Uitlenen e-books valt toelaatbaar in geval van “one copy - one user”

11-11-2016 Print this page
IEPT20161110, HvJEU, VOB v Stichting Leenrecht

Uitlening in de zin van artikel 6 lid 1 Verhuurrichtlijn omvat mede de uitlening van een digitale kopie van een boek: conform one copy - one user. Lidstaat mag voorwaarde stellen dat de digitale kopie van het boek in het verkeer is gebracht door eerste verkoop of andere eigendomsovergang door of met toestemming van de houder. Geen toelaatbare uitlening van een kopie uit illegale bron.

AUTEURSRECHT - NABURIGE RECHTEN

Het gaat in deze zaak over het uitleenrecht van e-books. In opdracht van het Ministerie van OCNW is geconcludeerd dat uitlening van e-books niet valt onder het uitsluitend uitleenrecht zoals bedoeld in artikel 1, lid 1 van richtlijn 2006/115 (hierna: de richtlijn). De Vereniging Openbare Bibliotheken is het oneens met dit standpunt. Van belang is dat het gaat om het “one copy one user” model, waarbij een e-book slechts aan één gebruiker tegelijkertijd ter beschikking wordt gesteld. De rechtbank Den Haag heeft prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie gesteld.

Het Hof antwoordt als volgt:

Met zijn eerste vraag wenst de verwijzende rechter te vernemen of het begrip uitlenen uit richtlijn 2006/115 aldus moet worden uitgelegd of dat ook de uitlening omvat van een digitale kopie van een boek. Het Hof is van mening dat er geen dwingende reden bestaat om de uitlening van digitale kopieën  en onstoffelijke voorwerpen hoe dan ook uit te sluiten van de werkingssfeer van richtlijn 2006/115. Artikel 6 van de richtlijn moet weliswaar streng worden uitgelegd, maar daarbij moet wel worden gezorgd dat de nuttige werking van de vastgestelde uitzondering wordt beschermd en het doel ervan geëerbiedigd. Gezien het belang van de openbare uitlening bij de bevordering van het beschermen van culturele activiteiten kan dus niet worden uitgesloten dat artikel 6 van de richtlijn van toepassing is op handelingen die vergelijkbaar zijn met de uitlening van gedrukte werken, onder artikel 2 lid 1 vervatte voorwaarden. In het geval van “one copy one user” model moet worden geoordeeld dat deze kenmerken vertoont met die van uitlening van gedrukte werken, aangezien dit model betekent dat de uitleencapaciteit van de bibliotheken niet groter is dan het geval zou zijn bij een gedrukt werk.

Met zijn tweede vraag wenst de verwijzende rechter in wezen te vernemen of de lidstaat aan de toepassing van artikel 6 lid 1 van de richtlijn  niet de voorwaarde mag stellen dat de door de openbare bibliotheek ter beschikking gestelde digitale kopie van een boek door een rechthebbende in het verkeer is gebracht.  De toepassing van bepaalde werken van de artikel 6 lid 1 van de richtlijn vervatte uitzondering afbreuk kunnen doen aan de legitieme belangen van auteurs ingeval de openbare uitlening voortvloeit uit die uitzondering, aangezien de toestemming van de auteur niet is vereist. Dit risico kan door de lidstaat verkleind worden door te eisen dat voor openbare uitlening beschikbare digitale kopie van een boek vooraf door de rechthebbend of met zijn toestemming in het verkeer is gebracht. Een dergelijke aanvullende voorwaarde is in overeenstemming met artikel 6 lid 1 van de richtlijn.

Met zijn derde vraag wenst de rechtbank in essentie te vernemen of artikel 6 lid 1 van de richtlijn in de weg staat dat een illegaal verkregen kopie van het boek onder de uitzonderingsregel van de richtlijn valt. Het Hof beantwoordt deze vraag bevestigend. Het toestaan van het uitlenen van een kopie die is verkregen uit illegale bron zou erop neerkomen dat in het verkeer brengen van illegaal gekopieerde werken wordt aangemoedigd.

IEPT20161110, HvJEU, VOB v Stichting Leenrecht

Lees het arrest hier.

Zie ook:
Het perscommuniqué
IEPT20140903 (tussenvonnis)
IEPT20150401 (verwijzingsuitspraak)
Conclusie A-G Szpunar