Benelux taal behoort en tenminste een van de samenstellende delen evenmin als een zelfstandig woord van die woordenschat deel uitmaakt. Begrip ‘vertaling in een ander dezer talen’ ex artikel 13C(1) betreft niet een als zodanig niet tot de woordenschat van die andere taal behorend samengesteld woord waarvan niet alle samenstellende delen als een zelfstandig woord tot deze woordenschat behoren. Rechter die oordeelt dat aangevallen teken vertaling betreft ex artikel 13C(1) heeft geen beoordelingsvrijheid ten aanzien van de vraag of dat teken met het merk overeenstemt.

 

IEPT19890414, BenGH, Superconfex v Burberrys

Wezenlijke waarde van de waar: auteursrechtelijke of modelrechtelijke bescherming niet vereist. De onderscheidende vorm van een waar kan al-leen dan wegens het beïnvloeden van de wezenlijke waarde van de waar niet als merk worden be-schouwd indien de waar van dien aard is dat haar uiterlijk en vormgeving door hun fraaiheid of oor-spronkelijk karakter in belangrijke mate haar marktwaarde bepalen.

 

1988

 

IEPT19881118, BenGH, Philip Morris v BAT - KIM
Geldige reden: Niet-gebruik wegens onderhandelingen over overdracht is geen geldige reden voor niet-normaal gebruik merk. Belanghebbende en misbruik bevoegdheid tot in-roepen verval door belanghebbende: Bevoegdheid tot inroepen van verval merk wegens niet-normaal gebruik kan misbruikt worden

 

1983  

 

IEPT19831121, BenGH, Cow Brand

Depot te kwader trouw: Goede trouw en normaal gebruik voorgebruik relevant voor beoordeling depot te kwader trouw. Onderlinge verhouding deposant en voorgebruiker. Geobjectiveerde goede trouw voorgebruik. Bewijslast inzake depot te kwader trouw; voor-gebruik niet te goeder trouw. Omslag van voorgebruik niet te goeder trouw naar voorgebruik te goeder trouw. Voor-voorgebruik deposant. Aanvullende werking onrechtmatige daad naar nationaal recht. Geen toestemming wegens nalaten optreden

1982

 

IEPT19821005, BenGH, Juicy Fruit

Geringere onderscheidend vermogen vereiste grotere mate van gelijkenis. Geen vaste regel voor omvang van publiek dat merk als beschrijvend opvat. Niet Benelux-taal – voertaal binnen de branche - vrijhoudingsbehoefte. Beschermingsomvang: publieksopvatting ten tijde van aangevallen gebruik beslissend 

1981 

 

IEPT19811203, HvJEG, Pfizer v Eurium Pharm 

Merkhouder kan zich niet tegen het ompakken van een door een dochteronderneming in een lidstaat in het verkeer gebracht merkartikel verzetten, wanneer de importeur (i) enkel de buitenverpakking vervangt, (ii) de binnenverpakking ongemoeid laat, (iii) het op de binnenverpakking al aangebrachte merk door nieuwe buitenverpakking zichtbaar is, en (iv) op buitenverpakking vermeldt wordt dat het door de dochteronderneming is vervaardigd en door de importeur is omgepakt

 

IEPT19810605, HR, Juicy Fruit

Vragen van uitleg aan BenGH: Onderscheidend vermogen merk – beschrijvende betekenis voor deel publiek - beschermingsomvang

 

1979

 

IEPT19790525, BenGH, Cow Brand
Rechtskracht van heropnemingsdepot. Belanghebbende: heropnemer ongeacht gebruiksvoornemen. Kwade trouw rechtsopvolger heropnemingsdepot irrelevant.

 

1978

 

IEPT19781010, HvJEG, Centrafarm v American Home Products

Merkhouder kan zich verzetten tegen aanbrengen merk op een product ook al is dat product in een andere lidstaat door die merkhouder onder ander merk op de markt gebracht, tenzij de praktijk om verschillende merken in verschillende lidstaten te gebruiken bedoeld is om markten kunstmatig te scheiden


IEPT19780523, HvJEG, Hoffman-La Roche v Centrafarm
Wezenlijke functie merk: dat aan de consument of aan de uiteindelijke verbruiker m.b.t. het gemerkte produkt de identiteit van oorsprong wordt gewaarborgd - in dier voege dat hij het produkt ondubbelzinnig van produkten van andere herkomst kan onderscheiden.