Procedure over de vraag of er sprake is van gezamenlijk auteursrecht moet voor de rechtbank gevoerd worden

06-12-2016 Print this page
IEPT20161116, Rb Amsterdam, Bontje
(Met dank aan Kai Guldemond en Jan Jacobi, Blenheim)


Verzoek X om beheersregeling voor gesteld gezamenlijk goed Pikapay afgewezen: gezamenlijk auteursrecht staat niet vast en procedure ex artikel 3:168 lid 2 bij kantonrechter leent zich niet voor beantwoording vraag of sprake is van gezamenlijk auteursrecht.

PROCESRECHT

Beschikking kantonrechter. X en Bontje hebben een aantal jaren samengewerkt op het gebied van digitale valuta. Zij hebben werkzaamheden verricht in het kader van een online digitaal valuta transactieplatform, PikaPlay. X deed business development, Bontje deed de technische kant. De samenwerking werd beeindigd waarna er een geschil is ontstaan over de afwikkeling daarvan. X zou PikaPay voortzetten, maar partijen zijn niet eens geworden onder welke voorwaarden dat zou moeten gebeuren. Bij kortgedingvonnis van 24 december 2015 heeft de voorzieningenrechter de door X gevraagde voorzieningen afgewezen. Niet voldoende aannemelijk was geworden dat tussen partijen een maatschap tot stand was gekomen of dat er tussen hen een gemeenschap was ontstaan. Bontje heeft hierna PikaPay offline gehaald en geheel onbereikbaar gemaakt. Bij de kantonrechter verzoekt X een beheersregeling te treffen met betrekking tot het genot, het gebruik en het beheer van het in gemeenschap tussen X en Bontje vallende PikaPay.

X stelt dat hij en Bontje gezamenlijk rechthebbende op het auteursrecht van PikaPay zijn geworden. Met betrekking daartoe is volgens X een gemeenschap in de zin van artikel 3:166 BW ontstaan, waarvan X en Bontje als deelgenoten zijn aan te merken. Volgens Bontje os de kantonrechter onbevoegd van het geschil kennis te nemen omdat een beheersregeling pas kan worden getroffen nadat vaststaat dat sprake is van een gemeenschap. Er staat nog niet vast of er sprake is van auteursrecht, laat staan van gemeenschappelijk auteursrecht.

De kantonrechter volgt Bontje in dit verweer, met dien verstande dat de kantonrechter zichzelf niet onbevoegd acht een beheersregeling te treffen, maar dat het verzoek van X wordt afgewezen omdat geen sprake is van gezamenlijk auteursrecht. Een procedure over de vraag of er sprake is van gezamenlijk auteursrecht zal bij de handelskamer van de rechtbank gevoerd moeten worden. Het verzoek van X bij de kantonrechter wordt afgewezen, nu de procedure ex artikel 3:168 lid 2 BW naar zijn aard niet leent voor beantwoording daarvan.

IEPT20161116, Rb Amsterdam, Bontje

(kopie originele vonnis)