Google moet artikel over ondernemer verwijderen als zoekresultaat bij zoeken op diens naam

25-04-2017 Print this page
IEPT20170419, Rb Amsterdam, Google
(Met dank aan Bert Gravendeel en Merle Hafkamp, Gravendeel Advocaten)

Eiser kan op grond van art. 7 en 8 Handvest grondrechten EU in beginsel verlangen dat op hem betrekking hebbende informatie niet wordt getoond bij zoekopdracht op diens naam: inmenging grondrechten slechts wegens bijzondere redenen gerechtvaardigd door belang dat publiek heeft bij toegang tot de informatie. Vordering tot verwijdering nieuwsartikel uit zoekresultaten bij zoekopdracht op volledige naam Eiser toegewezen: onvoldoende grond om Eiser aan te merken als ‘public figure’, onvoldoende duidelijk waarom publiek belang heeft bij toegang tot artikel bij zoeken op volledige naam Eiser.

 

PUBLICATIE - PRIVACY

 

Kort geding. Eiser is een ondernemer die in het verleden in verband is gebracht met het witwassen van geld en drugsgerelateerde delicten. Hierover is op enig moment in 2016 door een krant over bericht in een artikel dat ook online vindbaar is. Het artikel wordt als resultaat getoond op de zoekmachine van Google bij een zoekopdracht op de volledige naam van Eiser. Google heeft zowel op een onlineformulier als een sommatie van Eiser geweigerd om aan het verzoek tot verwijdering uit de zoekresultaten te voldoen.

 

Eiser vordert in het onderhavige geding verwijdering van het artikel uit de zoekresultaten van Google bij een zoekopdracht op diens volledige naam. Eiser beroept zich hierbij op de Wet Bescherming Persoonsgegevens (Wbp), het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en het Costeja-arrest (IEPT20140513).  Volgens Eiser heeft het artikel een negatief effect op zijn persoonlijke levenssfeer en gaat het om onjuiste, irrelevante en ontoereikende informatie. Bovendien stelt eiser dat hij niet kan worden aangemerkt als een ‘public figure’. Volgens Google gaat het echter om gegevens die relevant, in het algemeen belang, niet verouderd en niet bovenmatig zijn en is eiser een publiek figuur geworden.

 

De voorzieningenrechter oordeelt dat de vraag of het artikel als zoekresultaat dient te worden verwijderd, moet worden beantwoord aan de hand van het Costeja-arrest (IEPT20140513), zoals uitgelegd door de Hoge Raad op 24 februari 2017 (IEPT20170224). Dit betekent volgens de voorzieningenrechter, anders dan Google heeft bepleit, dat Eiser op basis van zijn door art. 7 en 8 van het Handvest gewaarborgde grondrechten, in beginsel kan verlangen dat om hem betrekking hebbende informatie niet meer wordt opgenomen in de zoekresultaten. Dit is echter niet het geval indien inmenging in zijn grondrechten wegens bijzondere redenen, zoals Eisers rol in het openbare leven, wordt gerechtvaardigd door het belang dat het publiek heeft bij toegang tot de informatie.

 

Vervolgens stelt dat voorzieningenrechter vast dat er onvoldoende grond bestaat om Eiser aan te merken als een ‘public figure’.  De omstandigheid dat Eiser mogelijkerwijs bewondering geniet voor zijn zakelijk succes en wordt genoemd in verband met een in opspraak geraakte politicus, maken dit niet anders. Ook heeft Google volgens de rechter onvoldoende duidelijk gemaakt waarom het publiek er belang bij heet de informatie uit het artikel te verkrijgen bij een zoekopdracht op de volledige naam van Eiser. Hierbij is van belang dat het gaat om informatie die gevoelig is voor het privéleven van Eiser, de genoemde strafzaak tegen hem is geseponeerd wegens gebrek aan bewijs.

 

De vordering tot verwijdering van het artikel uit de zoekresultaten van Google wordt derhalve door de voorzieningenrechter toegewezen. De rechter merkt hierbij nog op dat Google de informatie nog wel aan het publiek kan blijven aanbieden, alleen niet meer als op de naam van Eiser wordt gezocht. Google dient ervoor te zorgen dat het artikel niet meer wordt getoond in de zoekresultaten bij een zoekopdracht vanuit Nederland op de volledige naam van Eiser, alsmede verwijdering van het zoekresultaat in alle lokale EU/EFTA versies van Google Search op straffe van een dwangsom van € 5000,- per dag, met een maximum van € 50,000,-.

 

IEPT20170419, Rb Amsterdam, Google

 

Lees een geanonimiseerde kopie van het vonnis hier.