In kort geding niet vast te stellen of door GEV aan veroordeling uit vonnis IEPT20160725 is voldaan, executie geschorst: rapportages van door partijen ingeschakelde deskundigen tegenstrijdig en meer onderzoek nodig en onvoldoende onderbouwd door LF dat niet aan vonnis is voldaan.
Kort geding. Executiegeschil inzake het vonnis van de voorzieningenrechter Overijssel van 25 juli 2016 (IEPT20160725) tussen de rechtsvoorganger van GEV en LF. GEV vordert staking van executie van het vonnis, omdat aan het vonnis zou zijn voldaan.
Partijen hebben een beide een deskundige ingeschakeld. De deskundigen nemen tegenstrijdige standpunten in. De voorzieningenrechter is van oordeel dat geen aanleiding bestaat meer geloof te hechten aan de rapportages / reacties van de deskundige van LF dan aan de rapportages / reacties van de deskundige van GEV en andersom. Beide rapportages zijn naar het oordeel van de voorzieningenrechter zorgvuldig tot stand gekomen en deugdelijk gemotiveerd en toegelicht. Derhalve kan thans niet worden vastgesteld of GEV (in voldoende mate) aan de veroordelingen in het vonnis heeft voldaan. Daarvoor is nader onderzoek onvermijdelijk. Voor een dergelijk nader onderzoek leent een kort geding zich niet. Voorts wordt overwogen dat LF weliswaar veelvuldig stelt dat niet aan te tonen is dat GEB aan de veroordelingen in het vonnis heeft voldaan, maar dat door haar niet, althans onvoldoende geconcretiseerd wordt onderbouwd dat daadwerkelijk niet aan de veroordelingen in het vonnis is voldaan. In dit verband is ook relevant dat niet iedere tekortkoming in de nakoming van het vonnis het verbeuren van de dwangsommen - die zijn gemaximeerd op een uitzonderlijk boog bedrag - rechtvaardigt.
De executie van het vonnis wordt geschorst totdat het hof arrest heeft gewezen in het hoger beroep tegen het vonnis of totdat in de bodemzaak vonnis is gewezen.
IEPT20161206, Rb Den Haag, GEV v LF
